Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 52, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 52, item 3 |
Vragen van het lid Weverling aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, viceminister-president over het bericht dat het totaalverbod op pulsvisserij in Europa nabij is.
De voorzitter:
Dan gaan we nu naar de heer Weverling namens de VVD voor zijn vraag aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over een mogelijk totaalverbod op pulsvisserij. Ik heet de minister van harte welkom.
De heer Weverling (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Het is een zwarte week voor de Nederlandse vissers. Dag in, dag uit gaan zij de zee op om hun werk te doen. Het is hard werk, noeste arbeid dat wij Nederlanders van oudsher doen en waar we ook goed in zijn. De vis die we op ons bord hebben, dat harinkje bij de kar of die mosselen bij een strandtent; ze worden allemaal uit de zee gehaald door deze helden. Velen zitten hier vandaag op de tribune.
Onze vissers zorgen niet alleen voor verse vis maar ook voor welvaart. Er wordt simpelweg geld verdiend voor Nederland. Zoals ik al zei: daar zijn we goed in, zo goed dat we een prachtige nieuwe manier van vissen hebben ontwikkeld. De pulstechniek is een Nederlandse uitvinding. Daar ben ik trots op. Het is niet alleen effectief maar ook nog eens hartstikke duurzaam, maar Brussel laat zich van zijn slechtste kant zien. Morgen valt hoogstwaarschijnlijk het doek voor de pulsvisserij. Nederlandse vissermannen en -vrouwen krijgen als dank voor hun harde werken een klap in het gezicht.
Voorzitter. Op verzoek van de Kamer is de heer Veerman de afgelopen maanden bezig geweest om te redden wat er te redden viel. Of, zoals het in de pers de afgelopen dagen werd genoemd, de slechtste lobby ooit. Dit terwijl het zo nodig was. Tegen alle leugens van milieuorganisatie Bloom en de anti-innovatiementaliteit van andere Europese landen was het moeilijk opboksen. Mijn vraag aan de minister is dan ook: hoe heeft het nou zo fout kunnen gaan? Een buitenstaander zou kunnen denken: wat maakte dat zowel de minister als de heer Veerman geen deuk in een pakje boter konden slaan? Dit is juist hét moment om naast de vissers te staan en niet tegenover hen. Ik wil de minister vragen om de laatste stand van zaken te geven omtrent de beslissing die morgen waarschijnlijk gaat vallen. Kan de minister de Nederlandse vissers nog hoop bieden? Kan zij daarnaast specifiek ingaan op wat er anders voor de Nederlandse vissers geregeld kan worden, bijvoorbeeld door middel van een overgangsperiode? Wat is het plan de campagne van de minister? Hoe gaat zij ervoor zorgen dat innovatieve Nederlandse vissers ook in de toekomst kunnen blijven vissen?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de minister.
Minister Schouten:
Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de leden van uw Kamer dat ik de gelegenheid krijg om hier te spreken over iets waar heel wat gezinnen de laatste tijd wakker van liggen. Een deel van die mensen is hier ook aanwezig op de tribune. Ik heb de afgelopen periode ook regelmatig met enkelen van hen gesproken. Ik weet dat die onzekerheid er is en dat die een grote wissel trekt op al die gezinnen. Dat begrijp ik heel goed, want het valt ook niet mee wat er nu allemaal gebeurt.
De heer Weverling vraagt: wat is de stand van zaken nu? De stand van zaken is dat er morgen een zogenaamde triloog zal plaatsvinden. In Europa wordt door het Europees Parlement, de Commissie en de Raad gesproken over een wetsvoorstel waar onder andere de pulsvisserij in staat. Ik kan natuurlijk niet vooruitlopen op datgene wat er morgen besloten gaat worden; dat weet ik nog niet. Alleen, ik moet ook realistisch zijn: het ziet er niet goed uit. Het ziet er niet goed uit in de zin dat de mogelijkheid bestaat van een verbod op de pulsvisserij. Laat ik het zo zeggen, ik, en niet alleen ik maar het gehele kabinet, zou het buitengewoon betreurenswaardig vinden als dat zou plaatsvinden. Want waarom deden we dit? De pulsvisserij was een techniek die eigenlijk het beste van twee werelden bij elkaar bracht. Het was duurzaam ... Het is duurzaam, het is goed voor de bodem, het is goed voor selectieve bevissing en het zorgt ook nog voor minder uitstoot. De vissers kunnen er ook een goede boterham aan verdienen. Dat was ook de reden waarom Nederland geloofde in de techniek en nog steeds gelooft in de techniek en dat veel vissers de techniek zijn gaan gebruiken. Dat vind ik ook een goede zaak.
