3 Leefomgeving

Aan de orde is het VAO Leefomgeving (AO d.d. 18/10).

De voorzitter:

Een VAO, dat betekent een verslag van een algemeen overleg. Het debat heeft dus al plaatsgevonden in de commissie. Het zal hier voor een groot deel beperkt blijven tot moties.

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom.

Ik geef als eerste het woord aan de heer Laçin van de fractie van de SP.

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Dank. Wij hebben een goed AO gehad. Wij hebben veel gewisseld. Ik heb een aantal moties en die zal ik nu snel inbrengen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek is gebleken dat mensen in Nederland slecht zijn beschermd tegen uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide;

constaterende dat hierdoor jaarlijks 12.000 mensen vroegtijdig overlijden en tienduizenden mensen chronisch ziek worden;

overwegende dat het kabinet bezig is met het opstellen van het Schone Lucht Akkoord;

verzoekt de regering om afrekenbare en bindende normen voor fijnstof gebaseerd op de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie en voor stikstofdioxide met minimaal hetzelfde beschermingsniveau op te nemen in het Schone Lucht Akkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 312 (30175).

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Wij hebben gisteravond een brief ontvangen waarin staat dat het gebruik van vervuild slib en vervuilde grond aan banden gaat worden gelegd en dat dit alleen nog maar sporadisch kan. Daar zijn wij ontzettend blij mee. Wij hebben daar ook om gevraagd net als om de evaluatie van het Besluit bodemkwaliteit. Ik heb toch een motie op dat punt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet bezig is met een evaluatie op het Besluit bodemkwaliteit;

constaterende dat er lokaal nog altijd projecten met inzet van vervuild slib en grond worden gestart;

overwegende dat het wenselijk is dat er wordt gewacht op de uitkomsten van de evaluatie Besluit bodemkwaliteit voordat deze projecten worden uitgevoerd;

verzoekt de regering om een oproep te doen aan gemeenten waaronder Winterswijk om niet over te gaan tot het verondiepen totdat de evaluatie Besluit bodemkwaliteit is afgerond en de uitkomsten van deze evaluatie mee te nemen in projecten waar verondiepen onderdeel van is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 313 (30175).

De heer Laçin (SP):

Tot slot, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het bedrijf TUF in Dongen de afspraken in de vergunning niet is nagekomen en deze heeft overtreden;

constaterende dat de bodem onder het terrein van TUF op verschillende plekken verontreinigd is;

constaterende dat aan het saneren van de bodem in de toekomst en opruimwerkzaamheden na de brand op het terrein op 11 oktober 2018 kosten zijn verbonden;

overwegende dat deze kosten voorkomen hadden kunnen worden als TUF zich aan de vergunning had gehouden;

verzoekt de regering om de kosten, die zijn gemaakt of zullen worden gemaakt in de toekomst door nalatigheid en het overtreden van de afspraken in de vergunning, volledig te verhalen bij TUF en niet op het bordje van de belastingbetaler te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 314 (30175).

Dank u wel.

Ik geef het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb vier moties. Ze gaan allemaal over recycling. Ik sluit wat dat betreft een beetje aan bij de laatste motie van de heer Laçin. Overigens zal mevrouw Teunissen de komende drie maanden dit dossier van mij overnemen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat rubberkorrels versnipperde autobanden zijn waar de zware metalen en zeer zorgwekkende stoffen níét uit verwijderd zijn;

constaterende dat het sinds 2006 binnen de EU verboden is om versnipperde autobanden te storten op vuilstortplaatsen, maar dat het in Nederland wel is toegestaan om deze uit te strooien over kunstgrasvelden;

verzoekt de regering om het uitstrooien van rubberkorrels over kunstgrasvelden te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 315 (30175).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat rubberkorrels zeer zorgwekkende stoffen en zware metalen bevatten;

constaterende dat deze korrels uitlekken in de bodem en in sloten wanneer deze worden uitgestrooid over kunstgras;

constaterende dat het RIVM reeds in 2007 adviseerde een verkoopstop van losse rubberkorrels in te voeren vanwege de milieurisico's;

verzoekt de regering om een verkoopstop in te voeren voor losse rubberkorrels,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 316 (30175).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat recyclebedrijven veel geld van gemeenten krijgen voor recycling van kunstgrasvelden, maar vervolgens de matten vooral opstapelen en niet recyclen;

overwegende het risico dat zware metalen en andere schadelijke stoffen daardoor in de bodem lekken;

verzoekt de regering een bewijsnorm in te stellen, waarbij pas wordt betaald voor recycling wanneer het bewijs daarvan is geleverd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 317 (30175).

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kunstgrasrecyclebedrijven stelselmatig de grenzen van milieuwetgeving opzoeken en overtreden en dat lokale overheden hier onvoldoende op hebben gecontroleerd en gehandhaafd;

overwegende dat dit opnieuw aantoont dat lokale overheden onvoldoende zijn opgewassen tegen bedrijven die het niet zo nauw nemen met milieuwetgeving;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het Rijk de regie over de aanpak van milieucriminaliteit weer kan nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 318 (30175).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kröger van de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Goedemorgen, voorzitter. Het is het begin van een lange dag in de plenaire zaal voor de commissie voor I&W. Ik begin met twee moties bij dit VAO over de leefomgeving. De eerste gaat over de kunstgrasmatten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in een circulaire economie producenten verantwoording nemen voor de gehele levenscyclus van hun product;

overwegende dat in een kleine markt met korte ketens en weinig spelers dit relatief makkelijk is te realiseren;

constaterende dat overheden en door overheden gesubsidieerde verenigingen de voornaamste afnemers van kunstgrasvelden zijn;

constaterende dat er nu veel misgaat met de verwerking van kunstgrasvelden;

verzoekt de regering om met gemeenten en de sector gezamenlijk te onderzoeken hoe voor kunstgrasvelden een ketenverantwoordelijkheid georganiseerd kan worden, waarbij de producent van het kunstgrasveld op het einde van de levensduur ervan zorg draagt voor verwijdering, verwerking en recycling in het eigen of een ander hiervoor gecertificeerd bedrijf,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Westerveld. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 319 (30175).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan de volgende motie, over een apk voor sjoemeldiesels.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat goede luchtkwaliteit van groot belang is voor onze gezondheid;

overwegende dat diverse autofabrikanten gesjoemeld hebben met emissietests en dat deze auto's veel meer luchtvervuilende stoffen uitstoten dan toegestaan;

overwegende dat dit in veel gevallen verbeterd kan worden met een eenvoudige update van de software;

overwegende dat de apk voorschrijft dat alle onderdelen voor de behandeling van uitlaatgassen goed moeten functioneren;

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat vele tienduizenden auto's nog steeds geen software-update hebben gehad, deels omdat nieuwe auto's pas na drie jaar voor het eerst gekeurd moeten worden;

constaterende dat regelmatig nieuwe sjoemelsoftware wordt ontdekt, ook bij niet eerder betrapte merken en modellen;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat alle eigenaren van auto's waarvoor een software-update beschikbaar is, maar nog niet doorgevoerd, hierover actief worden geïnformeerd en dat deze auto's uiterlijk bij de volgende apk verplicht een software-update krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Van Eijs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 320 (30175).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Aalst van de fractie van de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Inderdaad een lange dag vandaag voor de commissie voor I&W. Slechts één motie bij dit onderdeel. De motie heeft betrekking op de vreselijke milieuzones.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten zelf mogen kiezen of ze een milieuzone invoeren, en zo ja, de keuze hebben uit twee verschillende;

overwegende dat milieuzones niet of negatief bijdragen aan de luchtkwaliteit, vanwege extra omrijden en filevorming;

overwegende dat de Nederlandse automobilist gebaat is bij een harmonisatie van de verkeersregels;

verzoekt de regering om een landelijk verbod op milieuzones in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 321 (30175).

Ten slotte geef ik het woord aan mevrouw Van Eijs van de fractie van D66.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. Er kwamen al meerdere moties over kunstgrasvelden voorbij. Ik zou daar deze graag aan willen toevoegen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er meer dan 2.500 kunstgrasvelden in Nederland liggen die op termijn gerenoveerd moeten worden of vervangen;

constaterende dat recycling van kunstgrasmatten met rubbergranulaat moeizaam verloopt en leidt tot illegale handelingen in de recycling- en afvalverwerkingsbranche;

overwegende dat er duurzamere alternatieven zijn dan kunstgrasmatten met rubbergranulaat;

overwegende dat het kabinet streeft naar een duurzamere toekomst en een circulaire economie;

verzoekt de regering om gemeenten en sportclubs te stimuleren om te kiezen voor duurzame en circulaire aanbesteding bij renovatie, vervangen of aanleggen van kunstgrasvelden met rubbergranulaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Eijs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 322 (30175).

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de indiening en de eerste termijn van de Kamer. Ik schors de vergadering voor vijf minuten. Daarna zal de staatssecretaris overgaan tot de beantwoording.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef als eerste het woord aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Van Veldhoven.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Ik ga snel in op de moties. De motie op stuk nr. 312 van de heer Laçin vraagt om afrekenbare doelen in het SLA. Ik heb de Kamer al eerder laten weten dat gezondheid in dat Schone Lucht Akkoord centraal komt te staan. Het gaat om een permanente verbetering van de luchtkwaliteit. Ik werk ook aan een gezondheidsindicator. Ik ben in overleg met decentrale overheden. Ik maak er afspraken over. Dat SLA komt voor de zomer naar uw Kamer. Deze motie loopt daar op vooruit. Ik vraag de heer Laçin dus om haar aan te houden. Anders moet ik de motie ontraden. Want die gaat heel specifiek op een aantal punten in die ik nu nog aan het onderzoeken ben.

De heer Laçin (SP):

Juist omdat dat Schone Lucht Akkoord nu in wording is, vind ik het belangrijk dat we nu al samen afspreken dat we daar bindende en afrekenbare normen in vaststellen, en niet alleen maar een richting of een streven aangeven zodat we achteraf niet weten waar we alles op gaan afrekenen. Is de staatssecretaris het met mij eens dat de doelen die daarin komen te staan, ook afrekenbaar moeten zijn?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De reden waarom het SLA pas voor de zomer komt, is omdat ik de conclusies van de Rekenkamer over de effectiviteit van het beleid en dergelijke heel serieus wil meenemen in het beleid voor de toekomst. Dat betekent dat ik juist heel scherp kijk naar wat we doen en hoe we de effecten ervan kunnen meten. Dat is dus wat ik doe. Dit loopt er echt op voorop. De tekst van de motie zoals die er nu ligt, moet ik dus ontraden. Ik ben gewoon in gesprek. Ik kijk goed naar de rapporten, die soms ook nog komen. Ik kom voor de zomer met het SLA, juist omdat ik alle commentaren erop goed wil meenemen. Daarom verzoek ik de heer Laçin om deze motie aan te houden. Anders moet ik haar ontraden.

De heer Laçin (SP):

Dan houd ik de motie aan, met de kanttekening dat wij als Kamer graag wel meegenomen willen worden voordat het SLA helemaal is vastgesteld, zodat wij daar nog over in gesprek kunnen.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Het wordt natuurlijk pas vastgesteld nadat ik het met uw Kamer heb besproken.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Laçin stel ik voor zijn motie (30175, nr. 312) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 313 van de heer Laçin verzoekt de regering om een oproep te doen aan gemeenten, waaronder Winterswijk, om, vooruitlopend op het besluit dat ik heb aangekondigd, nu al voorzichtig om te gaan met acties die de komende tijd gestart zouden worden. Ik interpreteer de motie dan ook zo dat zij mij niet vraagt om tegen de gemeenten te zeggen dat ze alles per nu moeten stoppen, want de wetgeving wordt nog gewijzigd, maar wel om er alvast naar te kijken en om bij de stappen die de komende tijd genomen worden zorgvuldig af te wegen of ze die nog op dezelfde manier willen doen. De brief komt al eind van de maand. Het wordt een brief met een integrale aanpak. Maar ik neem graag contact op met de gemeente Winterswijk. Ik zal dit signaal ook doorgeven aan de VNG. Dus ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer, als ik haar zo mag interpreteren als ik net heb gedaan. Voor de Handelingen: ik zie de heer Laçin knikken. Onder die voorwaarden laat ik het aan de Kamer.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 314 van de heer Laçin, die eigenlijk zegt dat alle kosten bij het bedrijf terecht moeten komen dat de schade veroorzaakt. Volgens mij is dat een principe waarover we het geheel eens zijn met de Kamer, maar in de regelgeving en in de systematiek die we met elkaar hebben afgesproken kan dit nu nog niet altijd gegarandeerd worden. Juist daarom onderzoeken we financiële zekerheidsstelling. Ik vraag de heer Laçin dus om deze motie aan te houden. De intentie delen we heel erg, maar ik kan het nu nog niet garanderen. Dat is precies waarom ik een voorstel voor financiële zekerheid aan het onderzoeken ben, omdat we het Kamerbreed graag wel willen garanderen. Ik verzoek de heer Laçin dus om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

Ik zie de heer Laçin langzaam naar de microfoon gaan.

De heer Laçin (SP):

We delen de intentie. Dat weet ik. Deze motie is er juist voor bedoeld dat de staatssecretaris in ieder geval probeert om alles bij het bedrijf te verhalen. We hebben vaker discussies gehad over de vraag of dat gegarandeerd kan. Daarom is er ook het voorstel van de staatssecretaris. Ik twijfel nu een beetje. Kan de motie zo geïnterpreteerd worden dat de staatssecretaris er in ieder geval mee aan de slag gaat?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan is de motie overbodig, want dat doe ik al. We werken namelijk aan een voorstel voor die financiële zekerheidsstelling. Dat is overigens ook op verzoek van de Kamer, via een breed gesteunde motie. Ik vraag de heer Laçin dus om deze motie nu aan te houden. Laten we kijken hoever we komen met die financiële zekerheidsstelling. Dan kunt u daarna altijd nog beoordelen of u vindt dat daarmee onvoldoende invulling wordt gegeven aan wat u vindt, en wat ik ook vind, namelijk dat een bedrijf dat vervuilt ook de kosten moet betalen.

De heer Laçin (SP):

Dan houd ik deze motie ook aan, voorzitter.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Laçin stel ik voor zijn motie (30175, nr. 314) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter.

De heer Ziengs (VVD):

Wordt het dan "oordeel Kamer" als die motie aangehouden wordt?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Als die aangehouden wordt, komt die niet in stemming en is er dus geen oordeel. Anders ontraad ik de motie, als ze wel in stemming wordt gebracht, want dan vraagt ze mij eigenlijk om een garantie te geven die ik nu niet kan geven, omdat het systeem er nog niet is. Maar de intentie snap ik heel goed. Die wordt ook Kamerbreed gedeeld en ik werk er ook met volle vaart aan.

De voorzitter:

In ieder geval is de motie op stuk nr. 314 aangehouden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan ga ik snel door naar de motie op stuk nr. 315 van de heer Wassenberg. Daarin wordt mij gevraagd het uitstrooien van rubber korrels te verbieden. Er zijn allerlei wettelijke kaders om verantwoorde toepassing van rubbergranulaat te borgen, maar ik onderzoek natuurlijk ook hoe we dat kunnen verbeteren. Daarom zie ik nu geen aanleiding voor een verbod, zodat ik de motie ontraad.

