9 Beëdiging van de heer S. Geleijnse (50PLUS)

Aan de orde is de beëdiging van de heer S. Geleijnse (50PLUS).

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Mevrouw Leijten, voorzitter der commissie:

Voorzitter. Onze commissie kijkt ernaar of degene die geïnstalleerd gaat worden, het Nederlanderschap heeft en of de geboortedatum overeenkomt. Dat is het geval. Ik zal zo meteen de verklaring voorlezen. Ik zou vanaf hier ook willen zeggen dat het altijd fijn is als wij een nieuw lid in ons midden krijgen, maar de reden is nu wat minder fijn. Mevrouw Sazias is voor vier maanden ziek gemeld. Ik wil haar vanaf hier graag beterschap wensen.

(Geroffel op de bankjes)

Mevrouw Leijten, voorzitter der commissie:

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer S. Geleijnse te 's-Gravenhage. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer S. Geleijnse te 's-Gravenhage terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hem toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden of de verklaringen en de beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek de leden en overige aanwezigen, in de zaal en op de publieke tribune, indien mogelijk te gaan staan. De heer Geleijnse heeft de hele familie uitgenodigd. U bent van harte welkom.

De heer Geleijnse is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier, hem binnen te leiden.

Nadat de heer Geleijnse door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Dan wens ik u van harte geluk met het lidmaatschap van onze Kamer.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voor felicitaties nadat ik u als eerste heb gefeliciteerd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven