9 Gevangeniswezen

Aan de orde is het VAO Gevangeniswezen (AO d.d. 23/11).

De voorzitter:

Een hartelijk welkom aan de minister voor Rechtsbescherming. Wij hebben zes deelnemers van de zijde van de Kamer, die allemaal twee minuten spreektijd hebben. De eerste spreker is de heer Van Nispen van de SP-fractie. Het woord is aan hem.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Mijn eerste motie gaat over de verloven van criminelen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het systeem van verloven bijdraagt aan een betere re-integratie van criminelen in de samenleving, maar dat ook van elk incident dat zich tijdens een verlof voordoet, geleerd moet worden om een soortgelijk incident in de toekomst te voorkomen;

verzoekt de regering periodiek onderzoek te doen naar, en lessen te trekken uit de incidentenmeldingen over de (jeugd)gevangenissen en tbs-klinieken en de Kamer daarover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Buitenweg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 709 (24587).

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik weet wel dat deze meldingen maandelijks worden gepubliceerd, maar voor mij was de ernst van de omschreven gevallen in De Telegraaf van afgelopen maandag wel nieuw. Ik vraag een rapportage van de minister over welke lessen hieruit steeds worden getrokken. Dat is de kern van de motie.

De volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat van gevangenispersoneel in heel korte tijd is gevraagd veel langer door te werken;

overwegende dat werk in de penitentiaire inrichting vaak zowel fysiek als mentaal zwaar is;

constaterende dat oudere werknemers zwaar te lijden hebben onder het werk in de penitentiaire inrichting en omscholing bij hen in dat kader niet altijd uitkomst biedt;

verzoekt de regering adequaat rekening te houden met de zwaarte van het werk van gevangenispersoneel en op basis daarvan de pensioenleeftijd voor gevangenispersoneel te verlagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 710 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het onlangs gesloten DJI-convenant staat dat de inzet van meerpersoonscellen verantwoord plaats moet vinden;

van mening dat het veelvuldig gebruik van meerpersoonscellen een verhoging van de werkdruk betekent voor het gevangenispersoneel;

verzoekt de regering in goed overleg met het gevangenispersoneel te bezien hoe de inzet van meerpersoonscelgebruik verminderd kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Buitenweg en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 711 (24587).

De heer Van Nispen (SP):

Tot slot. Ik citeer uit een e-mail van een gevangenisbewaarder. "De theorie in het convenant ziet er allemaal mooi uit, maar de praktijk is helaas anders. Het ziekteverzuim onder de piw'ers is bijna 20%. Het resultaat: de werkdruk neemt nog verder toe, de cursussen worden ingetrokken, verlof kan niet meer worden gegeven. In plaats van dat de directie iets doet om de druk te verlichten, gaan ze dubbelcellen vullen, waardoor de druk op het nog wel aanwezige personeel nog verder toeneemt. Collega's zitten met tranen in hun ogen tijdens teamvergaderingen, omdat zij niet meer weten hoe zij hun werk nog kunnen doen." Dat was het citaat. Ik wil dat de mensen op de werkvloer snel iets gaan merken van de mooie beloftes uit het convenant. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u. Het woord is aan de heer Van Oosten van de fractie van de VVD.

De heer Van Oosten (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met complimenten uit te spreken in de richting van de minister voor Rechtsbescherming. In de paar maanden dat hij minister is, is het hem gelukt om een convenant te sluiten. Een convenant, niet alleen met het gevangeniswezen, maar ook met de directie, met de ondernemingsraad en zelfs met de vakbonden, om te komen tot een solide personeelsbeleid, precies waar de heer Van Nispen over sprak. Ik kan slechts hopen dat de minister ten aanzien van de andere ambities uit het regeerakkoord een zelfde voortvarendheid tentoon zal spreiden.

Ik merk op dat er recent in de media zorgwekkende berichten opkwamen over het verlofstelsel ten aanzien van gedetineerden en ten aanzien van tbs'ers. Ik weet het niet zeker, maar de aaneenschakeling van voorbeelden waarbij het mis is gegaan, suggereert duidelijk dat hier iets niet goed gaat. Ik zie daarom graag dat de minister, bijvoorbeeld in het jaarverslag van het ministerie, de trends in kaart brengt van zogeheten piketmeldingen. Dat zijn ontsnappingen tijdens verlof, maar het kunnen ook ontsnappingen zijn als bijvoorbeeld iemand naar het ziekenhuis wordt gebracht. Dat kan dan eventueel de basis vormen voor aanpassing van het beleid, maar ik heb graag de gegevens op een rij.

Tot slot, voorzitter, ik rond af. Een van mijn persoonlijke grootste ergernissen als wij het hebben over het gevangeniswezen is het binnensmokkelen van goederen. Dat is een aanhoudende plaag en in potentie levensgevaarlijk. Op 1 januari 2018 treedt als ik het goed heb de wijziging van de Politiewet in werking. Die maakt het mogelijk om inwendige controles uit te voeren. Heeft deze wet ook werking in het gevangenisregime? Met andere woorden: is dan ook inwendig onderzoek mogelijk indien daar aanleiding toe zou zijn?

Afsluitend: kunnen wij in diezelfde strijd tegen dat binnensmokkelen van goederen niet wat meer innovatieve maatregelen treffen? Ik denk dan aan security scans of aan gsm-stoorzenders, zodat de binnengesmokkelde telefoontjes niet kunnen worden misbruikt, of aan technologie om de criminele inzet van drones tegen te gaan. Kan de minister toezeggen dat hij dit in kaart brengt?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Buitenweg van GroenLinks.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Tijdens het algemeen overleg Gevangeniswezen hebben wij veel gesproken over de toeleiding van gevangenen naar de beveiligde ggz. Het feit dat er heel vaak onvoldoende bedden waren, baarde ons zorgen. Dat er onvoldoende bedden zijn, komt doordat in de onderhandelingen tussen de zorgverzekeraars en de ggz-instellingen er vaak onvoldoende bedden beschikbaar worden gesteld. Vanaf 2019 is er een veldnorm, maar voor 2018 lijken er toch nog onvoldoende plekken te zijn. Dat moet anders. Vandaar de motie die ik samen met de heer Van Nispen heb opgesteld.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een aantal gedetineerden met dusdanig ernstige psychosociale problematiek kampt dat opname in een ggz-instelling na detentie gerechtvaardigd is, maar dat het regelmatig ontbreekt aan geschikte opvangvoorzieningen of tijdige toeleiding naar een ggz-plaatsing;

overwegende dat gewerkt wordt aan een veldnorm vanaf 2019;

verzoekt de regering om maatregelen voor te stellen hoe de overdracht vanuit detentie aan ggz-instellingen in 2018 kan worden verbeterd en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Buitenweg en Van Nispen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 712 (24587).

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik hoor graag van de minister hoe hij dat nou ziet in 2018. Ik hoor ook graag of hij echt denkt dat die veldnorm in 2019 in werking zal treden, want ik heb van verschillende bronnen gehoord dat het misschien toch weer later wordt. Dat is natuurlijk zorgelijk, omdat wij allemaal willen dat mensen die uit de gevangenis zijn en die met zulke grote problemen kampen, op een goede plek zijn waar zij geholpen worden, waardoor de samenleving ook weer veiliger is. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan mevrouw Van Toorenburg van de fractie van het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dank, voorzitter. Allereerst een vraag naar aanleiding van het verzoek van de heer Van Oosten over de mogelijkheid om telefoons te verstoren. Mij is altijd verteld dat dat niet kan, omdat dan de alarmsystemen in de gevangenis het niet meer doen. Wil de minister daar vooral naar kijken? Het moet er niet onveiliger op worden voor het personeel.

Ook wij hebben twee moties. Die gaan over het verlofsysteem, zowel in het gevangeniswezen als bij de tbs. Ik begrijp best dat er nog allerlei onderzoeken lopen en dat er nog van alles gebeurt, maar ik wil toch twee accenten zetten, zowel bij het gevangeniswezen omdat ik daar zie dat de detentiefasering wellicht consequenties heeft gehad voor de manier waarop het nu gaat, als bij de tbs met betrekking tot de druk op de doorlooptijden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de doorlooptijd in tbs-instellingen de afgelopen jaren onder druk is komen te staan;

constaterende dat tbs-klinieken van de overheid boetes krijgen als ze patiënten niet op tijd met proefverlof sturen en niet binnen acht jaar klaar zijn met de behandeling;

overwegende dat er nog altijd veel incidenten plaatsvinden met betrekking tot verlof bij tbs-patiënten;

verzoekt de regering te onderzoeken of het verlofsysteem bij tbs-klinieken nog naar behoren functioneert en of het verkorten van de doorlooptijden bijdraagt aan meer incidenten bij verlof,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 713 (24587).

