15 Aanbesteden

Aan de orde is het VAO Aanbesteden (AO d.d. 24/05).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. We gaan verder met het VAO Aanbesteden en ik geef de heer Paternotte namens D66 het woord.

De heer Paternotte (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ook dank aan de collega's voor een goed AO. Naar aanleiding daarvan heb ik geen verdere vragen maar wel één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rijksoverheid jaarlijks voor 10 miljard aan goederen en diensten aanbesteedt maar geen zicht heeft op het aandeel van duurzame criteria in aanbestedingen en of deze criteria een doorslaggevende rol hebben gespeeld;

overwegende dat de overheid binnen de aanbestedingswet en -richtlijn als launching customer een belangrijke aanjager kan zijn van duurzame goederen en diensten;

verzoekt de regering om dit najaar vanuit alle departementen relevante proeven te starten met aanbestedingen waarin meetbare duurzaamheidscriteria met een vast en substantieel wegingspercentage in de procedure en gunning zijn opgenomen, of deze proeven op te schalen en te versnellen als dit al gebeurt;

verzoekt de regering tevens om de geleerde lessen van deze procedures onder de aandacht te brengen van decentrale overheden, het expertisecentrum aanbesteden en de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 105 (32440).

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van den Berg namens het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Er is nog geen gelijk speelveld bij aanbestedingen. Is de staatssecretaris daarom bereid toe te zeggen dat bij het onderzoek naar rechtsbescherming bij aanbestedingen ons voorstel voor een aanbestedingskamer wordt betrokken?

Dan de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat inschrijvers de mogelijkheid moeten hebben om naar de rechter te stappen voor een vergoeding indien een aanbestedende dienst een aanbesteding afbreekt in verband met eigen fouten;

overwegende dat opdrachtgevers dat nu regelmatig uitsluiten in de aanbestedingstukken;

verzoekt de regering de mogelijkheid te onderzoeken om voorwaarden die een tenderkostenvergoeding uitsluiten, te verbieden;

verzoekt de regering tevens te bezien hoe kaders voor het bieden van vergoedingen aan rechtsgeldige inschrijvers ingeval van een laattijdige intrekking van een aanbesteding een plek kunnen krijgen in de handreiking Tenderkostenvergoeding dan wel de Gids Proportionaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Wörsdörfer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106 (32440).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het in hoger beroep gaan bij een aanbesteding praktisch geen zin heeft omdat de opdracht dan al definitief aan een ander is gegund;

overwegende dat dit een onwenselijke situatie is indien de gunning volstrekt onrechtmatig is verstrekt;

verzoekt de regering om in het onderzoek over hoe rechtsbescherming bij aanbestedingen geoptimaliseerd kan worden te onderzoeken hoe de functie van het hoger beroep het beste tot zijn recht kan komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107 (32440).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onnodig clusteren, gunning op laagste prijs en disproportionele voorwaarden verminderd zouden kunnen worden door meer inhoudelijkere toetsing bij een kort geding, bij aanbestedingsgeschillen en meer inhoudelijke adviezen, bijvoorbeeld in de inschrijvingsfase van een aanbestedingsprocedure;

overwegende dat de Commissie van Aanbestedingsexperts hierin een rol zou kunnen vervullen;

verzoekt de regering om bij de evaluatie van de Commissie van Aanbestedingsexperts te bezien of zij een meer zwaarwegende rol kan krijgen op het gebied van inhoudelijke toetsing en inhoudelijk adviezen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 108 (32440).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wörsdörfer namens de VVD.

De heer Wörsdörfer (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Tijdens het debat en de eerdere rondetafel met experts over beter aanbesteden was het duidelijk: de wet voldoet, maar er moet wel verder worden gewerkt aan de cultuuromslag bij aanbesteders om zo aanbestedingsprocessen te verbeteren. Er is gelukkig goed oog voor de kansen voor het mkb. De wetgeving biedt daarvoor alle ruimte, maar toch twee moties.