Dan zie ik dat ik de motie op stuk nr. 316 in mijn stapel mis. Dus daarover moet ik de assistentie vragen om er nog even mee te komen.

Ik ga alvast door naar de motie op stuk nr. 317, waarin de regering wordt verzocht om te zorgen dat afvalverwerkers pas betaald krijgen nadat ze hebben aangetoond dat de verwerking conform afspraak heeft plaatsgevonden. Deze motie moet ik ontraden omdat het niet mogelijk is om via het publiek recht op te leggen dat afvalverwerkers pas betaald krijgen nadat ze hebben aangetoond dat verwerking correct heeft plaatsgevonden. Om deze reden moet ik de motie ontraden.

De motie op stuk nr. 318 van de heer Wassenberg verzoekt de regering de regie te nemen bij de handhaving ten aanzien van recycling. Over de regie hebben we het in het debat lang gehad. Hij heeft toen gezegd dat eigenlijk het hele stelsel op de schop zou moeten, terwijl ik zeg dat ik hard werk aan het verbeteren van het systeem, daar waar ik daar aanleiding toe zie. Ik vind dit ook zeker een casus om van te leren en om te kijken hoe we het systeem kunnen verbeteren en kunnen aanscherpen. Dat is een continu proces wat mij betreft. Ik ontraad daarom deze motie, die mij eigenlijk zegt: gooi het systeem helemaal overhoop. De heer Wassenberg en ik weten dat we er verschillend over denken. Ik ontraad dus deze motie.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 319 van mevrouw Kröger, waarin de regering wordt verzocht om met de sector gezamenlijk te onderzoeken hoe voor kunstgrasvelden een ketenverantwoordelijkheid georganiseerd kan worden. Van belang is om het doel centraal te stellen. Ik zie ook dat mevrouw Kröger dat wil, namelijk dat kunstgrasvelden nu en in de toekomst goed verwerkt kunnen worden. Ik laat al een onderzoek doen naar die ketenverantwoordelijkheid. Zij legt ook terecht de link dat het heel vaak gemeenten zijn en dat de keten daardoor vrij kort is waarbinnen tot een verantwoorde toepassing en opruiming moet kunnen worden gekomen. Dit onderzoek vangt op korte termijn al aan. Dus ik zou mevrouw Kröger willen vragen deze motie aan te houden en dan kan zij naar aanleiding van dat onderzoek bezien of er noodzaak is voor iets extra's. Dit onderzoek vangt dus al op korte termijn aan.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Kan de staatssecretaris aangeven wanneer wij als Kamer worden geïnformeerd over hoe we dit gaan organiseren, aangezien er deze zomer gewoon weer 200 kunstgrasvelden vervangen moeten gaan worden?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Een terecht punt, ook omdat, net als bij het verondiepen van de plassen, we, indien we het kunnen verbeteren, dat ook graag snel met elkaar willen kunnen doen. Ik kan het niet uit mijn hoofd zeggen, maar ik zeg toe aan mevrouw Kröger dat we haar snel zullen laten weten wat onze planning eigenlijk is en dat we ook tijdig met gemeenten zullen communiceren zodat als ze bijvoorbeeld een vervanging in de planning hebben staan en we met elkaar een beeld hebben van wanneer zo'n ketenaanpak gereed zou kunnen zijn, ze daarmee vroegtijdig rekening kunnen houden. We laten dat nog even apart aan de Kamer weten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Oké, dan wacht ik dat af en houd ik de motie voor nu aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (30175, nr. 319) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Dan kom ik op de motie op stuk nr. 320, waarin de regering wordt verzocht om een software-update van sjoemeldiesels te verplichten in de apk. In sommige AO's zijn er heel veel toezeggingen en deze is misschien in de hele lijst net van de radar verdwenen, maar ik heb in het AO letterlijk de volgende toezegging gedaan: nog dit jaar ontvangt de Kamer informatie over mogelijkheden en verplichtingen om naleving terugroepacties onder andere voor vervuilende auto's te verbeteren, bijvoorbeeld door te kijken naar de apk-keuring. Dus dit is letterlijk de toezegging die ik heb gedaan. Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Kröger en mevrouw Van Eijs zeggen: dan houden we deze motie even aan om te kijken of het ook echt zo wordt uitgevoerd als wij in gedachten hebben. Anders is het een dubbeling van een letterlijke toezegging en zou ik de motie dus moeten ontraden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Die toezegging staat mij scherp op het netvlies. Alleen, daarin geeft de staatssecretaris volgens mij aan dat ze verschillende mogelijkheden onderzoekt. Met deze motie geven wij heel duidelijk aan welke mogelijkheid volgens ons wenselijk is, en makkelijk om op korte termijn op te pakken. Maar ik ben bereid om de motie aan te houden. En dan weer de vraag: wanneer wordt dan duidelijk voor welke optie de staatssecretaris kiest?

