6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Aan de orde is de regeling van werkzaamheden. 

Ik stel voor dinsdag aanstaande ook te stemmen over: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad (PbEU, L 326) (Implementatiewet richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen) (34688) en over de aangehouden motie-Kröger c.s. (21501-08, nr. 699). 

Ik stel voor het debat over de Europese top van 14 en 15 december 2017 toe te voegen aan de agenda van de Kamer en daarbij de volgende maximumspreektijden te hanteren: 

  • -VVD, PVV, CDA en D66: 10 minuten; 

  • -GroenLinks, SP en PvdA: 7 minuten; 

  • -ChristenUnie, PvdD, 50PLUS, SGP, DENK en Forum voor Democratie: 5 minuten. 

Ik deel aan de Kamer mede dat voor de begeleidingsgroep staatscommissie parlementair stelsel vier leden uit deze Kamer zijn voorgedragen, te weten de leden Özütok namens GroenLinks, Van Raak namens de SP, Dijksma namens de PvdA en Van der Staaij namens de SGP. De Voorzitter van de Eerste Kamer zal aan de Eerste Kamer mededeling doen over de twee Eerste Kamerleden die zijn voorgedragen voor deze begeleidingsgroep. Daarmee is de samenstelling van deze begeleidingsgroep vastgesteld. 

Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Den Boer tot lid in plaats van het lid Jetten en het lid Van Eijs tot lid in de bestaande vacature en tot plaatsvervangend lid de leden Bergkamp en Jetten in plaats van de leden Van Meenen en Raemakers; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Van Weyenberg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Jetten tot lid in de bestaande vacature en tot plaatsvervangend lid het lid Sneller in plaats van het lid Bouali en het lid Van Eijs in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Sneller tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Raemakers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bergkamp; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Sienot tot lid in plaats van het lid Van Eijs en het lid Paternotte tot lid in de bestaande vacature en tot plaatsvervangend lid het lid Van Eijs in plaats van het lid Van Meenen; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Den Boer tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature en het lid Jetten tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Bergkamp tot lid in plaats van het lid Pechtold en tot plaatsvervangend lid het lid Pechtold in plaats van het lid Paternotte en het lid Sneller in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Paternotte tot lid in plaats van het lid Bouali en tot plaatsvervangend lid het lid Bergkamp in plaats van het lid Van Eijs en het lid Sneller in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Den Boer tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tot plaatsvervangend lid het lid Den Boer in plaats van het lid Diertens en het lid Belhaj in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Raemakers tot lid in plaats van het lid Bouali; 

  • -in de contactgroep België het lid Bouali tot lid; 

  • -in de contactgroep Frankrijk het lid Den Boer tot lid; 

  • -in de contactgroep Verenigd Koninkrijk het lid Sienot tot lid; 

  • -in de contactgroep Duitsland het lid De Groot tot lid. 

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Van der Graaf tot lid in de bestaande vacature en het lid Dik-Faber tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Voordewind; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van der Graaf tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Segers; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van der Graaf tot lid in plaats van het lid Segers; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Bruins tot lid in de bestaande vacature en het lid Segers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bruins; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Dik-Faber tot lid in plaats van het lid Bruins en het lid Van der Graaf tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dik-Faber; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van der Graaf tot lid in plaats van het lid Voordewind en het lid Voordewind tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Segers; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Bruins tot lid in de bestaande vacature en het lid Segers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bruins; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van der Graaf tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Segers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Van der Graaf tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bruins; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Dik-Faber tot lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van de 50PLUS-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Krol tot lid in plaats van het lid Van Brenk en het lid Van Brenk tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Sazias. 

Op verzoek van het lid Popken stel ik voor haar motie op stuk nr. 102 (34550-X) opnieuw aan te houden. 

Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 34791-1; 34784-1; 34783-1. 