De eerste ziet op de tenderkosten. Er wordt gewerkt aan een handreiking, sterker: die had er al moeten zijn. We houden graag druk op de ketel en daarom dus deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de handreiking Tenderkostenvergoeding volgens planning in het eerste kwartaal van 2018 zou worden opgeleverd;

constaterende dat de handreiking nog niet is opgeleverd;

verzoekt de regering erop aan te dringen dat de handreiking in ieder geval nog voor het zomerreces wordt opgeleverd, daarbij meenemend de eerder door de Kamer gesteunde motie-Bruins c.s. (34775-XIII, nr. 101) over beperking van tenderkosten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wörsdörfer, Van den Berg en Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 109 (32440).

De heer Wörsdörfer (VVD):

De tweede motie gaat over de rechtsbescherming van inschrijvers; die verdient verbetering.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft toegezegd onderzoek uit te voeren naar de ongelijke rechtspositie van inschrijvers versus aanbestedende diensten;

verzoekt de regering de resultaten van dit onderzoek zo snel als mogelijk te presenteren;

verzoekt de regering tevens in het onderzoek onder meer aandacht te besteden aan de private handhaving van het aanbestedingsrecht, de achterstand die inschrijvers hebben in een kort geding en de wenselijkheid van een vaste rechtbank voor aanbestedingszaken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wörsdörfer, Van den Berg en Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 110 (32440).

De heer Wörsdörfer (VVD):

Tot slot nog een aanvullende vraag. Er komt een gesprek tussen architecten en het Rijksvastgoedbedrijf met het oog op het opstellen van paritaire voorwaarden, maar daar zou wat ons betreft ook de VNG bij betrokken moeten worden. Wil de staatssecretaris toezeggen zich daarvoor in te spannen?

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik naar de staatssecretaris. Er is behoefte aan een korte schorsing van twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Een zestal moties en twee vragen.

De eerste vraag is van de fractie van het CDA. Zij vraagt of ik bereid ben bij het onderzoek over rechtsbescherming bij aanbesteden het voorstel van het CDA voor een aanbestedingskamer te betrekken. Dat zal ik doen.

Dan nog een vraag van de VVD. Er wordt op dit moment gekeken naar de zogenoemde paritaire voorwaarden. De VVD-fractie vraagt of ik bereid ben de VNG te betrekken bij gesprekken over paritaire voorwaarden. Uiteraard moet iemand dat ook zelf willen, maar ik zie het belang en ik zal de VNG dan ook uitnodigen om aan te sluiten bij deze gesprekken.

Dan heb ik de motie-Van den Berg/Wörsdörfer van CDA en VVD, waarin de regering wordt ... Volgens mij is dat de eerste motie. Of diende de heer Paternotte de eerste motie in, voorzitter? Ja hè?

De voorzitter:

Ja, dat klopt.

Staatssecretaris Keijzer:

Dan ga ik op die volgorde nu verder, om te voorkomen dat we allemaal de draad kwijtraken.

De motie op stuk nr. 105 van de fractie van D66. Ik zou de heer Paternotte willen vragen of hij die wil aanhouden. Dit is namelijk niet mijn bevoegdheid. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de rijksaanbestedingen en als het gaat over duurzaamheid is het iets van IenW. Ik zie wel het belang van wat de heer Paternotte aandraagt, maar ik kan hier nu niet voor mijn collega's even zeggen dat ze proeven moeten gaan starten. Daarom wil ik daarover eerst met hen in overleg.

De voorzitter:

En dan de Kamer daarover ...

Staatssecretaris Keijzer:

Ik vraag aan de heer ...

De voorzitter:

Aan de heer Paternotte, ja.

