29 Mijnbouw

Aan de orde is het VAO Mijnbouw (AO d.d. 15/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Mijnbouw. Daar zijn zes sprekers voor. De eerste spreker is mevrouw Beckerman. Zij zal spreken namens de SP. Gaat uw gang, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mijn eerste motie gaat over een mijnbouwschadefonds voor de mijnbouwschade in Limburg.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vele gedupeerden van mijnbouw(water)schade in Limburg geen aanspraak kunnen maken op het beperkte Calamiteitenfonds;

constaterende dat de verjaringstermijn het halen van hun recht belemmert;

van mening dat alle mensen die buiten hun schuld met schade worden geconfronteerd als gevolg van mijnbouwactiviteiten recht hebben op een fatsoenlijke schadeafhandeling;

verzoekt de regering een structureel schadefonds op te zetten, uitgaande van omgekeerde bewijslast, en hierbij de verjaringstermijn los te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 117 (32849).

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Mijn tweede motie gaat over Groningen. Zoals u weet, vindt de SP het zeer pijnlijk dat de oude schadegevallen geen onderdeel uitmaken van de nieuwe schaderegeling zonder de NAM. Daar hebben we eerder een motie voor ingediend. Die heeft het niet gehaald. Ik zal dat niet opnieuw proberen. Ik wil wel het volgende doen. Vorige week bleek dat er onduidelijkheid was. De maatschappelijke organisaties vinden dat de complexe gevallen onder de nieuwe regeling horen te vallen. De minister vindt van niet. Daar wil ik graag een motie over indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er verschil van inzicht bestaat over wie de complexe schades door de gaswinning in Groningen gaat afhandelen;

constaterende dat de regering, in tegenstelling tot de maatschappelijke organisaties, deze schades niet onder het nieuwe schadeprotocol zonder de NAM wil laten vallen;

van mening dat deze mensen vaak al lang wachten en vechten en recht hebben op een goede en snelle schadeafhandeling;

verzoekt de regering de complexe schades alsnog onder het nieuwe schadeprotocol te laten vallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Van Tongeren en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 118 (32849).

Dat waren uw moties?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik was klaar, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we door naar de volgende spreker, de heer Nijboer. Hij spreekt namens de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. We hadden een goed algemeen overleg, vond ik. Veel punten zijn overgenomen door het kabinet en er was ook een goede inzet. Ik heb nog één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vele bouwprojecten in de provincie Groningen vertraging oplopen omdat er discussie is met de NAM over de meerkosten voor aardbevingsbestendig bouwen;

overwegende dat dat voor de leefbaarheid en toekomst van het gebied funest is;

verzoekt het kabinet er zorg voor te dragen dat de meerkosten van aardbevingsbestendig bouwen fatsoenlijk en snel worden vergoed, zodat nieuwbouw niet onnodig duurder wordt en vertragingen zo veel mogelijk worden voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 119 (32849).

Ik zie dat mevrouw Mulder een vraag heeft.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij hebben samen al eerder een motie op dit vlak ingediend. Ik ben eigenlijk wel even benieuwd wat de minister daarmee heeft gedaan, anders dien ik over hetzelfde onderwerp twee keer een soortgelijke motie in. Heeft de heer Nijboer daar misschien ook nog naar gekeken?

De heer Nijboer (PvdA):

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hier de afgelopen vijf jaar meer dan 100 debatten zijn geweest en 30, 40 moties zijn ingediend. Ik ben ze niet allemaal nagegaan. Als de motie al is aangenomen, moet ze alsnog worden uitgevoerd. Het is wel zo dat ik onlangs Kamervragen heb gesteld over de situatie in Bedum. De antwoorden daarop vond ik nog niet zo bevredigend. Dus dat is wel de aanleiding dat ik zeg: er moet wat gebeuren. Er werd gezegd "het moet wel vergoed", maar we regelen het niet. Dat is de achterliggende reden dat ik de motie heb ingediend. Ik vond de antwoorden op die Kamervragen niet zo goed, en die waren wel na die motie, want die motie is niet twee weken geleden ingediend.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik wacht even het antwoord van de minister af op mijn motie die ik eerder al met de heer Nijboer en anderen heb ingediend. Als dat nog niet afdoende is, steun ik wellicht de motie van de heer Nijboer.

