28 Discriminatie

Aan de orde is het VAO Discriminatie (AO d.d. 14/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Discriminatie. Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom en geef de heer Paternotte namens D66 als eerste spreker het woord. Ik zie dat de heer Paternotte bezig is met het verzamelen van handtekeningen. Het woord is aan de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Dank u wel, voorzitter. Niets is zo venijnig als discriminatie op de arbeidsmarkt. We zijn daarom breed geschokt door de uitzending van Radar die liet zien hoe het bij een meerderheid van de uitzendbureaus in Nederland nog kan gaan. De staatssecretaris komt met een actieplan om arbeidsmarktdiscriminatie aan te pakken. Er zijn meerdere uitzendbureaus die nu ook zeggen dat ze hier zelf nog scherper en nog beter naar gaan kijken. Uiteindelijk hebben we dat geluid alleen al eerder gehoord en daarom kijken wij ook met veel verwachting naar dat actieplan. We vragen de staatssecretaris om ook de uitzendbranche expliciet daarin mee te nemen en ook met de uitzendbranche in gesprek te gaan over de vraag of mysteryguests niet kunnen bijdragen aan het veel beter handhaven van discriminatie op de arbeidsmarkt door uitzendbureaus, want wat ons betreft moeten de staatssecretaris van SZW maar ook deze minister daar bovenop zitten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt en dat de kans op een baan nog steeds afhangt van afkomst, geslacht, keuze van leefvorm, leeftijd, handicap, ziekte of zelfs zwangerschap;

constaterende dat uit de steekproef van Radar blijkt dat ook uitzendbureaus soms meegaan in discriminerende wensen van sommige opdrachtgevers;

overwegende dat ondanks de zelfregulering, convenanten en charters discriminatie nog steeds voorkomt in de uitzendsector;

overwegende dat in het regeerakkoord is afgesproken dat de regering in het vervolg op het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie komt met stevige acties waarbij ook aandacht wordt gegeven aan het bestrijden van discriminatie in sollicitatieprocedures;

verzoekt de regering bij de uitwerking van het vernieuwde Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie extra aandacht te besteden aan misstanden in de uitzendbranche;

verzoekt de regering tevens in het kader van het vernieuwde Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie in gesprek te gaan met de uitzendsector over bijvoorbeeld het inzetten van mysteryguests om bij het handhaven van hun eigen keurmerk expliciet te controleren op discriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte, Gijs van Dijk, Van der Molen, Van Weyenberg, Jasper van Dijk en Özütok.

Zij krijgt nr. 144 (30950).

Dank u wel, meneer Paternotte. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Özütok namens GroenLinks.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een paar punten ten aanzien van het algemeen overleg Discriminatie dat we met de minister hebben gehad. Tijdens dat AO heb ik gevraagd hoe de minister de aanbevelingen uit de Universal Periodic Review gaat uitvoeren. Ik vond de reactie hierop toch nog enigszins mager van aard. Ik wil graag een nadere reactie van haar op dit punt.

Verder heb ik nog de volgende vraag over discriminerende uitzendbureaus. Is de minister bereid om nu over te gaan tot handhaving en het nemen van maatregelen met haar collega's op dit gebied? Ik zou daar graag een antwoord op willen hebben.

Dan heb ik nog de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat discriminatie en sociale uitsluiting vaak samenvallen met de sociaal-economische positie van mensen;

overwegende dat de rijksoverheid een verplichting heeft om de effecten van beleid op de mensenrechten van haar burgers te coördineren;

verzoekt de regering, in samenspraak met decentrale overheden, te onderzoeken op welke manier alle regelgeving standaard getoetst wordt aan de mensenrechten, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 145 (30950).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Gijs van Dijk namens de PvdA.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Nog iedere dag maken mensen discriminatie aan den lijve mee en daarom is het van het grootste belang dat we hieraan in de Tweede Kamer aandacht besteden en dat we er alles maar dan ook alles aan doen en met alles wat we kunnen hier in Den Haag om dat zo veel mogelijk te bestrijden. De Radaruitzending heeft ons natuurlijk geschokt. Het is overigens niet de eerste keer dat het signaal komt dat uitzendbureaus discrimineren. In de loop der jaren hebben we iedere keer gehoord: we gaan ons best doen, we gaan aan zelfregulering doen. Maar veel uitzendbureaus — dat hebben we in de Radaruitzendering gezien — discrimineren alsnog. Daarom staat mijn naam ook vol overtuiging onder de motie van de heer Paternotte.