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dan de volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de praktijk de detentiefasering wordt vormgegeven op een manier waarbij gedetineerden bij elkaar worden geplaatst met een individueel verlofregime;

overwegende dat er bij begeleid en onbegeleid verlof van gedetineerden nog vaak sprake is van incidenten zoals (pogingen tot) ontsnapping;

overwegende dat de Kamer en samenleving bij dergelijke incidenten niet standaard worden geïnformeerd;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de huidige werking van het verlofsysteem in het gevangeniswezen en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan hoe er wordt omgegaan met piketmeldingen en de huidige praktijk van detentiefasering,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 714 (24587).

Dank u wel. De heer Groothuizen van D66 ziet af van zijn spreektijd. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Markuszower van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Afgelopen week berichtte Jorn Jonker van De Telegraaf dat veroordeelde misdadigers de dienst uitmaken in de gevangenissen en in tbs-klinieken. Bewakers worden met hun eigen kleren gewurgd; criminelen mogen van de minister heel vaak met verlof en tijdens dat verlof ontsnappen zij te vaak en plegen zij nota bene weer een misdaad.

Criminelen horen natuurlijk in de cel, zo vindt ook 95% van de lezers van die grootste krant van Nederland. Maar wat doet dit ministerie eraan? Dat ministerie zwijgt in alle toonaarden. Het schuift de ellende en de genoemde feiten onder een heel dik CDA- en VVD-tapijt. Bijna geen enkele partij wilde hierover debatteren deze week. Vandaag ook niet. Zij laten dus de minister wegkomen met het verhullen van de waarheid. Die waarheid is dat Nederland niet veilig is als criminelen in de cel of tbs-kliniek belanden, want al die engerds gaan op verlof, en heel vaak ook. Vaak ontsnappen zij. Er gluren honderden gevaarlijke criminelen, waaronder verkrachters en moordenaars, langs de schoolpleinen. Ze staan langs de fietsroutes en lopen in de supermarkten. Wat een schande. Het is vooral schandalig dat de coalitiepartijen en de Kamerleden dit hier allemaal maar toestaan.

Naar aanleiding van het AO Gevangeniswezen van vorige maand dien ik graag twee moties is. Gevangenissen in Nederland zijn te luxe en bovendien nu een broedplaats van de islam. Dat moet natuurlijk anders. Daarom de volgende twee moties, waarvan de eerste mede is ingediend namens mevrouw Agema en de tweede mede wordt ingediend namens de heren De Graaf en Wilders, allen PVV-Kamerleden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de gevangenissen in Nederland veel te luxe zijn en daardoor ook te kostbaar;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk alle airconditioning uit gevangeniscellen te halen en in verpleeghuizen te installeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Markuszower en Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 715 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er gevangenissen zijn waar islamitische gebedsruimtes zijn, de koran gelezen kan worden en halal eten de standaard is;

van mening dat gevangenissen bij uitstek plaatsen zijn waar de-islamisering de norm moet zijn in plaats van een plek waar de islamisering wordt gefaciliteerd;

verzoekt de regering te stoppen met het faciliteren van de islam in gevangenissen door islamitische gebedsruimtes te sluiten, de koran te verbieden, imams te weren en geen halalvoedsel meer te serveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Markuszower, De Graaf en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 716 (24587).

Dank u wel. De heer Markuszower is de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Ik schors enkele minuten voor de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Dekker:

Voorzitter, dank u wel. Dank ook voor de inbreng van de Kamerleden. Laat ik beginnen met de heer Van Nispen te bedanken voor het feit dat hij mij deze week schriftelijk vragen heeft gesteld. Dat stelde mij vandaag in staat om het beeld dat maandag in de krant werd geschetst toch wel enigszins te nuanceren. Dat ging over verlof en onttrekkingen. Als je vraagt naar piketmeldingen van de afgelopen drie jaar, je daar de ergste gevallen uitpakt, je die onder elkaar zet en zegt: "jongens, jongens, kijk eens hoe erg het is", begrijp ik best dat daar een vervelend beeld uit ontstaat. Als je ziet hoeveel verlofbewegingen er in Nederland zijn en het aantal onttrekkingen waar we het uiteindelijk over hebben, dan plaatst dat het wel in een context. Dat betekent niet dat die onttrekkingen daarmee goed zijn of dat er in sommige gevallen niet wat fout gaat. Ik hoop dat u daar in ieder geval ook kennis van heeft kunnen nemen.