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 34775; 26643-416; 27926-260; 34475-XVIII-2; 31066-381; 2017Z14287; 2017Z13802; 2017Z13637; 2017Z13603; 22112-2397; 2017Z12204; 34665-3; 31239-275; 2017Z14261; 23987-194; 29477-444; 23987-193; 23987-192; 23987-191; 23987-190; 23987-189;21501-20-1259; 2017Z14709; 21501-02-1782; 31985-55; 21501-02-1784. 

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen: 32043-378; 31322-338; 29398-570; 31839-604; 29665-240; 29398-572; 34693-13; 24493-R1557-78; 31293-378. 

Ik zie u staan, meneer Omtzigt, maar u staat niet op mijn lijstje. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, u doet een voorstel, dus dan kunnen we daarop reageren voordat er besloten wordt. U doet allemaal voorstellen en ik kan daar een reactie op geven. Ik wil een reactie geven op het eerste voorstel. Dat was het voorstel om een debat te houden over de Europese top. 

De voorzitter:

Ja, de top van 14 en ... 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat lijkt mij een zeer goed voorstel, maar ik zou u willen vragen om in het Presidium een keer te bespreken of het nodig is dat dat met spreektijden van 10, 8 en 6 minuten gepaard gaat. U zit met een heel krappe agenda. 

De voorzitter:

Meneer Omtzigt, ... 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, ik doe een omgekeerd verzoek van wat ik normaal doe. De ervaring leert dat ... 

De voorzitter:

Hoe is dat mogelijk? U vraagt om minder spreektijd. Dat ik dit meemaak! 

De heer Omtzigt (CDA):

Als compensatie kan ik u nog zeggen dat er een ingelaste top is waarover we misschien een extra debat aanvragen. Maar dit heeft de afgelopen vijf keer geleid tot een enorme uitloop van de agenda, dus misschien kunt u kijken wat een redelijke termijn zou zijn. 

De voorzitter:

Als de Kamer dat wil — maar dan bedoel ik echt de meerderheid van de Kamer — dan wil ik dat met alle liefde bespreken. Maar dan moet de Kamer dat verzoek echt zelf indienen, want straks heb ik 149 verzoeken die ik in het Presidium moet bespreken. Een meerderheid moet dat ook echt willen en een voorstel daarvoor doen. 

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda het VAO RBZ/Handel, met als eerste spreker het lid Diks namens GroenLinks. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef nu mevrouw Diks het woord. 

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik zie hier staan 12 minuten, maar die zijn vast niet voor mij bedoeld, neem ik aan. 

De voorzitter:

Die zijn niet voor u bedoeld. 

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Gisteravond hadden we het AO Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Dat was ter voorbereiding van de Raad van aanstaande vrijdag. In het gesprek, in het debat dat we met de minister hebben gevoerd, waren er nog een aantal punten waarover ik graag een VAO zou willen aanvragen. Tegelijkertijd wil ik vragen of het VAO nog deze week ingepland kan worden, inclusief stemmingen, omdat vrijdag de Handelsraad is. 

De voorzitter:

Ja hoor. We zullen daar rekening mee houden. Dank u wel. 

Ik geef het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Uit onderzoek van de universiteit van Manchester blijkt dat als we in het huidige tempo kolen en gas blijven verstoken, we de limiet voor de totale uitstoot van CO2 al over negen jaar bereiken. De onderzoekers hebben vooral gekeken naar de vraag of gas een rol kan spelen als transitiebrandstof. Het antwoord daarop is heel duidelijk "nee". Dit kabinet zegt werk te willen maken van de transitie van fossiele energie naar duurzame energie. Dit is dus de eerste lakmoesproef om te zien hoe serieus de inzet van het kabinet is en dus ook om te zien of de nieuwe coalitiepartijen zo'n debat met het kabinet aandurven. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Dit is een relevant onderwerp. Een brief is prima; steun daarvoor. Voor de rest zou ik het willen betrekken bij het grote klimaatdebat dat op de lijst staat. Daarbij kan dit zeer een rol spelen. 

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Het is misschien handig dat het kabinet even laat zien waar het staat ten aanzien van het rapport. Ik wil graag een brief. Ik steun het voorstel van de heer Dijkgraaf. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Steun voor een brief. Qua bespreken lijkt mij het voorstel van de heer Dijkgraaf gepast. 

De heer Rog (CDA):

Idem. Vervolgens ook steun voor het idee van de heer Dijkgraaf. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik steun ook het verzoek om een brief, maar daarvoor is een verzoek van één lid al voldoende. Op zich zie ik ook een debat zitten, ware het niet dat we recent al hebben besloten om een debat te organiseren over de Nationale Energieverkenning. Dat is denk ik het moment om te kijken naar de fossiele trends en naar wat wel en niet kan. Ik zou het liever willen samenvoegen met dat debat. Dan zal het ook eerder plaatsvinden dan als we hier straks weer met een dertigledendebat eindigen, dat als nummer 45 op de rol komt te staan. 

De voorzitter:

U doelt op het debat over de Nationale Energieverkenning. Dat is al een meerderheidsdebat. 

De heer Baudet (FvD):

Geen steun. Wij zijn een beetje klaar met het gedram van de dierenpartij de hele tijd. 

De heer Öztürk (DENK):

Wel steun. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Goed zo. 

De heer Öztürk (DENK):

Ik denk dat ook de dierenpartij steun nodig heeft in deze Kamer. 

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, ik denk dat zowel heel veel onderzoeken, zoals de heer Wassenberg aanhaalt, als de situatie in Groningen laten zien dat het zeer urgent is dat we stoppen met gas. Dat lijkt mij geen gedram, maar een heel reële oplossing voor heel veel problemen. Dus wel steun van ons. 

De voorzitter:

Desalniettemin heeft u geen meerderheid, meneer Wassenberg. U heeft ook niet genoeg leden voor een dertigledendebat, mocht u daar een beroep op willen doen. 

Meneer Bosman, u bent net geweest. 

De heer Bosman (VVD):

Klopt, voorzitter. Maar toch even een punt van orde. Zo gaan we niet met elkaar om. Dit is een serieus verzoek over een belangrijk onderwerp. Heel veel mensen maken zich daar zorgen over. Ik vind het ongepast om dat "gedram" te noemen. Dus in ieder geval mijn excuses daarvoor. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Prima, voorzitter. Wat mij betreft kan het wel een onderwerp worden bij het debat over de Nationale Energieverkenning. 

De voorzitter:

Ja, daar kunt u het bij betrekken. Daar gaat u zelf over. Dank u wel. 

Ik ga naar de heer Kwint namens de SP. 

De heer Kwint (SP):

Dank u wel. Gisteren vond overleg plaats op het ministerie van Onderwijs tussen de kersverse minister, meneer Slob, en het PO-front, de leraren en leraressen die strijden tegen hun werkdruk en voor een beter salaris. Helaas bleven harde toezeggingen uit, dus heeft het PO-front een eisenpakket plus een ultimatum bij de minister neergelegd. Als daar voor 5 december geen gehoor aan wordt gegeven, gaat het onderwijs weer een dag plat. 

De voorzitter:

En uw verzoek is? 

De heer Kwint (SP):

Mijn verzoek is om ons te committeren aan de wens van het PO-front om ons ook politiek uit te spreken in de Kamer en zo spoedig mogelijk een debat met de minister over deze dreigende acties te organiseren. 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter. Ik zou willen voorstellen dat de minister gewoon zijn werk kan doen, dus geen steun voor dit verzoek. 

Mevrouw Becker (VVD):

Voorzitter. De VVD sluit zich daarbij aan. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter, we lijken nu ongeveer iedere dag dit ritueel te krijgen. Geen steun. 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter, wij willen deze aanvraag van harte steunen namens DENK. 

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook steun namens GroenLinks. 