De overheid heeft zelf ook een voorbeeldfunctie. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat discriminatie op de arbeidsmarkt nog steeds veelvuldig voorkomt;

overwegende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een coördinerende rol heeft over ministeries en rijksdiensten;

overwegende dat de rijksoverheid een grote werkgever is en zodoende ook het goede voorbeeld moet geven;

spreekt uit dat de rijksoverheid, als werkgever, alle middelen inzet om discriminatie op de werkvloer te voorkomen en daarover rapporteert in de voortgangsrapportage,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gijs van Dijk en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 146 (30950).

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Azarkan namens DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter. Het houdt niet op, niet vanzelf. Vandaar dat ik een aantal moties heb om de regering te verzoeken discriminatie echt aan te pakken, omdat heel veel mensen hier dagelijks last van hebben.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door opeenvolgende onderzoeken wordt aangetoond dat er discriminatie plaatsvindt in de uitzendbranche;

verzoekt de regering om in samenwerking met de uitzendbranche en de Stichting Normering Arbeid zich ervoor in te zetten dat het tegengaan van discriminatie door uitzendbureaus onderdeel uit gaat maken van het SNA-keurmerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 147 (30950).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het mandaat van het team arbeidsmarktdiscriminatie bij de Inspectie SZW uit te breiden naar discriminatie bij werving en selectie;

verzoekt de regering tevens om een voorstel te doen waarbij het instrument van mysteryguests toegepast wordt bij het tegengaan van discriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 148 (30950).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door opeenvolgende onderzoeken wordt aangetoond dat er discriminatie plaatsvindt in de uitzendbranche;

verzoekt de regering om hierover blijvend in gesprek te treden met de Algemene Bond Uitzendondernemingen en om initiatieven die door de uitzendbranche ondernomen worden om discriminatie tegen te gaan, te ondersteunen en breed onder de aandacht te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 149 (30950).

De heer Azarkan (DENK):

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door opeenvolgende onderzoeken wordt aangetoond dat er discriminatie plaatsvindt in de uitzendbranche;

verzoekt de regering om de samenwerking met uitzendbureaus die veroordeeld zijn voor discriminatie te stoppen dan wel op te schorten;

verzoekt de regering tevens om op uitzendbureaus die veroordeeld zijn voor discriminatie op effectieve en aandachttrekkende wijze het instrument van naming-and-shaming toe te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Azarkan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 150 (30950).

De heer Azarkan (DENK):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Jasper van Dijk namens de SP-fractie.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Discriminatie moet stoppen, ook de discriminatie door uitzendbureaus. Vandaar de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel uitzendbureaus al jarenlang bewust discrimineren;

overwegende dat de overheid veelvuldig gebruikmaakt van uitzendbureaus;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat overheden geen zaken meer doen met uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk, Özütok en Gijs van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 151 (30950).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel uitzendbureaus al jarenlang bewust discrimineren;

overwegende dat zelfregulering geen noemenswaardige verandering heeft gebracht;

verzoekt de regering een lijst te publiceren van uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk, Özütok en Gijs van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 152 (30950).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uitzendbureaus zich schuldig maken aan discriminatie en dat zelfregulering niet tot verbeteringen heeft geleid;

constaterende dat de Inspectie SZW nauwelijks middelen heeft om in te grijpen;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de bevoegdheden van de Inspectie SZW worden uitgebreid, zodat uitzendbureaus die in overtreding zijn bestraft kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 153 (30950).

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Yeşilgöz-Zegerius namens de VVD.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Iedereen in ons land dient gelijk behandeld te worden. Het staat buiten kijf dat de overheid discriminatie keihard moet aanpakken. Tijdens het AO heb ik stilgestaan bij selectieve verontwaardiging en een oproep gedaan om je altijd uit te spreken tegen discriminatie, racisme en uitsluiting, ook als het een keer niet in je eigen straatje past. Die oproep blijft staan.

