4 Nationaal Programma Groningen

Aan de orde is het VAO Nationaal Programma Groningen (AO d.d. 22/11).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Nationaal Programma Groningen. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom en geef mevrouw Beckerman namens de SP-fractie als eerste spreker het woord.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter, dank u wel. Toekomst voor Groningen: dat klinkt geweldig. Heel veel mensen zien nu weinig toekomst. Deze week vielen er brieven op de mat waarin stond dat hun woning op magische wijze misschien weer veilig is. Daar wil ik als eerste een motie over indienen. Na de ramp die door de Staat is aangericht met de schadeafhandeling mag er geen nieuwe ramp ontstaan door de versterking.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gedupeerden in Groningen met versterkingsadvies nu horen dat hun woning veilig is;

voorts constaterende dat het HRA-model niet functioneel is om individuele panden (on)veilig te verklaren;

overwegende dat veel Groningers nog steeds niet weten waar ze aan toe zijn;

verzoekt de regering te regelen dat:

  • -iedereen recht heeft op inspectie op korte termijn;

  • -iedereen met een versterkingsadvies of opname recht heeft op aanpak van de woning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Akerboom en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 537 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Er is door de Staat bijna 300 miljard verdiend aan het Groninger gas. Er komt nu een toekomstfonds van 1,15 miljard. Wij hebben al vaker uitgesproken dat we dat niet in verhouding vinden en dat er veel meer nodig is. Gelukkig werd in de Kamer, na een interruptie, aangegeven dat dit een startbedrag is. Dat wil ik graag omzetten in een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er bijna 300 miljard uit de Groninger bodem is gehaald;

voorts overwegende dat Nederland in ruime mate heeft geprofiteerd van deze rijkdom;

constaterende dat Groningen nog steeds meer oplevert dan kost;

tevens constaterende dat ook de VVD 1,15 miljard een mooi bedrag vindt om mee te beginnen voor het toekomstperspectief;

verzoekt de regering uit te spreken dat er meer geld zal volgen voor het toekomstperspectief van Groningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Akerboom en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 538 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

En dan ga ik in 23 seconden mijn laatste motie voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het programmaonderdeel uit het Nationaal Programma Groningen "Groningse kracht en trots" vooral bij gaat dragen aan de leefbaarheid van de provincie;

voorts overwegende dat dit voornamelijk georganiseerd gaat worden door gemeenten;

constaterende dat er in het programma wordt gerefereerd aan cofinanciering;

van mening dat er onmogelijk extra geld vanuit provincie en gemeenten naar het Nationaal Programma Groningen kan;

verzoekt de regering te regelen dat provincie en gemeenten niet verplicht worden tot cofinanciering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Akerboom en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 539 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Kops namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Dank u wel, voorzitter. De PVV heeft één motie die voor zich spreekt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Nationaal Programma Groningen vol staat met duurzaamheidswaanzin en klimaathysterie, waar geen enkele gedupeerde Groninger mee geholpen is;

overwegende dat het aardbevingendrama plaats dreigt te maken voor het windmolendrama;

verzoekt de regering alle duurzaamheids- en klimaatprojecten uit het Nationaal Programma Groningen te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 540 (33529).

De heer Kops (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kops. Dan ga ik naar de heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Het is heel goed dat er nu eindelijk een start wordt gemaakt met het toekomstperspectief voor de regio. Daar hebben we uitvoerig over gesproken. Ik heb op één punt wat zorgen geuit, daar hebben we het over gehad. De complexiteit van drie aparte regelingen rond schade, versterken en toekomst is groot. Het is echt ingewikkeld. Juist voor burgers en hun zelforganisaties is het van belang om te zien wat voor rol ze hebben in termen van directe zeggenschap of medezeggenschap. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de institutionele governance van de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie én het Nationaal Programma Groningen afzonderlijk en op verschillende wijze wordt vormgegeven;

overwegende dat het juist voor burgers en hun maatschappelijke zelforganisaties van wezenlijk belang is dat duidelijk is hoe en waarop zij directe zeggenschap dan wel medezeggenschap krijgen als het gaat om beleidsvorming en -uitvoering bij deze drie operaties;

overwegende dat de regering heeft toegezegd om in het voorjaar van 2019 de governance van de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en het toekomstperspectief te voltooien;

verzoekt de regering daarbij tevens helder te maken hoe de verbindingslijnen qua governance lopen tussen de drie operaties;

verzoekt de regering tevens na voltooiing van de governance in één, ook digitaal, toegankelijk overzicht op te nemen hoe de directe zeggenschap dan wel medezeggenschap van burgers en hun maatschappelijke zelforganisaties geborgd worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 541 (33529).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan ga ik nu naar mevrouw Agnes Mulder namens het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Naast de verlaging van de gaswinning, de onafhankelijke schadeafhandeling en de versterking is er het Nationaal Programma Groningen. Daarover hebben we gedebatteerd. Dit plan is met de regio opgesteld voor de toekomst van Groningen. Het CDA vindt het belangrijk dat daar nu voortvarend mee aan de slag wordt gegaan en dat de eerste resultaten snel zichtbaar worden geboekt. Ik verzoek de minister hierin zijn verantwoordelijkheid te nemen door constructief te zijn in de gesprekken met de regio, de regio aan te moedigen en indien nodig een uitweg te helpen vinden als overleggen vastlopen.

Voorzitter. Op dit moment blijft het grootste knelpunt natuurlijk de versterkingsopgave en de afhandeling van de bestaande schades. We hebben een debat daarover in de planning staan en verwachten van de minister dat hij er alles aan doet om dat goed op de rit te gaan krijgen. Dan doel ik bijvoorbeeld op de berichtgeving deze week bij RTV Noord dat er mogelijk een uittocht van specialisten dreigt. Kan de minister die zorg wegnemen? We bouwen aan nieuwe organisaties. Die moeten maximaal hun best kunnen doen voor de Groningers, zodat hun problemen worden opgelost. Maar het moet niet zo zijn dat bestaande organisaties zoals het CVW vroegtijdig worden afgebroken terwijl die nieuwe organisatie nog niet staat. Ik vind dat een grote zorg. Als dat wel dreigt bij nota bene het CVW, het Centrum Veilig Wonen, dat een behoorlijke winst heeft gemaakt, dan kan het toch niet zo zijn dat zij die winst niet een klein beetje inzetten om in ieder geval te voorkomen dat mensen vroegtijdig weggaan en dat de Groningers daar de dupe van zijn? Zou de minister daarop kunnen reageren? Dat vinden wij heel erg belangrijk.

Tot slot. We zijn dankbaar voor de toezegging dat de minister het gesprek aangaat met de provincie Drenthe. We zien dat de gevolgen van het eerder sluiten van de gaswinning in Groningen groot zijn, met name voor de werkgelegenheid in Drenthe. Daar gaan heel veel banen mee verloren: 7.000. Omdat de werkgelegenheid in Drenthe toch al kwetsbaar is, waarderen wij het van de minister dat hij daadwerkelijk met de provincie Drenthe in gesprek gaat over hoe dat probleem kan worden opgelost en de Drentse economie er goed bij zal blijven staan voor de toekomst.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Agnes Mulder. Dan geef ik het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik heb twee moties die ik graag zou willen indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gelden voor het Nationaal Programma Groningen (NPG) zijn bedoeld voor projecten die de provincie toekomstperspectief bieden;

overwegende dat uit het plan van aanpak voor de versterkingsoperatie blijkt dat er op verschillende plaatsen clusters van huizen dienen te worden versterkt;

overwegende dat dit er niet toe mag leiden dat de versterking van clusters van huizen gefinancierd wordt uit het onderdeel stads- en dorpsvernieuwing in het NPG;

roept de regering op ervoor te zorgen dat er geen middelen vanuit het NPG worden ingezet voor schadeherstel en/of versterking, en alle bijkomende kosten, bijvoorbeeld om de versterking optimaal in te passen in het gebied, alleen te financieren vanuit de daarvoor bestemde versterkingsmiddelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Agnes Mulder en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 542 (33529).