De heer Beertema (PVV):

De SGP en de PVV geven geen steun vandaag, voorzitter. 

De voorzitter:

Kijk eens aan. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Wel steun. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, ik kan de inbreng van de heer Beertema bevestigen. 

De voorzitter:

Mijnheer Dijkgraaf, wilt u iets corrigeren? 

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun vanuit de ChristenUnie. 

De heer Kwint (SP):

Ik wil toch even reageren op wat de heer Van Meenen zegt. Hij zegt dat de minister gewoon zijn werk moet kunnen doen, maar volgens mij is het gewoon een onderdeel van zijn taakomschrijving dat hij ook af en toe in debat gaat met de Kamer. Ik vind dat dus niet echt een heel overtuigend argument, maar ik kan ook tellen. 

De voorzitter:

Ja? 

De heer Kwint (SP):

Ja. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Kuzu, namens DENK. 

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Maatschappijleer en burgerschap vormen een lijstje waarop Nederland in internationaal verband enorm laag scoort. Dat blijkt vandaag uit onderzoek. Nederlandse scholieren weten weinig over gelijke rechten, de democratische samenleving en vreedzaam samenleven. De minister heeft in ieder geval aangekondigd dat hij voor de behandeling van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met een beleidsreactie gaat komen. Dit is zo'n wezenlijk onderwerp. Dit gaat over onze samenleving. Wij vinden dit een apart debat waard. Daarom willen wij een debat met de minister hierover. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Een onderdeel van die burgerschapsopdracht is ook om kritisch de media te volgen. Het artikel waarop de heer Kuzu reageert, gaat niet over maatschappijleer maar over de burgerschapsopdracht. Ik heb goed nieuws, want burgerschap is een belangrijk onderdeel van het regeerakkoord. Daar gaat de minister mee aan de slag. 

De voorzitter:

Steunt u het verzoek of niet? 

De heer Rog (CDA):

Ik steun niet het verzoek om daarover nu apart in debat te gaan. Dat lijkt mij incidentenpolitiek. Een brief is prima. 

Mevrouw Becker (VVD):

Ook geen steun voor het verzoek. Wij wachten gewoon de beleidsreactie van het kabinet af. 

De heer Van Meenen (D66):

Voorzitter, ik stel voor dat de minister eerst zijn werk gaat doen. 

De heer Beertema (PVV):

Wel een brief, geen steun voor een debat. 

De voorzitter:

Tja, u was aan het omhelzen, mijnheer Kwint, dus ik geef mevrouw Van der Graaf het woord. 

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Voorzitter, ook geen steun. Ook wij wachten de beleidsreactie van het kabinet af. 

De heer Kwint (SP):

Voorzitter, volgens mij kan er naast zo'n beleidsreactie gewoon een debat plaatsvinden. Dit is daar belangrijk genoeg voor. 

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor een debat, ook omdat dit niet de eerste keer is. De inspectie heeft vrij recent ook geconstateerd dat er heel wat aan te merken is op het burgerschapsonderwijs en maatschappijleer. Wat ons betreft dus een debat. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Kuzu, ... 

De heer Kuzu (DENK):

Het is toch opvallend. 

De voorzitter:

Nee. 

De heer Kuzu (DENK):

Eén zinnetje, als u het mij toestaat. 

De voorzitter:

Ja, maar niet uitlokken. 

De heer Kuzu (DENK):

In het regeerakkoord en ook nu worden grote woorden gebruikt over burgerschap. Ik kan ook tellen en er is geen meerderheid, maar er is wel steun voor een dertigledendebat. Dat zet ik dus op de lijst. 

De voorzitter:

Dat doen we. Dank u wel. Er is ook om een brief gevraagd. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Agema, vervangt u de heer De Roon? 

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, voorzitter, want het algemeen overleg vindt op dit moment plaats. Namens mijn collega zou ik dus graag een VAO aanvragen over de Raad Buitenlandse Zaken, deze week, en dan gaarne morgen stemmen. 