De heer Weverling vraagt: wat is nu het plan de campagne? Ik moet formeel natuurlijk afwachten hoe het morgen gaat verlopen. Ik weet alleen wel dat wij de vissers niet laten vallen. Wij zullen om de vissers heen blijven staan. Ik heb zojuist nog enkele jongeren gesproken. Dat vond ik ongelofelijk mooi. Ze waren hier terwijl hun vader aan het werk was. Ze waren hier voor hun eigen toekomst, en hun toekomst is ook onze toekomst. Het kabinet zal om de vissers heen blijven staan. Wij zullen mogelijkheden gaan bekijken om een overgangsperiode te realiseren als er een verbod komt. Maar ook zullen wij innovatiemiddelen beschikbaar stellen om te zorgen dat weer nagedacht wordt over de volgende stap. Want ik weet één ding, voorzitter, en dat is dat de vissers vaak hele hoge golven hebben moeten overwinnen. Dat kunnen ze, dat hebben ze gedaan. Dat hebben ze in het verleden gedaan, dat doen ze nu en dat zullen ze in de toekomst ook doen, met onze hulp.
De heer Weverling (VVD):
Dank voor de antwoorden. Het is frustrerend en ik hoor die frustratie ook wel bij mevrouw de minister doorklinken. Maar het is toch ondenkbaar dat iets wat zo duurzaam is, zo met de grond gelijk wordt gemaakt? Dat kan ik me gewoon niet voorstellen. We kunnen die 84 vergunningen toch niet intrekken en de vissers terug laten gaan van de pulstechniek naar de boomkortechniek, wat gewoon slecht is voor de ondergrond en voor het klimaat? We voeren heel wat discussies en dit zou dan zomaar van tafel worden geveegd.
Minister Schouten:
Het feit dat het een hele duurzame methode van vissen is, blijkt ook uit onderzoek van ICES, het instituut dat altijd de onderzoeken doet naar onder andere de TAC-quota, maar ook naar de innovaties en de duurzaamheid. ICES heeft in de tussenrapportage erop gewezen dat pulsvisserij een duurzame innovatie is. Ik moet ook handelen met de realiteit. Nederland zal niet zomaar het hoofd in de schoot gooien, maar tegelijkertijd moet ik ook vooruitkijken. Ik heb in het verleden gezien dat vrijwel de hele Kamer en het kabinet eigenlijk zij aan zij stonden rondom deze methode van vissen. We moeten naar de toekomst toe dit soort mogelijkheden blijven onderzoeken. Dat zullen we ook doen. Daar zullen we vanuit het kabinet ondersteuning voor bieden.
De heer Weverling (VVD):
Maar vervolgens staan we voor een voldongen feit — althans, die kans is heel groot morgen. Wat had er nou beter gekund achteraf? Waar hadden we het nou anders moeten doen?
Minister Schouten:
Ik denk dat we hier nog heel grote debatten kunnen gaan voeren over hoe dingen zijn gegaan in het verleden en in het recentere verleden en over wat er anders had moeten gaan. Ik meen dat er ook nog een debatverzoek staat om mogelijk daarover te spreken. Wat ik nu belangrijk vind, is dat we nu ook met elkaar richting de vissers laten zien dat dit niet het einde van de Nederlandse visserij kan zijn en dat we daar met elkaar schouder aan schouder staan om dat te voorkomen. We kunnen inderdaad allemaal gaan terugblikken wat er anders had moeten gaan en hoe dit allemaal zover is gekomen. Dat zal ongetwijfeld ook nog wel gebeuren, maar ik vind het nu vooral belangrijk om te laten zien dat zij niet alleen staan en dat wij hier met elkaar ook zoeken naar mogelijkheden voor de toekomst voor hun bedrijfstak.