De voorzitter:

Prima.

De heer Nijboer (PvdA):

Helemaal goed, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Oké. Dan is het woord aan mevrouw Van Tongeren. Mevrouw van Tongeren spreekt namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er geen draagvlak is voor de winning van schaliegas op Nederlands grondgebied;

overwegende dat de minister van Economische Zaken en Klimaat heeft aangegeven dat er in de Structuurvisie Ondergrond geen ruimte wordt gereserveerd voor schaliegas;

spreekt uit dat er geen plaats is voor schaliegaswinning in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren, Nijboer, Wassenberg en Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (32849).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb deze motie ingediend om na een lange periode van debat en discussie gewoon ook in de plenaire zaal, voor de Handelingen, helder vast te stellen dat er geen plaats is voor schaliegaswinning in Nederland.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat zou dus betekenen dat alles wat wij zeggen in commissiedebatten eigenlijk niet van waarde is. Daar heeft de minister namelijk een toezegging gedaan dat er geen sprake meer kan zijn van schaliegas. Ik vind dit dus wel een beetje voor de bühne van mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. Ik vind dat eerlijk gezegd een beetje jammer, want zij heeft inderdaad gestreden om te voorkomen dat we schaliegas hier zouden krijgen. Ik heb aan haar zijde gestaan. Ik vond de toezegging die de minister in het commissiedebat deed ook belangrijk. Eigenlijk haalt zij die toch een beetje onderuit door het hier opnieuw te vragen. Ik vind dat jammer. Ik wil dat toch maar even gewoon zeggen. Er wordt weleens vol dedain gesproken van "commissiedebatjes" en "AO'tjes" en dan moet het alleen maar in deze zaal om waarde te kunnen hebben. Ik stoor mij daaraan. Ik moest die boodschap even kwijt, voorzitter.

De voorzitter:

Dat is bij dezen gedaan. Ik heb ook niet direct een vraag gehoord. Mevrouw Van Tongeren, reageert u eerst, en daarna meneer Jetten.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Je kunt dat van twee kanten bekijken. Het had ook kunnen zijn dat mevrouw Mulder dit had omarmd en had gezegd: we hebben zij aan zij hiervoor gestreden. Heel veel gemeentes en provincies hebben dat gedaan. Laten we ons in zo'n groot en belangrijk dossier niet beperken tot een korte toezegging van de minister in een AO, maar laten we dat Kamerbreed onderstrepen. Van die kant kun je het ook zien. Vind je het chic om iemand wat te gunnen of vind je dat dat in dit geval niet kan? Dat gaat we bij de stemming zien.

De heer Jetten (D66):

Ik dacht dat de interruptie niet meer nodig zou zijn, maar ik vond dit toch een beetje een flauwe uitlokking. Want dit is niet gunnen. Ik denk dat voor mijn tijd in deze Kamer, waar mevrouw Van Tongeren zelf bij was, mevrouw Agnes Mulder, mevrouw Van Veldhoven, heel veel fracties, zich hebben ingezet in die strijd tegen schaliegas. Juist door deze motie in te dienen wordt het weer politiek gemaakt, terwijl het in de commissievergadering apolitiek is gemaakt doordat de minister een heel heldere toezegging heeft gedaan. Dus ook bij mijn fractie leefde wel de vraag waarom we deze motie nu nog moeten indienen, terwijl we vorige week — of was het twee weken geleden? — eindelijk zo'n mooie conclusie met elkaar hebben kunnen trekken.

De voorzitter:

Oké, dan laat ik mevrouw Van Tongeren hierop reageren. En daarna wellicht nog mevrouw Mulder.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Die reactie kwam op een vraag van GroenLinks of het wel of niet in de structuurvisie zou komen. Daar heeft de minister toen een helder antwoord op gegeven. Ik heb aan alle commissieleden aangeboden om deze motie mede te ondertekenen. Een aantal commissieleden heeft daarvoor gekozen, dus het had een apolitiek statement kunnen zijn van de hele commissie. Daar hebben bepaalde Kamerleden niet voor gekozen. Dat is hun goed recht, maar het is niet zo dat GroenLinks die in haar eentje heeft ingediend om eens even te laten zien hoe belangrijk GroenLinks op dit dossier geweest is. Dat is niet het geval.

De voorzitter:

Oké. Mevrouw Mulder wil toch weer even reageren. Ik wil haar vragen om het kort te houden, want we hebben het nu al een hele tijd over één motie.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat had ik graag willen voorkomen. Het is jammer dat ze deze richting kiest.

De voorzitter:

Ik stel toch voor dat we nu verdergaan. Heeft u nog meer moties, mevrouw Van Tongeren?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, ik hoop dat we daar minder discussie en misschien Kamerbrede instemming over krijgen. Je weet maar nooit.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Hardenberg nu meer gas gewonnen mag worden dan in eerder goedgekeurde winningsplannen stond;

constaterende dat eerder aangekondigde boetes niet worden opgelegd omdat er inmiddels een aangepast winningsplan is goedgekeurd;

verzoekt de regering aangepaste winningsplannen niet goed te keuren als de oude zijn overschreden;

verzoekt de regering in kaart te brengen hoe vaak gaswinningsplannen zijn overschreden en vervolgens met een aangepast winningsplan in overeenstemming gebracht zijn met de vergunning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Tongeren, Beckerman, Nijboer en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (32849).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter, dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er op dit moment diverse activiteiten met risico op vervuiling in de ondergrond van Overijssel plaatsvinden, zoals zoutwinning en de injectie van afvalwater;

overwegende dat het niet zeker is dat de bedrijven die vervuiling gaan opruimen en dat er dan kans is op schade in de toekomst als gevolg van die vervuiling;

overwegende dat zeker moet worden gesteld dat deze schade wordt gecompenseerd;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe bedrijven met risicovolle activiteiten eventuele toekomstige schade kunnen gaan vergoeden, bijvoorbeeld via een schadefonds of via een verzekering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (32849).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Tongeren. De volgende spreker is meneer Jetten, die namens de fractie van D66 spreekt. Aan u het woord, meneer Jetten!

De heer Jetten (D66):

Dank u wel, voorzitter. Collega Van Eijs heeft mij waargenomen bij het AO. Ik heb één motie namens D66, over de zoutwinning in Twente.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in 2018 lekkages hebben plaatsgevonden bij de zoutwinning van AkzoNobel in Twente door het gebruik van oude pijpleidingen, ondanks de belofte dat dit niet meer zou gebeuren;

constaterende dat als gevolg van het aantal lekkages de afgelopen jaren AkzoNobel in opdracht van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is gestart met het herzien van de risicobeoordeling waarop de inspectiefrequentie is gebaseerd;

verzoekt de regering om middels het SodM het verscherpte toezicht op AkzoNobel te evalueren en te adviseren of in de mijnbouwregelgeving de wijze waarop bedrijven transportleidingen monitoren voldoende is geborgd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jetten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (32849).

De heer Jetten (D66):

Dit is een wat technische motie — daarom struikelde ik af en toe wat over de woorden — maar deze is wel van belang voor het vertrouwen van mensen die wonen in de omgeving van zoutwinning.

Ik heb nog twee andere korte punten, voorzitter. Ik ben blij met de brief die we op 9 maart van de minister hebben gekregen over de opvolging van moties en toezeggingen inzake Groningen. Die brief heeft wel bij een aantal bewoners tot vragen geleid. Een vraag wil ik doorgeleiden naar de minister. Het gaat om mensen die wonen rond de opslag bij Langelo en die op dit moment niet meer weten waar zij terecht moeten met schades die in het verleden zijn geconstateerd. Wellicht kan de minister vanavond in dit debat of op een later moment helderheid verschaffen over waar de oude schadegevallen bij Langelo terechtkunnen.

Mijn tweede punt betreft schaliegas. D66, mijn voorganger Stientje van Veldhoven, heeft zich net als mevrouw Van Tongeren, mevrouw Agnes Mulder en anderen in deze Kamer langere tijd ingezet om de winning van schaliegas in Nederland te voorkomen. De fractie van D66 is heel erg blij dat de minister dat nu kraakhelder heeft toegezegd. Volgens mij is dat ook een gevoel dat hier breed in de Kamer leeft. Ongeacht hoe we dat vanavond met of zonder een motie afronden, is mijn conclusie: geen schaliegas in Nederland; daar moeten we allemaal blij van worden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Jetten. Mevrouw Dik-Faber heeft zich afgemeld voor dit VAO. Dan is nu het woord aan mevrouw Agnes Mulder, die spreekt namens de fractie van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Ik zal direct overgaan naar de moties en dan nog wat opmerkingen maken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er onrust is over de gaswinning in Hardenberg;