De voorzitter:

Dus deze week. Oké, dan zullen we daar in de planning rekening mee houden. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Nijkerken-de Haan, namens de VVD. 

Mevrouw Nijkerken-de Haan (VVD):

Voorzitter. Je zult maar elke dag keihard werken en in de krant lezen dat Amsterdam mensen in de bijstand geld gaat geven zonder dat ze daar iets voor terug hoeven te doen. Ze mogen ook nog eens bij gaan verdienen, €200 per maand. Dat zou iedereen wel willen. Dit kan niet waar zijn. Amsterdam lijkt hiermee de wet aan zijn laars te lappen en stelt zich op als een soort vrijstaat. Dat kan echt niet wat ons betreft. De tegenprestatie is een heel belangrijk onderdeel van de wet. Terecht, want het is niet meer dan normaal dat je iets terug doet voor je uitkering en dat je je maximaal inspant om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Wij willen opheldering over wat er nu in Amsterdam gebeurt, en niet alleen in Amsterdam, want mij bereiken ook signalen over Utrecht en Zwolle. Ik wil dus graag een debat met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voorafgaand aan dat debat zou ik wel graag een brief willen ontvangen waarin opheldering wordt gegeven over deze kwestie. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Bij decentralisatie van overheidstaken geeft de rijksoverheid gemeenten beleidsvrijheid om een nieuwe taak uit te voeren. Ik citeer van de website van de rijksoverheid. 

De voorzitter:

Dit moet echt in een debat. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Mijn VVD-collega zou het juist moeten toejuichen dat de gemeente Amsterdam de decentralisatie zo goed uitvoert. 

De voorzitter:

U heeft geen debat nodig als ik het zo hoor. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Geen steun. 

De heer Azarkan (DENK):

Geen steun. Ik stel voor dat wij de minister het werk laten doen. 

De heer Peters (CDA):

Wel steun voor het debat, maar ook voor de brief. Ik heb over hetzelfde onderwerp vandaag schriftelijke vragen gesteld. Ik stel voor dat die schriftelijke vragen bij de brief betrokken worden. Experimenteren is wat mij betreft heel goed, maar wel binnen de afgesproken kaders graag. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun. 

De heer Raemakers (D66):

Experimenteren in de bijstand is heel belangrijk. We hebben ook in het regeerakkoord afgesproken dat dit mogelijk blijft. Het moet wel binnen de juiste kaders blijven. We moeten ook constateren dat de vorige staatssecretaris daarover richting gemeenten niet altijd duidelijk was. Ik vind het goed om het debat te steunen, maar dan ook om duidelijk vast te kunnen stellen wat nu precies wel en niet mag. Dus steun voor het debat. 

De voorzitter:

U heeft een meerderheid voor het houden van een debat, mevrouw Nijkerken. U wilde nog wat zeggen, mijnheer Jasper van Dijk? 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja, voorzitter. Ik sta er een beetje van te kijken dat de VVD zo boos wordt als een wethouder mensen aan het werk wil helpen en dat ze zich ook zo verzet tegen experimenten. Maar als zij daar graag over wil praten, dan doen wij dat met liefde. 

De voorzitter:

U steunt het verzoek. 

Mevrouw Nijkerken, u heeft een ruime meerderheid voor het houden van een debat. Verder stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Laçin namens de SP. 

De heer Laçin (SP):

Dank u wel, voorzitter. Op 24 oktober stond ik hier ook omdat drinkwaterbedrijven toen alarm sloegen en zeiden dat zij steeds meer moeite hebben om het drinkwater schoon te houden. Vandaag is het bericht naar buiten gekomen dat in Vlaardingen de E. colibacterie, ofwel de poepbacterie, in het drinkwater is aangetroffen en dat mensen drie dagen lang hun water drie minuten moeten koken. Dat roept bij ons de vraag op hoe schoon ons drinkwater nog is en welke gevaren er zijn op het vlak van schoon drinkwater. 

De voorzitter:

En dat wilt u allemaal in een debat vragen? 

De heer Laçin (SP):

Inderdaad, voorafgegaan door een brief van de minister alsjeblieft. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Een vervelende situatie, die volgens mij is veroorzaakt door graafwerkzaamheden die niet helemaal goed gingen. Wij kunnen hier wat mij betreft over spreken bij het WGO Water. Dan kunnen we het ook in den brede trekken. Dat overleg voeren wij op 27 november aanstaande. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Correct. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. De Escherichia colibacterie komt veel voor in rioolwater en hoort absoluut niet thuis in drinkwater. Dus wij steunen dit debat. 

De heer Öztürk (DENK):

Mensen in Vlaardingen verdienen zuiver water. Steun voor het debat. We moeten voorkomen dat andere bacteriën in het water terechtkomen. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Steun voor de brief en het debat. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor de brief. Volgens mij kan dit beter bij het WGO Water worden betrokken. Dat is ook snel. 

De voorzitter:

Ik kijk nog even rond. Mijnheer Laçin, u heeft geen meerderheid. 

De heer Laçin (SP):

Dan zou ik willen vragen of de brief voor het WGO over water kan komen. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij hadden een vooraankondiging van een VAO naar uw Griffie uit laten gaan. Inmiddels is het algemeen overleg klaar en willen we het VAO ook echt daadwerkelijk voeren. Het verzoek van de commissie is om dit nog deze week te plannen, het liefst vandaag. 

De voorzitter:

Daar is iedereen het mee eens? Dat kan betekenen dat wij aansluitend aan de Algemene Financiële Beschouwingen een VAO houden. 

Mevrouw Agema (PVV):

Morgen? 

De voorzitter:

Nee, want er is net gezegd "het liefst vandaag". 

Mevrouw Agema (PVV):

Stemmingen? 

De voorzitter:

Dat ligt eraan wat voor moties worden ingediend. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Hoe laat zou dat zijn, voorzitter? 

De voorzitter:

Nou, half zes, kwart voor zes? Zou dat kunnen? Tenminste, als de financiële woordvoerders ... 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter, dan hebben wij ... 

De heer Baudet (FvD):

Het is hier altijd allemaal zo rommelig. Waarom moet dat nou weer vandaag? Dat kan toch ook volgende week of zo? Het wordt zo rommelig hier. 

De voorzitter:

Wacht heel even, mijnheer Baudet. U had het woord niet. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Mijnheer Baudet was niet bij het algemeen overleg over Robert M., een behoorlijk gevoelige kwestie. Daar nam hij niet aan deel. 

De voorzitter:

Maar dat was niet zijn vraag. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dus ik denk dat hij zich hier nu ook wat minder mee moet bemoeien. Het verzoek is in ieder geval om het VAO te houden. Het liefst vandaag. 

De voorzitter:

De stemmingen kunnen inderdaad morgen. 

Wat was uw vraag, meneer Baudet? In de microfoon, graag. 

De heer Baudet (FvD):

Ik maakte er bezwaar tegen dat dat allemaal weer vandaag moet. Die hectiek, dat willen scoren, die publiciteit ... We moeten hier rustig ons werk kunnen doen. 

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Baudet. Gaat u op meneer Baudet reageren, mevrouw Buitenweg? 

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Nee, maar ik wil iets zeggen omdat het anders lijkt alsof mevrouw Van Toorenburg alleen wilde scoren. Zij sprak hier namens de commissie, omdat wij het inderdaad over de kwestie van Robert M. hebben gehad, omdat het ook voor de ouders en de kinderen van belang is dat dit allemaal zo snel mogelijk is afgehecht en omdat we daar niet nog eens een heel weekend overheen moeten laten gaan. Vandaar het verzoek om dit zo snel mogelijk te doen; dan is daarmee het gesprek klaar. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven