29 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is aan de orde de regeling van werkzaamheden.

Aangezien alle ingeschreven sprekers zich hebben teruggetrokken, stel ik voor om het VAO Begroten en verantwoorden van de agenda af te voeren.

Ik stel voor het volgende wetsvoorstel toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter uitbreiding van het rookverbod (35321).

Op verzoek van de indieners stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 35302-52; 35010-22; 35300-XII-69; 29689-1012; 31016-239.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Graus namens de PVV. De heer Graus heeft het woord.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik zou graag de minister van Infrastructuur en Waterstaat willen uitnodigen voor de behandeling van de Wet vliegbelasting.

De voorzitter:

Wacht u heel even, meneer Graus. U bent bijna niet te verstaan. De heer Van Raak, mevrouw Kuiken ...

De heer Graus (PVV):

Het lijkt net een tupperwareavond hier, af en toe.

De voorzitter:

Komt dat voor in Limburg of zo? Niet iedereen herkent het namelijk.

De heer Graus (PVV):

Ik heb er trauma's van.

De voorzitter:

Wat zegt u?

De heer Graus (PVV):

Het zijn goede producten, maar ik heb er wel trauma's van. Mag ik mijn verzoek opnieuw voorlezen?

De voorzitter:

Ja, natuurlijk.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel. Ik wil graag het verzoek doen om de minister van Infrastructuur en Waterstaat uit te nodigen voor de behandeling van de Wet vliegbelasting (35205). Daar krijg ik graag steun voor.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Het kabinet gaat over de eigen afvaardiging, maar ik heb geen behoefte aan de aanwezigheid van de minister.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Bij het belastingplan kunnen we altijd wel de minister van Infrastructuur en Waterstaat voor de autobelasting, de minister van Sociale Zaken voor de premies, de minister van Binnenlandse Zaken voor de WOZ, de minister van Onderwijs voor de scholingsaftrek en de minister van Volksgezondheid voor de zorgpremies uitnodigen. Dat doen we niet, dus het lijkt me verstandig om dat ook nu niet te doen. Anders hebben we namelijk het hele kabinet bij elk belastingplan rondhangen.

De heer Öztürk (DENK):

Dat doen wij wel. Steun daarvoor.

De heer De Groot (D66):

Geen steun.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Het was een sluitende argumentatie van de heer Omtzigt. Daar sluit ik mij graag bij aan.

De heer Laçin (SP):

Ik vond het een mooie opsomming van de heer Omtzigt. Daarom steun ik het voorstel van de heer Graus.

(Hilariteit)

De heer Van Raan (PvdD):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid. Dank u wel, meneer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel. Een fijne dag verder, hè.

De voorzitter:

U ook, dank u wel.

Dan ga ik naar mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. We hebben de afgelopen dagen beelden gezien van vrijwilligers die zich hebben laten inhuren als medewerkers in slachthuizen. Het gaat om die slachthuizen waarvan je zou verwachten dat de regels het beste zouden worden nageleefd van allemaal en waar ook de dieren terechtkomen met een Beter Leven keurmerk. De beelden zijn om te huilen. De NVWA treedt niet op en werkt zelfs mee aan de mishandeling. Daarom zou ik willen voorstellen om het al ingeplande debat over de NVWA snel in te plannen en de spreektijd te verruimen met minstens een minuut.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Ik wil dit verzoek steunen, maar daar zit wel een "mits" bij. Er staat namelijk een debat over de NVWA, maar ook nog een debat over misstanden in de vleesverwerkende industrie op de lijst, dus kunnen wij die debatten samenvoegen? Dan zou ik het ook niet erg vinden als we zes minuten spreektijd zouden hebben, maar laten we met elkaar proberen om de lijst korter te maken. Dus als we die debatten kunnen samenvoegen, heel erg graag. Dan steun ik het verzoek van harte.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb het over het debat waarbij al verschillende dingen over de NVWA zijn samengevoegd.

Mevrouw Lodders (VVD):

De debatten die ik noem, staan nog steeds afzonderlijk op de lijst, dus ik zou graag die voorwaarde willen stellen voor mijn steun.

De voorzitter:

Ik moet even nagaan over welk debat het gaat, maar goed. Ik begrijp dat u voor samenvoeging bent, mevrouw Lodders, en voor uitbreiding van de spreektijd.

De heer De Groot (D66):

Voorzitter, samenvoegen en uitbreiden spreektijd is prima.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

En snel inplannen. Dat was ook een verzoek.

De heer De Groot (D66):

En snel inplannen.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Amhaouch (CDA):

Steun, in dezelfde woorden als die van mevrouw Lodders.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook steun voor het verzoek.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter, steun. Ik wijs erop dat twee weken geleden bij het vragenuur minister Koolmees namens minister Schouten heeft gezegd dat het kabinet op korte termijn een besluit zou nemen over cameratoezicht in slachterijen. Die korte termijn begint wat lang te duren, dus misschien kunnen we daar ook een rappel op geven.

De heer Graus (PVV):

Als het gaat om het debat waar ik twee weken geleden steun voor heb gehad, over het andere slachthuis, steun ik het verzoek van harte, ook voor de uitbreiding van de tijd.

De heer Öztürk (DENK):

Samenvoegen en meer spreektijd: steun.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter. Ik had al geruime tijd een debat op de lijst staan. Ik pleit ook voor samenvoeging en voor versnelling, dus ik steun het verzoek, en het volgende verzoek trek ik in, want dat was een vraag om het debat snel in te plannen.

De voorzitter:

Heel goed. Daar ben ik altijd blij mee. U hoeft dus ook niet het woord te voeren; dat heeft u bij dezen gedaan.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Van harte steun voor alle drie de verzoeken.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft een meerderheid, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

We hebben al debatten samengevoegd en daar stond een spreektijd voor van vijf minuten. Nu is er steun voor zes minuten.

De voorzitter:

Ik zie nu dat het een debat was van de heer Van Raan. U bent het vergeten, meneer Van Raan, dat u een debat heeft aangevraagd? Het staat op de lijst.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik vraag heel veel debatten aan.

De voorzitter:

Ja, dat klopt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Er is een nieuw verzoek van mevrouw Lodders, om een dertigledendebat over de werkomstandigheden in slachterijen hier ook bij te betrekken.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, het gaat om een dertigledendebat. U gaat ermee akkoord dat dat debat hiermee wordt samengevoegd? Dan halen we het van de lijst af.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Kijk eens hoe constructief we zijn.

De voorzitter:

Ja, het is dezelfde partij, hè, ook toevallig.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het lastige is wel dat dat dertigledendebat dat is aangevraagd, een debat is met de staatssecretaris van Sociale Zaken. Dus die zou er dan wel bij moeten, want de heer Van Raan had terecht vragen.

De voorzitter:

Dit is een debat van meneer Van Raan. Maar goed, mevrouw Lodders wil nog iets zeggen.

Mevrouw Lodders (VVD):

Laten we met elkaar ook een beetje constructief doen. Het kabinet gaat er zelf over wie het afvaardigt en de bewindspersonen spreken namens het kabinet. Dus ik hoop dat mevrouw Ouwehand de handschoen wil aanpakken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik vroeg om het debat snel in te plannen. Dat debat was al een samenvoeging ...

De voorzitter:

Nu ga ik ingrijpen. Ga dat dan eerst onderling afstemmen en kom daarna hier terug. Er zijn zo veel debatten hier aangevraagd dat jullie zelf zijn vergeten om welk debat het gaat. Ik ga nu niet tijdens de regeling onderhandelen. U bent altijd van harte welkom bij de regeling, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wat fijn om te horen, voorzitter. En we gaan het debat dus snel inplannen, begrijp ik. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Ik ga naar mevrouw Karabulut, namens de SP.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag bleek uit onderzoek dat wij, de Tweede Kamer, onvolledig en onjuist zijn geïnformeerd over de oorlog en onze deelname aan de missie in Kunduz, Afghanistan. U begrijpt, voorzitter, dat dat een doodzonde is. Daarom zou ik graag daarover een debat willen voeren met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Aanstaande donderdag hebben we ook al een debat over misleiding met betrekking tot de oorlog in Afghanistan. Dus ik stel voor om dit daarbij te voegen, met uiteraard uitbreiding van de spreektijden.

De heer Bosman (VVD):

Ik ben voor het voorstel om dit samen te voegen met het debat van donderdag, om er zo gelijk over te spreken.

De heer Öztürk (DENK):

Dit verdient voor ons een apart debat. Ik houd het dus graag apart, zoals mevrouw Karabulut voorstelt. Steun daarvoor.

De heer Van Helvert (CDA):

Steun voor het voorstel van de heer De Roon.

De voorzitter:

Dus met uitbreiding van spreektijd.

De heer Van Helvert (CDA):

Ja, donderdag hierover spreken met uitbreiding van speektijd.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik heb geen behoefte aan een apart debat, dus dit mag samengevoegd worden.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Het debat hierover vindt donderdag gedeeltelijk al plaats. Dus ik stel voor om de woordvoerders de gelegenheid te geven om dit donderdag te doen, maar daarbij niet voorbij te gaan aan ook de rol van de commissie voor Defensie, en eigenlijk te pleiten voor een apart AO over dat IOB-rapport, zodat we daaraan ook volwaardig aandacht kunnen geven. Ik steun dus nu dit debatverzoek niet, maar ik steun zeker wel het verzoek om een uitgebreid AO daarover.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Steun voor het verzoek om hierover te spreken, maar we kunnen dit ook wat de SGP-fractie betreft samenvoegen met dat andere debat, van donderdag.

De heer Kerstens (PvdA):

Steun voor de collega's die gezegd hebben dat we er donderdag over kunnen spreken en daar dan meer tijd voor moeten uittrekken. Maar ik ben het ook wel eens met mijn collega van D66 om het daar ook nog eens als commissie voor Defensie afzonderlijk over te hebben met de minister, omdat hier sprake is van een patroon.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun voor het verzoek, voorzitter.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Ook steun, voorzitter.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik steun het voorstel om het aanstaande donderdag te doen. Ik ben er ook wel voor om te kijken naar een AO. En mocht het daarna nog nodig zijn, dan kan er altijd nog het verzoek om een plenair debat worden ingediend.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u heeft geen meerderheid. Iedereen verwijst eigenlijk naar het debat van aanstaande donderdag, waar dit onderwerp bij betrokken kan worden. En verder gaat u via de commissie misschien een apart AO plannen, maar daar ga ik niet over.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Donderdag hebben we inderdaad een debat staan over de Afghanistan Papers, waaruit blijkt dat deze inmiddels negentien jaar lang durende oorlog gebaseerd is op één grote leugen. Ik zou u willen verzoeken om ons in plaats van vier minuten spreektijd dan acht minuten spreektijd te geven.

De voorzitter:

Nou, acht?

Mevrouw Karabulut (SP):

Dit is één grote leugen, negentien jaar lang, voorzitter.

De voorzitter:

Nee, nee, er is geen meerderheid, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Er is ...

De voorzitter:

U heeft het nu over spreektijden. Dat is wat anders. Eigenlijk wilt u nu via een omweg een gekoppeld tweede debat organiseren.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dat was ook het idee.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid voor een apart debat, en elk debat heeft spreektijden van vier minuten. Dat is standaard. Alleen bij echt hele grote debatten worden daar een of twee minuten aan toegevoegd.

Mevrouw Karabulut (SP):

Het is best groot, voorzitter.

De voorzitter:

Ik weet het. De heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Dat wou ik ook even onderstrepen. Het wordt wel groter, en dus lijkt het me redelijk om wat minuten aan de spreektijd toe te voegen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Volgens mij, voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, het verzoek is: acht minuten spreektijd. Dat ga ik nu expliciet noemen.

De heer Öztürk (DENK):

Als we toch gaan samenvoegen: ja, acht minuten.

De voorzitter:

Maar er kan niets samengevoegd worden omdat er geen steun is voor het verzoek. Er valt dus niets samen te voegen. Het gaat nu om acht minuten spreektijd. Bent u daarvoor? Ja, hè?

De heer Van Raan (PvdD):

Ook steun.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik denk dat een minuut of zes moet kunnen voor een uitgebreid debat.

De heer Kerstens (PvdA):

Ik vind acht minuten prima, voorzitter.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Steun voor acht minuten.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Zes minuten.

De voorzitter:

Ik ga gewoon verder.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter, zes minuten.

De voorzitter:

Kennelijk heeft u toch voor elkaar gekregen dat het zes minuten zijn geworden, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

U weet het, voorzitter: de aanhouder wint.

De voorzitter:

Ik ken het. U begint met acht en eindigt bij zes. Dank u wel, mevrouw Karabulut.

Dan ga ik naar de heer Van der Staaij namens de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen week is er een belangrijk rapport aan de Kamer aangeboden over perspectieven op de doodswens van ouderen die niet ernstig ziek zijn. Dat is een thema waar veel over gesproken is en een rapport waar sterk naar uitgezien is. Het lijkt de SGP-fractie goed om over het rapport en de beleidsreactie van de minister, die daarbij gevoegd was, een debat te houden.

De heer Hijink (SP):

Steun voor het verzoek, maar inderdaad wel nadat we een brief van het kabinet hebben gekregen.

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp. Steun om hier apart over te spreken.

De heer Öztürk (DENK):

Steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun, voorzitter, hoewel ik zou zeggen dat de minister zich al heeft uitgelaten over wat het rapport betekent. Wat mij betreft hoeven we dus niet te wachten op een brief.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, een belangwekkend rapport. Het lijkt me goed om daar met elkaar over te spreken.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Steun, maar ik wil wel een brief. De minister heeft wat in een microfoon gezegd, maar ik vind dat zeker dit onderwerp het verdient dat de Kamer een fatsoenlijke, uitvoerige reactie krijgt.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, steun.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun.

De heer Jansen (PVV):

Op dit moment geen steun, voorzitter.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun, ook voor een brief.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid, meneer Van der Staaij. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

De heer Öztürk namens DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. De heer Baudet van Forum voor Democratie heeft door onwaarheden te verspreiden Marokkaanse Nederlanders gestigmatiseerd en gediscrimineerd. De heer Baudet heeft medewerkers van de NS en de politie weggezet en pijn gedaan. Daarnaast hebben de onwaarheden van Baudet zichtbaar gemaakt hoeveel racisme en discriminatie er in de samenleving aanwezig is.

De voorzitter:

U wilt een debat, meneer Öztürk?

De heer Öztürk (DENK):

Om op te komen voor de medewerkers van de NS én de politie en om racisme en discriminatie uit te bannen, ook in dit huis, vraagt DENK een debat aan in de aanwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Mevrouw Marijnissen (SP):

Een walgelijke tweet van de heer Baudet. Wij hoeven echter geen debat, want de heer Baudet ontmaskert zichzelf steeds verder — voor degenen die dat nog niet in de gaten hadden — als iemand die niet alleen zomaar wat roept zonder onderzoek te doen, maar ook iemand die categorisch groepen mensen wegzet. Volgens mij hebben we daar genoeg van gezien.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Ik heb geen debat nodig om racisme te herkennen. Dit heeft niets met NS te maken en niets met integratie. Het heeft alles met Thierry Baudet te maken. Het lijkt mij het handigst als u hem uitnodigt om volgende week deel te nemen aan het algemeen overleg Discriminatie. Het zou fantastisch zijn als hij een keer aan een AO deelneemt.

De heer Ziengs (VVD):

Geen steun voor het debat.

De heer Van den Berge (GroenLinks):

Voorzitter. GroenLinks maakt zich grote zorgen over de normalisatie van racisme in Nederland. De tweet van de heer Baudet is daar een nieuw dieptepunt in.

De voorzitter:

Maar steunt u het debat?

De heer Van den Berge (GroenLinks):

We hebben eerder ook uitspraken van de minister-president gezien waar hij later weer afstand van nam. Daarom steunen wij een breed debat over de normalisatie van racisme in Nederland. Wat ons betreft mag de minister-president daar ook bij aanwezig zijn.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Ik ondersteun de woorden van de heer Öztürk, maar binnen nu en twee weken zijn er een AO Discriminatie en een AO Spoor. Daar willen we dit graag bespreken.

Mevrouw Ploumen (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Marijnissen. Geen steun.

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de heer Amhaouch. Er is een AO Discriminatie en er is een AO Spoor; daar kunnen we dit goed bij bespreken.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Als het een tweet was geweest van een minister hadden wij een debat gesteund, maar omdat het om een collega-Kamerlid gaat, kunnen we daar gewoon publiek over discussiëren wat we maar willen en kunnen we het bij overleggen aan de orde hebben. Dus geen steun voor dit debat.

De heer Van Aalst (PVV):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen steun, meneer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Als ik de tweets en de berichten in de media hoor en lees, heb ik wel steun. Dat is precies waar het probleem zit.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Öztürk (DENK):

Hier in deze Kamer ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, nee.

De heer Öztürk (DENK):

... moeten we dat soort dingen aanpakken. Dat durven een aantal partijen niet, met name de VVD en ...

De voorzitter:

Nee, meneer Öztürk! U heeft geen steun.

Dan ga ik naar de heer Van Aalst namens de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Eerst hadden we de perverse prikkels voor elektrisch rijden, toen schaften we die weer af, en nu heeft D66 weer bedacht om die weer in te voeren. Zo snel mogelijk een brief en daaropvolgend een debat.

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Goed plan. Laten we eens een debat houden over de miljarden die naar de elite zijn gegaan en de bezuiniging op het openbaar vervoer die er voor iedereen is. Steun voor het debat.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Er moet eerst een brief komen van het kabinet. Als er iets ligt, wil ik best een keer een debat voeren, maar nu is dat gewoon niet opportuun.

De heer Sienot (D66):

Ik sluit me aan bij de woorden van de VVD.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Een brief is prima. Nu geen steun.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar sluit ik me weer bij aan.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ook.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Wij zijn voor elektrisch rijden, dus mocht er een debat zijn om dat te bevorderen, dan steunen wij dat graag.

De voorzitter:

Meneer Van Aalst, u heeft geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Van Aalst (PVV):

Nee, maar wel een dertigledendebat. Laten we het alvast noteren. Want de ellende komt op ons af. Dan maken we er dan een meerderheidsdebat van.

De voorzitter:

Dan voegen we dit debat toe aan de lijst van dertigledendebatten. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Amhaouch namens het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Voorzitter. Mijn verzoek is het verlengen van de spreektijden van vier naar vijf minuten voor het debat van vanavond over de economische groeibrief. Het is een grote brief met een perspectief op de toekomst. Daar zouden we iets langer over willen spreken.

De voorzitter:

Mijn ervaring is dat niemand tegen uitbreiding van spreektijd is. Dat klopt, hè? Dan wordt het vijf minuten spreektijd.

Dan ga ik naar de heer Jansen namens de PVV.

De heer Jansen (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Aanstaande donderdag is er een algemeen overleg over medische preventie en infectieziekten. Onze fractie schat in dat een groot deel van het debat over het coronavirus zal gaan. Vandaar ons verzoek om een vooraankondiging voor een VAO, omdat wij van zins zijn om daar hoogstwaarschijnlijk een of meerdere moties over in te dienen.

De voorzitter:

Daar willen we best wel rekening mee houden, maar mijn vraag is of u ook stemmingen daarover wil. Want dan moet ik vragen of daar een meerderheid voor is.

De heer Jansen (PVV):

Wij zouden daar inderdaad ook graag nog diezelfde avond stemmingen over willen.

De voorzitter:

Goed. Dan ga ik toch kijken of er een meerderheid is om over het VAO Medische preventie/Infectieziekten te gaan stemmen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik ben een beetje gehandicapt omdat mijn woordvoerder er niet is. Maar kan er iets gezegd worden over de urgentie? Waarom moet er op donderdag gestemd worden en kan dat niet op de dinsdag daarop gebeuren?

De voorzitter:

Meneer Jansen, misschien helpt dat wel.

De heer Jansen (PVV):

De reden is dat er op dit moment ongelofelijk veel ontwikkelingen zijn. Dagelijks worden we weer opnieuw verrast door nieuwe ontwikkelingen. Vandaar wat ons betreft de urgentie om daar snel over te stemmen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb geen bezwaar.

De voorzitter:

Geen bezwaar. Als niemand er bezwaar tegen maakt, dan gaan we gewoon stemmen, want ik heb niemand gehoord. Dank u wel, meneer Jansen.

Het laatste verzoek is ingetrokken. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Tellegen

Naar boven