verzoekt de regering voordat eventueel wordt overgegaan naar verlenging van de gaswinning in Hardenberg, te komen met een landelijk schadeprotocol voor mijnbouw, evenals een gedragen nulmeting voor woningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124 (32849).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er lang na de beëindiging van de mijnbouwactiviteiten in Limburg nog steeds schade optreedt bij inwoners;

constaterende dat hierdoor de veiligheid van omwonenden van mijnbouwactiviteiten in het geding is;

overwegende dat voor inwoners die nu of in de toekomst met mijnbouwschade in aanraking komen de rechtszekerheid in het geding is wanneer bij verzoek tot schadevergoeding een beroep wordt gedaan op verjaring;

van mening zijnde dat mijnbouwschade altijd vergoed zou moeten worden, ook na een periode van 30 jaar;

verzoekt de regering om er zorg voor te dragen bij zaakschade als gevolg van mijnbouwactiviteiten die optreedt bij natuurlijke personen, op hun verzoek ook een schadevergoeding toe te kennen ten laste van het Waarborgfonds mijnbouwschade indien deze rechtsvordering tot vergoeding van schade met een beroep op de wet verjaard is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder, Jetten en Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (32849).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We hebben het in het debat met de minister uitgebreid gehad over de gaswinning in Groningen en de problemen die we daarmee kennen. Begin februari zijn er ook weer een aantal aardbevingen geweest. De vraag is of er door het Staatstoezicht een aanvullende rapportage is aangeleverd en, zo ja, of die tot extra maatregelen heeft geleid. Ik heb die vraag gesteld tijdens het AO. Het zou binnen twee weken na het AO bekend zijn, zei de minister toen. Ik ben benieuwd of daar meer duidelijkheid over is en of daar meer maatregelen voor moeten worden genomen.

Ik ben ook blij met de kraakheldere toezegging die de minister heeft gedaan over schaliegas. Het is mooi dat we ons daar geen zorgen meer over hoeven te maken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Mulder. Resumerend: er zijn negen moties ingediend en drie vragen gesteld. Ik kijk even naar de minister hoeveel tijd hij nodig heeft om zich voor te bereiden. Dat blijkt vijf minuten te zijn.

De vergadering wordt van 18.27 uur tot 18.35 uur geschorst.

De voorzitter:

De minister is er klaar voor. Ik geef het woord aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. Gaat uw gang, meneer de minister.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Er zijn negen moties. En daar hebben we nog een vraag aan toegevoegd, zo heb ik begrepen. Op zich is het een grappig dossier. Heel kort geleden hebben we in het mijnbouwdossier alle kaders herijkt. Dat is breed in de Kamer omarmd. Toch vinden we elkaar aan een stuk door in discussies over specifieke gevallen waarbij mij wordt gevraagd om van de kaders af te wijken. Dat is vanuit deze positie markant.

Ik ga de moties langs. De motie op stuk nr. 117 van mevrouw Beckerman en de heer Wassenberg gaat over het opheffen van de verjaringstermijn. Daar is een verandering van het Burgerlijk Wetboek voor nodig. Mijnbouwschade heeft de langste verjaringstermijn van het hele Burgerlijk Wetboek. Er is op dit moment ten aanzien van verjaarde zaken iets onder de rechter. Het is niet uitgesloten dat de rechter niet alleen over de casus maar ook over het feit van de verjaringstermijn zelf een uitspraak doet. Ja, dat kan. Dat is eerder gebeurd, ook in gevallen met verjaringstermijnen. Ik wil dat afwachten, om te zien of er een aanleiding is om dit te herijken. Ik neem dat niet licht, want het Burgerlijk Wetboek is niet lichtzinnig tot stand gekomen. Echter, de motie van mevrouw Beckerman roept tegelijkertijd op tot een omgekeerde bewijslast. Dat gaat me ten aanzien van de niet-Groningse problematiek een slag te ver. Om die reden ontraad ik deze motie. Zonder dat punt van de omgekeerde bewijslast had ik aan mevrouw Beckerman gevraagd om de motie aan te houden tot na de rechtszaak, zodat we er daarna een discussie over kunnen voeren. Zij schudt helaas nee.

De motie op stuk nr. 118 van mevrouw Beckerman c.s. wil de complexe schades onder het loket laten vallen. Dat zou ik zeker niet doen. Het nieuwe loket kan dat vooralsnog niet aan. Dat moet nog helemaal worden gestart. Ik ga er deze week weer heen. Iets wat we in een jaar moeten doen, doen we in zes weken. Ik denk zelfs dat mensen met een complexe schade nu echt even het momentum van het ruimhartige aanbod van de NAM moeten grijpen. De NAM heeft, zo heb ik ook in mijn brief toegelicht, echt een aanbod gedaan waarvan ik denk: nou, dat is ruimhartig! Ik zou dit de mensen met een complexe schade echt willen presenteren als een kans. Ik ontraad deze motie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Als ik de motie nou zo aanpas dat mensen de keuze krijgen om onder het nieuwe protocol te vallen? Dan heb je minder gevallen. En als mensen alsnog niet kunnen leven met dat aanbod van de NAM, dan hebben ze nog de keuze om het zonder de NAM te doen. Zou het u helpen als ik de motie op die manier aanpas?

Minister Wiebes:

Ik durf echt niet te garanderen dat het loket dat aankan. Ik moet daar heel voorzichtig in zijn. Ik durf dat nu gewoon niet aan. In de toekomst gaat alles bij de NAM weg. Dan moeten we het op eigen benen doen. Maar ik kan dit het tere en nog jonge loket niet aandoen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Maar als u ervan uitgaat dat de NAM die mensen een goed aanbod doet, dan houd je niet heel veel mensen meer over die dat nieuwe loket belasten. Dus als u ervan uitgaat dat de NAM een goed aanbod doet en ik de motie zo aanpas dat het simpelweg om een keuze gaat, en als u uw eigen bewering volgt en de NAM gelooft, dan loopt het nieuwe loket niet over, dan gaat het echt om een klein aantal mensen die het niet eens zijn met het NAM-besluit.

Minister Wiebes:

Zoals ik in de Kamer heb gezegd en ook in de brief heb aangegeven, geven we de NAM de gelegenheid om dit te doen. Daarna kijken we hoe dat gelukt is. Ik ga dit echt niet tussendoor doen. Het loket moet nog geopend worden, en ik houd mijn hart vast. Dat gaat heel hard aan het werk.

De voorzitter:

De motie van meneer Nijboer c.s.

Minister Wiebes:

Ik kom op de motie van de heer Nijboer c.s. op stuk nr. 119. De nieuwbouwregeling, waar meneer Nijboer bezorgd over is, is net herijkt in overleg met de regio. Vele bouwers hebben laten zien dat ze het met die regeling ook kunnen. In die zin kan ik zeggen: de motie is al uitgevoerd. Maar dat zou een beetje flauw zijn. Ik wil niet de indruk wekken dat ik een net herijkte regeling, die in mijn ogen passend is herijkt in overleg met de regio, opnieuw ga herijken. Ik ontraad deze motie dus, alhoewel ik haar uitgevoerd acht. Hoe vind je die figuur?

De voorzitter:

Daar neemt meneer Nijboer van de PvdA nog geen genoegen mee.

De heer Nijboer (PvdA):

Nee. Het probleem is een ander. Die procedures en die herijking, dat is helemaal mijn punt in de motie niet. Dat wil ik helemaal niet aanvallen. En als de regio daarachter staat, dan is dat mooi. Maar dan zijn we weer in Loppersum of ben ik, zoals aanstaande vrijdag, in Bedum, en dan blijken de bouwers daar een probleem te hebben dat niet wordt opgelost. Daar ziet deze motie op. Ik heb daar Kamervragen over gesteld, zoals ik net ook zei in antwoord op mevrouw Mulder. Dan kunnen we wel zeggen dat we weer een protocol hebben dat werkt, maar dan kom je in Bedum en zie je daar twee projecten die gewoon niet van de grond komen. Ik wil wel uitspreken dat dit opgelost moet worden. De motie roept er niet toe op om alles weer te herijken en andere afspraken te maken. De motie zegt: zorg dat het geregeld wordt.

Minister Wiebes:

Ja, maar ik meen dus dat het geregeld ís. Zoals één zwaluw nog geen zomer maakt, maakt één klagende bouwer nog geen slechte regeling. De woorden "fatsoenlijk" en "snel" passen wat mij betreft bij de regeling die net herijkt is. Ik zou niet weten welke actie van mijn kant zou kunnen worden toegevoegd om daar nog meer uitvoering aan te geven.

De heer Nijboer (PvdA):

Het zijn niet alleen bouwers maar ook gemeentes die daar wat van vinden, en het zijn er vele. Het is dus niet één zwaluw die kraait.

De voorzitter:

Ik vrees dat u niet tot elkaar gaat komen. Ik kijk de minister nog even aan.

Minister Wiebes:

Ik vrees het ook niet.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Mulder ook staan. Ik wil eigenlijk een beetje terughoudend zijn, maar als mevrouw Mulder haar vraag heel kort kan stellen, sta ik die toch even toe.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Soms herken je dit soort dingen wel. Misschien kan de regeling naar de Kamer gestuurd worden. Er komen nog een heel aantal stukken van de minister naar de Kamer. Als deze regeling daar ook bij kan zitten, kunnen we daar nog eens even goed naar kijken. Als wij dan op werkbezoek zijn in Bedum of elders en we dingen horen, kunnen we het ernaast leggen en zelf ook eens kijken hoe reëel dat is. Als er dan nog vragen over zijn, kunnen we die nog stellen tijdens een eerstvolgend debat.

Minister Wiebes:

Er gaat genoeg post over Groningen van mij naar deze Kamer, dus ik heb er geen bezwaar tegen om die regeling mee te sturen. Ik zou me zelfs kunnen voorstellen dat die op het web staat.

De voorzitter:

Dan gaan we verder met de volgende motie, de motie-Van Tongeren c.s. op stuk nr. 120. O, dat is een "spreekt uit"-motie.

Minister Wiebes:

Dat is inderdaad een "spreekt uit"-motie. Daar ga ik dus ook geen advies over geven. Maar het is wel een beetje … Ik ga niet flauw doen, maar het heeft in het regeerakkoord gestaan en het is besproken in het AO. Het is een beetje alsof mevrouw Van Tongeren zichzelf nu voor de derde keer dezelfde bos bloemen laat aanbieden. Ze zijn inmiddels verwelkt. Goed, er is genoeg over gezegd door de collega's.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 121.

Minister Wiebes:

De motie-Van Tongeren c.s. op stuk nr. 121 bevat twee verzoeken, waarvan ik het eerste problematischer vind dan het tweede. Het eerste is: verzoekt de regering aangepaste winningsplannen goed te keuren als de oude niet zijn overtreden. Dat is een beetje "one strike and you're out": één keer een gele kaart betekent einde voetbalcarrière. Dat moeten we echt niet doen op deze manier. Het in kaart laten brengen is een toezegging die ik al heb gedaan. Vanuit die optiek ontraad ik deze motie.

Mevrouw Van Tongeren vraagt in de motie op stuk nr. 122 om een onderzoek naar een schadefonds voor de Twentse ondergrond. De wet is hierover heel helder. Het bedrijf dient gewoon te allen tijde de schade te vergoeden. Mocht het bedrijf er op een of andere manier niet meer zijn, of failliet gaan, dan is er een waarborgfonds. Dit is dus problematiek die gedekt is.

De voorzitter:

Wat is dus uw advies over de motie op stuk nr. 122?

Minister Wiebes:

Die ontraad ik daarom.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik blijf toch nog even hangen bij de motie over schaliegas. De minister zegt dat in het regeerakkoord staat dat er geen schaliegaswinning in Nederland plaatsvindt, maar daar staat: geen nieuwe opsporingsvergunningen. Er zijn opsporingsvergunningen uitgegeven voor schaliegas, die in principe nog steeds bestaan en waar de regering mogelijk nog een schadeclaim op kan verwachten. Dus het regeerakkoord zegt niet hetzelfde als deze motie. Soms gunt iemand een ander iets en op andere momenten wordt er gezegd: je geeft jezelf de hele tijd een bos verwelkte bloemen. Maar als ik niet gevraagd had naar de structuurvisie, denk ik niet dat de minister uit zichzelf in het AO gezegd had: dat komt er niet in. Want het werd ook wel degelijk opgepakt als nieuws. Dus ik vind het een tikkeltje jammer dat we dit niet met z'n allen succesvol kunnen afsluiten, maar dat er gezegd wordt: Van Tongeren moet zichzelf zo nodig op de schouder kloppen.

Minister Wiebes:

Dat waren mijn woorden niet, maar ik heb die vraag destijds in het AO uit het hoofd beantwoord, omdat ik dit al meende te hebben gelezen in het regeerakkoord.

We gaan even door. De motie-Jetten op stuk nr. 123 laat ik aan het oordeel van de Kamer.

Mevrouw Mulder wil volgens haar motie op stuk nr. 124 dat er pas een wijzigingsbesluit wordt genomen zodra er een landelijk schadeprotocol is. Ik heb meerdere keren gezegd hoe ik de procedure zie ten aanzien van het landelijk schadeprotocol. De Technische Commissie Bodembeweging komt met een verhaal, maar dit wijzigingsbesluit is op 18 januari genomen, dus de motie is inmiddels niet-uitvoerbaar. Maar ik vind ook echt niet dat het een op het ander moet wachten. We hebben een regime waarlangs dit op een nette manier kan. Dat volg ik. Als de wet verandert, volgen we op dat moment de wet, maar niet nu. Die motie ontraad ik dus.

Dan is er de motie van mevrouw Mulder op stuk nr. 125. Die gaat eigenlijk ook over verjaring. Daarin staat niets over de omgekeerde bewijslast. Ik zou dus willen suggereren de motie aan te houden totdat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Dan kunnen we daarna verder zien hoe het moet, afhankelijk van de uitspraak van de rechter.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Kan de minister aangeven op welke termijn hij de uitspraak van de rechter ongeveer verwacht?

Minister Wiebes:

Uit mijn fiscale tijd weet ik dat rechters nooit doen wat ik zeg. Ik ga dat even na, want dat weet ik niet.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ben bereid de motie aan te houden, want ik denk echt dat hier een probleem zit. Dat gaat niet alleen over de mijnbouwschade in Limburg, maar in wezen ook over de vraag wat we straks doen met Groningen en alle andere vormen van mijnbouwschade. Kun je dan aanspraak maken op het waarborgfonds? Daar hebben we in Limburg inmiddels van geleerd. Als daar niet fatsoenlijk geld in wordt gestort door de partijen die de schade hebben veroorzaakt, dan kun je er als inwoner gewoon geen gebruik van maken. En dat is niet fair.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Agnes Mulder stel ik voor haar motie (32849, nr. 125) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Wiebes:

Ik heb wat haastig meegeschreven — waarvoor excuses — dus ik kijk de heer Jetten even aan of ik zijn vraag goed heb begrepen. Volgens mij heeft hij gevraagd hoe de oude gevallen, die samenhangen met het Groninger gasveld, maar behoren tot het gebied bij Norg, worden vergoed. Was dat zijn vraag? Ik zie hem een beetje bedenkelijk kijken bij mijn versie van zijn vraag.

De heer Jetten (D66):

De minister heeft dat goed verstaan, denk ik, maar even voor de extra helderheid een toelichting. Er zijn ongeveer tien tot twintig schademeldingen bij Langelo. Dat ligt inderdaad vlak bij Norg. In de periode voor het nieuwe schadeprotocol vielen die in het buitengebied. Deze mensen vragen zich nu af of de schades aan hun woning nu oude schadegevallen zijn die door de NAM moeten worden opgelost of dat zij nog steeds van het kastje naar de muur moeten.

Minister Wiebes:

Voor zover zij echt behoren bij het gebied Norg dat onderdeel uitmaakt van het systeem van het Groninger gasveld, vallen ze onder de oude gevallen, die een aanbieding van de NAM tegemoet zouden moeten kunnen zien. Dat is wat de NAM mij heeft gemeld.

De voorzitter:

Daarmee is de minister aan het einde van zijn beantwoording gekomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er zal gestemd worden over deze moties op dinsdag 20 maart, volgende week dus. Ik schors nu de vergadering tot 19.35 uur en dan gaan we verder met de wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regeling inzake de meerdaadse samenloop in strafzaken.

De vergadering wordt van 18.48 uur tot 19.35 uur geschorst.

Naar boven