De heer Weverling (VVD):
Het is goed om te merken dat we zij aan zij staan met de vissers. Maar het kan toch niet zo zijn dat we dadelijk moeten gaan investeren, bij wijze van spreken, om de pulsvisserij teniet te doen en weer terug te gaan naar de boomkorvisserij?
Minister Schouten:
We zullen daarom ook meerdere wegen gaan bewandelen, ten eerste ook om te kijken of het mogelijk is om een overgangstermijn voor de vissers te realiseren, zodat zij nog langer door kunnen gaan. In de tussentijd kijken we welke mogelijkheden er zijn voor andere technieken, want we moeten vooruit. Het is niet zo dat we terug moeten gaan in de tijd in alles wat er is. Het risico is aanwezig dat dat door dit besluit wel gaat komen, maar dat is niet de houding van de vissers. Ik weet dat zij, hoe moeilijk ook, ook wel weer vooruit willen gaan kijken. Dat kunnen ze als wij daar ook naast gaan staan en wij daar ook innovatiegeld voor beschikbaar gaan stellen. Eén ding: de Nederlandse vissers zijn altijd ongelofelijk innovatief geweest. Dat hebben ze in het verleden laten blijken, dat hebben ze in het recente verleden laten blijken en dat zullen ze in de toekomst ook zijn.
De heer Weverling (VVD):
We moeten vooruit, zegt de minister. Maar we moeten dus blijkbaar gewoon eerst weer twee stappen naar achteren. Het is al zo'n onzekere tijd voor de vissers: de brexit, de aanlandplicht, de pulsvisserij en de mogelijke windmolens op de Noordzee. Dat zijn nogal dossiers die voor veel onzekerheid zorgen. We moeten vooruit, maar we lopen juist vooruit in Europa en we krijgen eigenlijk gewoon een tik in ons gezicht.
Minister Schouten:
Het was ook niet míjn idee om de pulsvisserij te beperken dan wel te verbieden. In Europa zijn daar andere opvattingen over. Dat is natuurlijk ook de reden waarom we hier nu staan en waarom de vissers ook al zo lang in die onzekerheid zitten. Nogmaals, laten we als Nederland laten zien dat we wat we altijd hebben gedaan, namelijk innovatief zijn, misschien wel innovatiever zijn dan de rest, ook in de toekomst zullen doen.
De heer Weverling (VVD):
Dus we moeten wederom laten zien het beste jongetje van de klas te zijn; dat is wat de minister zegt.
Minister Schouten:
We moeten wederom laten zien dat duurzaamheid en een goed verdienvermogen voor de vissers prima samen kunnen gaan. We kunnen dat ook laten zien.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Weverling. Dan ga ik naar de Geurts namens het CDA.
De heer Geurts (CDA):
In deze Kamer wordt veel gesproken over energiebesparing. Nu hebben we een kleine honderd vissers die doen waar wij hier over praten. Ik heb eigenlijk maar één concrete vraag aan de minister. Na de KLM, onze zwaan, dreigt nu onze pulsvissers de nek omgedraaid te worden. Ik weet dat de minister voor Visserij, minister Schouten, haar uiterste best doet en uiterste inspanningen pleegt, maar ik heb wel vragen over de rol van minister-president Rutte. Zou minister Schouten kunnen aangeven wat Rutte de afgelopen dagen bij zijn ambtsgenoot in Frankrijk heeft gedaan om dit tij te keren?
Minister Schouten:
Deze discussie is natuurlijk niet van de laatste week. Ruim een jaar geleden heeft het Europees Parlement natuurlijk al gestemd voor een verbod op de pulsvisserij. Wij kwamen toen van ver, want als het Europees Parlement dat afspreekt, dan moet je heel wat inspanningen leveren om te zorgen dat je daar ook wat tegenover zet. Ik heb zelf met ongelofelijk veel collega's in Europa gesproken, met verschillende leden van de Commissie en ook nog met leden van het Europees Parlement die woordvoerder waren op visserij. Uiteraard vinden dit soort gesprekken ook vaak op de achtergrond plaats. Die zijn allemaal niet gelijk publiek. Dat geldt voor het hele kabinet. Dit is dus niet alleen een particuliere aangelegenheid van mij geweest. Als kabinet steunen wij de pulsvissers, en dat geldt in den brede.