Ik wil hier eigenlijk even heel kort terugkijken op gisteren. Toen hebben wij samen met de ChristenUnie een ronde tafel georganiseerd met Joodse jongeren in het meermaals belaagde restaurant HaCarmel in Amsterdam. Deze jongeren kwamen bijeen en zij hebben ons ingrijpende verhalen verteld over wat zij dagelijks meemaken tijdens hun studie, op straat, op het werk, alleen al om het feit dat zij Joods zijn, een Joodse afkomst hebben, wellicht omdat ze een keppeltje dragen. Het heeft me heel erg aangegrepen. Het zijn jongeren die zeiden: ik weet niet of mijn toekomst wel in Nederland is. Het zijn jongeren die zeiden: ik voel me heel erg alleen op het moment dat ik alleen voor mezelf opkom; ik zou zo graag willen dat die stille meerderheid ook voor mij opkwam.

Dat heeft ons heel erg gesterkt in de oproep die we eerder in het AO, maar ook vorige week in de procedurevergadering, hebben gedaan om in de Tweede Kamer een hoorzitting te organiseren over het hedendaagse antisemitisme, hoe dat zich uit en wat we daar nog meer tegen zouden kunnen doen dan al gedaan wordt. Het leek me een goed moment om daar even bij stil te staan. Dat was het; geen moties verder.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De minister verzoekt om een korte schorsing van vijf minuten.

De vergadering wordt van 17.51 uur tot 17.59 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Ollongren:

Dank u wel, voorzitter. Ik ga zo meteen tien moties met u doorlopen. Daarvoor beantwoord ik één vraag. Mevrouw Özütok van GroenLinks heeft gevraagd om een toelichting. Zij vroeg volgens mij om een verduidelijking van wat we in het AO hadden gezegd over de aanbevelingen uit de Universal Periodic Review. Ik heb de vorige keer gezegd — maar misschien kan ik het hier nog wat duidelijker zeggen — dat ik van plan ben om met een nieuw Nationaal Actieplan Mensenrechten te komen, ter uitvoering van meerdere aanbevelingen uit de UPR en dat ik ook, samen met de collega's uiteraard, het Nationaal Actieprogramma tegen discriminatie uitvoer. Met deze en andere maatregelen werken het kabinet en ik als coördinerend bewindspersoon aan de implementatie van de aanbevelingen uit de UPR.

De voorzitter:

Een korte opmerking, mevrouw Özütok.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Kun u ook aangeven op welke termijn dat gaat gebeuren? Wanneer kunnen we dat verwachten?

De voorzitter:

De vraag is of de minister dat kan aangeven.

Minister Ollongren:

Ik zou het graag willen zeggen, maar ik heb het hier niet paraat. Laten we afspreken dat ik daar binnenkort nog wel inzicht in ga geven.

Voorzitter. Veel van de ingediende moties gaan over de uitzendbranche. Ze zijn vaak ook ingediend naar aanleiding van de uitzending van Radar waarover we de vorige keer ook met elkaar hebben gezegd dat we daar dingen hebben gezien die absoluut niet kunnen. Ik begrijp dus heel goed dat de Kamer daar nu veel aandacht voor vraagt. Maar ik zou er ook op willen wijzen dat de staatssecretaris van SZW, die hiermee belast is, dit meteen heeft opgepakt en dat zij ook al in gesprek is met de uitzendbranche over het aanpakken van arbeidsmarktdiscriminatie. We hebben ook gehoord dat een aantal bedrijven zelf in actie is gekomen of acties heeft aangekondigd. Ik hoorde bijvoorbeeld dat Randstad en Tempo-Team aanbieden om cursussen te verzorgen, zodat medewerkers goed worden meegenomen in wat er allemaal niet mag gebeuren in de praktijk. De staatssecretaris is ook voornemens om op korte termijn een brief hierover aan de Kamer te sturen. Om die reden zult u mij straks in een aantal gevallen horen suggereren dat een motie misschien zou kunnen worden aangehouden, in ieder geval totdat de brief van de staatssecretaris over de uitzendbranche u heeft bereikt. Daarna komt er ook een actieplan hiervoor van de kant van collega Van Ark. Haar voornemen is dat dat er tegen de zomer zal zijn. Dat is de achtergrond bij de adviezen die ik bij de moties zou willen geven. Dit zeg ik ook in reactie op de vraag van mevrouw Özütok over de uitzendbranche.

De motie op stuk nr. 144 van de heer Paternotte c.s. is eigenlijk de eerste motie waarbij ik de suggestie zou kunnen doen om haar aan te houden. Er komen dus stukken aan op korte termijn. Er komt een brief over de uitzendbranche. Wellicht zegt u als u die brief hebt ontvangen, dat het er al goed in zit.

De voorzitter:

Wat is het oordeel van de minister in het geval de heer Paternotte deze motie niet aanhoudt?

Minister Ollongren:

Ik had eigenlijk eerst gehoopt te horen of de heer Paternotte de motie wil aanhouden.

De voorzitter:

Dan kijk ik eerst even naar de heer Paternotte. Nee, er is geen beweging.

Minister Ollongren:

Het hoeft ook niet. Gelet op de overwegingen en het dictum, zou je op zichzelf verwachten dat wat in de motie staat, onderdeel wordt van de stukken. Er is dus geen inhoudelijke reden om te zeggen: het kan niet. In het geval de indieners de motie niet willen aanhouden, zou ik het oordeel aan de Kamer laten.

Voorzitter. Het oordeel over de motie op stuk nr. 145 van mevrouw Özütok laat ik ook aan de Kamer. Datgene wat in de motie staat, gebeurt al op nationaal niveau, met de constitutionele toets. Als we dit ook op lokaal niveau willen, dan zou het zo kunnen zijn dat we overleg met gemeenten moeten hebben, maar het lijkt mij op zichzelf werkbaar.

De motie op stuk nr. 146 van de heren Gijs van Dijk en Jasper van Dijk gaat over de rijksoverheid als werkgever. Ik ben het er eigenlijk gewoon mee eens dat de rijksoverheid hier veel aandacht voor moet hebben. Ik zou dus ook deze motie aan het oordeel van de Kamer willen laten.

De motie op stuk nr. 147 van de heer Azarkan loopt vooruit op wat de staatssecretaris zal rapporteren aan de Kamer. Mijn eerste suggestie zou zijn om de motie aan te houden. Mocht de heer Azarkan daar niet toe genegen zijn, dan zou ik de motie ontraden omdat we uit de praktijk weten dat dit heel lastig te realiseren is.

Voor de motie op stuk nr. 148 van het lid Azarkan over de inspectie geldt hetzelfde. Ik zou kunnen suggereren om de motie aan te houden tot na ontvangst van de stukken van de staatssecretaris. Zo niet: omdat al bekend is uit de praktijk dat dit ook lastig te realiseren is, zou ik ook deze motie ontraden.

De motie op stuk nr. 149 van het lid Azarkan verzoekt de regering in gesprek te treden met de Algemene Bond Uitzendondernemingen en zo veel mogelijk met de branche discriminatie tegen te gaan. Dat is eigenlijk staande praktijk; de staatssecretaris doet dit al. Met het welnemen van het lid Azarkan zouden we deze motie kunnen overnemen.

De voorzitter:

Heeft iemand bezwaar tegen het overnemen van de motie van de heer Azarkan op stuk nr. 149? Nee.

De motie-Azarkan (30950, nr. 149) is overgenomen.

Minister Ollongren:

In de motie op stuk nr. 150, ook van het lid Azarkan, staan aan de ene kant dingen die in de praktijk eigenlijk zo kunnen. Als bedrijven echt veroordeeld zijn voor discriminatie, dan biedt dat een haakje om te zeggen: met u gaan wij even geen zaken meer doen. Tegelijkertijd vind ik dat het veel verder gaat om, als er een veroordeling is voor een vergrijp of een fout die natuurlijk niet meer kan, voor altijd te zeggen: wij sluiten u uit, wij zetten u op een lijst. Wij zijn er erg voorstander van om geen zaken te doen met de bedrijven die veroordeeld zijn, maar vinden dat je voor de toekomst toch die opening moet laten. Om deze reden ontraden we deze motie.

De motie op stuk nr. 151 van de heer Van Dijk ziet eigenlijk op hetzelfde. Inderdaad, dan wil je geen zaken meer met het bureau doen, maar je moet voor de toekomst niet uitsluiten dat het misschien toch weer zou kunnen. Om die reden zou ik de motie ontraden, tenzij de heer Van Dijk zegt dat hij de motie aanhoudt totdat hij de stukken heeft.

De voorzitter:

De heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar wacht even. Het enige punt van de minister is dus dat ze zegt "tijdelijk", dat de overheid tijdelijk geen zaken meer doet met uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie. Natuurlijk, dat hoeft ook niet tot in de eeuwigheid te gelden. Dat begrijp ik ook. Iemand kan zijn leven beteren.

Minister Ollongren:

Precies.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar als u zegt dat overheden tijdelijk, zo lang als nodig, geen zaken meer doen, dan bent u het eens, begrijp ik.

Minister Ollongren:

Ja, als ik de motie tenminste zo mag lezen. Daarom zei ik dat ook over de vorige motie, maar die was niet van de heer Van Dijk. Daarin staat ook "veroordeeld zijn". Dat is natuurlijk een belangrijke factor. Ik zie nu in de gauwigheid dat dat in de motie van de heer Van Dijk ontbreekt. Dat is wel belangrijk. Het gaat dus niet om de enkele constatering door een programma als Radar. Nee, er moet ook sprake zijn van een veroordeling. In dat geval is er een haakje om geen zaken meer te doen met dat uitzendbureau. Dat hoeft niet tot het einde der dagen te duren. Misschien wil de heer Van Dijk zijn motie aanpassen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik zal de motie op stuk nr. 151 aanpassen.

Minister Ollongren:

Oké, dat is mooi.

De motie op stuk nr. 152 is ook van de heer Van Dijk …

De voorzitter:

Voordat u verdergaat: de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Ook ik zal de motie op tijdelijkheid aanpassen.

De voorzitter:

Welk nummer?

Minister Ollongren:

Dat is de motie op stuk nr. 150, denk ik.

De heer Azarkan (DENK):

150.

Minister Ollongren:

Dan de motie op stuk nr. 152. Ik heb in het AO toegezegd om te zorgen voor openbaarmaking van de uitzendbureaus waarmee wij zaken doen. Dat is geen probleem. Dat is gewoon bekend. Er zijn van die raamcontracten en dat soort zaken. Daar staat gewoon op welke uitzendbureaus er kunnen worden ingehuurd. Dat is iets anders dan een lijst publiceren van uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie. Dat verhoudt zich niet goed met wat ik net al zei. Er moet dan ook sprake zijn van een veroordeling. Dus om in algemene zin, op basis van bijvoorbeeld een televisieprogramma, iets dergelijks te doen, dat kan weer niet. Maar misschien is de heer Van Dijk ook al tevreden met het feit dat we gewoon transparant gaan maken met welke uitzendbureaus de overheid, de ministeries in dit geval, überhaupt zaken doet. Dus als de motie is zoals ze nu luidt, zou ik haar moeten ontraden.

De motie op stuk nr. 153 is de laatste. De heer Van Dijk zou ervoor kunnen kiezen om ook deze motie aan te houden. Maar mocht hij dat niet doen, dan het volgende. Deze motie lijkt op een eerdere motie, waarin het ook ging over de inspectie. Dat is lastig, laat ik mij vertellen, ook door de collega van SZW. Dan zouden we deze motie moeten ontraden.

Voorzitter, daarmee ben ik door de moties heen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik zou toch nog even, met name aan de Kamer, mee willen geven dat deze motie echt gezien moet worden als een aanmoediging aan de regering om dit op te nemen in het plan waar ze mee bezig is. De minister zegt: u kunt de motie aanhouden tot het plan er is. Ik zou het willen omdraaien. Ik wil ook graag dat dat goed wordt gezien in relatie tot de motie op stuk nr. 144 van de heer Paternotte cum suis. Daarvan zei de minister uiteindelijk: die is oordeel Kamer. Maar aanvankelijk zei ze daarvan ook: u kunt de motie aanhouden. Ook die motie staat vol met goede voorstellen om aan de slag te gaan met discriminatiebestrijding. Zo kunt u de motie op stuk nr. 153 ook lezen. Het is een aanmoediging voor de regering om ermee aan de slag te gaan, net als de motie op stuk nr. 144.

Minister Ollongren:

Ik geloof dat de heer Van Dijk zich vooral richtte tot de Kamer.

De voorzitter:

Ja. Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Ik dank de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Voortman

Naar boven