De heer Markuszower (PVV):

Ik verzoek de minister toch om misschien een keer te debatteren over dat artikel en ook over het antwoord op de vragen. U noemt dat een nuancering, maar ik vraag wat die nuancering is. Uit mijn hoofd, maar ik heb het niet helemaal paraat, schrijft de minister in de antwoorden dat het niet aan de orde is, al die incidenten. En dan schrijft de minister zelf dat er 391 incidenten zijn geweest. Dat is dus meer dan elke dag één, want er zijn maar 365 dagen in het jaar. 391 vind ik dus wel "aan de orde". Al die verlofbewegingen komen dus doordat er zoveel verlofbewegingen zijn. De vraag is natuurlijk hoeveel mensen er met verlof gaan. Dan is het percentage waarbij het fout gaat veel groter. Het derde probleem uit het artikel was dat er werd gezwegen. Het ministerie verzwijgt dat er dingen fout gaan tijdens het verlof. Het verzwijgt dat, als er misdaden worden gepleegd, de dader op verlof was of ontsnapt was tijdens verlof. Kunt u dus nog iets nader ingaan op de nuance?

Minister Dekker:

Ik heb dat uitgebreid gedaan in de schriftelijke beantwoording. Ook als het gaat om de inbreng van de heer Markuszower past wel weer enige nuancering. Als je het namelijk hebt over 30.000 tot 40.000 verlofbewegingen per jaar en over bijvoorbeeld 391 onttrekkingen in 2016, dan moet je ook even kijken wat een onttrekking precies is. In sommige gevallen is dat heel vervelend. Dat is als iemand echt misbruik heeft gemaakt van zijn verlof, niet terugkeert en we daar de politie op af moeten sturen. Dat is heel vervelend. Dan blijkt dat iemand nog niet klaar is om terug de samenleving in te gaan. Dan wordt er ook een extra sanctionerende maatregel genomen. Maar een onttrekking betekent soms ook dat iemand te laat terugkeert. Dat is ook niet goed, maar dat is in dat opzicht minder ernstig. Daar kun je ook weer een maatregel bij nemen.

Als we nu met zijn allen vaststellen dat het hele stelsel van verloven erbij hoort als iemand op een gegeven moment aan het einde van zijn straf komt en weer moet wennen aan hoe het is om terug te gaan de samenleving in, en dat daarbij ook hoort dat je je houdt aan afspraken, en dat als je die afspraak niet nakomt er vervolgens een sanctie wordt toegepast — dat gebeurt in dit soort gevallen ook — dan vind ik op het totaal van 30.000 tot 40.000 verlofbewegingen per jaar ... Ik wil niet goedpraten dat het hier en daar een keer fout gaat, maar de context is wel dat er heel veel mensen in Nederland een straf uitzitten en dat ook heel veel van die mensen een keer moeten terugkeren. Dan is het beter om te kijken of dat langzamerhand kan aan de hand van een stelsel van verlof, dan dat je ze zonder verlof terug laat komen, want dan wil ik ook niet weten wat er gebeurt.

De voorzitter:

Prima. Kunnen we naar de moties?

Minister Dekker:

Ja. Dat is misschien ook een goede opmaat naar de moties. Ik kan ze natuurlijk stuk voor stuk aflopen, maar misschien mag ik beginnen met de moties van mevrouw Van Toorenburg. Die vragen namelijk om onderzoek naar hoe het nou zit met die verlofregelingen. Dat zijn de moties op de stukken nrs. 713 en 714. Zij stelt vragen over het tbs-stelsel. Daarbij hebben we het jaarlijks over zo'n 40.000 verlofbewegingen, waarbij in het afgelopen jaar 32 keer sprake was van iemand die niet op tijd was teruggekeerd. 26 maal is de maatregel van één jaar geen verlof opgelegd, waarbij in twaalf zaken sprake was van een strafbaar feit.

Kijk, ik vind dat wij van al dit soort gevallen ook weer moeten leren. Ik loop niet weg voor dingen die fout gaan, maar we moeten ook niet de illusie hebben dat in een gevangeniswezen waarin zo veel mensen vastzitten, alles foutloos is. Wel vind ik het van belang dat systemen en dus ook het verlofsysteem met hun tijd meegaan. Dat betekent dat eens in de zoveel tijd eens wordt bezien of alles nog functioneert.