De voorzitter:
Uw tweede vraag, meneer Geurts.
De heer Geurts (CDA):
Mijn fractie vond dit zo belangrijk dat ik bij hoge uitzondering een tweede vraag toegewezen heb gekregen. Daaraan kun je zien welk belang de CDA-fractie aan de visserij hecht. Ik stelde de vraag: heeft de minister-president de afgelopen dagen actie ondernomen, bijvoorbeeld richting Macron? Daar krijg ik geen antwoord op. Ik denk dat de minister voor Visserij echt wel weet wat de minister-president op haar dossier gedaan heeft. Dus nogmaals, heeft de minister-president de afgelopen dagen contact opgenomen met Frankrijk om te zorgen dat dit tij gekeerd wordt? Want daar zit het. En als u het mij toestaat, voorzitter: we hebben ook nog een Eurocommissaris, de heer Timmermans, van PvdA-huize. Heeft de minister daar contact mee gehad? En wat heeft die ondernomen?
Minister Schouten:
Zoals ik net heb aangegeven, heb ik meerdere keren met heel veel mensen gesproken en contact gehad, ook met de heer Timmermans, onze commissaris in Europa. Maar wanneer het een feit is dat een meerderheid van het EP, het Europees Parlement, en ook een meerderheid van de Raad, dus de lidstaten, om politieke redenen een methode afwijzen die evident duurzamer is — dat vinden wij niet alleen; dat is ook vastgesteld in onafhankelijk onderzoek — dan zijn dat discussies die je niet gelijk wint. Ik heb aangegeven dat wij deze discussie niet sinds de laatste week voeren; die loopt al meer dan een jaar, en meerdere leden van het kabinet hebben zich hiervoor ingezet.
De heer Bisschop (SGP):
Het is eigenlijk een schande dat we hier moeten staan om de belangen van ons land, de belangen van onze vissers, te verdedigen tegen de Europese Unie, die met een raar, vreemd, ongemotiveerd besluit de pulskorvisserij de nek om dreigt te draaien. Zoals de minister zelf net terecht opmerkte, doet de EU dit nota bene tegen het advies van ICES in, een advies dat doorgaans gevolgd wordt door de Europese Commissie. Het is vreemd dat dat gebeurt. Mijn vraag is: wat vindt de minister nu van de opstelling van de EU en de geledingen van de EU? En ondermijnt dit gedrag van de EU in haar taxatie niet het vertrouwen in de EU?
Minister Schouten:
In een situatie waarin, zoals ik net al heb aangegeven, een methode van vissen niet gebaseerd op feitelijke gegevens maar op basis van politieke overwegingen wordt verboden, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat dat het draagvlak voor alles wat er in Europa gebeurt niet vergroot. Dat is een situatie die ook optreedt. Ik begrijp heel goed dat de vissers — en misschien geldt dat niet alleen voor de vissers, maar ook breder — zich dan afvragen waarom dit op deze manier gebeurt, op basis van politieke overwegingen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat dat het draagvlak voor Europa niet vergroot.
De voorzitter:
De heer Bisschop, tweede vraag.
De heer Bisschop (SGP):
In mijn vraag zat ook nog het element van een verzoek aan de minister om een kwalificatie te geven van het handelen van de EU in dezen. Ik voeg daar mijn tweede vraag aan toe. Nederland is een eigenstandige entiteit en heeft een eigenstandige verantwoordelijkheid. Wat gebeurt er als Nederland weigert het besluit in deze vorm uit te voeren of als de vissers weigeren het besluit in deze vorm te gehoorzamen?
Minister Schouten:
De heer Bisschop vraagt mij nu om vooruit te lopen op besluitvorming die nog niet heeft plaatsgevonden. Dat vind ik een ingewikkelde, want morgen vindt dat gesprek plaats. Ik zal de uitkomst van die triloog goed bestuderen. Ik zal de Kamer informeren over wat ik daarvan vind, maar dat doe ik pas als ik weet wat er is en wat wij daartegenover kunnen zetten. Maar het kan niet onduidelijk zijn, denk ik, dat ik het buitengewoon teleurstellend vind als het tot een totaalverbod zou komen.
De voorzitter:
Dat informeren van de Kamer zou deze week kunnen plaatsvinden?
Minister Schouten:
Ik denk dat het begin volgende week wordt. We hebben even tijd nodig. Het is wat technisch, voorzitter, maar er is vrijdag ook nog een Coreper. Er zitten dus wat stappen in het proces, maar ik zal het begin volgende week uw Kamer doen toekomen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik ben vrijdag op Urk geweest en heb de wanhoop van de vissers gezien. Ik heb met hen gesproken. Ook mijn fractie vindt het een onbegrijpelijk besluit als de puls verboden zal gaan worden. Ik vind het heel mooi om te zien dat deze minister schouder aan schouder staat met de vissers en met de gemeenschap op Urk. Ik weet dat zij daar regelmatig naartoe gaat om het gesprek aan te gaan. Deze vissers kunnen stormen doorstaan. Ik hoop ook dat de Kamer straks schouder aan schouder staat met de vissers als ze onze motie aannemen over een goede overgangstermijn. Mijn vraag aan de minister gaat hierover. We hebben in het regeerakkoord innovatiegeld beschikbaar gesteld voor de visserijsector. Wanneer ontvangt de Kamer daar informatie over? Wanneer kunnen de vissers gebruikmaken van dit geld, want daar gaat het uiteindelijk om, zodat er voor hen weer perspectief komt?
Minister Schouten:
Ik heb inderdaad regelmatig met vissers uit verschillende vissersplaatsen gesproken. Ik zal morgen zelf ook op Urk zijn om zelf naar de vissers toe te gaan. Een deel van hen is nu hiernaartoe gekomen. Dan vind ik het een kleine moeite om in ieder geval ook naar hen toe te gaan als er een dag is waarop de spanning groot kan en zal zijn in de gezinnen. De concrete vraag over innovatiegeld: het klopt dat er in het regeerakkoord geld is opgenomen voor innovaties. Als ik de brief stuur met de appreciatie, mijn waardering van of mijn overwegingen bij het besluit dat mogelijk morgen genomen zal worden, zal ik ook de Kamer informeren over hoe we met het innovatiegeld omgaan en wanneer het beschikbaar kan gaan komen.
De heer Baudet (FvD):
Nederland is een van de grootste nettobetalers aan de Europese Unie. Dit besluit om de pulsvisserij te verbieden, dat misschien morgen wordt genomen, is ook om die reden volstrekt onacceptabel. Wat wij zouden moeten doen, is een heel duidelijk signaal afgeven en zeggen: als dat verbod er komt, implementeren wij dat niet en als Nederland een boete krijgt, dan betaalt de Nederlandse Staat die. U moet pal gaan staan voor de Nederlandse vissers. U moet met uw vuist op tafel slaan en zo'n signaal afgeven. Dat is de enige taal waar ze naar luisteren in Brussel. Misschien dat Rutte dan zijn baantje niet meer krijgt, maar dat is dan jammer voor hem.
(Applaus van de tribune)
De voorzitter:
Nee, de minister.
Minister Schouten:
Ik heb het afgelopen jaar niet anders gedaan dan voor de vissers te staan. Daar zit geen enkel licht tussen. In die zin zit er ook geen enkel licht tussen wat het grootste deel van deze Kamer heeft gevraagd aan het kabinet en wat het kabinet zelf vindt. Er zijn niet zo heel veel dossiers waarop je als Kamer en kabinet zij aan zij staat. Dat is hier wel zo geweest. Ik kan niet vooruitlopen op wat er gaat komen. Ik heb wel gezegd dat wij die vissers niet zomaar gaan laten vallen. Dat heb ik niet gedaan en dat zal ik in de toekomst ook niet doen.
De voorzitter:
Tweede vraag, de heer Baudet.
De heer Baudet (FvD):
Het probleem is dat het allemaal woorden zijn. U zegt dat u opkomt voor de vissers, maar u bent niet bereid om daadwerkelijke consequenties te verbinden aan wat u wilt. Die consequentie zou gewoon zijn om te zeggen: "Nederland accepteert dit niet. Wij zijn de grootste nettobetaler aan de EU. Wij betalen al die subsidies aan Zuid-Europa en nu gaat Zuid-Europa onze vissers de nek omdraaien. Dat gaan wij gewoon niet accepteren. Wij implementeren dat verbod niet. Als er een boete komt, betaalt Nederland die desnoods. We brengen die dan in mindering op alles wat wij toch al te veel betalen aan de EU." Dat moet u zeggen. Dan komt u op voor de vissers en niet daar maar heen gaan en zeggen: ik doe mijn best, ik doe mijn best. Als er geen dreigementen gepaard gaan met uw opstelling, zal er niets veranderen.
De voorzitter:
Graag via de voorzitter. Dus niet de minister met "u" aanspreken, maar via de voorzitter spreken.
De minister.
Minister Schouten:
Voorzitter. Wij hebben heel duidelijk aan Europa laten weten wat wij hiervan vinden. Daar is echt geen enkele onduidelijkheid over wat Nederland vindt van een eventueel pulsverbod. Ik heb aangegeven dat de vissers echt op onze steun kunnen rekenen. Dat geldt op elk moment. Dat geldt niet alleen nu, maar ook straks als er mogelijk een nieuwe situatie ontstaat. Wij hebben ook heel duidelijk gemaakt naar Europa dat dit niet bijdraagt aan een vertrouwen in Europa, dat hierdoor schade ontstaat. Wij kunnen begrijpen dat mensen het onbegrijpelijk vinden wat hier nu gaat gebeuren. Er is geen verschil van mening tussen wat mogelijk uw Kamer daarvan vindt of wat het kabinet daarvan vindt.
De voorzitter:
De heer Madlener namens de PVV.
De heer Madlener (PVV):
Voorzitter. Nederland maakt zichzelf compleet belachelijk. Ik heb al een jaar geleden diverse malen gewaarschuwd voor de Fransen. Als de Fransen iets willen in Europa gebeurt het. Dat heb ik tegen de minister gezegd. Ik heb gezegd: stuur Rutte, zet hoog in, ga inderdaad dossiers verbinden. Zeg: wij betalen geen cent meer als jullie hiermee doorgaan. De minister weigerde naar mij te luisteren. Ik heb daarom een motie ingediend in de Kamer. Ik heb gezegd: zet Rutte op dit dossier, maak dit chefsache want dat werkt in Europa. Niemand heeft me gesteund. Niemand van de regeringspartijen die hier nu staan te huilen voor de vissers, heeft mij toen gesteund. Zij laten de vissers keihard vallen en komen hier met mooie woorden. Het heeft geen zin het braafste jongetje in de klas te zijn in Brussel. Al die landen die zeggen dat wij dit niet mogen, hebben zelf maling aan de Europese regels.
De voorzitter:
En nu de vraag.
De heer Madlener (PVV):
Hoe kan de minister nou zeggen dat zij haar best heeft gedaan? Zit Rutte morgen bij de triloog in Brussel? Heeft hij zijn best gedaan?
De voorzitter:
De minister.
Minister Schouten:
Voorzitter. De triloog is sowieso niet met regeringsleiders, maar met de vertegenwoordigers van het Parlement, de Commissie en Raad van Ministers. Ik heb net aangegeven dat dit echt geen dossier is ... Ik heb best wel wat lastige dossiers liggen, maar ik weet één ding, namelijk dat wij ongelofelijk veel inzet hebben gepleegd op dit dossier. Dat mogen de vissers ook van mij verwachten. Laat ik daar duidelijk over zijn. Dat zal ik ook blijven doen. Dus er zit geen enkel licht tussen wat de Kamer vraagt en de inzet van het kabinet. Ik heb net al aangegeven dat dit niet alleen voor mij geldt, maar dat dit ook breder wordt gedeeld in het kabinet.
De voorzitter:
Tweede vraag, meneer Madlener.
De heer Madlener (PVV):
Voorzitter. Ik zal het nogmaals zeggen: zo werkt Brussel niet. Je moet hoog inzetten, je moet met je vuist op tafel slaan. Je moet de premier hierop inzetten. Dat wist de minister. Met mooie woorden bereik je niets! De minister-president is totaal niet in actie gekomen. Hij heeft niets gedaan en Nederland zit braaf af te wachten wat Europa gaat besluiten. Al die landen doen dat niet. Denk u dat de Fransen zo braaf zijn om op ons te gaan zitten wachten? Nee, die regelen het zelf. U had met de vuist op tafel moeten slaan en de regeringspartijen hadden mijn motie moeten steunen om dit hoog in te zetten. Dat is niet gebeurd en daarmee laat de regering de vissers keihard vallen.
(Applaus van de tribune)
De voorzitter:
Dit is de tweede keer. Ik begrijp heel goed dat dit onderwerp jullie direct raakt, maar het is echt niet de bedoeling om te applaudisseren of op een andere manier jullie goed- of afkeuring te laten blijken.
Dan ga ik naar de heer De Groot namens D66.
De heer De Groot (D66):
Voorzitter. Dit is een bizar dossier met een bizarre wending: een mooi middel dat de boomkor vervangt, wordt nu opeens verboden. Ik geloof dat de minister er veel aan heeft gedaan, maar ik krijg in de beantwoording van de minister niet goed de vinger achter wat er nu precies is gebeurd. Wij willen hierover volgende week een debat inplannen. De VVD zal dit aanvragen en wij zullen dit steunen. D66 zou graag gewoon een feitenrelaas willen. Hoe heeft Frans Timmermans zich ingezet? Hoe heeft de premier zich ingezet? Welke activiteiten zijn er ondernomen om dit te redden? En daarbij ook nog de vraag: zijn we, de vorige kabinetten, in het verleden niet te creatief omgegaan met Brussel? Want het is wel heel makkelijk om hier Europa de schuld te geven, terwijl we zelf misschien ook een klein splintertje in ons oog hebben.
Minister Schouten:
Om op dat laatste punt in te gaan, want dat hoor ik vaker: de Europese Commissie weet en wist exact hoeveel vergunningen wij hebben uitgegeven. Dat hebben wij gewoon doorgegeven. Dat was niet iets wat wij in het geheim deden. Tegelijkertijd heeft de Kamer zelf steeds de oproep gedaan om naar mogelijkheden te kijken om puls breder in te zetten, omdat het een techniek is waarin het beste van twee werelden bij elkaar komt, zoals ik net aangaf. Denk aan de duurzaamheidskant, maar ook aan een economische toekomst voor onze vissers. Dit is dus iets waar zowel een groot deel van de Kamer — niet iedereen, moet ik toegeven — als het kabinet voor is gegaan, juist in het belang van die vissers, omdat we erin geloven. Ik hoor de heer De Groot ook zeggen dat hij nog steeds in die techniek gelooft. Hij vraagt om een feitenrelaas. Wij kunnen wel feitenrelazen geven, maar ik wil ook wel aangeven dat er niet altijd gesprekken vóór de bühne worden gevoerd, om te zorgen dat je er nog enig effect van hebt. Ik wil zo veel mogelijk informatie aan de Kamer geven. Dat is geen enkel probleem, maar dus met deze beperking erbij.
Mevrouw Van Brenk (50PLUS):
50PLUS is op Urk geweest, heeft met burgemeester en vissers gesproken en heeft gehoord hoeveel gezinnen dit raakt. De minister praat over hoge golven overwinnen, over schouder aan schouder, maar daar eten die vissers geen brood van. Gaat de overheid deze vissers compenseren voor de geleden schade?
Minister Schouten:
Ik heb net aangegeven welke sporen we bewandelen. Mocht er een verbod komen ... Nogmaals, ik kan er niet op vooruitlopen, al wil ik er ook wel realistisch in zijn. Aan de ene kant zetten we in op een zo lang mogelijke overgangsperiode voor de vissers. Dan kunnen we die tijd ook gebruiken om innovaties te realiseren, waardoor zij die toekomst weer aankunnen. Daar stelt het kabinet ook geld voor beschikbaar. Ik heb net aangegeven dat ik er in de brief die ik begin volgende week aan de Kamer zal sturen, meer helderheid over zal geven.
De heer Wassenberg (PvdD):
Ik verbaas me toch een beetje over de woorden die nu gebruikt worden. De heer De Groot zegt dat het om een bizarre wending gaat. De minister zegt dat het niet haar idee was om de pulsvisserij te verbieden. maar zij wist dat Europa hier niet — laat ik het zacht zeggen — enthousiast over was en dat pulsvisserij verboden was. De Nederlandse kabinetten hebben toch tientallen vissers uitgerust met onderzoeksvergunningen. De minister wist dus dat dit eraan zat te komen. Erkent de minister dat de regering de vissers gewoon heeft laten vallen, door ze uit te rusten met vergunningen die eigenlijk niet deugden? Want het waren geen onderzoeksschepen, het ging gewoon om commerciële visserij.
Minister Schouten:
Die vergunningen zijn met wetenschap van de Europese Commissie afgegeven. Er vindt onderzoek plaats. Ik heb net ook gerefereerd aan een onderzoek dat we hebben opgeleverd waarin het belang van de duurzaamheid en de duurzame innovatie benadrukt worden en waarin staat dat puls dat ook is. Dat heeft ICES geconcludeerd. Er vindt dus wel degelijk onderzoek plaats. Ik moet toegeven dat de Partij voor de Dieren altijd tegen puls is geweest, maar het kabinet en een groot deel van de Kamer zien hier nog steeds de voordelen van in. Dat snap ik heel goed, want dit is een heel innovatieve methode van vissen. De heer Wassenberg zegt dat het kabinet had kunnen weten dat deze vergunningen teruggetrokken zouden worden. Een goed jaar geleden heeft het Europees Parlement hiervoor gestemd, maar daarvoor had de Commissie niet aangegeven dat het illegaal was of dat het niet mocht. Daar was geen sprake van.
De voorzitter:
Tweede vraag. De heer Wassenberg.
De heer Wassenberg (PvdD):
Laat ik dan toch nog even focussen op dat vermeende onderzoek. Ik heb onlangs een rapport gelezen uit 2005, veertien jaar geleden. Dat ging ook al over het onderzoek naar pulskor. Er werd gezegd: sommige kabeljauwen breken hun rug door die pulskor, maar we weten nog niet precies hoe vaak dit voorkomt. In 2019 zijn die vragen nog steeds niet beantwoord. Veertien jaar onderzoek met tientallen schepen: ik betoog dat dit vooral commerciële visserij is. Dat onderzoek stelt niet zo veel voor, want de onderzoeksvragen van veertien, vijftien jaar geleden liggen nog steeds voor. Kan de minister daarop reageren?
Minister Schouten:
Dat onderzoek vindt plaats en dat vindt nu nog steeds plaats, omdat we daar meer inzicht in willen krijgen. Dat was de voorwaarde voor de vergunningen en daar voldoen wij aan.
De heer Weverling (VVD):
Volgens mij moeten we met elkaar erkennen dat juist de pulskorvisserij goed is voor de vissen. Volgens mij zou ook de Partij voor de Dieren daar dus heel enthousiast over moeten worden. Ik steun het verzoek om een feitenrelaas, dat de heer De Groot van D66 heeft gedaan, en ik wil graag dat we dat zo snel mogelijk krijgen, vóór het debat dat we wat mij betreft volgende week gaan voeren. Het is van belang om te leren van de fouten die gemaakt zijn. Misschien moet ik niet "fouten" maar "verkeerde interpretaties" zeggen. Het is allemaal wetenschappelijk onderbouwd, we hebben goede, rechtmatige vergunningen, maar toch keert Europa zich tegen ons. We zijn nou eenmaal een innovatief land, dus hier moeten we van kunnen leren om het in de toekomst beter te doen. Kunt u in dat feitenrelaas goed opnemen wat wanneer is gedaan, zodat we voor het debat weten wat de lessons learned zijn en we daarover met elkaar in gesprek kunnen gaan?
Minister Schouten:
Ik heb net gezegd dat ik bereid ben om een vorm van een feitenrelaas naar de Kamer te sturen, met de beperking die ik net heb aangegeven. Volgens mij heb ik dat dus al toegezegd.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-52-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.