De heer Sienot (D66):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de ontwikkeling van windenergie op zee uit oogpunt van duurzame energieproductie en het behalen van klimaatdoelstellingen van nationaal belang is;

constaterende dat het aandeel duurzame energieopwekking in Nederland achterblijft op de afgesproken doelstellingen;

overwegende dat na het historische besluit om de gaskraan in Groningen dicht te draaien het kabinet de regio Groningen een toekomstperspectief wil bieden en er grote kansen zijn voor duurzame energieopwekking ten behoeve van de groene waterstofeconomie;

overwegende dat de regering met de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC, Eurocontrol) werkt aan een integrale en algehele herziening van het Nederlandse luchtruim;

verzoekt de regering om te onderzoeken of een deel van het militaire vlieggebied EHD 42, direct ten zuiden van het windpark "ten noorden van de Waddeneilanden" gebruikt kan worden voor windmolenparken op zee;

verzoekt de regering tevens de Tweede Kamer hierover vóór aanvang van het krokusreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Agnes Mulder en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 543 (33529).

Mevrouw Beckerman, een korte vraag.

Mevrouw Beckerman (SP):

Een korte vraag over de eerste motie van de heer Sienot. Uiteraard zou ik die motie graag willen steunen, want uiteindelijk zullen NAM, Shell en ExxonMobil een eerlijker deel moeten betalen. Maar op dit moment zit er in het programma geld voor de versterking van bijvoorbeeld Overschild en de wijk Opwierde. Wil de heer Sienot dat schrappen? Ik wil dat die mensen niet aandoen. Graag dus even wat duidelijkheid over die motie.

De heer Sienot (D66):

Het is heel begrijpelijk dat mevrouw Beckerman die zorg meteen wil wegnemen. Uiteraard gaan wij niets schrappen, maar wij willen wel vooruitkijken en de gelden benutten waarvoor zij bestemd zijn. Er zijn versterkingsgelden; die moeten wij gebruiken voor de versterkingsoperatie. En er is een andere pot, bedoeld om weer perspectief te bieden aan Groningen; die pot moeten wij daarvoor reserveren. Het is goed om voortgaand die knip scherp te houden, zodat wij voor beide doelen voldoende financiering hebben.

De voorzitter:

Tot slot. Een korte vraag.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat is heel prettig, want bijvoorbeeld de versterking van Opwierde is al acht keer uitonderhandeld. Dat moet echt geen negende keer gebeuren, want dat is nog steeds zeer pijnlijk voor heel veel bewoners. Een korte vervolgvraag. Ik wil het liefst dat alle dorpen en wijken zelf hun plan mogen maken en zelf de regie mogen hebben. Daar is dan vaak wel extra geld voor nodig. Kan dat wat de heer Sienot betreft wel betaald blijven worden uit deze pot, bijvoorbeeld wanneer mensen ook iets willen voor een buurthuis, de leefbaarheid of de zorg?

De heer Sienot (D66):

Ik begrijp de vraag wel, maar mijn reactie is dat wij moeten proberen om het zo goed en scherp mogelijk te houden. Als je ziet dat er clusters van woningen zijn die je in één keer wilt aanpakken, dan gaat het er allereerst om dat die verschillende huizen, bijvoorbeeld een hele straat of diverse woonblokken, in één keer worden aangepakt. De afspraken die daarover gemaakt zijn, bijvoorbeeld met Appingedam, blijven staan. Voor nieuwe situaties gaat het erom dat je die clustering van woningen op de goede manier uit de goede pot financiert. Als daar aanvullend mooie ideeën bij zijn die echt heel duidelijk met dat andere doel te maken hebben, dan moet je dat per situatie bekijken. Dan zou je kunnen zeggen dat wij dat uit dat andere potje moeten halen. Maar het begint ermee dat versterking en zaken die nodig zijn voor de versterkingsoperatie, uit het versterkingsbudget komen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb toch een vraag hierover. Naar mijn smaak heeft de minister in het algemeen overleg luid en duidelijk gezegd dat dit gescheiden budgettaire lijnen zijn. Mijn zorg bij deze motie is dat we ook niet het omgekeerde moeten willen doen. We moeten niet nu gaan zeggen: het moet zo strikt zijn dat dat in de praktijk, als je de synergie wilt bevorderen qua projecten en geldstromen bij elkaar wilt leggen, een obstakel wordt. Wat is nou de toegevoegde waarde van deze motie ten opzichte van wat de minister al gezegd heeft?

De heer Sienot (D66):

De toegevoegde waarde is dat het duidelijkheid geeft voor alle mensen die druk bezig zijn met de versterkingsoperatie. Ik krijg uit het gebied serieuze signalen dat men, nu het plan van aanpak bekend is waaruit blijkt dat er ook clusters van huizen moeten worden aangepakt, het belangrijk vindt dat we dat op een goede manier uit de juiste potten financieren. We mogen daarover geen onduidelijkheid krijgen. De waarde van deze motie is: voortgaande helderheid.

De voorzitter:

Tot slot.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Inderdaad, afrondend. Maar mag ik dan aan de heer Sienot vragen dat hij als eerste hier staat op het moment dat we signalen krijgen dat het effect is dat iedereen op zijn eigen geldpotje gaat zitten en dat er onvoldoende wordt samengewerkt?

De heer Sienot (D66):

Volgens mij is het juist alleen maar goed als er veel budget voor Groningen, bestemd voor de verschillende doelen, op de juiste manier wordt aangewend en dat daarover geen enkele onduidelijkheid bestaat, zodat niemand op zijn potje hoeft te zitten, want je hoeft niet bang te zijn dat eruit wordt geplukt.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk of de minister .. O, mevrouw Akerboom, goeiemorgen. Het woord is aan mevrouw Akerboom namens de Partij voor de Dieren. Excuses.

Mevrouw Akerboom (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb vandaag twee moties. Het recente nieuws uit Loppersum onderstreept weer het belang van de eerste motie, want de afgelopen dagen werden er brieven van de gemeente en de Nationaal Coördinator Groningen verspreid over de versterkingsaanpak van woningen. Maar door tegenstrijdigheid met eerdere berichtgeving zorgde dit helaas weer voor veel onduidelijkheid bij bewoners. Daarvoor heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er met het Nationaal Programma Groningen mooie plannen liggen voor de lange termijn;

overwegende dat vele Groningers al jaren wachten op zekerheid over de veiligheid en versterking van hun woning en dit prioriteit heeft;

verzoekt de regering om te allen tijde prioriteit te blijven geven aan het inspecteren en versterken van woningen en een einde te maken aan de onzekerheid van vele Groningers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Akerboom en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 544 (33529).

Mevrouw Akerboom (PvdD):

De volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Groningen de energieprovincie van Nederland blijft;

constaterende dat het Nationaal Programma Groningen grote kansen biedt om de volgende stap te zetten in de transitie van een oude, op fossiele energie gestoelde economie naar een nieuwe economie die groen, circulair en slim is;

verzoekt de regering om vanuit dit programma geen schijnduurzame energiebronnen zoals mestvergisting en houtstook te subsidiëren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Akerboom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 545 (33529).

De laatste moties worden gekopieerd en rondgedeeld. U krijgt die. Kunt u alvast beginnen met wat u heeft? Ja? Als u behoefte heeft aan een korte schorsing doen we dat ook. Dan kijk ik even naar de minister. Het woord is aan de minister, die heel enthousiast klinkt.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Wat mevrouw Mulder zei houdt het midden tussen een vraag en een opmerking. Daar wilde ik op ingaan, en daarna kom ik toe aan de moties.

Mevrouw Mulder suggereert dat er een soort leegloop zou zijn bij de organisaties, maar er is ook een instroom. Er komen uiteindelijk op dit moment meer mensen binnen. Er wordt geworven en ook is in de financieringsovereenkomst met de NAM afgesproken dat het CVW voldoende toegerust zal zijn om de taken uit te voeren. Er komt nu een heel belangrijke fase aan en wij moeten zorgen dat die organisaties daartegen opgewassen zijn. Die zitten in een groot veranderingsproces, dus dat vraagt ook aandacht. Maar aan de capaciteit mag het niet liggen. Ik beaam dus dat dit de aandacht moet hebben en al heeft.

Mevrouw Mulder memoreert verder mijn inspanningen in de richting van Drenthe. Ook Drenthe zelf doet trouwens grote inspanningen. Daarom moeten we de handen ineen slaan. Dat beaam ik graag.

De motie op stuk nr. 537 suggereert dat ieder huis dat een opname heeft gehad, ook meteen versterkt moet worden. Uit sommige opnames blijkt echter dat het huis niet versterkt hoeft te worden. Met punt b kan ik dus niet goed leven. En wat betreft het gestelde onder punt a, namelijk dat iedereen recht heeft op inspectie op korte termijn, merk ik op dat er geen inspecties meer zijn, maar opnames. In het plan van aanpak staan daarover andere teksten. Het is ook nog niet helemaal uitgekristalliseerd, dus ik kan daar nu nog niet doorheen gaan fietsen. Daarom moet ik de motie op dit moment ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 538. Ik ga geen toezeggingen doen namens volgende kabinetten, dus die motie moet ik ontraden.

Van de motie op stuk nr. 539 vind ik de formulering jammer, want in het algemeen is er sprake van een cofinanciering. Dat is niet alleen de wens en het zijn niet alleen de regels van het Rijk, maar het zijn ook de wensen van de gemeenten, behalve waar het gaat om de programmalijn Groningse kracht en trots. Het staat in de overwegingen, maar niet in het dictum. Als de verplichting tot cofinanciering zou worden weggenomen voor dat programmaonderdeel, is het zozeer in lijn met mijn betoog en met de logica, dat ik het oordeel over de motie aan de Kamer zou kunnen laten. Maar met deze formulering kan ik dat niet. Ik kijk dus even naar de indienster of zij die verfijning wellicht kan aanbrengen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik zal het dictum als volgt aanpassen: verzoekt de regering te regelen dat provincie en gemeenten niet verplicht worden tot cofinanciering in de programmalijn "Groningse kracht en trots".

De voorzitter:

De motie-Beckerman c.s. (33529, nr. 539) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het programmaonderdeel uit het Nationaal Programma Groningen "Groningse kracht en trots" vooral bij gaat dragen aan de leefbaarheid van de provincie;

voorts overwegende dat dit voornamelijk georganiseerd gaat worden door gemeenten;

constaterende dat er in het programma wordt gerefereerd aan cofinanciering;

van mening dat er onmogelijk extra geld vanuit provincie en gemeenten naar het Nationaal Programma Groningen kan;

verzoekt de regering te regelen dat provincie en gemeenten niet verplicht worden tot cofinanciering in de programmalijn "Groningse kracht en trots",

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 546, was nr. 539 (33529).

Minister Wiebes:

In die gewijzigde vorm laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 540 moet ik helaas ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 541. Dat lijkt me een verstandige verwoording van wat we in het debat hebben gewisseld. Wat mij betreft: oordeel Kamer.

In de motie op stuk nr. 542 wil de heer Sienot, in zijn woorden, de knip scherp houden. Mogelijk bedoelt hij daarmee vooral dat versterking niet hoeft te leunen op toekomstgeld. Dat wil ik bij dezen graag bevestigen.

De voorzitter:

En het oordeel is?

Minister Wiebes:

Sorry, oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 543 over EHD 42 — wie kent het niet; ik denk dat we daar in onze jeugd allemaal wel hebben gespeeld — oordeel Kamer. In deze formulering is daar niets op tegen.

Dan de motie op stuk nr. 544, waarin wordt verzocht om te allen tijde prioriteit te blijven geven aan het inspecteren en versterken van woningen. Te allen tijde klinkt voor eeuwig. We hopen dat nu juist niet. Maar als "te allen tijde" mag worden "voor de looptijd" en als we "inspecteren" mogen vervangen door "opnemen", zoals dat heet in het gezamenlijke plan van aanpak, dan denk ik dat de motie de instemming van de Kamer goed kan verdragen.

Dan de motie op stuk nr. 545. Die onderschrijf ik niet. We moeten in Groningen geen andere normen gaan aanleggen dan in de rest van Nederland. Die motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik zie dat voor het volgende VAO dezelfde woordvoerders aanwezig zijn.

Naar boven