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Of het makkelijk is, is precies wat ik onderzoek. Nog dit jaar ontvangt de Kamer daar informatie over.

De voorzitter:

Ik begrijp dat daarmee de motie op stuk nr. 320 ook wordt aangehouden.

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (30175, nr. 320) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan de motie op stuk nr. 321. De heer Van Aalst vraagt mij de milieuzones af te schaffen. Daar ben ik niet toe bereid, dus ik ontraad deze motie. Ik ben het overigens ook niet met hem eens over de effectiviteit daarvan.

Dan de motie op stuk nr. 322 van mevrouw Van Eijs. Die motie verzoekt de regering om gemeenten en sportclubs te stimuleren om te kiezen voor duurzame en circulaire alternatieven bij renovatie en bij vervangen of aanleggen. De minister voor Medische Zorg en Sport en de sportsector hebben het sportakkoord afgesloten. Ze zetten zich daarmee gezamenlijk in voor een duurzame sportinfrastructuur. Initiatieven met betrekking tot de recycling van kunstgrasvelden worden hierin meegenomen. Hiertoe zal ik samen met de minister in overleg treden met gemeenten. Als ik deze motie zo mag lezen dat die past binnen dat inzetkader en daar een extra streep onder zet, dan laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De voorzitter:

Dan resteert de motie op stuk nr. 316.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, de motie op stuk nr. 316 van meneer Wassenberg en mevrouw Teunissen over een stop op de verkoop van losse rubberkorrels. Ook die motie moet ik ontraden, omdat wij voldoende basis zien voor een zorgvuldige toepassing.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat snap ik toch niet helemaal, want de staatssecretaris heeft de mogelijkheid het te verbieden. Het gebeurt op dit moment op grote schaal. Iedereen, ook het RIVM, is het erover eens dat die korrels gewoon schadelijk zijn en kunnen uitlekken. Volgens mij is het een hele kleine en relatief eenvoudige stap voor de staatssecretaris om te zeggen: wat we niet mogen uitstorten op de vuilstort, mogen we ook niet uitstorten op de kunstgrasvelden, dus vanaf nu verbied ik dat.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Maar er zijn allerlei waarborgen die op de kunstgrasvelden getroffen moeten worden, om te voorkomen dat zich schadelijke milieueffecten voordoen. Daar is ook een onderzoek naar gedaan. Daaruit blijkt niet dat er schadelijke effecten zijn. Er is een heel licht effect op het aquatisch milieu aangetroffen, maar niet op de omgeving. Toch zijn er allerlei waarborgen. Ik vind ook dat we steeds moeten kijken of we die kunnen aanscherpen. Dus op dit moment moet ik deze motie op deze wijze ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het VAO over de leefomgeving. Over de moties wordt komende dinsdag gestemd.

Naar boven