De heer Paternotte (D66):

Ik zou het verzoek willen doen aan de staatssecretaris om te kijken of het mogelijk is dat overleg even te laten plaatsvinden, zodat het mogelijk is om alsnog een appreciatie te geven voor de stemmingen van volgende week dinsdag. Ik heb zelf de indruk, op basis van weer andere informatie, dat dat zou moeten kunnen.

Staatssecretaris Keijzer:

Uiteraard ben ik daartoe bereid. Ik kan het alleen niet beloven, want zoals ik zei in mijn toezegging aan de heer Wörsdörfer van de VVD moeten de bereidheid en de tijd van drie kanten komen. Van mijn kant is die er; ik zal het overleg daarover starten.

De voorzitter:

Wat is het oordeel?

Staatssecretaris Keijzer:

Dan komt er een definitief oordeel. Als u mij nu vraagt wat het oordeel is zonder dat dat overleg geweest is, dan is het ontraden. Maar zoals toegezegd aan de heer Paternotte wil ik het overleg daarover starten. Komen wij tot een ander oordeel, dan zal ik de Kamer daarover informeren voor de stemmingen van dinsdag. Dat is hier de gewone gang der dingen, weet ik mij te herinneren, voorzitter.

In de motie-Van den Berg/Wörsdörfer op stuk nr. 106 wordt de regering verzocht te bezien hoe kaders voor het bieden van vergoedingen aan rechtsgeldige inschrijvers ingeval van een laattijdige intrekking van een aanbesteding een plek kunnen krijgen in de handreiking tenderkostenvergoeding dan wel de Gids Proportionaliteit. Ik ben bereid te onderzoeken hoe ik kaders kan bieden voor tenderkostenvergoeding in zulke gevallen en laat het oordeel aan de Kamer.

In de motie-Van den Berg/Graus op stuk nr. 107 wordt de regering verzocht om in het onderzoek over hoe rechtsbescherming bij aanbestedingen geoptimaliseerd kan worden te onderzoeken hoe de functie van hoger beroep daarin het best tot zijn recht kan komen. Bij de evaluatie van de Commissie van Aanbestedingsexperts neem ik rechtsbescherming in brede zin mee. Daarbij zal ik ook de functie van hoger beroep betrekken. Ik laat daarmee het oordeel over deze motie aan de Kamer.

In de motie-Van den Berg/Graus op stuk nr. 108 wordt verzocht om bij de evaluatie van de Commissie van Aanbestedingsexperts te bezien of zij een meer zwaarwegende rol kan krijgen op het gebied van inhoudelijke toetsing en inhoudelijk adviezen. Deze commissie is opgericht met als doel om zaken op een laagdrempelige wijze en met expertise op aanbestedingsgebied af te handelen. Ik ben dan ook bereid om de inhoudelijke toetsing daarbij te betrekken. Als ik de motie zo mag opvatten, laat ik het oordeel erover aan de Kamer.

In de motie-Wörsdörfer c.s. op stuk nr. 109 wordt de regering verzocht erop aan te dringen dat de handreiking tenderkostenvergoeding in ieder geval nog voor de zomer wordt opgeleverd. Zoals u weet, is dit overgelaten aan een van de werkgroepen uit het traject Beter Aanbesteden, maar ik ben bereid om bij de auteurs aan te dringen op tempo. Als dat voldoende is, laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.

De motie-Wörsdörfer c.s. op stuk nr. 110 verzoekt de regering in het onderzoek naar de ongelijke rechtspositie van inschrijvers versus aanbestedende diensten onder meer aandacht te besteden aan private handhaving, de achterstand van inschrijvers in een kort geding en de mogelijke aanwijzing van een vaste rechtbank voor aanbestedingen. Ik ben daartoe bereid en laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Tot slot verzoekt de motie-Wörsdörfer c.s. de regering ... O, die heb ik volgens mij al gedaan. Ja, die heb ik al gehad. Volgens mij ben ik zo aan het eind, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Inderdaad. Dank u wel. Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt van 14.48 uur tot 14.55 uur geschorst.

Naar boven