Als ik uw motie nou zo mag opvatten dat we dat gaan doen, ben ik bereid om te kijken of we aan de wens van de Kamer tegemoet kunnen komen op een manier zonder dat we weer een enorm omvangrijk onderzoek starten. Wellicht is het dan goed om aan te sluiten bij het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat is aangekondigd naar aanleiding van de zaak in Den Dolder. Die heeft gezegd: wij willen eens kijken naar dat stelsel van verlofsystemen. Wellicht mag ik dan vragen of zij bereid zijn om deze vraag van mevrouw Van Toorenburg daarin mee te nemen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Prima, voorzitter. Als daarin dan ook de doorlooptijden in de tbs expliciet aandacht kunnen krijgen, kan ik de motie aanhouden.

Minister Dekker:

Ik ga dat verzoeken. De Onderzoeksraad voor Veiligheid is natuurlijk zelfstandig in het bepalen van zijn onderzoeksvragen, maar als zij dat doen, kunnen we daar wellicht in één keer, in zijn totaliteit naar laten kijken. Mocht dat niet het geval zijn dan kom ik bij u terug. Dan kunt u zien of we dat op een andere manier willen doen.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Toorenburg stel ik voor haar motie (24587, nr. 713) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Dekker:

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 714. Die vraagt eigenlijk ook om een onderzoek naar het verlofsysteem, maar dan in het gevangeniswezen. Ik ga even niet op de cijfers in, omdat die ook al in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer Van Nispen staan. Wellicht mag ik ook die vraag daar neerleggen. Dan zijn er nog twee andere dingen in deze motie. Het ene gaat over de detentiefasering. Volgens mij hechten u en ik daar allebei heel erg aan, maar er zit ook een expliciete opdracht in het regeerakkoord om daarmee door te gaan. We kunnen daar dus onderzoek naar doen, maar ik kan u ook toezeggen dat ik daar gewoon op terugkom. Ik ga dat meenemen in mijn visie op het gevangeniswezen die u in het voorjaar krijgt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, terecht geeft de minister aan dat daar een passage over is opgenomen in het regeerakkoord. Waar het in essentie op neerkomt, is dat ik me afvraag of het feit dat de detentiefasering is vormgegeven door iedereen door elkaar heen te zetten nou invloed heeft gehad op het aantal incidenten, waar ze voorheen helemaal in een cultuur zaten van voorbereiding op de samenleving. Als de minister dat aspect mee kan nemen, kan ik ook deze motie aanhouden. Want voorzitter, u wilt niet de hele nacht stemmen.

De voorzitter:

Ik ben daar altijd toe bereid.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Toorenburg stel ik voor haar motie (24587, nr. 714) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Dekker:

Ik ga dat in ieder geval voorleggen en ik kom daarop bij u terug.

Dat hoop ik ook te doen in de richting van de heer Van Nispen. Hij vroeg wat er nu wordt geleerd van hoe het gaat met de verloven, van de dingen die goed gaan en de dingen die niet goed gaan. Aan de ene kant gebeurt dat voortdurend. Ik zou met terugkijken ook niet willen wachten tot het einde van het jaar. Ik wil eigenlijk dat steeds als er wat gebeurt, een instelling daarvan leert. Daarmee gaan we er dan wat fundamenteler kijken of in ieder geval de OVV vragen om daarnaar te kijken. Wellicht is daarmee ook aan uw verzoek voldaan.

De heer Van Nispen (SP):

Nog niet helemaal. Als de minister zegt dat je van fouten moet leren, kan ik het daar natuurlijk alleen maar mee eens zijn. Maar in het artikel in De Telegraaf las ik dusdanige nieuwe dingen en ook schokkende incidenten, dat ik denk dat de brieven die wij van de minister krijgen, niet op dit soort incidenten ingaan. Bijvoorbeeld: iemand die ongeoorloofd belt met een mobiele telefoon in een inrichting, die de volgende dag gewoon op verlof mag en met een klaarstaande auto vlucht. Ik wil dus eigenlijk in de komende rapportages periodiek bericht krijgen van het aantal onttrekkingen in de afgelopen periode. Daarom deze motie. Dat krijgen we tot nu toe wel van de minister, maar ik wil daar dus wat meer inkleuring in en, wat concreter: welke lessen zijn daaruit getrokken en hoe gaan we daarmee verder?

Minister Dekker:

Ik wil ervoor oppassen dat we elkaar gaan bedelven onder een pak papier. Ik ben het met u eens: er gaan veel dingen goed, maar als er iets niet goed gaat, moeten we daarvan leren en moeten we daar niet geheimzinnig over doen. In een grote organisatie als het gevangeniswezen gaat vast weleens wat mis. Dan vind ik het belangrijk dat op locatie, bij de instelling, met het team gekeken wordt wat er niet goed ging en hoe daarvan geleerd kan worden. Als u daar wat meer van wilt weten, dan begrijp ik dat ook wel. Maar ik zoek naar een manier waarop we dat kunnen doen, zonder dat we daar enorme jaarlijkse rapportages over opstellen. Want dan zijn de mensen met heel veel dingen bezig, maar niet met het binnenhouden van gevangenen, en daar hebben we ze hard voor nodig. Als ik nou eens vraag aan DJI om in het eerstvolgende jaarverslag aan dit thema aandacht te besteden? Dan kijken we allebei of dat bevalt en, zo ja, dan kan het misschien een terugkerend element worden in het jaarverslag. En als u dan nog wilt dat er een aparte brief komt, dan moet u dat dan maar inbrengen. Wellicht kunt u tot die tijd uw motie aanhouden.

De voorzitter:

Dat is een vraag aan de heer Van Nispen dus.

De heer Van Nispen (SP):

Ik zal de motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Nispen stel ik voor zijn motie (24587, nr. 709) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Dekker:

Dank u wel. Dan de motie op stuk nr. 710, die gaat over de pensioenleeftijd. Personeelsleden in een substantieel bezwarende functie, zoals piw'ers, kunnen eerder in aanmerking komen om uit de functie te treden. De SBF-regeling valt echter onder de cao voor rijksambtenaren, dus die zal in de bespreking met de bonden — waar BZK de kar trekt — op tafel liggen. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomst van de cao. Die motie ontraad ik dus.

Dan de motie op stuk nr. 711, die gaat over de meerpersoonscellen. Ik zie dat punt en daarover wordt ook gesproken met personeel en ondernemingsraden. Tegelijkertijd hecht ik ook waarde aan de mogelijkheid om tweepersoons- of meerpersoonscellen in Nederland te hebben en te houden. Ik heb al toegezegd om daar in de visie op terug te komen; dan kan dat ook beredeneerd. Eigenlijk vraagt u nu om, daarop vooruitlopend, te kijken of we dat kunnen afbouwen. Daar ben ik geen voorstander van en daarom ontraad ik de motie.

Er zijn een aantal vragen gesteld door de heer Van Oosten. Ik denk dat ik een deel daarvan heb kunnen wegnemen. De heer Van Oosten had het ook over piketmeldingen en incidenten op verlof. Daar gaan we wat fundamenteler naar laten kijken, als de OVV dat wil meenemen. Piketmeldingen zijn breder dan dat. Soms ontstaat er een piketmelding omdat er sprake is van iemand die een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Of een piketmelding ontstaat omdat er sprake is geweest van een brandje omdat iemand zijn jas in de magnetron heeft gedaan. Ik vind het heel erg belangrijk dat de organisatie open is over dit soort piketmeldingen. Daar geheimzinnig over doen, wil ik nu juist niet. Ik vind het dus heel belangrijk dat die piketmeldingen er zijn, dat die worden gedaan en dat we die maandelijks publiceren op de website. Als daaruit blijkt dat sommige dingen echt anders lopen, bijvoorbeeld rond onttrekkingen verlof, dan heeft u een punt om over te praten. Maar zoals u heeft kunnen zien aan de antwoorden op de vragen van de heer Van Nispen, zijn die onttrekkingen, ook al gebeuren die af en toe, al jaren redelijk stabiel.

De voorzitter:

De heer Van Oosten, kort en puntig.

De heer Van Oosten (VVD):

Ja, heel kort, voorzitter. Mijn verzoek was eigenlijk meer of er trends in kaart zouden kunnen worden gebracht. Ik snap wel dat niet elke magnetronbrand gemeld moet worden richting de Tweede Kamer. Maar als we nu een trend zien ontstaan waarbij mensen zich proberen te onttrekken of anderszins, misschien pogingen tot zelfmoord in cellen, dan wil ik het wel horen op het moment dat daar een trend in zichtbaar is. Ik vond uw suggestie in de richting van de heer Van Nispen om dat mee te nemen in het jaarverslag, wel een aardige. Zou ik daar dan om mogen vragen?

Minister Dekker:

Ja, voor een deel kan dit in het jaarverslag, voor een deel brengt DJI ook ieder jaar DJI in cijfers uit. Die laten zien hoe het zit met het verloop van gevangenen, verlof, incidenten, et cetera, et cetera. Als daar dingen in zitten waarvan je zegt: dat is trend en dat gaat niet goede kant maar de verkeerde kant op, dan hebben we een aanleiding voor een debat in deze Kamer.

Voorzitter. Dan over het binnensmokkelen van goederen en over hoe het zit met de Politiewet. Is het nu zo dat recente aanpassingen van de Politiewet ook gelden voor DJI? Nee, dat is formeel niet het geval, want daar geldt de Penitentiaire beginselenwet. Overigens heeft DJI op dit moment al ruimere bevoegdheden. De bevoegdheden in de Politiewet worden in feite op het niveau van die van het gevangeniswezen gebracht.

Dan vroeg de heer Van Oosten of, als het gaat over het binnensmokkelen — waarover een wet uw kant op komt — ernaar gekeken kan worden om dat strafbaar te stellen en om na te denken over slimmere manieren, omdat je ook ziet dat in dat kat-en-muisspel, gevangenen, criminelen, steeds slimmere manieren weten te vinden. Ik vind dat heel erg zinnig. Ik kan u toezeggen dat u voor de zomer van 2018 een brief ontvangt over waar dat precies toe leidt. U zult ook zien dat een aantal van die innovatieve methoden misschien een aanpassing van wet- en regelgeving vergen als we ze ook in de praktijk willen gaan inzetten.

Dan kom ik tot slot bij de twee moties van de heer Markuszower.

De voorzitter:

We missen nog de motie op stuk nr. 712, de motie-Buitenweg/Van Nispen.

Minister Dekker:

O sorry. U heeft daar helemaal gelijk in. Dan doen we die eerst nog. Die motie gaat over de veldnorm. Ik begrijp het punt van mevrouw Buitenweg die zegt: dat is 2019, maar wat ga je al doen in 2018? Ik zou deze motie willen overnemen, maar ik wil wel de verwachtingen wat temperen. We zullen natuurlijk niet lopende dit jaar al direct alles geregeld hebben. In 2019 willen we over de veldnorm graag goede afspraken maken, maar als opmaat daarnaartoe kan ik u wel een doorkijkje geven in waar we mee bezig zijn.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Begrijp ik dan goed van de minister dat hij nog bij ons terugkomt om te vertellen wat er in 2018 gebeurt en of dat inderdaad enigszins tegemoetkomt aan de nood die er is aan die beveiligde bedden?

Minister Dekker:

Dat is wat u hier vraagt. Volgens mij had ik de motie al overgenomen, voorzitter.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Hartelijk dank, minister.

Minister Dekker:

Ik ga dat doen en ik zal daar niet al te veel tijd overheen laten gaan. Maar ik zeg er wel onmiddellijk bij dat we de tijd hebben genomen om dit in 2019 te doen. Dat betekent dus niet dat we in 2018 het probleem hebben opgelost. Maar als je vraagt "wat ga je dan wel lopende dat jaar doen?", dan wil ik u daar best inzicht in bieden.

De voorzitter:

Bestaat er bezwaar bij de leden dat de motie wordt overgenomen? Dat is niet het geval.

De motie-Buitenweg/Van Nispen (24587, nr. 712) is overgenomen.

Minister Dekker:

Dan kom ik nu toch bij de motie op stuk nr. 715 van de heer Markuszower en mevrouw Agema over het verwijderen van airconditioning uit het gevangeniswezen. Ik zou de heer Markuszower willen meegeven dat er niet alleen criminelen in het gevangeniswezen zitten, maar dat er ook nog mensen werken. Een goed binnenklimaat voor iedereen lijkt mij toch verstandiger. Daarom ontraad ik deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 716 waarin hij ertoe oproept het faciliteren van de islam in gevangenissen te stoppen. Wij kennen in Nederland nog steeds de vrijheid van godsdienst. Die geldt buiten gevangenissen, maar ook in gevangenissen. Daarom zou ik deze motie willen ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover dit debat. Vanavond stemmen wij over de moties. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven