4 Algemene Financiële Beschouwingen 2018

Aan de orde zijn de Algemene Financiële Beschouwingen, 

en de behandeling van: 

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2018 ( 34775-IX ).

De (algemene) beraadslaging wordt geopend. 

De voorzitter:

Ik heet de minister en de staatssecretaris van Financiën van harte welkom en geef de heer Tony van Dijck als eerste spreker namens de PVV het woord. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Vertrouwen in de toekomst. Zo luidt de titel van het regeerakkoord. Maar veel belangrijker nog vandaag is: heeft de burger wel vertrouwen in dit kabinet, in de kabinetsplannen? Want bijna 60% van de mensen heeft er weinig tot geen vertrouwen in. Dat bleek uit een enquête van EenVandaag. De burgers zijn de afgelopen jaren structureel voorgelogen, voor de gek gehouden en uitgeknepen. Ze wantrouwen de politiek. En als je mensen vraagt wat ze vinden van de plannen van Rutte III, dan is het antwoord: mooie praatjes en beloftes, maar we geloven er niks van. Ze geloven Mark Rutte niet meer. Dat zegt meer dan de helft. En terecht. Sinds de invoering van de euro in 2002 is de economie met meer dan 20% gegroeid, maar het reëel besteedbaar inkomen van de burgers steeg nauwelijks. De burgers in dit land worden al meer dan 15 jaar afgeknepen. De economie groeit, maar de burgers profiteren daar nauwelijks van. Het ergste is nog dat het beleid van de afgelopen jaren ervoor heeft gezorgd dat de mensen nog meer moesten inleveren. Dit was de verkeerde afslag en dat heeft ons blijvend 6% economische groei gekost en honderdduizenden banen. Ik hoop dat deze nieuwe minister van Financiën niet diezelfde fouten maakt. Maar goed, ik kan het hem niet aanrekenen. 

Dan de koopkracht. Twee voorbeelden. Een kostwinnersgezin met een modaal inkomen heeft sinds 2013 maar liefst €500 moeten inleveren aan koopkracht. Dit jaar kreeg dat gezin er €1 per maand bij. Volgend jaar mag dit gezin weer €12 per maand inleveren. Dat schiet lekker op. Een ander voorbeeld. Een alleenstaande AOW'er met een klein aanvullend pensioen van €15.000 heeft sinds het aantreden van Rutte II maar liefst €1.500 mogen inleveren. En wat heeft het kabinet voor deze AOW'er in petto? Volgend jaar stijgt het besteedbaar inkomen met maar liefst €3 per maand. En in de rest van de kabinetsperiode is de stijging 0,0. Een klap in het gezicht. Gaat de minister dit repareren? Het kabinet danste op de bankjes toen twee weken geleden het Nibud met cijfers naar buiten kwam: iedereen ging er dik op vooruit in 2021. Ja, zo kan ik het ook. Over vier jaar gaan we er misschien iets op vooruit en dat wordt dan cumulatief gepresenteerd. Terwijl de economie dit jaar groeit met 3,3% en volgend jaar ook met meer dan 3%, krijgen de burgers een koopkracht van een half procentje toegeworpen, dit jaar 0,3%, volgend jaar 0,6%. Of te wel een tientje per maand erbij. En daar moeten we dan blij van worden. Maar wacht maar burgers, in 2021 gaat de zon schijnen. Maar, voor de oplettende lezer, dan moeten de lonen wel gaan stijgen met meer dan 3% per jaar. Gemiddeld stegen de lonen met 1,3% de afgelopen vier jaar. Dus hoe realistisch is dit? Worden mensen niet blij gemaakt met een dooie mus? Als de lonen niet stijgen met 3%, dan zien die mooie koopkrachtplaatjes er opeens heel anders uit. Kan de minister dat beamen? Kan de minister een presentatie geven van de koopkrachtplaatjes als de lonen bijvoorbeeld met 1% zouden stijgen? Dan duikt iedereen in de min. Vind je het gek dat dit kabinet door niemand wordt geloofd? En dan de lastenverlichting die geen lastenverlichting blijkt te zijn. In de startnota kunnen wij lezen dat de lasten voor gezinnen deze kabinetsperiode niet omlaag gaan, maar juist omhoog gaan. Het kabinet roeptoetert van alle kanten dat de lasten voor burgers met 5 miljard omlaag gaan, maar bij nader inzien is dit een grote fopspeen. De lasten gaan niet omlaag; ze gaan minder hard omhoog. Wel het eerlijke verhaal vertellen, minister. Tegenover de lastenverlaging staat namelijk een verhoging van de zorgpremies met bijna 5 miljard en een erfenis van het vorige kabinet van 3 miljard. Per saldo gaan de lasten voor gezinnen dus niet omlaag maar omhoog. Dan heb ik het niet eens over de duurzaamheidstoeslag die wij de komende jaren voor onze kiezen krijgen, oplopend tot 3,3 miljard. Dat is €250 per huishouden wat er nog eens extra bovenop komt en wat helemaal niet terug te zien is in de cijfers. 

Daarnaast geldt, voorzitter, dat die 5 miljard lastenverlaging al was ingeboekt vanwege de eerdere wet woningmaatregelen uit 2013. De minister haalt deze alleen naar voren en verkoopt het nu als nieuw geld. U pakt een oud cadeautje in en presenteert het als een nieuw geschenk van dit kabinet. 

Voorzitter. Ook na 2021 worden de lasten verzwaard. Uit de doorrekening van het CPB blijkt dat er een structurele lastenverzwaring voor gezinnen is van 1,2 miljard. Niks lastenverlichting; u verzwaart na 2021 ook de lasten. De Raad van State heeft het zelfs over een lastenverzwaring van 7 miljard na 2021. De belofte dat de lasten voor gezinnen omlaag gaan blijkt dus drie keer gebaseerd op drijfzand. Waarom vertelt deze minister niet het eerlijke verhaal? Vindt u het dan gek dat niemand dit kabinet nog gelooft? 

Dan kom ik op de sigaren uit eigen doos. Deze minister geeft met de ene hand en pakt met de andere hand. U verlaagt zogenaamd de inkomstenbelasting, maar verhoog tegelijk de btw op boodschappen. U bevriest het eigen risico, maar verhoogt tegelijkertijd de premie met €300. U verlaagt het eigenwoningforfait, maar sloopt vervolgens de hypotheekrenteaftrek. U verlaagt de winstbelasting voor het mkb, maar verhoogt tegelijk het box 2-tarief. U verlaagt de zorgkosten, maar laat de burger hiervan niet meeprofiteren, doordat u het basistarief in de inkomstenbelasting verhoogt. Uiteindelijk schieten wij er allemaal dus niets mee op. U speelt balletje-balletje met de maatregelen en presenteert sigaren uit eigen doos. De mensen prikken hier doorheen. Vindt u het dan gek dat niemand het kabinet nog gelooft? 

Voorzitter. Daarbij komt ook nog dat de overheid zo onbetrouwbaar is als de pest. Wij hebben het allemaal over vertrouwen in de politiek, maar met een kabinet dat constant onbetrouwbaar is, is het heel moeilijk om aan dat imago te werken. Eerst was het: handen af van de hypotheekrenteaftrek. Toen was het: de hypotheekrenteaftrek staat als een huis. Toen werd de hypotheekrenteaftrek in 30 jaar afgebouwd en zei Mark Rutte: dit is het, dit gaan wij de komende 30 jaar doen, u kunt nu gaan besluiten op basis van dit fiscale gegeven. Je zal maar een huis gekocht hebben. Nu, vier jaar later, wordt de hypotheekrenteaftrek verder versneld afgebouwd. Hetzelfde geldt voor de wet-Hillen. Eerst mensen verleiden om snel hun huis af te lossen en daarna de regeling weer om zeep helpen. Net als bij de hypotheekrenteaftrek wordt beloofd om dit in dertig jaar langzaam af te bouwen, maar Ik verzeker u: bij de volgende kabinetsperiode, als er dan weer een Mark Rutte aan tafel zit, gebeurt het in vier jaar, net als bij de hypotheekrenteaftrek. 

Voorzitter. Tot slot de verkeerde keuzes. Dit kabinet maakt de verkeerde keuzes. Het heeft vertrouwen in de toekomst, maar staat alleen. De burgers hebben er weinig vertrouwen in. Zij zitten met de kater van vijf jaar Rutte II. Hun portemonnee is geplunderd, sociale zekerheden zijn weggeslagen en zij hebben nog maar weinig vertrouwen in hun pensioen, in hun baan, in de WW en in de betaalbaarheid van hun huis en van de zorg. Mensen hebben steeds minder vertrouwen in de toekomst. Wederom maakt het kabinet de verkeerde keuzes. Het kabinet schaft de dividendbelasting af: een cadeautje van 1,4 miljard voor buitenlandse beleggers. Maar waarom is onduidelijk. Niemand kan aangeven dat dit een goede maatregel is. Het is goed voor het behoud van de banen en het is belangrijk voor ons vestigingsklimaat, zegt Mark Rutte. Maar dit is niet bewezen. Ook het CPB ziet geen positief effect op de werkgelegenheid en de economie. Het kabinet geeft dus 1,4 miljard als cadeau aan het buitenland en hoopt op een positief effect; dat is een gok. Of is men soms bang dat deze bedrijven naar het fiscaal aantrekkelijke Verenigd Koninkrijk gaan? Want dat heeft ook geen dividendbelasting. Het schijnt ook nog eens zo te zijn dat buitenlandse beleggers, Amerikaanse beleggers de dividendbelasting kunnen verrekenen met hun winst- en inkomstenbelasting in de VS. Dat zou betekenen dat niet de belegger, maar de schatkist van het VS wordt gespekt. Is dat soms de bedoeling, vraag ik aan deze minister. De PVV zegt: stop met die flauwekul! In plaats van de grote multinationals en beleggers met 5 miljard te spekken, geven we dat geld liever terug aan de mensen in dit land. Die hebben wat meer lucht nodig en wat meer geld in de portemonnee. Dat kunnen we doen door onzinnige belastingverhogingen zoals de btw, de vliegtaks, de energiebelasting en de wet-Hillen terug te draaien en vervolgens de hypotheekrenteaftrek met rust te laten. Het is een keuze, voorzitter. Met de multinationals en de Goldman Sachsen van deze wereld hoef je echt geen medelijden te hebben. De keuze is: kies je voor lastenverlichting bij de burger of voor de multinationals? De PVV kiest voor de burger. 

Het kabinet kiest ook voor open grenzen en hoopt dat Europa de asieltsunami kan stoppen. Dat is naïef en dom tegelijk. De PVV zegt: sluit de grenzen vandaag nog en gebruik de miljarden die dan vrijkomen om de zorg betaalbaar te houden voor onze eigen mensen, door het eigen risico te schrappen en de premie te verlagen. Het is een keuze: kies je voor asiel of kies je voor zorg? De PVV kiest voor zorg. 

En kap ook eens een keer met het wegpompen van onze miljarden naar Afrika, bijna 4 miljard. Het werkt niet en het komt daar direct terecht in de verkeerde zakken van corrupte regimes. Gebruik dat geld zodat we weer normaal met 65 met pensioen kunnen! Daar is heel Nederland blij mee, want heel Nederland moet nu twee jaar langer doorwerken zodat het kabinet miljarden naar Afrika kan blijven sturen. Voorzitter, het is een keuze: kies je voor een fatsoenlijke pensioenleeftijd of kies je voor Afrika? De PVV kiest voor de pensioenleeftijd van 65. 

Ook laat het kabinet een overschot bestaan op de begroting van bijna 4 miljard. Dat is te veel betaald belastinggeld, geld van de burgers, niet van deze minister. Geef dat geld dus terug! Verlaag de huren, investeer het in veiligheid. Het is een keuze, voorzitter: kies je voor lagere huren of kies je voor een begrotingsoverschot? 

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dank. Ik hoor de heer Van Dijck praten over het eerlijke verhaal en de pensioenleeftijd van 65. Je zou bijna denken dat het fantastisch zou gaan als de PVV een keer mee kan doen in een kabinet, maar toen de PVV in 2010 meedeed in het kabinet als gedoogpartner, namen ze twee opvallende maatregelen. Een van die maatregelen was de boete voor langstudeerders en de tweede was het pensioenakkoord. Dat heeft 4 miljard gekost. Dat heeft de partij van de heer Van Dijck gesteund en daarmee ging de pensioenleeftijd van 65 naar 66. Hoe kijkt de heer van Dijck daarop terug? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ja, voorzitter, misschien kan de partij DENK ook nog eens een keer meedoen met een kabinet. Ik hoop het niet, maar als je meedoet in een kabinet, dan doe je concessies en dan doe je water bij de wijn om het een of andere binnen te halen. Maar wij staan er nog steeds voor. Als wij 67 zetels hadden gehaald en een meerderheid hadden, dan was bij ons nog steeds de AOW-leeftijd 65. Wij vinden 65 een mooie AOW-leeftijd. En sterker nog, was die maar 66! Nu is die naar 67, 68 en tegen de tijd dat u met pensioen gaat, is die waarschijnlijk 70. Dus terugkijkend: als je meedoet met een kabinet moet je water bij de wijn doen en haal je natuurlijk niet alles binnen wat je in je verkiezingsprogramma hebt staan. Dat lijkt me evident, maar terugkijkend had ik gehoopt dat het 65 was gebleven. Dan hadden we nog steeds veel wensen gehad ten opzichte van nu. 

De heer Azarkan (DENK):

Misschien kan de heer Van Dijck dan toch met meer realisme naar dit kabinet kijken en realiseert hij zich wat hij in 2010 ook deed, namelijk vanaf de zijlijn heel makkelijk roepen. Dat kan elke partij die niet meedoet en geen verantwoordelijkheid neemt. Maar het is wel de pot verwijt de ketel: u stond als PVV aan de wieg van de uitbreiding van 65 naar 66 en nu zegt u dat u dat met 76 zetels niet had gedaan. Dat is gewoon een flauwekulredenatie, voorzitter. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter, het is een keuze. Of je kiest voor een fatsoenlijke pensioenleeftijd of je kiest voor ontwikkelingshulp aan Afrika. Toen wij onderhandelden, hebben wij ervoor gezorgd dat die ontwikkelingshulp aanzienlijk naar beneden ging. Dus wij kregen daardoor ook geld vrij. Wij zeggen: als wij 76 zetels halen, en ik hoop dat dat binnenkort een keer het geval is, dan zal er geen ontwikkelingshulp van 4 miljard meer zijn, maar kiezen wij voor de AOW-leeftijd en hebben we dat fatsoenlijk gedekt. 

Voorzitter. Dan de zinloze overheidsuitgaven, de subsidies waar ik mij ook al elf jaar druk over maak. Er worden miljarden besteed aan subsidies voor innovatie en klimaat; meer dan 3 miljard. De Algemene Rekenkamer constateerde onlangs dat niet bewezen is dat deze effectief zijn. Stop ermee en besteed het geld aan echte lastenverlichting. Kies je voor lagere lasten voor burgers of voor subsidies aan grote bedrijven? 

En dan de expatregeling. Bijna de hele Kamer, exclusief de VVD, is het erover eens dat die expatregeling een oneerlijke regeling is die niet-effectief is. De regeling discrimineert de gewone Nederlander, want waarom hoeft een buitenlandse werknemer over de eerste 30% geen belasting te betalen, maar moeten Nederlanders dat wel? Dat is discriminatie. De PVV wil al langer af van deze oneerlijke regeling. Die is niet effectief en bovendien fraudegevoelig. Gebruik dat geld om de bezuiniging op bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp ongedaan te maken. Dat is allebei precies 600 miljoen. Ik kan mij nog de Politieke Beschouwingen van vorige week herinneren, waarbij de PvdA zich op de borst stond te kloppen over de verpleeghuiszorg. Maar de maatregel van de huishoudelijke hulp, die de PvdA zelf geïntroduceerd heeft, is gehalveerd. Al die mensen worden verplicht om thuis te wonen maar kunnen niet eens de poetshulp betalen. De fractievoorzitter van de PVV, de heer Wilders, heeft vorige week een mail voorgelezen van een man van 88 die zijn begrafenispolis aan het verzilveren was om de poetshulp te kunnen betalen. In dat land leven wij. Wij zeggen: kies je voor de huishoudelijke hulp, de thuishulp, of voor de expats? Wij kiezen voor de huishoudelijke hulp. De Kamer heeft de mond vol van ouderenzorg maar zolang gepensioneerden hun polis moeten verzilveren, zit er iets goed fout in dit land. 

Voorzitter, het zijn keuzes. Het kabinet maakt de verkeerde keuzes, waar burgers in dit land niets aan hebben. De enigen die profiteren van dit kabinetsbeleid zijn de grote multinationals en de buitenlandse beleggers. We zagen net dat de buitenlandse schatkisten de enige echte winnaars zijn van dit kabinet-Rutte III. En dan vindt u het gek, voorzitter, dat niemand dit kabinet gelooft. 

Ten slotte nog een paar feitelijke vragen voor deze kersverse minister. Hoe kan het dat de werkloosheid aan het einde van deze kabinetsperiode weer oploopt, van 355.000 in 2018 naar 385.000 in 2021? Volgens het CPB gaat het om maar liefst 30.000 werklozen meer. Ik dacht dat het kabinet stond voor banen, maar het kabinet sloopt met zijn beleid kennelijk juist 30.000 banen. Ik hoor hierop graag een toelichting. De volgende vraag is: hoeveel bedraagt nu eigenlijk de zorgpremie in 2021? We weten dat de zorgpremie €300 omhoog gaat vanwege het bevriezen van het eigen risico, maar vervolgens lezen we in de startnota dat de zorgpremies sowieso met 5 miljard omhoog zouden gaan. Wat betekent dat voor de mensen en hoeveel gaan zij in 2021 betalen voor de zorgpremie? 

Tot slot een vraag over onze goudvoorraad. Nederland heeft 612 ton goud. De vraag van de PVV is: waar ligt dat goud precies opgeslagen? Wij vragen daar al langer aandacht voor. Waarom wordt dat goud niet teruggehaald naar Nederland? Duitsland haalde vorig jaar 216 ton terug. Ook Oostenrijk haalde vorig jaar 15 ton terug. Gaat de minister ons goud terughalen? Voorzitter, dat was het. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Aukje de Vries namens de VVD. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Voorzitter. Dank u wel. Allereerst welkom aan de twee bewindspersonen die volgens mij vandaag voor het eerst in de plenaire zaal aanwezig zijn. Ik wil hen in ieder geval succes wensen. Mevrouw Leijten staat bij de interruptiemicrofoon, maar zal ik gewoon beginnen? 

Voorzitter. De buitenstaander die vorige week naar de Algemene Politieke Beschouwingen heeft geluisterd, kreeg bij sommige partijen toch wel een heel somber beeld van Nederland. En dat is volslagen onterecht: Nederland is een van de mooiste landen ter wereld. Maar het is zeker nog niet af. Dat is ook waar dit kabinet nu hard mee aan de slag moet. Dit kabinet begint volstrekt anders dan het vorige kabinet. In 2012 zaten we midden in een zware economische crisis. De economie kromp, de werkloosheid nam toe, de woningmarkt raakte in het slop en veel huizen stonden onder water. De overheid gaf veel meer geld uit dan ze binnenkreeg. De staatsschuld was te hoog en steeg snel. Er waren forse maatregelen nodig. Dat die genomen zijn, heeft iedereen ook gevoeld. 

Die periode steekt schril af bij nu. Het gaat goed met Nederland. De economie groeit. Het aantal banen neemt toe; er waren er nog nooit zo veel als nu. En de werkloosheid neemt af. Mensen kopen weer een huis en er is een begrotingsoverschot. En de staatsschuld neemt ook nog eens af. Er is dus een stevige klus geklaard. 

De economie is niet kapotbezuinigd, zoals sommige partijen in dit huis beweren. Integendeel, we staan er veel sterker voor dan de meeste mensen in 2012 voor mogelijk hadden gehouden. En dat is zeker niet alleen de verdienste van het vorige kabinet en alle constructieve partijen die daaraan hebben meegewerkt. Het is allereerst de verdienste van alle hardwerkende Nederlanders en ondernemers, die het zwaar gehad hebben in de crisis maar desondanks stug hebben doorgezet. 

Dat het beter gaat met Nederland, wordt echter nog niet door iedereen zo gevoeld. Wij willen aan de slag om de problemen op te lossen waar veel gewone Nederlanders mee te maken hebben. Dat begint ermee dat Nederlanders de goede cijfers en de plusjes ook in hun portemonnee moeten gaan voelen door middel van belastingverlaging. De meeste groepen, maar vooral de middengroepen en gezinnen, gaan hiervan profiteren. De koopkracht neemt toe. Dat zorgt ervoor dat een gezin met een middeninkomen meer overhoudt en wat extra geld heeft, bijvoorbeeld om wat vaker leuke dingen te doen. Maar ook als je nog een baan zoekt, ga je er niet op achteruit. 

De komende jaren gaan de meeste Nederlandse huishoudens erop vooruit, gemiddeld 1,1% per jaar. Maar wat zeggen die cijfers nu? Dat laat het Nibud ons duidelijk zien. Een gezin met werkende ouders, een modaal salaris en een kind heeft door de kabinetsmaatregelen gewoon €200 per maand meer te besteden. Een alleenstaande werkende met een modaal salaris gaat er €168 op vooruit. 

Voorzitter, we vinden dat werken weer moet lonen. Dat doen we door de lasten op arbeid deze kabinetsperiode te verlagen met 7,5 miljard euro. We zetten daarbij vooral in op werkenden, middeninkomens en gezinnen. En we laten werken ook meer lonen door de huurtoeslag geleidelijker af te laten lopen, zodat je als je per jaar een paar euro meer gaat verdienen, niet in één keer je huurtoeslag kwijtraakt. En ik begrijp heel goed dat mensen zeggen: eerst zien, dan geloven. In Fryslân zouden ze zeggen: "it is mei sizzen net te dwaan". Het is dan ook aan dit kabinet om dat nu waar te maken. 

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Nijboer een vraag wil stellen, maar ik kijk eerst even naar mevrouw Leijten, want die stond hier een tijdje eerder al. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja voorzitter, want ik had eigenlijk gewoon aan het begin van de bijdrage van mevrouw De Vries al een vraag aan haar willen stellen. Zij wilde nooit iets weten over de belastingafspraken die door de Belastingdienst met bedrijven werden gemaakt, want het was volgens haar allemaal goed en allemaal nodig voor het vestigingsklimaat. En dan komt er nu een bericht van de staatssecretaris. Hij zegt: ja, ik ga ze toch alle 4.000 maar eens nalopen, want we kunnen niet met zekerheid zeggen dat het allemaal wel zo oorbaar is geweest als het is voorgesteld. Wat vindt de VVD daar nou precies van? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wij zijn nog steeds een heel groot voorstander van die belastingafspraken. Die geven zekerheid vooraf. In principe is het niks anders dan dat het achteraf beoordeeld wordt. En dat moet natuurlijk op een goede manier gebeuren. Er is daarbij het vierogenprincipe. We hebben ook inmiddels de afspraak gemaakt dat er per jaar een aantal van die rulings bekeken wordt. De staatssecretaris heeft naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen nogmaals toegezegd dat hij ze bijna allemaal, dus alle 4.000 zal gaan bekijken. Ik denk dat dat een goede zaak is. 

Mevrouw Leijten (SP):

We hoefden het nooit te weten, want het deugde. De eerste ruling die openbaar wordt, deugt niet. En tegelijkertijd moeten we het wel blijven doen. We hebben eigenlijk twee voorbeelden van die rulings gezien, namelijk die van Starbucks en nu die van Procter & Gamble. Die zijn allebei eigenlijk als niet deugdelijk beoordeeld. De ene is zo beoordeeld door de Europese Commissie en de andere door de regering zelf. Zou het niet heel verstandig zijn om nu gewoon even te stoppen met het afgeven van die rulings totdat we zeker weten dat de praktijk waarin die worden afgesproken, en de afspraken die worden gemaakt, door de beugel kunnen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wat mij betreft niet. Ik denk dat rulings ook heel veel informatie opleveren voor de Belastingdienst. Die informatie zou de dienst dan ook allemaal missen. 

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind het altijd zo wonderlijk dat de VVD álles van burgers wil weten; álles! Maar nu gaat het over wat de Belastingdienst hier doet met óns geld, of met geld dat wij met z'n allen mislopen omdat bedrijven denken: ja, Nederland is toch wel een fijn land in de wereld als je zo min mogelijk belasting wilt betalen. Als het daarover gaat, mag het allemaal van de VVD. Ik zou willen voorstellen, en dat ga ik straks voorstellen aan de staatssecretaris, om nu te stoppen met het afgeven van die rulings, eerst te kijken of het klopt wat er allemaal gebeurt, afspraken te maken over hoe ook wij dat kunnen controleren en pas dan de Belastingdienst weer de rode loper te gaan laten uitleggen voor multinationals. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij is dit meer een opmerking dan een vraag. Ik blijf bij mijn standpunt. Ik vind dat we gewoon wel door moeten gaan met het maken van die belastingafspraken. Ik denk dat die extra informatie voor de Belastingdienst opleveren. De beoordeling moet zo zijn — ik vind het goed dat de staatssecretaris daar nogmaals op gaat controleren — dat de afspraken zijn zoals de wet- en regelgeving voorschrijft en dat de beoordeling vooraf niet anders is dan de beoordeling achteraf. 

De heer Nijboer (PvdA):

We komen zo nog over de dividendbelasting te spreken, maar ik hoorde mevrouw De Vries warme woorden spreken over huurders en de huurtoeslag. Wat ik echt onbegrijpelijk vind, is dat dit kabinet in deze tijden €146 per jaar bezuinigt op huurders, op de huurtoeslag. Waarom heeft het kabinet daarvoor gekozen terwijl betaalbare woningen echt een groot probleem zijn voor mensen? Het is hartstikke duur en de huren stijgen. Waarom kiest de VVD daarvoor? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat ik genoemd heb dat de huurtoeslag langzamer wordt afgebouwd. Ik denk dat de heer Nijboer daar ook een groot voorstander van is, omdat je dan de armoedeval aanpakt. En ja, dat zijn keuzes die wij hebben gemaakt. U maakt heel andere keuzes. Uw plan zorgt er bijvoorbeeld voor dat er 70.000 banen minder zijn. Het lijkt me beter dat mensen een baan hebben dan dat we over deze keuze nu een heel debat hebben. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik snap wel dat mevrouw De Vries liever niet over huurders spreekt; in het regeerakkoord staat er ook bijna niks over. Maar er wordt gewoon bezuinigd op huurders. Dat gaat om 3 miljoen mensen. 40% van de mensen in Nederland woont in een huurhuis. Daar wordt gewoon op bezuinigd door dit kabinet, in deze tijden. Bij kopers is het: oeh, wet-Hillen. Daar komen we ook nog veel over te spreken. Elke euro moet euro voor euro terug naar de kopers maar de huurders laat u gewoon in de kou staan. Mijn vraag is heel simpel: waarom kiest u daarvoor? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik vind het altijd mooi als partijen één maatregel uit het totale pakket pakken. Ik denk dat je naar het totale plaatje moet kijken en welke gevolgen dat heeft voor bepaalde groepen. Volgens mij is het dan zo dat ook de meeste huurders er nog op vooruitgaan met de plannen van het kabinet. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Nijboer (PvdA):

De plannen van de regering zijn doorgerekend. Daar komt heel duidelijk uit naar voren dat kopers een-op-een worden gecompenseerd — daar is de VVD ook trots op, dat het eigenwoningforfait naar beneden gaat — en dat huurders echt op achterstand worden gezet. Kopers gaan er twee keer zoveel op vooruit als huurders als je alles bij elkaar neemt en op de huurtoeslag wordt gewoon bezuinigd. Dat vind ik echt een asociale keuze van het komende kabinet. Dat kan van tafel, maar ik hoor nog niet veel animo van de VVD om dat te doen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het selectief shoppen in een grote hoeveelheid van maatregelen is heel gemakkelijk. Kijk alsjeblieft naar het totaalplaatje. Kijk ook naar de Nibud-doorrekeningen. Ik denk dat u dan ook tot een andere conclusie komt dan door alleen maar naar specifiek deze maatregel te kijken. Dat geldt voor heel veel groepen: kijk naar het totale pakket. 

Met dit regeerakkoord gaan we heel concrete problemen oplossen waar gewone Nederlanders mee te maken hebben. Daarom investeren we ook fors in bijvoorbeeld veiligheid en defensie, want je hebt niks aan toegenomen economische groei wanneer je je onveilig voelt in je buurt. Ons land moet weer weerbaar zijn tegen bedreigingen van onze veiligheid, tegen criminaliteit en tegen terrorisme. Ook investeren we in de ouderen, want wat heb je aan een begroting die op orde is als het verpleeghuis waar je vader of moeder zit slecht is? Daarom trekken we daar 2,1 miljard voor uit. We verhogen ook de ouderenkorting, zodat onze ouderen meer te besteden hebben. We gaan de eigen bijdrage van ouderen verminderen door een lagere vermogensinkomensbijtelling in de langdurige zorg en een abonnementstarief in de Wet maatschappelijke ondersteuning. Wat heb je ook aan al die mooie cijfers als je kinderen geen goede school hebben? Daarom investeren we ook in beter onderwijs. Als je dan je kinderen naar school hebt gebracht, wil je ook niet uren in de file staan naar je werk. Daarom investeren we daar ook in. 

Voorzitter. Dit is ook het kabinet dat er is voor de ondernemers, voor bedrijven, voor kleine bedrijven en voor grote bedrijven, voor start-ups, scale-ups en voor bedrijven die al jaren bestaan, voor ondernemers met veel personeel maar ook voor zzp'ers. Zij moeten de ruimte krijgen, want zij zorgen ervoor dat Nederland goed draait, dat mensen een baan hebben en dat we als overheid met belastinggeld überhaupt kunnen investeren in zorg en veiligheid. Want het begint allereerst met het bedrijfsleven en de banen die dat schept. 

Daarom vinden wij het zo belangrijk dat bedrijven zich zo graag in ons land vestigen. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat bestaat wat ons betreft uit meerdere aspecten. Allereerst goed onderwijs, goed geschoold personeel en een goede infrastructuur. Daar investeren we dan ook in. Maar de bedrijven moeten ook de ruimte krijgen om te ondernemen. We nemen maatregelen die voor kleine bedrijven een belemmering zijn. Het tweede jaar doorbetaling bij ziekte wordt geschrapt. We passen het ontslagrecht aan, zodat meer mensen in vaste dienst kunnen komen. We maken de Wet werk en zekerheid werkbaar. We geven meer ruimte bij vaste en flexibele contracten, zodat werkgevers mensen eerder een baan aanbieden. Overbodige regels worden geschrapt. We zorgen voor een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat en verlagen de vennootschapsbelasting voor grote en kleine bedrijven en we schrappen de dividendbelasting. 

De heer Nijboer (PvdA):

En van dat laatste begrijp ik helemaal niets. Waarom moeten buitenlandse beleggers uit China, Korea en Rusland 1,4 miljard krijgen, terwijl het gewone mkb — de VVD, partij van de gewone ondernemers, 98% van de ondernemingen zijn mbk-bedrijven — een btw-verhoging voor de kiezen krijgt, een hogere belasting voor familiebedrijven van 25% naar 28,5% en ook nog een hogere belastingdruk in de laagste schijf? Waarom kiest de VVD zo voor de multinationals en de beleggers en zo tegen het mkb? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb volgens mij zonet een aantal maatregelen opgenoemd, onder andere die in de sociale zekerheid, waarvan wij denken dat we de kleine bedrijven zeker goed tegemoet komen. We verlagen ook het lage tarief voor de vennootschapsbelasting. En ik moet eerlijk zeggen dat ik het wel een heel valse tegenstelling vind van de PvdA om te zeggen dat het alleen om grote bedrijven gaat. Dat is niet zo. Het gaat om grote bedrijven, het gaat om kleine bedrijven, maar het gaat vooral om de mensen die daar werken. Zorg dat die een baan hebben, zorg dat die hun inkomen kunnen verdienen en ook een leuk leven kunnen hebben. 

De heer Nijboer (PvdA):

De meeste mensen en de meeste bedrijven in Nederland, dat is het mkb. Die krijgen van dit kabinet een btw-verhoging gepresenteerd van 3%. Daar werken de meeste mensen. En de dividendbelasting, 1,4 miljard, gaat naar buitenlandse beleggers. Welk probleem wordt daarmee opgelost? Welke aandeelhouder krijgt nu te weinig rendement? Waarom heeft een ondernemerspartij als de VVD niet meer voor het mkb gekozen en zo voor die buitenlandse beleggers? Daar heeft de economie toch niks aan? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nogmaals, ook hier gaat de PvdA weer niet naar het totaalplaatje kijken. Je kunt de btw-regeling noemen, maar je moet kijken naar wat mensen uiteindelijk te besteden hebben, je moet kijken naar het totale pakket aan maatregelen. Het is echt niet zo dat wij bedacht hebben: goh, jongens, dat is nou hartstikke leuk, laten we die buitenlandse beleggers en investeerders eens tegemoet komen. Waar wij voor gaan, is een mooi pakket voor het bedrijfsleven, waarin we het vestigings- en investeringsklimaat willen verbeteren. Uiteindelijk is het doel die banen, waar mensen werken, waar ook de toeleveranciers aan die grote bedrijven een belangrijke rol hebben, waar ook bijvoorbeeld de schoonmaak gedaan moet worden, waar de catering gedaan moet worden. Dus u moet niet die tegenstelling oproepen, het is en-en. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik snap heel goed dat mevrouw De Vries niet over deze maatregel wil spreken omdat die onverdedigbaar is, omdat uit onderzoek van De Telegraaf vandaag blijkt dat negen van de tien economen eigenlijk geen argumenten weet om dit te doen, omdat het CPB zegt dat het helemaal geen werkgelegenheid oplevert. En er zijn wel andere maatregelen, waarover ik u bevraag, die wél werkgelegenheid opleveren. Waarom kiest u daar dan niet voor? Waarom kiest u voor dat cadeau aan die buitenlandse beleggers en niet voor iets wat ons mkb iets oplevert, dus geen btw-verhoging, maar investeren in lonen voor mensen? Waarom kiest u daar niet voor? Dat kan voor hetzelfde geld en het is veel beter voor de economie. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik wil heel graag over deze maatregel praten. Dat doen we volgens mij ook. U kunt wapperen met een artikel uit De Telegraaf van vanochtend, ik kan wapperen met een artikel uit het Algemeen Dagblad, met bijval voor afschaffing van de dividendbelasting. Ik kan zelfs nog wel een PvdA'er noemen die voor de afschaffing van de dividendbelasting is. Het was een voorganger van de heer Nijboer, kan ik zeggen. 

De voorzitter:

We hebben een vermoeden. De heer Snels. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik vond het artikel in De Telegraaf van vanmorgen toch wel veelzeggend. Er is eigenlijk geen econoom, geen deskundige meer te vinden die een redelijk argument kan bedenken waarom de dividendbelasting moet worden afgeschaft. Uw fractievoorzitter had het vorige week over een gok. Hoe beoordeelt u deze maatregel? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Zoals ik al heb aangegeven, is het voor ons een pakket maatregelen. Wij vinden een goed investerings- en vestigingsklimaat belangrijk. Dat doen we voor de echte bedrijven, voor de echte banen en voor de mensen in het land. Ik vind het jammer dat GroenLinks blijkbaar alleen maar bezig is met het afbreken van het vestigingsklimaat. Ik moet eerlijk zeggen, ik heb in het verleden heel veel economen gehoord — dat was in 2012 — die zeiden dat wij het land kapot gingen bezuinigingen. Kijk naar hoe het land er nu voorstaat. Het is gewoon niet gebeurd. 

De heer Snels (GroenLinks):

Allemaal antwoorden op vragen die ik niet gesteld heb. Mag ik mevrouw De Vries iets voorleggen? We zien dat de weerstand tegen deze maatregel toeneemt. We zien dat deskundigen geen logisch argument kunnen bedenken waarom het nodig is. Neem het vorige regeerakkoord. Een opstandje in de VVD-achterban was toen genoeg om het regeerakkoord aan te passen. Staat mevrouw De Vries ervoor open om ook dit regeerakkoord op deze maatregel aan te passen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nee. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik kan een voorstel doen. Vorige week ging het over kieren, over deuren die op een kier staan, over uitgestoken handen. Er is weerstand tegen het afschaffen van de dividendbelasting — "waarom moet dat geld naar buitenlandse beleggers en buitenlandse belastingdiensten?" — en er is weerstand tegen de verhoging van de btw. De boodschappen van mensen worden duurder. Ik zie daar een uitruil. Is daarover te praten? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het is wel heel bijzonder dat GroenLinks zegt dat ze de boodschappen niet duurder wil maken, terwijl in haar eigen verkiezingsprogramma 1 miljard verhoging van de btw staat. Wat het totale pakket betreft het volgende. Er is niet voor niets zo lang gesproken om een evenwichtig pakket te maken. U zegt: een uitgestoken hand. Dat houdt echt niet in dat wij in elk debat gaan zeggen: nou, dan deze maatregel er maar af en bij de volgende begroting die maatregel. Hierover is nagedacht. Er is een evenwichtig pakket samengesteld. Er is een keuze gemaakt: we willen een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat hebben. We willen aan de andere kant bedrijven die niet echt een bedrijf zijn, bedrijven zonder banen, aanpakken als het gaat om belastingontwijking. 

De heer Azarkan (DENK):

Toch over die 1,4 miljard dividendbelasting. Vorige week viel me ook weer op dat met name Rutte altijd meteen gaat liggen. Dan krijgen we een soort schwalbe. De PVV had het over eerlijkheid. Mevrouw De Vries, wees gewoon eerlijk. Pechtold, Buma en meneer Dijkhoff zeiden vorige week: we weten het gewoon niet; we doen het en we hopen dat het goed uitpakt. U staat het te verdedigen op een manier die echt niet te verdedigen is. Geef gewoon aan dat het niet onderzocht is, niet onderbouwd. Economen hebben ernaar gekeken. Het stond niet in uw verkiezingsprogramma en het stond ook niet in het verkiezingsprogramma van de andere partijen, het stond nergens. Het is een voorstel van VNO-NCW. Daar stond overigens niet alleen afschaffen in, men kon ook leven met een verlaging. Waarom dan toch op deze manier verdedigen, mevrouw De Vries? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat wij onze ogen niet moeten sluiten voor wat er in de rest van de wereld gebeurt. Wij hebben natuurlijk ook te maken met een brexit en er zijn allerlei ontwikkelingen in Amerika. Die hebben ook gevolgen voor bedrijven die hier in Nederland gevestigd zijn. Wij vinden het belangrijk dat wij een aantrekkelijk vestigingsklimaat houden, dat wij de bedrijven hier houden en dat eventueel nog meer bedrijven hiernaartoe trekken. Dat gaat om banen, om banen voor uw kiezers, mijnheer Azarkan. 

De heer Azarkan (DENK):

U kletst echt uit uw nek, mevrouw De Vries. Als men hier geen dividendbelasting betaalt, betaalt men het namelijk gewoon in het andere land waar men ingezetene is. Dit is een cadeautje voor grote landen. Dit is geen cadeautje voor de beleggers, zoals net werd gezegd. Als men hier niet betaalt, betaalt men in het andere land. Bij uw partner, de ChristenUnie, werd dit ook omschreven als ontwikkelingssamenwerkingsgeld voor grote beleggers in het buitenland, in dit geval voor grote bedrijven. U maakt dezelfde schwalbe, u gaat meteen liggen. Het vestigingsklimaat in Nederland is prima. We hebben heel aantrekkelijke vennootschapsbelastingniveaus en we hebben een aantrekkelijke dividendbelasting. Het afschaffen levert niets op. Weer een schwalbe van u. Stop ermee! 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij bent u de voetballer in het gezelschap. Ik denk dat u eerder een schwalbe maakt. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ook over die dividendbelasting. Het stond in geen van de verkiezingsprogramma's van de coalitiepartijen. We weten dat VNO-NCW het voorgesteld heeft, maar de vraag blijft als volgt. Als je maandenlang met elkaar aan het kaarten en onderhandelen bent, wie komt er dan uiteindelijk met het voorstel om het helemaal af te schaffen? Realiseert de toponderhandelaar, Rutte, zich niet dat hij daarmee 1,4 miljard overmaakt aan de fiscus in het buitenland? Het is eigenlijk een cadeau van Rutte aan de schatkist van president Trump. Heeft hij zich dat gerealiseerd? Kunt u dat uitleggen aan de burger? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat iedereen weet dat de dividendbelasting een voorheffing is. Nogmaals, ik ga niet meedoen aan het gezelschapsspel "wie heeft wat ingebracht en hoe is dat gegaan?". Dan had u als partijen gewoon aan tafel moeten gaan zitten. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik krijg geen antwoord. Mijn vraag was of de premier van dit nieuwe kabinet, ook in zijn rol als onderhandelaar voordat dit kabinet er was, zich gerealiseerd heeft dat hij 1,4 miljard geeft aan de fiscus van een aantal landen waar die aandeelhouders wonen, met name aan de Amerikaanse fiscus. Heeft hij zich dat gerealiseerd? Waarom heeft hij zich niet afgevraagd dat je, alvorens je dat doet, toch een fatsoenlijke onderbouwing moet hebben met een doorrekening van het Planbureau? Een verlaging van de vennootschapsbelasting kun je je voorstellen, en die wordt ook verlaagd, maar moet je daarbovenop ook nog de dividendbelasting verlagen? Is genoeg niet genoeg? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het is altijd ingewikkeld om te spreken voor een ander. Maar volgens mij heeft u heel duidelijk begrepen dat de minister-president begrepen heeft wat die maatregel inhoudt. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik vond dat een slappe verdediging. Hij kon het niet onderbouwen en erkende dat het een gok was. We noemen dat inmiddels allemaal een dure gok. Dat is denk ik onverantwoord. De VVD moet zich nog eens goed afvragen of dit achteraf gezien überhaupt een verstandig voorstel was. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik het veel erger zou vinden als er bedrijven uit Nederland vertrekken en wij banen mislopen, waarna de hele oppositie weer krokodillentranen gaat staan huilen op het moment dat een bedrijf weggaat uit Nederland. 

Mevrouw Leijten (SP):

De VVD heeft het over de werkgelegenheid. De multinationals in dit land krijgen nu een cadeau. Nederlandse multinationals hebben de afgelopen decennia zo ongeveer 75% van hun werkgelegenheid verplaatst vanuit Nederland naar lagelonenlanden. Zo heilig zijn ze niet als het gaat over de werkgelegenheid hier neerleggen. Maar als het gaat over de werkgelegenheid, zou ik mevrouw De Vries willen vragen of zij een baan in de zorg, in het onderwijs of in de veiligheid in ons land meer of minder waard vindt dan een baan via een multinational. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik vind een baan in de zorg, een baan als politieman, een andere baan bij de overheid of overheidsgefinancierde banen net zo belangrijk als banen in de vrije sector. 

Mevrouw Leijten (SP):

Politieagenten verdwijnen. Mensen in de zorg zijn in de afgelopen kabinetsperiode verdwenen; 77.000! Leraren staken omdat ze hun werk niet meer kunnen doen en de toekomst van ons land niet goed kunnen opleiden. En wat doet de VVD? Die denkt: goh, we geven 1,4 miljard aan bedrijven! Dan maakt u wel degelijk een keus. Dan zegt u tegen die leraar, die verpleegkundige en die politieagent: wij vinden de winsten van bedrijven belangrijker dan uw werk. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik vind het heel mooi dat de SP mij hier de maat over gaat nemen, want als ik naar de doorrekening van het linkse plan kijk, zie ik toch heel andere cijfers. U gaat gewoon een dreun geven richting alle werkenden als het gaat om de koopkracht. Daar kiezen wij inderdaad niet voor, absoluut niet. 

De voorzitter:

Tot slot. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het is mooi dat mevrouw De Vries de doorrekening aanhaalt. Wij hebben aan het einde van de kabinetsperiode meer banen omdat wij investeren in de zorg, in het onderwijs en in de veiligheid. Wij hebben een hogere koopkracht omdat we de extra belastingverhoging op boodschappen niet door laten gaan. Dat staat er allemaal in. Wij zorgen bovendien voor minder ongelijkheid in het land. Ongelijkheid is iets waar mensen zich zorgen over maken. Wij maken andere keuzes, die daadwerkelijk leiden tot een beter Nederland — vinden wij. Maar we hadden het over de dividendbelasting. U verwijst naar de doorrekening van ons plan, waarin wij geen cadeautje geven aan bedrijven, maar ik stel u dan toch de volgende vraag. Als de leraren staken omdat ze het werk niet meer kunnen doen, als de verpleegkundigen zeggen dat zij omkomen van het werk en dat zij te weinig collega's hebben, waarom — waaróm? — kiest de VVD er dan voor om 1,4 miljard aan grote internationale bedrijven te geven? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik vind het een mooi verhaal, maar u moet wel het hele plaatje vertellen. U moet ook vertellen dat wij investeren in de verpleeghuiszorg, u moet vertellen dat wij investeren in Defensie, u moet vertellen dat we investeren in de politie. Dus dat plaatje moet u mij niet voorhouden. Ik heb heel kort de tijd gehad om uw voorstellen en de doorrekening ervan door het CPB te bekijken, maar volgens mij gaan die toch echt 70.000 banen kosten. 

De voorzitter:

De heer Van Dijck. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat gaat over 2060. 

De voorzitter:

U mag dat rechtzetten als dat rechtgezet moet worden. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat komt omdat wij zeggen dat mensen eerder mogen stoppen met werken. Bij het CPB gaat men ervan uit dat iedereen beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, dus van: hoe langer je doorwerkt, hoe meer banen er zijn. Dat is niet zo. Wij laten mensen eerder stoppen met werken. Dan zijn er in 2060 dus 70.000 minder mensen beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Dat is iets anders dan minder banen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij klopt dit niet en moet mevrouw Leijten het zelf nog maar even nalezen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Laten we er geen doekjes om winden: die dividendmaatregel is gewoon een domme maatregel. Mijn vraag aan mevrouw De Vries is of zij erkent dat dat cadeautje dat men pretendeert te geven aan de aandeelhouder, eigenlijk rechtstreeks in de schatkist vloeit van heel veel landen waar we een verdrag mee hebben. U zegt zelf net dat het een voorheffing is. Waarom is de VVD dan hiertoe genegen? Stel dat het zou helpen om die aandeelhouders en beleggers te prikkelen om in Nederland te beleggen, dan heeft dat toch geen effect als dit op een moment naar de schatkist gaat van het land waar zij wonen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Nee, ik besef heel terdege dat het een voorheffing is. Ik heb u en ook een aantal van uw collega's al aangegeven dat het gaat om een totaalpakket aan maatregelen dat wij willen maken voor het vestigings- en investeringsklimaat en voor de bedrijven. Daar is dit er één van, maar daarbij hoort ook zeker de verlaging van de vennootschapsbelasting en het wegnemen van risico's voor bedrijven, bijvoorbeeld in de sociale zekerheid door aanpassing van de Wet werk en zekerheid en van de doorbetaling bij ziekte in het tweede jaar. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dat vraag ik allemaal niet. Ik zeg: stel dat het zou helpen om die belegger te prikkelen om in Nederland te beleggen, dan wil je iets doen voor die belegger. Nu doet u iets. Dat kost 1,4 miljard, maar u doet dat niet voor de belegger, want het land waar die belegger woont, pakt dat geld af in de naheffing in de ib en de winstbelasting. Met andere woorden, u geeft dat aan de schatkist van dat land. Daardoor komt geen belegger méér naar Nederland. U krijgt alleen een bedankje van mevrouw Merkel of van meneer Trump: dank je wel voor die 1,4 miljard. Is dat nu de bedoeling van de VVD? U moet wel weten wat de consequenties zijn van uw beleid. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wij doen dit voor ons vestigings- en investeringsklimaat, voor het behoud van bedrijven hier en voor het aantrekken van nieuwe bedrijven. Dat doen we voor de banen van die mensen, zodat ze daar hun brood kunnen verdienen, meneer Van Dijck. Daar zou u ook wat meer belang aan moeten hechten. 

De voorzitter:

De heer Van Dijck, tot slot. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik begin me een beetje te ergeren. Als u met een maatregel komt die niets doet voor dat vestigingsklimaat en voor die banen, kunt u ook 1,4 miljard in de Noordzee kieperen en zeggen: dat doe ik voor de banen en voor het vestigingsklimaat. Het doet niets voor de banen en het vestigingsklimaat. U hebt 1,4 miljard van ons kostbare belastinggeld in de Noordzee gegooid: weg, op de bodem, voor de vissen. Is dat wat u wilt? Dát moet u vertellen tegen de kiezers: ik heb 1,4 miljard weggespoeld. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik blijf mezelf een beetje herhalen: wij doen dit voor de echte banen en voor de mensen in dit land. Dan is dit geen weggekieperd geld. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik constateer dat er veel vuurwerk is over dit thema van de 1,4 miljard dividendbelasting, met mensen die erin geloven en mensen die daar niet in geloven. Zelf zit ik hier eigenlijk tamelijk realistisch in, maar ik ben nog wel zoekende naar de onderbouwing van het verhaal. Ik zou mevrouw De Vries er toch toe willen uitnodigen om daarop in te gaan. Als zij via de inhoud redeneert, wat is dan precies het mechanisme dat ervoor zorgt dat we betere aandeelhouders krijgen? Daar ben ik voor, want aandeelhouders die voor dividend gaan, zijn langetermijnaandeelhouders die investeren in Nederland. Die willen we graag, maar wat is precies het mechanisme dat ervoor zorgt dat dat ook gebeurt? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat een bedrijf uiteindelijk naar het totaalplaatje kijkt. Dat gaat enerzijds om niet-financiële afwegingen, bijvoorbeeld om infrastructuur, goed onderwijs en goede scholing, maar men kijkt daarnaast ook naar het fiscale vestigingsklimaat. Daar moet je dus ook naar kijken. Daar nemen we ook een aantal maatregelen voor, onder andere de verlaging van de vennootschapsbelasting. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Veel onderdelen van dat pakket zien wij met plezier tegemoet, want wij zijn altijd voor lastenverlichting, als die kan. Maar bij die dividendbelasting ben ik nog wel een beetje zoekende. Je hebt landen waar het een voorheffing is; daar is de aandeelhouder niet beter af. Administratief kun je dan nog zeggen dat het een vereenvoudiging is; dat is een klein voordeeltje. Is de inschatting dat er voldoende landen zijn waar dit niet een voorheffing is maar een eindheffing? Is dat dan het mechanisme dat ervoor moet zorgen dat er meer aandeelhouders komen? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik geloof dat ik niet helemaal begrijp wat de heer Dijkgraaf bedoelt. 

De voorzitter:

U mag het toelichten, mijnheer Dijkgraaf. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik zal het proberen toe te lichten. Als die 15% een voorheffing is en uiteindelijk wordt verrekend met de belastingaangifte van de aandeelhouder, dan schiet die er niks mee op. Hij betaalde bijvoorbeeld 40%; hij betaalde daarvan bijvoorbeeld eerst 15% in Nederland en 25% in het andere land. Die aandeelhouder gaat nu nog steeds 40% betalen, alleen niet 15% hier, maar 40% in Duitsland of in België. In landen waarin dit geen voorheffing is, maar een eindheffing, helpt dat wel. Dan is het gewoon een belastingverlaging van 15% voor die aandeelhouders. Ik heb geen compleet plaatje van dat soort landen. Mijn stelling zou zijn dat het alleen als het eindheffing is ook een mechanisme is om ervoor te zorgen dat er meer aandeelhouders komen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij is het argument dat wij een aantrekkelijk vestigingsklimaat willen hebben. Er zijn heel veel ontwikkelingen gaande, zoals de brexit. Dat zei ik straks ook al. In het Verenigd Koninkrijk is er bijvoorbeeld geen dividendbelasting. Voor ons past het in het totaalplaatje. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik spreek regelmatig aandeelhouders. Zij kijken inderdaad naar het totaalplaatje. Bij de getallen die ik noemde, kijken zij dan naar die 40%: betaal ik nu 40% of betaal ik 25%? Dan is de vraag toch: leidt deze maatregel effectief tot lastenverlichting voor de aandeelhouder? Ja? Dan zou het weleens een goed plan kunnen zijn. Nee? Dan begin ik te twijfelen. Wat is dan het mechanisme dat ervoor zorgt dat dit werkgelegenheid aanwakkert? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wat mij betreft past dit verhaal in ons plaatje voor het goede vestigingsklimaat. Dan kunt u zeggen dat het zo niet werkt, maar wij horen dat het wel zo werkt. 

De heer Baudet (FvD):

Wij horen mevrouw De Vries zeggen "wij horen dat het wel zo werkt", maar wij horen geen argumenten. Ik zal ze u aanreiken. Mark Rutte heeft gewerkt bij Unilever. Wobke Hoekstra heeft gewerkt bij Shell. Dat zijn de enige twee bedrijven die hier voordeel bij hebben. Die bedrijven zitten nu voor een deel in het Verenigd Koninkrijk. Na de brexit willen zij misschien naar Nederland komen. Ze hebben gedreigd om in plaats van naar Nederland te komen, naar het Verenigd Koninkrijk te gaan. Dit is een cadeautje van de belastingbetaler aan Shell en Unilever om die bedrijven meer waard te maken en om die bedrijven tegemoet te komen. Het zou mevrouw De Vries sieren als zij dat zou vertellen, als zij dat argument zou aanvoeren. Dan kunnen wij vervolgens zeggen of wij dat cadeautje wel of niet namens de belastingbetaler aan die grote bedrijven willen geven. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb volgens mij aangegeven dat wij het belangrijk vinden om bedrijven te behouden. Wij vinden het belangrijk om nieuwe bedrijven aan te trekken. Het gaat ons om die banen. Misschien interesseert u dat niks. Dat kan, prima, maar wij vinden dat wel belangrijk. 

De heer Baudet (FvD):

Het gaat niet om ... 

De voorzitter:

Mijnheer Baudet. 

De heer Baudet (FvD):

Door elke keer uit te zoomen maak je het punt niet duidelijker. Het gaat niet om banen in algemene zin. Het gaat ook nauwelijks om vestigingsklimaat. Dat is wel duidelijk geworden uit het onvermogen van mevrouw De Vries om antwoord te geven op alle vragen. Het gaat maar om twee bedrijven, die geen werkgelegenheid in Nederland willen opleveren en door deze maatregel meer waard zullen worden. We kunnen daar voor of tegen zijn. Ik zou er zelf tegen zijn. Ik zou het veel beter vinden om die 1,4 miljard bijvoorbeeld in box 2 ten gunste te laten komen aan onze ondernemers, dga's met een bv enzovoorts. Maar voer dat argument dan ook aan en verschuil u niet achter vage algemeenheden zoals "het leidt tot een beter vestigingsklimaat" of "het leidt tot banen", want dat is niet zo. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij gaat de heer Baudet nu niet in op wat ik zeg, namelijk dat het om banen gaat. U vindt dat blijkbaar niet belangrijk. We maken een totaalpakket. Het is niet deze ene maatregel die wij nemen. Wij nemen een aantal maatregelen. Daarbij gaat het om maatregelen in de sociale zekerheid, op het gebied van het ontslagrecht en loondoorbetaling bij ziekte en daarbij gaat het om de vennootschapsbelasting. Dat is een totaalpakket. U kunt wel elke keer zeggen "kijk nou specifiek naar deze maatregel", maar als je het hebt over een aantrekkelijk vestigings- en investeringsklimaat gaat het om een totaalpakket. 

De heer Baudet (FvD):

Kan mevrouw De Vries ingaan om mijn punten over Unilever en Shell? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet de behoefte heb om hier over individuele bedrijven te praten. Het gaat ons gewoon om banen: die willen wij hier behouden. En wij willen banen uit het buitenland aantrekken. Dat is waar het mij om gaat. U wilt het nu weer verkleinen tot iets heel kleins. Ik zeg gewoon dat wij het vestigingsklimaat willen verbeteren. 

De voorzitter:

Mijnheer Nijboer, u bent net geweest op dit punt. 

De heer Nijboer (PvdA):

Klopt, voorzitter, ... 

De voorzitter:

Ja. 

De heer Nijboer (PvdA):

... maar het gaat om 1,4 miljard. Dat is geen klein bier. Dat is groot geld. Keer op keer vragen collega's, ikzelf ook, om enige vorm van onderbouwing bij dit voorstel. Als je 1,4 miljard belastinggeld weggeeft, hoort daar naar mijn mening een fatsoenlijke onderbouwing bij. En die mis ik bij mevrouw De Vries. Ik vind dat mevrouw De Vries die nu aan ons verplicht is te geven. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Misschien moet u dit aan de voormalige woordvoerder van de PvdA gaan vragen, de heer Paul Tang, die in het verleden in Het Financieele Dagblad heeft laten optekenen dat hij voor het afschaffen van de dividendbelasting is als daar een goede dekking tegenover staat, zoals het beperken van renteaftrek. Die renteaftrekbeperkingen doen we. 

De voorzitter:

Tot slot, want dit is een herhaling. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik vroeg om een onderbouwing, voorzitter. Ik zal ingaan op Paul Tang. Als u iemand kent die de Vpb wil verhogen, de schuldaftrek wil beperken, voorstellen doet om bedrijven zwaarder te belasten ... Ik ken bijna geen linksere econoom dan Paul Tang. Sla mij daar dus niet mee om de oren, want dit slaat nergens op. Wat wel ergens op zou slaan, mevrouw De Vries, is als u in plaats van vermoedens, totaalpakketten en weet ik wat niet allemaal meer, gewoon met een degelijke onderbouwing kwam van waarom er 1,4 miljard moet worden uitgegeven, en waarom dat niet aan werkgelegenheid in de zorg of in het onderwijs, of aan het mkb kan worden besteed. Want dit is echt niet eerder vertoond: 1,4 miljard zonder enige onderbouwing proberen weg te geven. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij verval ik in een herhaling van zetten. Ik heb dit volgens mij uitgebreid proberen te doen. Ik ben uitgebreid ingegaan op die vragen. Ik vind het jammer dat de heer Nijboer niet wil ingaan op de wijziging van het standpunt dat de heer Tang blijkbaar heeft ingenomen. 

De voorzitter:

Op dit punt is iedereen al geweest, meneer Azarkan, en de heer Nijboer heeft een slecht voorbeeld gegeven. Maar goed, één vraag. 

De heer Azarkan (DENK):

Ik geef een goed voorbeeld, voorzitter. Er is iets wat mij enorm fascineert. Ik heb een tijdje in het bedrijfsleven gewerkt. Ik had daar een collega die vier ton wilde investeren in Rusland. Een collega stelde de vraag: waarom vier ton? Het antwoord was: drie ton is te weinig en een half miljoen is te veel. Kan mevrouw De Vries aangeven waarom het 1,4 miljard moet zijn, en niet 2,5, of 5, of 1 miljard? Waarop is die 1,4 gebaseerd? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dat kost het afschaffen van de dividendbelasting. We nemen daarnaast overigens nog maatregelen voor het verlagen van de Vpb, dus als u die daarbij wilt optellen, kan dat. 

De heer Azarkan (DENK):

Waarom heeft u niet meer cadeau gedaan aan het vestigingsklimaat? U komt namelijk elke keer met dat argument van het vestigingsklimaat. Het is alsof u zegt: we stoppen 3 miljard in het onderwijs, dat komt ten goede aan het onderwijs. Op deze manier discussiëren we niet. We kunnen niet zeggen "we stoppen het ergens in", terwijl dat vervolgens aan het algemene en hoogste niveau ten goede komt. Dat werkt gewoon niet op die manier, en dat weet u ook. U loopt daar elke keer voor weg. U heeft gewoon, net wat collega Nijboer zegt, antwoord te geven op de vraag naar de onderbouwing, namelijk waarom die 1,4 miljard goed is voor het vestigingsklimaat. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij geeft u aan dat wij nu alleen deze maatregel nemen en dat we misschien meer moeten doen. We doen ook iets aan de vennootschapsbelasting. En zoals ik net al heb aangegeven, doen we op andere punten genoeg voorstellen voor het verminderen van de risico's voor de ondernemers. Dat geldt voor de ondernemers die al jaren in ons land zitten; daar is het ook belangrijk voor. Het verlagen van de vennootschapsbelasting is daar bijvoorbeeld belangrijk voor. Maar ik blijf mezelf herhalen. Het gaat om bedrijven, en uiteindelijk om banen van mensen hier in Nederland. 

De voorzitter:

Dat heeft u al gezegd. Ik stel voor dat u verdergaat met uw betoog. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik kom nu misschien met wat herhalingen, maar ik was nog niet aan het einde van mijn betoog over het vestigingsklimaat. Het afschaffen van de dividendbelasting en vennootschapsbelasting is namelijk niet alleen belangrijk voor de grote bedrijven. De tegenstelling van links tussen mensen en multinationals is wat mij betreft een valse tegenstelling. Die bedrijven zorgen immers voor banen voor Nederlanders, en voor werkgelegenheid bij kleinere bedrijven. Velen van ons krijgen geregeld ondernemers op bezoek. Ook ik kreeg onlangs nog een groep ondernemers uit Beverwijk op bezoek. Geen grote directeuren, maar gewone ondernemers met een klein bedrijfje, vaak zelfs zonder personeel. Als geen ander kennen deze ondernemers het belang van grote bedrijven in Nederland. Die grote bedrijven zijn immers vaak gewoon hun klanten. En het belang van een goed vestigingsklimaat speelt natuurlijk des te meer door alle ontwikkelingen in Amerika en door de brexit. Wij willen buitenlandse bedrijven hier houden en nieuwe aantrekken. Een goed vestigingsklimaat is nooit een doel op zich. We willen een goed vestigingsklimaat zodat mensen hun baan kunnen behouden en meer mensen een baan krijgen. 

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben het over het regeerakkoord met al zijn maatregelen en de banen in het bedrijfsleven, die zo belangrijk zijn voor de VVD. We weten dat die niet houdt van de banen in de zorg en de veiligheid, want daar heeft ze in de afgelopen jaren fors op bezuinigd en daar zijn veel banen verloren gegaan. Maar goed, ze houdt wel van de banen in het bedrijfsleven. Volgens het regeerakkoord neemt de werkloosheid met 0,4% af. Dat is goed nieuws. 

Nu hebben wij een tegenvoorstel neergelegd, waarin we zeggen dat we de btw-verhoging niet gaan doorvoeren en gaan investeren in de lonen. Dat is hartstikke goed voor lage en middeninkomens maar het is ook heel goed voor de werkgelegenheid. 

De voorzitter:

En de vraag is? 

Mevrouw Leijten (SP):

Want wij verdubbelen het aantal mensen dat aan de slag gaat ten opzichte van het regeerakkoord. Als de VVD zo ontzettend voor werkgelegenheid is, is mijn vraag of zij bereid is ons voorstel over te nemen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat mevrouw Leijten daar het antwoord wel op weet. Ik denk dat het eigenlijk meer een slinks plan is. U heeft het de hele tijd over het voorstel over de politieagenten, de medewerkers in de zorg en de medewerkers bij Defensie, maar wat u doet, is gewoon alle werkenden er minder op vooruit laten gaan. Het regeerakkoord zegt 1,4% voor de werkenden en in uw slinkse plan is het 0,1%. 

Mevrouw Leijten (SP):

Erbovenop, dus dat is extra. Je kan zeggen dat links slinks is, maar je kan ook liegen. Het is erbovenop, dus ze gaan er bij ons nóg meer op vooruit. Ik kan het niet uitleggen dat de VVD het altijd maar heeft over banen en banen en dat er daarom belastingverlaging moet worden gegeven en belastingdeals moeten worden gesloten waardoor er gewoon diefstal plaatsvindt van ons als samenleving. Waar we het hebben over mensen die werken in de publieke dienst, zoals onderwijs, veiligheid en zorg, mensen die onze samenleving draaiende houden, gaat het bij de VVD niet over banen. Ik vind dat zo'n hypocriet verhaal! 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik moet eerlijk zeggen dat als het gaat om het plan van GroenLinks, PvdA en SP, ik niet snap dat ze niet zo veel voorliefde hebben voor de werkenden in bedrijven, zoals de timmerman en de loodgieter. Ik vind dat niet oké. Wij maken een andere keuze. Wij kiezen voor de volle breedte. Ik denk dat dat belangrijk is. Ik mag echt hopen dat er geen enkel bedrijf in Nederland naar dit debat luistert, want het zou echt tenenkrommend zijn. Ik zou meteen gillend dit land uit gaan lopen. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Wat een flauwekul. Natuurlijk is het midden- en kleinbedrijf van groot belang voor onze samenleving. Daar doen ook al die mensen die werken in de publieke dienst, zoals de zorg, het onderwijs en de veiligheid, hun boodschappen. Daar laten ze hun apparatuur maken en daar kopen ze hun kleding. Natuurlijk zijn die bedrijven van groot belang, maar u kijkt alleen naar de grote bedrijven. U draagt de slippen van Shell en Unilever. Juist zij hebben in de afgelopen tien, twintig jaar 75% van de werkgelegenheid weggetrokken en die allemaal verplaatst naar de lagelonenlanden. U onderschat de waarde van onze eigen investeringen in werkgelegenheid. En dat is precies de ideologische keuze die de VVD anders maakt dan wij. Wij investeren in onze samenleving en in onze toekomst, ook die van ouderen maar zeker die van kinderen. Als leraren staken omdat ze te weinig collega's en een te hoge werkdruk hebben, dan luisteren we naar hen en niet naar degenen die geen winstbelasting meer willen betalen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik zal nooit het belang van het mkb onderschatten, absoluut nooit, maar ik vind het een valse tegenstelling die de SP oproept, want ook die grote bedrijven hebben we nodig. Die kleine bedrijven hebben juist ook belang bij die grote bedrijven als toeleveranciers, als degenen die de broodjes daar verzorgen, als degenen die daar de schoonmaak doen. U moet die tegenstelling niet oproepen. Dat is gewoon niet goed. 

De heer Baudet (FvD):

Over de hele linie moet het bedrijfsleven gestimuleerd worden en we vergeten het mkb niet, zegt mevrouw De Vries van de VVD. Maar juist in box 2 wordt het tarief verhoogd van 25% naar 28,5%. Wat is de argumentatie daarachter? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wij verlagen de vennootschapsbelasting, ook voor het kleinbedrijf. De ib-ondernemers hebben profijt van het verlagen van de schijven. Daar zit een bepaalde samenhang in waardoor je ook een gevolg krijgt in box 2. 

De heer Baudet (FvD):

Ik hoor geen antwoord op mijn vraag. Welke samenhang? Wat is het doel? Wat is de bedoeling? Ik wil graag een toelichting. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dit is het doel, dit is de samenhang. 

De heer Baudet (FvD):

Dit slaat op wat? Dit is de samenhang. Wat is de samenhang? Waarom verhoogt u het tarief van 25% naar 28,5%? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb niet zo veel zin om telkens mijn antwoorden te moeten herhalen omdat de heer Baudet niet wil luisteren. 

De heer Baudet (FvD):

Misschien moet u wat betere antwoorden geven, dan zullen wij ook wat minder vaak onze vragen behoeven te herhalen. 

De voorzitter:

U mag nog een poging doen. De heer Baudet staat te wachten op een antwoord. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ja, maar ik geef hetzelfde antwoord als dat ik al gegeven heb. We verlagen de vennootschapsbelasting in het lage en het hoge tarief. We verlagen de ib-tarieven. Daar zit een samenhang in met box 2. Dat is mijn antwoord. Ik weet niet of de heer Baudet het nu begrijpt. 

De voorzitter:

Tot slot, de heer Baudet. 

De heer Baudet (FvD):

Inderdaad, ik begrijp het niet, want juist het mkb zorgt niet alleen voor heel veel werkgelegenheid in Nederland, maar ook voor een sociale samenhang. Al eerder is genoemd dat multinationals, grote bedrijven die profiteren van de genoemde afschaffing van de dividendbelasting, juist heel veel werkgelegenheid aan Nederland onttrekken, omdat ze die naar de lagelonenlanden verplaatsen. Waarom maakt de VVD die keuze voor multinationals, die vaak wegtrekken uit Nederland, die juist de werkgelegenheid uit Nederland weghalen en naar de lagelonenlanden verplaatsen, en laat de VVD het mkb, de dga's met een eigen bv en de zzp'ers in de steek? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij laten wij de zzp'ers niet in de steek. Daar hebben wij ook voorstellen voor gedaan in het regeerakkoord, waarbij we de schijnzelfstandigheid aanpakken maar ruimte geven aan zzp'ers. Ik heb voor het mkb een aantal maatregelen genoemd, maar die wilt u misschien niet horen. Ik heb gesproken over loondoorbetaling bij ziekte en het ontslagrecht. Als u praat met ondernemers, hoort u ook de klachten van ondernemers over die wet- en regelgeving ... 

De heer Baudet (FvD):

En over box 2. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

... en daarom passen we die aan. Maar daar heb ik u de uitleg voor gegeven. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Misschien kunt u uitleggen waarom aan de ene kant de vennootschapsbelasting wordt verlaagd voor de familiebedrijven, maar vervolgens in box 2 de inkomstenbelasting wordt verhoogd. Het kabinet geeft daar een fiscale redenering bij die 100% fout is. Daar kom ik vandaag nog wel op terug. Het globale evenwicht wordt namelijk niet verstoord als je zowel de vennootschapsbelasting als de inkomstenbelasting verlaagt. Als je alleen de vennootschapsbelasting verlaagt, zou de box 2-belasting inderdaad omhoog moeten, maar als ze beide naar beneden gaan, blijft het globaal evenwicht in stand en moet je dus niet het box 2-tarief voor familiebedrijven verhogen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik sluit me aan bij de verklaring die in het regeerakkoord staat. Ik neem aan dat het kabinet die straks ook zal geven over dat globale evenwicht. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat met uw betoog. Ik geef u nu de gelegenheid om uw betoog af te ronden. Ik bedoel niet dat u nu moet afronden, maar dat u verdergaat met uw betoog zonder interrupties. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Door het regeerakkoord gaat de economie sneller groeien, neemt de werkloosheid sneller af en neemt het aantal banen toe. Het regeerakkoord zorgt dus voor meer banen en minder werkloosheid. De begroting is op orde. Ook aan het eind van de kabinetsperiode heeft de overheid nog een begrotingsoverschot. 

Voorzitter. Natuurlijk zitten er in dit regeerakkoord ook een paar moeilijke maatregelen voor de VVD, maar we hebben er wel voor gezorgd dat tegenover die moeilijke maatregelen altijd positieve maatregelen staan, zodat onderaan de streep verreweg de meeste groepen erop vooruitgaan. Het is dan ook te gemakkelijk om er simpel één maatregel uit te halen en het halve verhaal te vertellen. Toch hoor ik jammer genoeg veel bedrijven dit doen. Je moet als politieke partij ook verantwoordelijkheid durven nemen, het eerlijke verhaal vertellen en compromissen durven sluiten. Daar heb je lef voor nodig. De VVD pakt die handschoen op. 

Voorzitter. Dit debat is ook het startsein voor de begrotingsbehandelingen. De minister van Financiën is natuurlijk de opperste schatkistbewaarder. Hoe gaat hij ervoor zorgen dat de lastenverlichting zo snel en verantwoord mogelijk terug wordt gegeven aan de mensen? Hoe zorgt hij ervoor dat dit op een evenwichtige manier gebeurt, zonder dat eerst alle maatregelen worden genomen met negatieve inkomenseffecten of effecten op bepaalde groepen, zoals eigenwoningbezitters, of eerst alleen maar de maatregelen met inkomensvoordelen voor bepaalde inkomens? Zo kan de afschaffing van de wet-Hillen wat de VVD betreft niet losstaan van de verlaging van het eigenwoningforfait. Hoe kijkt de minister daarnaar? Het kabinet gaat uit van een vast uitgaven- en lastenkader waarbij de inkomsten en het conjuncturele deel van de uitgaven aan WW en bijstand mee kunnen ademen met de economie. Welke gevolgen heeft dit? Wat wordt verstaan onder het conjuncturele deel van de uitgaven? Wat is de definitie daarvan? Het kan wat ons betreft niet zo zijn dat elke wijziging conjunctureel is. Hoe blijft de druk op de houdbaarheid van de socialezekerheidsuitgaven bestaan? Want die lopen flink op, zo blijkt uit de startnota. Over de startnota gesproken: kan de minister bevestigen dat de losse begrotingsregels die in Rutte II zijn opgesteld een-op-een worden overgenomen in Rutte III, uiteraard met uitzondering van de nieuwe regels die ingepast zijn op basis van het rapport van de vijftiende Studiegroep Begrotingsruimte? 

Voorzitter. Al met al is dit een regeerakkoord waar we trots op kunnen zijn en waar we mee aan de bak gaan. Er is genoeg gepraat en de kiezers hebben lang moeten wachten op een nieuw kabinet en op lastenverlichting, dus daarom nu aan de slag. 

Dank u wel, voorzitter. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Mevrouw De Vries doet toch wel een beetje aan uitlokking door over het eigenwoningforfait te beginnen in het kader van de afschaffing van de wet-Hillen. Kan zij mij uitleggen waarom het verlagen van het woningforfait een reden is om de wet-Hillen af te schaffen? De verlaging van het woningforfait heeft niets met de wet-Hillen te maken. Dat is alleen gedaan om aan de mensen die schulden hebben een compensatie te geven voor de lagere aftrek. De mensen die hun schulden afgelost hebben, hebben dat nadeel niet maar krijgen wel het nadeel van de aflosboete, dus dit slaat als een tang op een varken. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik een beetje stil word van dit betoog. Ik heb net het verhaal gehouden dat we moeten kijken naar het totaalpakket aan maatregelen. Dan kijk je ook naar het totaalpakket aan maatregelen voor de eigenwoningbezitter. Dat pakket bestaat inderdaad natuurlijk enerzijds uit het afbouwen van de wet-Hillen maar anderzijds ook uit de verlaging van het eigenwoningforfait. Wij willen naar het totale plaatje kijken om ook onder de streep te kijken hoe die eigenwoningbezitter er uiteindelijk van afkomt en wat hij te besteden heeft. Die plaatjes zien er gewoon goed uit met alle maatregelen, ook de maatregelen in de inkomstenbelasting. 

De voorzitter:

Uw vraag? 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Kunt u mij toch uitleggen — want dat doet u niet — waarom dan het eigenwoningforfait wordt verlaagd vanwege het mindere belastingvoordeel van de mensen die schulden hebben? Die kosten van dat eigenwoningforfait, waarvan de verlaging een heleboel kost, worden betaald door degenen die last hebben van de afschaffing van de wet-Hillen. Dat is toch niet te verdedigen? De ene groep wordt gecompenseerd en dan moet een groep die daar helemaal buiten staat dat gaan betalen. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij heb ik aangegeven dat wij het eigenwoningforfait willen verlagen om de huizenbezitter tegemoet te komen, omdat er ook een aantal andere maatregelen in dat pakket zitten. Daar profiteren overigens ook de mensen van die nu onder de wet-Hillen vallen. Eerlijk, wij vinden dit ook niet een heel aangename maatregel. Wij hadden die zelf niet in ons verkiezingsprogramma staan, maar we hebben er wel voor gezorgd dat daar andere maatregelen tegenover staan, zoals de verlaging van het eigenwoningforfait en de verlaging van de inkomstenbelasting, zodat mensen uiteindelijk aan het eind gewoon nog geld overhouden. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik vind dat een cynisch betoog. U kunt toch niet zeggen tegen de mensen die afgelost hebben, die zuinig geleefd hebben, die wisten dat ze geen bijtelling voor het eigenwoningforfait zouden krijgen: wees blij, je wordt nu wel gepakt met die aflosboete, maar die is iets kleiner dan hij aanvankelijk was? Dat slaat toch nergens op? Dit is gewoon een cynisch betoog. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik vind het heel vervelend dat de heer Van Rooijen mij woorden in de mond legt. Ik heb dat helemaal niet aangegeven. Ik heb gezegd dat wij naar het totale pakket van maatregelen moeten kijken. Dit is voor de VVD een moeilijke maatregel, absoluut, maar wij wilden wel verantwoordelijkheid nemen en daarvoor moet je soms compromissen sluiten. We hebben er ook voor gezorgd dat die woningbezitter een lager eigenwoningforfait krijgt, maar ook lagere inkomstenbelasting. Dat veegt u nu gewoon onder het kleed. Volgens mij is dat niet een eerlijk verhaal. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik hoor dat mevrouw De Vries duidelijk op pad is gestuurd hier naartoe met de opmerking: je moet het totaalpakket verkopen en niet de individuele maatregelen. Natuurlijk, daar is iets voor te zeggen. Kijk naar het totaalpakket en niet naar de individuele maatregelen, maar als daar een maatregel bij zit die echt oerstom is, asociaal en een verspilling die, zoals ik net al zei, 1,4 miljard in de zee gooit, dan moet de VVD toch ook de ratio laten spreken en niet zeggen: we gaan niet terugonderhandelen? Er zit een heel stomme, foute maatregel bij. Dat weet de VVD, dat weet de ChristenUnie, iedereen weet dat. Dat ga je toch niet zoiets doordrukken en de hele samenleving daarmee lastigvallen? 

De voorzitter:

Deze discussie is net uitgebreid gevoerd. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Die discussie is net uitgebreid gevoerd. Ik wil gewoon dat mevrouw De Vries zich iets kwetsbaarder opstelt en ook de ratio laat spreken of dit wel slim is om te doen. Het lijkt nu net alsof zij daarvoor de deur dichtgooit. Dat zou doodzonde zijn. Maar dat was niet mijn vraag. 

De voorzitter:

Dan houdt het op. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Mijn vraag gaat over een heel ander punt, namelijk de hypotheekrenteaftrek. Want de VVD was altijd, samen met de PVV, de partij die zei: dat staat als een huis, handen af van de hypotheekrenteaftrek. In 2013 werd eraan gerommeld. 

De voorzitter:

En nu de vraag. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

En nu gaat u nog een stap verder. Hoe voelt dat? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Belangrijk is dat ook dat een moeilijke maatregel is voor ons, daar ben ik heel eerlijk in. Maar nogmaals, daartegenover hebben wij wel een aantal dingen geregeld, als je kijkt naar het eigenwoningforfait en de lagere inkomstenbelasting. Ik moet heel eerlijk zeggen dat de PVV niet altijd even consequent is. De afgelopen keer durfde de PVV eigen voorstellen niet te laten doorrekenen, maar in 2012 stond de afschaffing van de wet-Hillen ook gewoon in de doorrekening van de PVV. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Wij zijn in ieder geval consequent als het gaat om de hypotheekrenteaftrek. Als je de mensen vraagt: wat heb je liever, hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait zoals het nu is, of in vier jaar die hypotheekrenteaftrek verlagen, dan kiest iedereen voor dat eerste. Met andere woorden, de VVD is de partij die elke keer zegt: handen af van de hypotheekrenteaftrek. In 2013 zei u nog: dit is het; het gaat over 30 jaar, het gebeurt langzaam en het doet geen pijn. En nu gaat u weer een stap verder in vier jaar tijd. Hoe geloofwaardig wilt u nog zijn naar uw kiezers toe als u elke keer "we doen het niet" zegt, maar het na de onderhandelingen toch doet? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat de PVV eerst maar even moet kijken naar haar eigen geloofwaardigheid als het bijvoorbeeld om de wet-Hillen gaat. Ik heb al aangegeven dat wij het belangrijk vinden dat we tegenover die moeilijke maatregelen die wij zelf ook niet in ons verkiezingsprogramma hadden staan, een aantal andere positieve maatregelen hebben gezet. Dat zie je ook terug in de koopkrachtplaatjes, ook in de koopkrachtplaatjes voor de woningbezitters. Misschien zou u daar ook naar moeten kijken. 

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Aukje de Vries. Dan geef ik nu het woord aan de heer Snels namens GroenLinks. 

De heer Snels (GroenLinks):

Voorzitter. Dit is het eerste debat met de minister van Financiën. Ik wens hem veel succes en vooral ook veel plezier. De staatssecretaris ken ik al. We hebben al het genoegen gehad om met hem zo'n vijftien uur in een van de zaaltjes in dit gebouw te mogen doorbrengen voor het edele en nobele handwerk van zorgvuldige wetgeving. Het ging daarbij om het Belastingplan. Dat ging niet slecht. Alle politiek-fiscale vragen werden overigens doorverwezen naar een ander moment. Ik neem aan dat dat dit moment is. 

Voorzitter. Deze Algemene Financiële Beschouwingen gaan niet alleen over de begroting van komend jaar. Ze gaan ook over de visie van de bewindslieden op de komende kabinetsperiode. Het gaat dan om de visie op fiscaal beleid, het begrotingsbeleid en de financiële sector. We gaan proberen om niet het debat van vorige week over te doen, maar een aantal onderwerpen van vorige week zullen onvermijdelijk terugkomen. Dat blijkt ook wel. 

Ik begin met de Paradise Papers. Na de Panamaparasieten hebben we nu de paradijsvogels. Na eerdere lekken hebben we nu 13,4 miljoen nieuwe documenten die inzicht geven in de belabberde belastingmoraal van veelverdieners en grootbedrijven. Schaamteloos ontwijken zij het fatsoenlijk betalen van belastingen. 63% van de winsten van Amerikaanse multinationals gaat naar belastingparadijzen. Het meeste daarvan gaat naar Nederland. Ik schrik iedere keer weer van de rol die Nederland daarin speelt. Ik schaam mij daar eigenlijk ook wel voor. Het gaat hier om constructies, de cv/bv-constructie. Deze bij Amerikaanse multinationals favoriete constructie wordt pas in 2020 afgeschaft. Als het aan het vorige kabinet had gelegen, gebeurde dat nog veel later. Ik vind dat we dat veel sneller zouden moeten doen. Graag een reactie. 

Het gaat hier om belastingregels. Het is goed dat in het regeerakkoord staat dat er een bronbelasting op rente en royalty's wordt voorgesteld. Maar het afschaffen van de dividendbelasting is een nieuwe impuls om kapitaal via Nederland te laten stromen. Hoe gaat Nederland dat internationaal uitleggen? Dat is niet uit te leggen, zo bleek wel uit het interruptiedebatje met mevrouw De Vries. 

Het gaat hier om geheimhouding en geheimzinnigheid, op eilanden met palmbomen, maar ook hier in Nederland. Er zijn geheime rulings, waarbij nu zelfs blijkt dat één ambtenaar een handtekening zet om honderden miljoenen naar de Kaaimaneilanden te sluizen. Hoe is dat mogelijk? Wanneer krijgen wij en iedere belastingbetaler in Nederland écht inzicht in de rulingpraktijk. Wanneer komt er ook extern toezicht op rulings? 

Voorzitter. Ons land is een doorstroomland van kapitaal. Het maakt constructies mogelijk. Het is zelfs de bedenker ervan. En voortdurend is de politieke mantra: we doen echt mee aan de bestrijding van belastingontwijking, maar wij zijn ook voorstander van fiscale concurrentie. Dat is onhoudbaar. Dat grenst aan hypocrisie: het ene plechtig beloven maar het andere doen. Nederland is zo'n makelaar van dubieuze belastingpraktijken en boekhouder van de ontwijkingsmaffia. Voor wat glimmende hoofdkantoren faciliteren wij parasitair gedrag van grote bedrijven en rijke individuen. Graag een reactie van de bewindslieden. 

Voorzitter. Houdt deze CDA-minister van Financiën van een gokje, van af en toe naar het casino gaan? Ik vermoed dat het niet bij hem past. De fractievoorzitter van de VVD sprak vorige week over een gok toen hij werd bevraagd op de dividendbelasting. 1,4 miljard, geld dat niet naar de zorg gaat, naar de salarissen van leraren of naar de koopkracht van burgers. Of het economisch iets oplevert? Niemand die het weet. We gokken maar wat met het uitdelen van 1,4 miljard aan buitenlandse aandeelhouders en buitenlandse belastingdiensten. Hoe kijkt de minister met zijn achtergrond bij McKinsey hiernaar? Is dit een speciaal cadeautje voor Shell? Kende hij de lobby om de dividendbelasting af te schaffen? Dat is dezelfde lobby die het niet zo nauw neemt met de belastingmoraal. Dit was de actualiteit, maar het is tegelijkertijd een belangrijke kwestie die vraagt om als eerste behandeld te worden en die schreeuwt om politieke actie. 

Nu meer specifiek over het regeerakkoord en de begroting. Ik begin met de inkomenspolitiek. Ik kende deze minister nog niet. Ik zei het al eerder. Daarom heb ik eens gekeken naar de maidenspeech van deze minister toen hij voor het CDA in de Senaat begon. Ik schrok daarvan. Als gevolg van globalisering, technische ontwikkeling, overheidsbeleid is er een breed gedeeld gevoel — dat is ook waar in de praktijk — dat welvaart niet meer eerlijk verdeeld wordt. Het beschikbare inkomen van mensen is al vijftien jaar constant. Lonen blijven achter bij winsten, lasten voor mensen nemen toe, ziektekosten stijgen en huren nemen toe. Dit kabinet maakt ook de boodschappen nog eens duurder door het lage tarief van de btw te verhogen. Mensen gaan er niet meer op vooruit en vrezen dat dit in de toekomst zo blijft. Het was nota bene een onderzoek van McKinsey vorig jaar dat liet zien dat zeven op de tien Nederlandse huishoudens er sinds 2005 niet meer op vooruit zijn gegaan. In het onderzoek van McKinsey wordt de conclusie getrokken dat mensen het idee hebben dat het systeem hen in de steek laat en dat de politiek beter moet nadenken over wat de gevolgen van het beleid zijn voor de zwakkeren in de samenleving. En wat zei de minister, met zijn achtergrond bij McKinsey, als senator in zijn maidenspeech: "Het moet klaar zijn met herverdeling, want Nederland is een genivelleerd land en wij bevinden ons over de top van wat efficiënt is." Deze senator, deze minister vindt het onbegrijpelijk dat er partijen zijn die willen herverdelen. En wat zei hij: "Vroeger waren er mensen die dat communisten noemden." Ik wist niet wat ik las. Het CDA als sociale partij maakt zich niet meer druk om mensen met gewone inkomens, mensen die niet meer profiteren van de welvaart. Is dat gemeenschapszin? Mijn fractie maakt zich wel zorgen om de gemeenschapszin in Nederland en over het toenemen van de inkomensverschillen. Met de SP en de PvdA hebben wij alternatieven gemaakt: geen btw-verhoging, geen afschaffing van de dividendbelasting, niet bezuinigen op arbeidsgehandicapten, wel hogere lonen voor mensen in de zorg, de leraren, de politieagenten, eerlijke inkomenspolitiek, en geen duurdere boodschappen. Dat is rechtvaardig en het CPB laat dat ook zien. Graag een reactie. 

De minister was als senator in de Eerste Kamer ook zeer kritisch op het fiscale beleid van het vorige kabinet. Toen werd er wel 5 miljard lastenverlichting gegeven, maar een echte herziening van het fiscale stelsel bleef achterwege. En wat zien wij nu? Wel lastenverlichting, geen stelselherziening. De vlaktaks is een hobby van het CDA, zoals ook het toeslagenstelsel een uitvinding is van het CDA. Als er CDA'ers op Financiën komen, maak ik mij zorgen. Ik heb deze vraag aan de bewindspersonen: komt met dit regeerakkoord het denken de komende jaren stil te staan, of zien zij, ondanks het regeerakkoord, de komende jaren ruimte om te gaan werken aan een echte herziening van het belastingstelsel? Ik heb het dan over de toeslagen, de vergroening, zorgen voor meer werk, vermogensaanwasbelasting, al die thema's die de afgelopen jaren in talloze rapporten naar voren zijn gekomen, maar waar in dit regeerakkoord eigenlijk niets mee wordt gedaan. Wat vindt de minister eigenlijk van de voorgenomen btw-verhoging? Niet doen, zei hij eerder als senator, er is geen draagvlak voor. De verhoging heeft gevolgen voor de koopkracht van mensen en voor kleine bedrijven. Zijn de bewindslieden bereid om een impactanalyse te laten maken van het voorstel, bijvoorbeeld als het gaat om de grenseffecten, de inkomenseffecten, en de werkgelegenheidseffecten in de arbeidsintensieve dienstverlening? Ik denk dat het CPB hier niet geschikt voor is, maar graag een reactie. 

Voorzitter, dan kom ik bij het begrotingsbeleid. We kregen vrijdag ... 

De heer Van Weyenberg (D66):

Als je de plannen van GroenLinks bekijkt, zie je allerlei maatregelen die impact hebben, ook op de prijs van spullen in supermarkten. In totaal gaat het zelfs om een nog groter bedrag. Dan zie ik een verpakkingenbelasting van 2,2 miljard. Waar denkt u dat die betaald wordt? Dan zie ik een belasting van 1,1 miljard op vlees en vis. Waar denkt u dat die betaald wordt? Dus ik heb een vraag aan de heer Snels. Sinds wanneer wilt u consumptie niet meer zwaarder belasten en arbeid minder? 

De heer Snels (GroenLinks):

Voorzitter, wij waren volstrekt transparant in ons verkiezingsprogramma en in de doorrekening van het verkiezingsprogramma. Wat wij niet willen, maken wij duurder, wat wij wel willen, maken we goedkoper. Wij hadden inderdaad een verhoging specifiek op vlees en vis, omdat we weten dat dat echt milieueffecten heeft. Maar waar zijn de milieueffecten van het duurder maken van groente? Waar zijn de milieueffecten van het duurder maken van fruit? Wat is er mis met boeken lezen, met kranten lezen, met naar de camping gaan? Dat heeft niks met vergroening te maken en het heeft ook niks te maken met het terugdringen van consumptie als je nadenkt over wat voor klimaat- en milieubeleid belangrijk is. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dit is een lang antwoord op een niet-gestelde vraag. De kern is dat in het GroenLinks-programma de belastingen met 3,2 miljard omhoog gaan door de verpakkingenbelasting en de btw-maatregelen. Dat is beleid waar je voor of tegen kunt zijn, maar om nu een soort SP-campagne te voeren hier, dat vind ik een heldere keuze van GroenLinks, zal ik maar zeggen. Ik heb nog een simpele vraag. Is de heer Snels met mij van mening dat het interessant wordt als het kabinet ons straks in de beantwoording vertelt welk deel van de belastingverhogingen van 3,2 miljard ook gaat leiden tot hogere prijzen? 

De voorzitter:

Dat was een vraag aan het kabinet via de heer Snels. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Nou, ik neem aan dat de heer Snels daar net zo nieuwsgierig naar is als ik. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dat staat gewoon in de doorrekening van ons verkiezingsprogramma. En ja, dat heeft effect op de inflatie, zoals ook het kabinetsbeleid effect heeft. Het zit in het DNA van GroenLinks dat we heel specifiek nadenken over wat we niet willen en dat dus duurder maken, en dat heeft effecten. Verpakkingen worden duurder, evenals vlees en vis, maar je kunt dat ook veel gerichter terugsluizen naar mensen, zodat ze gewoon hun boodschappen kunnen doen, zodat ze gewoon boeken kunnen kopen en lezen, kranten kunnen lezen. Het beleid van het kabinet daarentegen, een algemene verhoging van het btw-tarief, heeft niets met milieubeleid te maken. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Het valt mij van GroenLinks wat tegen dat ze steeds doen alsof mensen minder in hun portemonnee krijgen. Dat is gewoon niet waar. Er is per saldo een grote lastenverlichting en dat geld voor die btw gaat terug in een extra verlaging van de inkomstenbelasting. Het zou gewoon fair zijn als de heer Snels dat erkent, maar ik ben blij met dit antwoord. Hij erkent dat de boodschappen bij GroenLinks gewoon duurder worden. Ik zie uit naar het antwoord van de bewindslieden op de vraag met hoeveel. Want ja, de heer Snels zei het net zelf. Hij begon allemaal zijpaden te bewandelen. Boodschappen worden duurder bij GroenLinks. Dat maakt de retoriek als oppositiepartij enigszins hol. 

De heer Snels (GroenLinks):

Nee, niet de boodschappen worden duurder. Door het hogere inkomen dat mensen krijgen, kunnen ze meer fruit en meer groente kopen en meer boeken en kranten lezen. Maar het is waar: ze zullen zorgvuldiger moeten kijken of ze iedere dag vlees willen eten. 

De voorzitter:

Nee, nee, mijnheer Van Weyenberg, dat punt is voldoende gewisseld. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dat is waar mijn partij voor staat en dat hebben wij ook aan de kiezers voorgelegd. Dat stond in ons programma, dat stond in onze doorrekening en die btw-verhoging die het kabinet nu voorstelt, had niemand in zijn programma staan. 

De voorzitter:

Dit punt is voldoende besproken volgens mij, mijnheer Van Weyenberg. Eén zin. 

De heer Van Weyenberg (D66):

De kern is dus: de boodschappen worden duurder. Dat erkende hij gewoon en ik zie uit naar het antwoord van het kabinet. 

De voorzitter:

Dat heeft u al gezegd. De heer Dijkgraaf. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, voorzitter, maar wat mij betreft is het toch niet helemaal transparant. Ik ben het eens met de heer Snels als hij zegt: het programma van GroenLinks is gerichter. GroenLinks maakt scherpere keuzes in het sturen en de btw-maatregel is gewoon breder en minder gericht. Met dat stukje ben ik het eens, maar aan het eind van de dag, als je kijkt naar het totaalpakket, dan is het toch net zo goed zo dat de boodschappen duurder worden bij GroenLinks? 

De heer Snels (GroenLinks):

Sommige boodschappen. De tasjes waarin de boodschappen zitten, die worden duurder. En ze zullen minder gebruikt worden. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Als we heel precies zijn: alles wat verpakt is, wordt duurder. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ja, de verpakkingen. Zeker de verpakkingen. Natuurlijk heeft dat effect. En sterker nog, dat werd ook keurig doorgerekend door het CPB. Dan zie je ook een effectje op de inflatie en dan moet je weer kijken wat er met de koopkracht gebeurt, waar die prijsstijgingen onderdeel van zijn. Dan zie je dat mensen met lage en middeninkomens er gewoon heel fors op vooruitgaan. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Maar dan zijn wij het volgens mij eens. Dan moet het volgens mij veel meer gaan over de vraag: hoe richt je nu precies die prikkels in en wat belast je wel en niet? Voor een deel gaan we daarin mee. Wij hebben ook die verpakkingenbelasting in ons programma staan, maar dan weer niet die tax op vlees en vis die gewoon gezond zijn voor mensen om te eten, zeker als men een laag inkomen heeft. Anders wordt het weer peperduur en mogen hoge inkomens wel vlees en vis eten en lage inkomens niet. Het moet volgens mij gaan om die gerichtheid, en niet zozeer om de vraag of het prijspeil stijgt, want dat gebeurt bij GroenLinks net zo. 

De heer Snels (GroenLinks):

Zeker. Het moet gericht zijn. Dat was ook mijn bezwaar tegen het kabinetsbeleid. In ons programma stond bijvoorbeeld dat vliegen duurder wordt. Dit kabinet maakt het dat ook en daar zijn wij het dus over eens. Dat is een gerichte maatregel en daarmee ben ik het eens. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nog even terug naar het voorstel van de verpakkingenbelasting. Dat is geen kleine belasting op plastic tasjes, maar een belasting van 2,1 miljard. Per Nederlander komt er gemiddeld €120 tot €130 binnen aan verpakkingenbelasting. Voor een gezin van vier moet er dus €500 aan verpakkingenbelasting betaald worden. Anders halen we de opbrengst van GroenLinks niet binnen. Dat klopt toch? 

De heer Snels (GroenLinks):

Het is lang geleden dat ik de doorrekening in mijn hoofd had. Ik neem zo van de heer Omtzigt aan dat dat ongeveer klopt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Over die plastic tasjes hebben we lang gepraat in de Kamer. Dat is een maatregel die grosso modo werkt, in alle eerlijkheid. Waar belast u nu die €500 op voor dat gezin? Dat moet binnenkomen volgens uw programma. Gaat u elke doos met een paar euro belasten? U doet vergaande voorstellen. U verwijt het de coalitie, maar weet u nog dat u dit voorgesteld hebt? Weet u nog waarop die €500 geheven wordt? 

De heer Snels (GroenLinks):

We gaan nu de techniek van de verpakkingenbelasting in. Ik zal toch proberen om het uit te leggen. Wij hebben die ooit gehad in Nederland, een jaar of tien geleden. Daar bleken uitvoeringstechnische problemen mee te zijn. Andere landen zijn daarin vooruitgegaan. Wat je kunt doen, is het materiaal belasten waarmee de verpakkingen gemaakt worden. Die uitwerking is volgens het CPB goed uit te voeren en leidt er uiteindelijk toe dat we veel minder verpakkingen gaan gebruiken, waardoor de kosten ook weer gaan dalen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dit is een wat lang antwoord en er zijn ook drie problemen mee. Het eerste probleem is dat de oude verpakkingenbelasting ongeveer 250 miljoen opleverde terwijl deze meer dan 2 miljard oplevert, bijna het tienvoudige. Twee, zij moet taakstellend €500 per gezin opleveren, zelfs na het minder gebruiken van verpakkingen. Waarop wordt die belasting dan geheven? Wordt het karton melk €0,10 of €0,20 duurder? Als u dat soort dingen niet doet, krijgt u simpelweg geen 2 miljard binnen aan verpakkingenbelasting. Dit is geen gratis belasting. Gratis belastingen bestaan niet. 

De heer Snels (GroenLinks):

Wat dat laatste betreft ben ik het eigenlijk helemaal eens met de heer Omtzigt. Iedere belasting is verstorend, zeggen economen altijd. Maar er zijn sommige belastingen die het gedrag positief beïnvloeden. Dat gaat over milieubelastingen en dus ook over de verpakkingenbelasting. Als je daarvan effect wilt hebben, moet dat een forse prikkel zijn. Daar sta ik voor. Daar sta ik ook achter. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Omtzigt (CDA):

Mogen wij dan een keer van GroenLinks, misschien in de tweede termijn, een tabelletje ontvangen van wat het binnenhalen van €500 per gezin betekent voor een pak melk en voor de doos waarin meubels verpakt zijn? Wat doet dat voor simpele dingen? Ik wil namelijk wel weten hoe je kunt denken dat je €500 per gezin kunt binnenhalen, ook gezinnen met een laag inkomen, zonder dat dat heel veel pijn doet. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dat staat gewoon in de doorrekening. Dat wordt gecompenseerd door een echte verlaging van de inkomstenbelasting voor mensen met lage inkomens en middeninkomens. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens mij schrapt u die in uw plan weer. Mijn vraag is de volgende. De GroenLinks-fractie maakt een keuze die ervoor zorgt dat de lage inkomens geen gehaktbal meer kunnen eten maar wel quinoa. Prima. Dat is een keuze. Die keuze maken wij niet. De vraag is wel wat dat plan nu precies betekent. U zegt de hele tijd: dat komt terug in de koopkrachtplaatjes. Maar welk individueel gezin betaalt dat dan? 

De heer Snels (GroenLinks):

Over welk plan heeft u het? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Het plan voor de btw-verhoging op vlees zoals dat in uw verkiezingsprogramma staat. 

De heer Snels (GroenLinks):

O, de btw-verhoging op vlees. Die betekent inderdaad dat vlees, en vis — en sierbloemen hadden we ook nog — wat duurder worden. Dat betekent inderdaad dat als mensen dat kopen, ze daar meer voor moeten betalen. Dat betekent dat mensen daar ook iets minder gebruik van zullen maken. Weet u, dat zijn keuzes waar ik voor sta en die bijvoorbeeld bijdragen aan de aanpak van klimaatverandering. Het geld kunnen we vervolgens ook weer terugsluizen naar mensen via hogere inkomens. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wat ik dan raar vind, is dat u huilt over de btw-verhoging die nu in het regeerakkoord zit, en u het prima vindt als mensen voor hun boodschappen gewoon wel meer moeten gaan betalen. 

Wat ik ook nog wel een punt vind trouwens, is wat u nu eigenlijk in uw verkiezingsprogramma had staan. Volgens mij ging het daarin alleen maar om vlees. U heeft heel sneaky in de CPB-doorberekening vis daar dan ook nog maar weer bij gegooid. Ik snap dat gewoon niet. Waarom bent u daarover niet gewoon eerlijk in uw verkiezingsprogramma? 

De heer Snels (GroenLinks):

Volgens mij is er een amendement geweest tijdens ons congres, waardoor dit is aangepast en weer iets is uitgebreid. Zo werkt dat bij ons in de partij. 

Wat was uw eerste vraag ook alweer? 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Mijn laatste vraag was waarom u het niet in uw verkiezingsprogramma hebt geschreven. Als het een amendement op uw verkiezingsprogramma was, moet u het volgens mij ook in de tekst van uw verkiezingsprogramma zetten. 

De heer Snels (GroenLinks):

Het stond erin. Het stond in het verkiezingsprogramma en het stond daardoor ook in de doorrekening van het verkiezingsprogramma. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dan blijft de vraag staan: wat betekent dat, in combinatie met die verpakkingenbelasting, voor gewoon een modaal gezin, voor die politieagent, voor die zorgmedewerker en voor degene die bij Defensie werkt? Wat betekent dit voor mensen met gewoon een normaal inkomen en niks fancy of wat dan ook? 

De heer Snels (GroenLinks):

Het verschil tussen de wijze waarop GroenLinks en waarop anderen kijken naar milieubeleid en naar belastingbeleid, is dat wij proberen het slim en gericht te doen. Een algemene verhoging van de btw is niet zo slim als het belasten van delen van de consumptie van mensen en het geld terugsluizen; dat probeer ik iedere keer duidelijk te maken. Wij maken fruit niet duurder. Wij maken groenten niet duurder. Wij maken de krant niet duurder. Wij maken boeken lezen niet duurder. Wij maken de camping niet duurder. Dat is het bezwaar dat ik heb tegen de verhoging van het lage tarief van de btw. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

De heer Snels (GroenLinks):

Voorzitter, we hadden het over de Startnota van de minister en over lastenverlichting. De heer Van Weyenberg vroeg me er net naar. Er blijkt helemaal geen sprake te zijn van lastenverlichting. Onder de streep staat een lastenverzwaring van 3,4 miljard euro. Hoezo lastenverlichting? Burgers betalen de rekening: scherp stijgende kosten van de zorg, afschaffing overdraagbaarheid heffingskorting. Het zorgt allemaal samen voor stijgende lasten voor huishoudens. Kan de minister aangeven hoe die stijgende lasten, dus die 3,4 miljard, verdeeld zijn over burgers en bedrijven? Want dat wordt niet duidelijk uit de stukken van de minister. Als ik het sommetje een beetje probeer te maken, lijkt het erop dat het bedrijfsleven wel een lastenverlichting krijgt, en burgers een lastenverzwaring. Klopt dat? 

Dan de begrotingsregels. Die stijgende kosten in de zorg worden beperkt door het sluiten van hoofdlijnenakkoorden. Als dat lukt dan dalen de nominale premies. Maar daar schieten mensen niets mee op. Want het kabinet maakt de regel dat meevallende premies direct betekenen dat het kabinet het tarief van de eerste schijf verhoogt. Ik begrijp daar niks van. Waarom is dat nodig? Wat is dat voor een truc? 

In de tabel staat ook iets raars wat ik gewoon niet begrijp. Er wordt 900 miljoen ingeboekt voor meevallende nominale premies, maar de compensatie hiervoor via hogere belasting is 1,7 miljard. Hoe zit dat? Kan de minister mij dat uitleggen? 

Dan het uitgavenkader, keurig vastgesteld in de Startnota. Maar het besluit om de budgettaire gevolgen van besluiten om de gaswinning in Groningen te verminderen onder het uitgavenkader te plaatsen, begrijp ik niet. Als wij vinden dat de gaskraan in Groningen verder dicht moet dan nu in het regeerakkoord staat, dan moeten we gaan bezuinigen op andere overheidsuitgaven, zoals onderwijs. Dat zegt deze begrotingsregel. We hadden Groningen meer beloofd dan het kabinet nu doet. In de plannen die wij maakten met de SP en de Partij van de Arbeid gaan wij ook terug naar 12 miljard kuub. Maar er kan in de komende jaren een situatie ontstaan dat ook het kabinet of de coalitie vindt dat de gaskraan verder dicht moet. Dan kan het toch niet zo zijn dat we dan moeten gaan bezuinigen op onderwijs? Waarom deze begrotingsregel? 

En ten slotte een meer technische vraag. De gasbaten worden door het CPB incidenteel geboekt. We weten dat de gaswinning een keer ophoudt. We gaan niet meer uit van structurele inkomsten. Dan kunnen besluiten in het kader van het structurele trendmatige begrotingsbeleid toch niet onder het uitgavenkader geplaatst worden? Graag een reactie. 

Voorzitter, nog wat diverse onderwerpen. Ten aanzien van de financiële sector is het opvallendste dat deze passage in het regeerakkoord zeer beknopt is: enkele bullet points. Wat vindt de minister daarvan? Alle problemen opgelost, business as usual? Laat ik één vraag stellen over deze cryptische passage in het regeerakkoord: "Als Basel IV van kracht wordt, dan worden de eisen voor de leverage ratio in lijn gebracht met de Europese eisen." Gaan we echt de buffers van banken verlagen? Ik vind 4% nog te laag. Buffers moeten omhoog, niet omlaag, niet alleen in Nederland maar ook in Europa. Graag een reactie. 

Dan een vraag over de aanbevelingen van de Raad van State over het klimaatbeleid. Er moet scherper in beeld gebracht worden hoe en waar de kosten van het beleid neerslaan. Dat heeft natuurlijk te maken met de vaststelling van het PBL dat het beleid nog onvoldoende is om de doelstellingen te halen — over verstopte lasten gesproken. Maar het heeft ook te maken met de verdeling van lasten over burgers, bedrijven en grote bedrijven. Hoe gaat het kabinet met deze aanbeveling van de Raad van State om? 

Ten slotte een wat kleiner punt voor de begroting voor komend jaar. De onderwijswoordvoerders van mijn partij komen daar samen met die van SP en PvdA later nog een keer op terug, maar er zit een probleem bij het onderwijsachterstandenbeleid. Dat is al enige tijd bekend en heeft te maken met nieuwe indicatoren voor achterstanden. Het regeerakkoord trekt daar vanaf 2019 fors extra geld voor uit, maar in 2018 is er per saldo nog sprake van een bezuiniging. Ons voorstel zou zijn om van het extra geld voor het Gemeentefonds, dat hard oploopt in deze kabinetsperiode, ook volgend jaar al, ongeveer 57 miljoen te halen en over te zetten naar de begroting Onderwijs. Ik mag hopen, met de uitgestoken handen en de deuren die op kieren staan, dat de coalitie hier welwillend naar wil kijken. 

Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Snels. Ik ga nu naar de heer Omtzigt namens het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de regering voor interessante plannen; plannen voor de komende vier jaar, die ik als Kamerlid net zo scherp zal controleren als ik de plannen van de afgelopen regering gecontroleerd heb. Er is mij vaak gevraagd wat de positie van een Kamerlid is in de oppositie of de coalitie. Ik kan u verzekeren: er is geen verschil in de Grondwet tussen een oppositie-Kamerlid en een coalitie-Kamerlid. De rol is het controleren van de regering. En mevrouw Leijten neemt die rol ook altijd zeer serieus, voorzitter. 

De voorzitter:

Daarom staat ze waarschijnlijk voor de interruptiemicrofoon. 

Mevrouw Leijten (SP):

Zeker, voorzitter. Ik zie er ook naar uit om het samen met de heer Omtzigt te doen en ik ga er ook echt wel van uit dat hij dat op dezelfde manier zal doen. Maar als het gaat over het controleren van de regering en de plannen, moet je ook weten waar ze nou precies vandaan komen. Dan moeten we toch weten wie heeft voorgesteld om de dividendbelasting van 1,4 miljard af te schaffen in 2020? Wil de heer Omtzigt dat ook weten? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is een vraag die u aan de regering kunt stellen, want ik zeg dat wij als CDA, net zoals overigens mijn collega van GroenLinks net zei, onze eigen plannen verdedigen. Wij hadden deze maatregel niet in onze verkiezingsdoorrekening staan en we hebben bij de onderhandelingen voornamelijk plannen ingebracht die in ons verkiezingsprogramma staan. 

Mevrouw Leijten (SP):

De CDA-plannen zal de minister erg goed kennen, want u hebt volgens mij samen die doorrekening gedaan. Niemand had 1,4 miljard aan afschaffing dividendbelasting in zijn programma staan. Dus als alle partijen zich zo op zouden stellen als het CDA gaat niemand dat verdedigen en kan het dus ook van tafel. Maar we zagen vorige week iets anders. We kunnen ermee beginnen door gewoon te weten wie het inbracht, wanneer en waarom. Is de heer Omtzigt bereid dat met ons en daarmee met de Kamer en met iedereen die hiernaar kijkt, alle journalisten, te delen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat zult u moeten vragen aan de mensen die daar om tafel zaten. Daar zat ik niet bij, en dat zeg ik in alle eerlijkheid. Het is niet ingebracht namens de CDA-fractie. Maar wij staan wel voor een pakket, waarop ik zo in mijn betoog terugkom, waarmee we ervoor zorgen dat het bedrijfsleven hier blijft en banen maakt. Het tweede gedeelte omvat een ambitieus pakket om brievenbussen en andere zaken hier af te schaffen. 

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

De heer Omtzigt begon met: ik sta hier om de regering te controleren. Dat staan we allemaal. Je zou je in oppositie en coalitie als Kamerlid eigenlijk niet anders moeten opstellen. We weten dat dat wel zo is. En dan vraag ik specifiek: laten wij met elkaar de regering controleren waarom die 1,4 miljard erin zit. Dan krabbelt de heer Omtzigt toch een beetje terug en dat vind ik jammer. Want het zou ons helpen. Het zou ons met 74 zetels helpen als de heer Omtzigt zegt: ik maak mij er als CDA hard voor dat het hier transparant wordt. Wie heeft dat ingebracht, wanneer is dat besloten, was het Shell, was het VNO-NCW, was het een combinatie van die twee? Dan weten we namelijk hoe het gaat en dan weten we ook wie de macht heeft. Uiteindelijk controleren wij hier de macht. Als de macht niet daar zit maar in een hoofdkantoor, dan moeten we het ook weten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Twee antwoorden daarop. Het eerste antwoord is: ik verdedig het beleid waarvoor ik sta en waar ik voor- of tegenstem. Daar kunt u mij op aanspreken. Het tweede antwoord is: het kabinet, nee sorry, het bureau van de formateur heeft alle brieven die heen en weer gestuurd zijn op zijn site gezet. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Even de overstap naar de afschaffing van de wet-Hillen. Ik denk dat de heer Omtzigt zal bevestigen en erkennen dat dat ook niet in het verkiezingsprogramma van het CDA stond. Kan hij mij dan uitleggen waarom dat wel in het regeerakkoord staat? De overgangsperiode zal wellicht een soort goedmakertje zijn, zo van: er gebeurt helemaal niks. Maar mag ik van hem weten waarom het CDA dit gesteund heeft? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik was ook zeer teleurgesteld op de dag van de verkiezingsuitslag dat wij geen 76 zetels hadden. Buitengewoon teleurgesteld. Toen zijn we met vier partijen gaan onderhandelen, wat mislukte. Daarna met een andere combinatie van vier partijen. Dan worden er compromissen gesloten in dit land. Als het hele CDA-programma uitgevoerd zou worden, zouden wellicht drie andere partijen hier gedacht hebben: mmm, dit regeerakkoord doen wij niet. En deze maatregel stond in de doorrekening van een van de partners. Wij hebben hem inderdaad veel geleidelijker ingevoerd dan in dat verkiezingsprogramma stond. Op zich is dus zelfs de maatvoering een compromis. Om een voorbeeld te geven, want er is hierover nogal veel onduidelijkheid: als iemand een doorsnee huis heeft van zeg drie ton, volledig afbetaald, dan komt daar straks een bijtelling bij van €1.500. Dat betekent dat een gepensioneerde met een niet al te hoog aanvullend pensioen over 30 jaar daar netto €300 over betaalt. Het eerste jaar gaat het om €10, het tweede jaar €20, het derde jaar €30, wat ongeveer €1 per maand is. Ik zeg het u heel eerlijk: bijna elke andere maatregel in het regeerakkoord en in de tegenbegroting die is ingediend, heeft financieel grotere effecten dan deze maatregel. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik vind dit toch wel een dieptepunt in het betoog van de heer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb mijn betoog nog niet kunnen beginnen, dus dat deel ik met de heer Van Rooijen. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het gaat over één miljoen Nederlanders, bijna allemaal ouderen, die 1,1 miljard structureel moeten gaan betalen. Het is waar: de overgangsregeling verbergt de klap. Je krijgt een enorme klap, maar met een grote doos pleisters erbij. Het kabinet doet dat ook in de antwoorden, want ze laten alleen de effecten van de eerste twee jaren zien en die zijn inderdaad heel klein. Maar wij zullen de komende dagen vragen wat het na vijf, na tien en na twintig jaar precies kost en dan niet alleen voor woningen van 3 ton, maar ook voor woningen van 5 ton, want in Amsterdam is een woning van 5 ton bijna een doorzonwoning. 

De voorzitter:

Nu de vraag. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

We moeten echt alle effecten in beeld krijgen. Daar zullen we ook om vragen. Ik heb hier nog een punt bij. De afschaffing van de Wet-Hillen leidt er ook toe — het kabinet doet daar vaag over — dat de toeslagen zullen worden verlaagd. Dat staat in de uitvoeringstoets en niet het wetsontwerp. De ouderenkorting zal eronder leiden. Het is dus veel erger dan u zegt. U kijkt naar het eerste jaar, ik kijk naar de effecten over 30 jaar voor mensen die gisteren nog dachten dat ze ervan gevrijwaard waren. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Rooijen, dit was een betoog. Dit was geen vraag. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

De heer Omtzigt zegt dat het eigenlijk niks voorstelt, dat dit de kleinste lastenverzwaring is in het pakket. Dat is niet waar. 

De voorzitter:

Een interruptie is een vraag, geen betoog. Ik ga nu naar de heer Snels, na een korte reactie van de heer Omtzigt. Anders lokt hij weer een heel betoog uit. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik denk dat u dat van de spreektijd van de heer Van Rooijen moet aftrekken. Ik heb precies het bedrag genoemd waar het over 30 jaar uitkomt. Dat bedrag is in mijn rekenvoorbeeld €300. Die rekenvoorbeelden staan ook in de toelichting, in tabel 1 en 2. Leest u die maar. In het wetsvoorstel staat waar het over 3 jaar zit en waar het over 30 jaar zit. Beide bedragen staan erin. U kunt de regering dan ook niet verwijten dat ze het totaaleffect niet heeft gegeven. Ik zal dat zo ook twitteren voor de mensen die dat niet geloven. 

De voorzitter:

We zijn nu in debat en we zijn niet met Twitter bezig. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik vind het buitengewoon interessant dat de heer Van Rooijen, omdat het op woningen van 3 ton niet genoeg effect heeft, vraagt naar woningen van 5 ton en van een miljoen, want dat is doorsnee. Gisteren in het debat over het Belastingplan, zei hij dat ouderen met een niet al te hoog pensioen er last van hadden. We vroegen toen wat een niet al te hoog aanvullend pensioen is. Daarop was het antwoord: €50.000. Ik zou echter willen kijken naar mensen met een aanvullend pensioen van €10.000 of €15.000. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik vind het heel boeiend dat de heer Omtzigt nu een heel ander onderwerp aansnijdt, de koopkracht, maar daar zullen we bij het Belastingplan nog over spreken en dat zal ik vanmiddag ook nog doen. Als werkenden tot een ton er 5% tot 7% op vooruitgaan, vindt de heer Omtzigt dat ik niet mag praten over gepensioneerden met een wat hoger pensioen, die er 3% op achteruitgaan. Dat scheelt bijna 10%. Ik heb het overigens daarnaast ook uitvoerig gehad over de mensen met een klein pensioen, die op de nullijn zitten en er geen cent op vooruitgaan, tenzij ze alleen AOW hebben en een heel klein pensioentje. Mensen met een AOW en een pensioen van 10.000 of 20.000 gaan naar min 2. 

De heer Omtzigt (CDA):

Mensen met een pensioen van 10.000 gaan niet naar min 2. Leest u de tabellen en komt u met voorbeelden. 

De voorzitter:

Dan ga ik nu naar de heer Snels. Nee, mijnheer Van Rooijen. U neemt niet zomaar het woord. Dit punt is uitgebreid aan de orde geweest in het WGO. Een heel korte opmerking dan. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik noem cijfers uit het Nibud-rapport. Ik zal daar vanmiddag uit citeren. 

De voorzitter:

Is goed. Dank u wel. De heer Snels. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Volgens mij hadden we het over de dividendbelasting. Daar kom ik dan ook maar weer op terug. We weten inmiddels dat voor de ChristenUnie het slikken van de dividendbelasting als het slikken van een meloen was. Ik ken de heer Omtzigt als een man die zegt wat hij vind. Wat vindt hij zelf van het afschaffen van de dividendbelasting? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik ben op zoek geweest naar een pakket waarbij we Nederland interessanter kunnen maken voor bedrijven. Het wordt vaak vergeten dat buitenlandse bedrijven hier voor ongeveer twee miljoen banen zorgen. Het CDA was eigenlijk de enige die in zijn verkiezingsprogramma de lastenverlichting niet alleen voor burgers doorvoerde, maar ook voor bedrijven. Wij waren dus de enige die ook voor de verkiezingen zeiden: als je meer banen wilt hebben, zul je die belastingen niet moeten verhogen. Ik zie in alle tegenbegrotingen enorme lastenverhogingen voor bedrijven. Die gaan dus precies de andere kant op. Dit was niet de maatregel die wij erin hadden staan. Wij hadden een wat lagere Vpb erin staan, in ruil voor minder renteaftrek. Maar ja, wij willen dat Nederland concurrerend is als het gaat om het vestigen van echte bedrijven en niet concurrerend als het gaat om brievenbusmaatschappijen en dergelijke. 

De heer Snels (GroenLinks):

Als het over dit onderwerp gaat lijkt het alsof we als Kamerleden voor detective moeten spelen. Wij zijn op zoek naar "wie heeft dit nou ingebracht?", want het stond in niemands verkiezingsprogramma. Wij zijn ook op zoek naar argumenten waarom het eigenlijk moet gebeuren. Nu begreep ik net uit het antwoord van de heer Omtzigt dat we, als het aan hem had gelegen, iets anders hadden gedaan dan het afschaffen van de dividendbelasting. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik ga altijd uit van wat er in ons eigen verkiezingsprogramma staat. Ik heb de heer Snels er net ook op aangesproken. Als hij vraagt waarvan ik ben uitgegaan, is mijn antwoord: het CDA-verkiezingsprogramma. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dat is helder. Dus het voorstel voor het afschaffen van de dividendbelasting komt niet van de ChristenUnie en het komt niet van het CDA. Dan blijven er nog twee partijen over. Die zullen we straks bevragen. Ik vroeg het daarstraks al aan mevrouw De Vries. Mijnheer Omtzigt, u ziet dat er weerstand is tegen deze maatregel. Is er straks bij de parlementaire behandeling met u te praten over het intrekken van deze maatregel en het vinden van een andere bestemming voor die 1,4 miljard euro? 

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben onze handtekening gezet onder een regeerakkoord. In tegenstelling tot wat weleens gebeurd is in het verleden, hebben wij, toen een aantal oppositiepartijen zeiden "wij willen een hoorzitting houden over de dividendbelasting", gezegd: prima, wie wilt u uitnodigen? Ik loop niet zomaar vooruit op dingen, ik ga niet zeggen naar aanleiding van de eerste de beste vraag die iemand stelt dat wij iets gaan intrekken, nee. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik begrijp heel goed dat de heer Omtzigt zegt: het staat niet in ons verkiezingsprogramma, dus wij hebben het niet ingebracht. Het probleem is dat niemand het in het verkiezingsprogramma had en dat het wel 1,4 miljard euro kost. Ik vraag de heer Omtzigt om wat preciezer in te gaan op de vraag die de heer Dijkgraaf aan mevrouw De Vries stelde: op welke manier draagt het afschaffen van de dividendbelasting bij aan werkgelegenheid in Nederland? Want dat is het oogmerk, ook van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik verwijs u naar de hoorzitting die hier in 2008 is geweest over de dividendbelasting. Daarin komt een aantal argumenten aan de orde. Het is interessant om je hier te vestigen, om hier je aandelen op de beurs te doen en niet op de beurs van Londen. Het wordt de facto duurder om een Nederlands bedrijf zomaar over te nemen. Ook de heer Nijboer vond het wenselijk dat overnames vanuit het buitenland moelijker zouden worden. Als er straks keuzes moeten geworden gemaakt, bijvoorbeeld in het kader van de brexit, over de vestiging van een bedrijf hier of elders met een hoofdkantoor en ook met werkgelegenheid, zeg ik erbij — zo meteen kom ik terug op de vraag waarom wij van die brievenbusmaatschappijen af willen, iets wat nog niet zo gelukt is met het vorige kabinet van de heer Nijboer — willen wij die bedrijven graag hier hebben. 

De heer Nijboer (PvdA):

De heer Omtzigt moet mij toch eens uitleggen hoe het kan dat bedrijven in Nederland minder makkelijk kunnen worden overgenomen als je Chinese, Taiwanese of Amerikaanse investeerders subsidieert door hen 1,4 miljard euro te geven. Dat maakt het toch juist makkelijker? Daar is het toch voor bedoeld? Ik zie het CDA steeds vooraan staan als er Chinese investeerders komen voor Nederlandse grote bedrijven, multinationals. Dan moeten er beschermingsconstructies komen. Nu gebruikt u het argument dat het net andersom is. Hoe kan dat als je hen cadeaus geeft en het voor hen aantrekkelijk maakt? 

De heer Omtzigt (CDA):

Omdat het de prijs van deze aandelen en dus van deze ondernemingen zal verhogen. 

De voorzitter:

Tot slot. 

De heer Nijboer (PvdA):

Via de prijs van de aandelen ... We krijgen een interessante hoorzitting. Ik heb een slotvraag aan de heer Omtzigt. Stel dat er maatregelen ter waarde van 1,4 miljard zijn voor het bedrijfsleven, voor de werkgelegenheid, voor de Nederlandse economie die veel beter zijn dan het afschaffen van de dividendbelasting, echt met afstand beter, geen discussie over mogelijk onder experts. Is de heer Omtzigt dan bereid, is het CDA dan bereid om daarover mee te denken? U hoeft de maatregel nu niet direct in te trekken. Dat snap ik best. Mevrouw De Vries heeft het net een uur staan volhouden, "nee, nee, nee", dus ik snap best dat het nu niet kan. Maar is erover te spreken de komende maanden? 

De heer Omtzigt (CDA):

Als de algemene vraag is of we hier met de vingers in de oren zitten als andere partijen hier in de Kamer met goede voorstellen komen, dan is het antwoord "nee", volstrekt "nee". Die zullen gesteund worden. Maar als de algemene vraag is of wij per se meteen het regeerakkoord overboord gooien voordat we begonnen zijn, is het antwoord "neu". 

De heer Azarkan (DENK):

De heer Omtzigt begon zijn betoog met zichzelf een aantal complimenten te geven. Die krijgt hij ook van mij. Hij is een voorbeeld voor veel Kamerleden vanwege de scherpte die hij vaak heeft. Het doet mij een beetje pijn als ik nu al zie dat hij die scherpte enigszins aan het verliezen is. Ik heb de volgende vraag aan hem. Komt het geld van de afschaffing van de dividendbelasting terecht bij bedrijven die daar iets mee kunnen, namelijk keuzes maken in wat ze daarmee doen en dus kiezen waar ze investeren in de wereld, of komt het terecht bij landen, waar het betaald wordt als het niet in Nederland betaald wordt? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is een interessante vraag voor de hoorzitting. Dat ligt onder andere aan het belastingverdrag van het bedrijf dat zich hier vestigt. 

De heer Azarkan (DENK):

De heer Omtzigt laat geen moment onbenut om aan te geven hoeveel verstand hij van de materie heeft. Ik heb hem enige keren mogen meemaken in de verschillende Ecofin-bijeenkomsten en in hoorzittingen. Het is een man die veel meer weet dan hij laat zien. Kijk hoe scherp de heer Omtzigt vorig jaar was op de 1,2 miljard van de Belastingdienst. Hij vroeg de regering het hemd van het lijf. Hij vond het gewoon niet voldoende. Die 1,2 miljard moest duidelijk toegelicht worden: waar dient het voor, in welke tabel staat het? Sterker nog, de heer Omtzigt zei: ik behoud mij voor om tegen de begroting te stemmen. Dat is scherp, en daar houd ik van. Ik verwacht die scherpte ook op dit onderwerp. 

De voorzitter:

Tot zover de complimenten. Nu de vraag. 

De heer Azarkan (DENK):

Het is een fantastisch compliment. Het ging net om 2008; een aantal mensen die meekijken weten dat wellicht niet. Meneer Omtzigt, noem even drie voordelen van het afschaffen van de dividendbelasting. Kom dan niet met de schwalbe van de VVD dat het goed is voor het vestigingsklimaat. Ik mag iets specifiekers van u verwachten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb er net drie genoemd. Het wordt interessanter om je aandelen hier uit te geven op de beurs, het wordt interessant om je hier te vestigen en in bepaalde gevallen helpt het om een iets grotere dam op te werpen tegen overnames. Deze drie dingen hebben we als voordeel. Verder hebben we een hoorzitting. Ik ben ervan overtuigd dat alle nadelen — daarop zult u vast uw uitnodigingenbeleid richten — en alle voordelen daarin aan de orde zullen komen. Overigens zal ik dit filmpje van u uitknippen, want het zal zeer waardevol zijn in het licht van wat u de rest van de komende vier jaar nog van mij zult vragen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Volgens mij komen we een stapje verder in de redenering over dit voorstel, maar ik heb die nog niet helemaal scherp. Alle kanalen die de heer Omtzigt noemt — hij noemt er drie — werken volgens mij alleen als het materieel impact heeft, dus als het geen voorheffing is. Dan is dus de grote vraag: zijn er voldoende aandeelhouders in de wereld die potentieel in Nederland geïnteresseerd zijn, waarvoor geldt dat het momenteel geen voorheffing is maar een eindheffing? Klopt dat? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan werken die kanalen een stuk beter, ja. Dat is ook het antwoord dat ik gaf op de vraag van de heer Azarkan: het ligt aan het belastingverdrag en aan het soort belegger dat je op dat moment bent. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, maar dan is de interessante vraag of we een inschatting kunnen maken — misschien moeten we deze vraag aan het kabinet stellen — of er voldoende aandeelhouders zijn waarvoor dat geldt. Is de heer Omtzigt het daarmee eens? Ik zou deze vraag overigens in mijn inbreng stellen, maar hiermee heb ik dat nu al gedaan. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is een zeer interessante vraag. Ik vind het heel interessant dat al die vragen altijd aan mij gesteld worden. Er wordt weleens gedaan of ik mijn eigen ministerie heb, maar dat heb ik niet, hoewel ik wel wil doen alsof. Ik zou graag het antwoord op deze vraag willen hebben van de regering. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Volgens mij is de heer Omtzigt voldoende effectief zonder ministerie. Ik moet er niet aan denken dat er ook nog eens een ministerie achter hem staat. 

De voorzitter:

Dan wordt het helemaal een drama. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Volgens mij is er de goede keuze gemaakt. Maar goed, dat maakt niet uit. Maar dit is toch wel de materiële vraag die voorligt? Als het antwoord zou zijn dat die aandeelhouders er niet zijn, dan wordt het lastig. Tot slot. Ik vind het interessant dat de heer Omtzigt ook zegt dat het ook verdediging is tegen vijandige overnames. Dat is volgens mij de redenering dat de netto contante waarde van het fiscale voordeel verrekend wordt in de aandelenprijs, waardoor de aandelenprijs omhooggaat. Maar dat is eigenlijk weer strijdig met het aantrekken van nieuwe aandeelhouders. Hoe verhouden die zich dan tot elkaar? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is niet strijdig met het aantrekken van nieuwe aandeelhouders, want die aandeelhouders hebben, op het moment dat zij die belasting niet betalen, dezelfde netto contante stroom ten opzichte van de waarde van het bedrijf. Daarmee wordt het dus even aantrekkelijk om in dat bedrijf te investeren, maar de horde om het geheel over te nemen, wordt iets kleiner. Iets groter, sorry. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

We kennen de heer Omtzigt als iemand die over het algemeen het eerlijke verhaal vertelt. Waarom zegt hij niet gewoon: luister, Nederland loopt gewoon een risico ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk? Het Verenigd Koninkrijk heeft een dividendbelasting van 0% en heeft een Vpb van 15% of wil daarnaartoe. 

De heer Omtzigt (CDA):

Zoiets, ja. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Met andere woorden, de brexit is gewoon een risico voor Nederland dat bedrijven wegtrekken naar het Verenigd Koninkrijk. Dat is de reden geweest waarom een aantal bedrijven, zoals Unilever en Shell, hebben gezegd: luister, als je dit niet doet, zijn we weg. Dat is het eerlijke verhaal. 

De heer Omtzigt (CDA):

Het eerlijke verhaal is dat de brexit op een geheel ander vlak kansen en risico's geeft voor Nederland — dat zit straks in mijn verhaal — en dat die risico's en kansen veel groter zijn dan alleen op dit punt. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Maar er zijn met de brexit dus ook kansen voor het Verenigd Koninkrijk en de brexit is dus misschien toch niet zo'n slecht idee. We hebben het er altijd over dat de bedrijven weg willen uit het Verenigd Koninkrijk, maar dit is nou typisch een maatregel om te voorkomen dat bedrijven weg willen uit Nederland, naar het Verenigd Koninkrijk. 

De heer Omtzigt (CDA):

Op dit moment heb ik sinds de brexit voornamelijk bedrijven gezien die uit Londen vertrekken en dan naar Dublin gaan, in een enkel geval zelfs naar Warschau en naar Madrid, Frankfurt, Parijs en Amsterdam. Ik ben heel benieuwd of de heer Van Dijck ook maar één voorbeeld van het omgekeerde kan noemen, namelijk van een bedrijf dat een hoofdkantoor of werknemers fors verplaatst naar Londen. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Die voorbeelden zijn er wel, maar het gaat erom dat we er altijd de mond van vol hebben dat de brexit zo slecht is voor Engeland en goed voor Nederland. Het komt erop neer dat dit typisch een maatregel is die samenhangt met het feit dat Unilever en Shell, die allebei in dubio zitten of ze het hoofdkantoor in Nederland of in het Verenigd Koninkrijk vestigen, allebei met het mes op de keel hebben gezegd: als je dit niet doet, zijn we weg naar Londen. Dat is het eerlijke verhaal en dat mag hier ook wel verteld worden. 

De voorzitter:

Dat was geen vraag. Ik stel voor dat u verdergaat met uw inbreng, mijnheer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Er werd mij iets in de mond gelegd. 

De voorzitter:

U mag reageren, hoor. 

De heer Omtzigt (CDA):

Er werd mij in de mond gelegd dat de brexit slecht zou zijn voor Engeland. Ik denk dat dat wel klopt. Dat de brexit goed zou zijn voor Nederland, bestrijd ik. Als de brexit verkeerd loopt en in een chaotische situatie terechtkomt, kunnen dit hele regeerakkoord en de Startnota in de prullenbak. Dan gaan hier alle hens aan dek, kan ik u verzekeren. Als wij niet in staat zijn om goede afspraken te maken over de scheiding, zijn zelfs de verdragen over de luchtvaart niet meer geldig en kunnen we niet meer vliegen van Amsterdam naar Londen. Dan zullen we onmiddellijk douanecontroles moeten invoeren en andere dingen. Daar zullen de Britse economie en — maar dat is een apart probleem — Noord-Ierland last van hebben en daar zullen wij als Nederland last van hebben. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, ik kan u verzekeren dat ik de 19 minuten waarvoor ik heb ingeschreven, niet ga halen, maar ik ben al 33 seconden onderweg in mijn betoog. 

De voorzitter:

Dat wou ik net zeggen, maar gaat u verder. 

De heer Omtzigt (CDA):

Het punt van de heer Van Rooijen dat dat al het dieptepunt was, klopte dus, want dat was de enige opmerking die ik had gemaakt. 

Voorzitter. De werkloosheid daalt de komende jaren. Wij zijn overigens zeer benieuwd hoe goed die voorspellingen zijn, want ik heb hier vorig jaar een debat gehad met de heer Dijsselbloem. Hij zei toen dat de werkloosheid volgens het CPB niet zou dalen, maar dat we meer dan 2% zouden groeien. Toen al dacht zowel de minister als ik: dat is wel heel raar. De werkloosheid daalt dit jaar dan ook stevig verder. Dat is gewoon goed nieuws voor heel veel mensen die niet met een uitkering zitten en die met werken hun geld kunnen verdienen. Sommige dingen zijn ook gewoon goed. De staatsschuld gaat dalen naar ongeveer 45% van het bruto binnenlands product. Dat geeft ruimte om een eventuele schok op te vangen. Die schokken kunnen zich ook gewoon voordoen. Ik heb net de chaotische brexit genoemd en straks kom ik nog terug op het beleid van de ECB. De eurozone als zodanig is nog niet uit de problemen. Een land moet in zo'n staat zijn dat het niet onmiddellijk aan alle noodremmen hoeft te gaan hangen als zich iets voordoet. En, voorzitter, ik kan mij niet herinneren dat een regering een startnota heeft ingediend waarin bij alle jaren van de regeerperiode een begrotingsoverschot staat van 0,5% met daarbij de afspraak dat we bij economische tegenvallers niet meteen hoeven te bezuinigen. Dat geeft rust, maar het geeft ook aan dat wij niet alleen aan de huidige vier jaar denken, maar ook aan de jaren daarna en de komende generaties. En ja, er is enige ruimte om lasten te verlichten en knelpunten in de samenleving aan te pakken. 

Voorzitter. We hebben aan de onderhandelingstafel een aantal keuzes gemaakt. Als je voor burgers een lastenverlichting van een aantal miljarden doorvoert — en dat doet het kabinet — wat zou dan makkelijker zijn geweest dan alleen de inkomstenbelasting een stukje te verlagen, bijvoorbeeld door de algemene heffingskorting voor iedereen een stukje te verhogen? Dat zou het makkelijkst zijn. Dan zou je geen enkele kritiek hebben. Dan zou iedereen hier zeggen "o". Dan kunnen ze niet over de btw beginnen. Natuurlijk wisten we dat de oppositie over de btw zou beginnen. Maar we hebben keuzes gemaakt. Er zijn in Nederland veel mensen die, als ze €10 extra verdienen, daarover 60% aan belasting moeten afdragen. In Nederland betreft dat meer dan 500.000 mensen. Wij wilden die marginale tarieven iets naar beneden hebben. Daarom hebben we er bewust voor gekozen om de belasting niet alleen te verlagen, maar ook te verschuiven. De belasting verschuift dus van de inkomstenbelasting, die omlaaggaat, naar de milieubelastingen, die hoger worden, en het lage btw-tarief gaat omhoog van 6% naar 9%. Een bewuste keuze. 

Het was ook een bewuste keuze om voor gezinnen wat extra's te doen, want de armoede onder gezinnen met kinderen is relatief gezien wat aan de hoge kant vergeleken met andere groepen van de bevolking. Daarom stijgt het kindgebonden budget voor kinderen met twee ouders. Daar trekken we 0,5 miljard voor uit. Alleenverdieners met een modaal inkomen gaan er het meest op vooruit, maar dat is ook precies de groep waarover het Nibud aangeeft dat deze de meest kwetsbare groep is. U heeft de doorrekeningen gezien van het CPB van vorig jaar, op verzoek van de hele oppositie. Daaruit blijkt dat deze groep wel de belasting betaalt en de toeslagen kwijtraakt. Daar zetten we dus een stap. 

Ik zie de heer Dijkgraaf bij de interruptiemicrofoon staan. Dit ging over alleenverdieners. Met dat deel ben ik nu klaar, dus ik denk dat de heer Dijkgraaf ... 

De voorzitter:

Ja, maar ik wil eigenlijk voorstellen dat u verdergaat met uw inbreng, want anders moeten wij uw inbreng na elke zin afbreken voor interrupties. 

U bent het ermee eens, hè, mijnheer Dijkgraaf? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Als u mij toestaat om straks op het punt van de alleenverdieners terug te komen, dan vind ik dat prima. 

De voorzitter:

Ja, natuurlijk. U krijgt zeker de gelegenheid om vragen te stellen. Gaat u verder, mijnheer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Dan zijn er ook mensen in Nederland die, als zij €10 verdienen, er €11 krijgen. Zij betalen een negatieve inkomstenbelasting. Dat zijn partners, vaak partners van mensen die goed verdienen. Zij krijgen een belastingvoordeel dat zij kunnen overdragen aan de goed verdienende partner. Dat schaffen wij af. Wij willen de hoge marginale belastingtarieven verlagen, maar een negatief tarief kan voor de genoemde groep echt naar nul toe. Dan houden ze nog steeds van elke €10 die ze verdienen €10 over. Ik moet erbij zeggen dat dit niet altijd geweldig werkt in de modellen, want veel van deze dingen zijn de afgelopen jaren modelgedreven geworden. We kregen lijstjes waaruit bleek dat je allemaal extra precieze banen kreeg als je die korting zo deed. Maar het belastingstelsel gaat niet alleen over hoe we met modellen spelen, zo zegt deze econometrist die 's avonds heel graag met modellen speelt. Het gaat ook over draagkracht: vind je dat iemand iets van het geld dat hij met zijn harde werk verdient, mag overhouden? 

Het CDA is blij met de ambitie in het regeerakkoord om een eind te maken aan de situatie dat bedrijven alleen op papier in Nederland zijn gevestigd om belastingvrij miljoenen, of zelfs miljarden, rond te pompen. Deze bedrijven worden belast. De maatregel uit het regeerakkoord om tot een bronheffing op uitgaande rente en royalty's te komen, zal vermoedelijk niet de enige maatregel zijn die hiervoor nodig is. Hopelijk ziet de staatssecretaris met mij dat er een breder plan nodig is. Is hij bereid om eind dit jaar of begin volgend jaar een integraal plan naar de Kamer te sturen om deze sector gericht aan te pakken? Ik hoor graag wat er mogelijk is. Ik sta hier en ik ben de eerste om toe te geven dat het bij sommige maatregelen lastig zal zijn om een precies onderscheid te maken tussen brievenbusmaatschappijen en reële economische activiteiten. Als dat namelijk heel gemakkelijk was, dan had de PvdA van Henk Nijboer dat de afgelopen jaren al helemaal gedaan. 

Het CDA ziet veel van zijn verkiezingsprogramma terug in de financiële afspraken van het regeerakkoord. 

De voorzitter:

U moet niet uitnodigend naar de heer Nijboer kijken. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik neem de uitnodiging terug, voorzitter. Ik zal dit bij interruptie doen in zijn termijn. 

De voorzitter:

Ik heb net de heer Dijkgraaf weggestuurd en de heer Van Rooijen. Ik wacht nu even, meneer Nijboer. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik kreeg net in een spreektest een sneer naar mij toe geworpen. Dan wil ik daar toch wel iets tegen kunnen zeggen, voorzitter, en dat wou ik nu doen. 

De voorzitter:

U mag iets rechtzetten, maar u mag geen vraag stellen. Dat geldt namelijk ook voor de anderen. Ik beschouw dit als een persoonlijk feit. 

De heer Nijboer (PvdA):

Nou, dat vind ik weer zo zwaar klinken ... 

De voorzitter:

Nee? 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik wil gewoon graag wat zeggen in dit debat. Ik stel vast dat het CDA jaar op jaar de maatregelen tegen belastingontwijking niet heeft gesteund, dus daartegen heeft gestemd. D66 is halverwege de kabinetsperiode omgedraaid. Er is in Europa vrij veel bereikt. Zwartsparen is in Luxemburg en Zwitserland opgeheven. Internationaal wordt er veel meer samengewerkt. Het CDA liep daarbij altijd achteraan. 

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt. 

Gaat u verder, meneer Omtzigt. Reageert u hier niet op, want dan moet de heer Nijboer daar ook weer op reageren. 

De heer Omtzigt (CDA):

Als CDA'er heb ik in 2008 het initiatief genomen in de Raad van Europa om het enige multilaterale verdrag dat tegen zwartsparen bestaat, up-to-date te brengen. Zelfs met onderhandelingen hier, met landen als Oostenrijk en Luxemburg, die dwarslagen, heeft dat geleid tot een nieuw verdrag. Destijds was dat de state of the art voor de automatische en spontane uitwisseling van belastinggegevens over zwartspaarders, toen daar hier in de Kamer nog niet over gesproken werd. Ik weet dus niet over welke voorstellen we het hebben. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wij zien in de financiële afspraken dus veel terug uit ons verkiezingsprogramma. Een forse investering in defensie, die noodzakelijk is. Investeringen in de veiligheid. Voor de stapeling van zorgkosten — mevrouw De Vries vertelde het al — komt er een abonnementstarief in de Wmo, zodat je niet zorgkosten op zorgkosten stapelt. En er wordt fors geïnvesteerd in de ouderenzorg, zo'n 2 miljard. Ik ben de eerste om te zeggen dat ik het nog een hele uitdaging zal vinden om genoeg gekwalificeerde mensen te vinden om dat te gaan uitvoeren. 

Ja, en nu kom ik bij de risico's en de aandachtspunten. Want, zoals ik al zei, ik blijf de regering controleren. Dat betekent dat ik vooral op de risico's zal letten. Ik noem de twee grootste risico's die ik op korte termijn zie: een chaotische brexit en het ECB-beleid. Deze hele begroting, inclusief de tegenbegroting — waarvoor dank aan de drie partijen die hun eigen plannen wel gewoon op tafel leggen — allemaal zal het rechtstreeks de prullenbak in kunnen als een van die twee zaken misgaat. Het CDA is kritisch ten aanzien van het aanwijzen van de ECB-president als permanent voorzitter van de nieuwe ESRB, het Europees Comité voor systeemrisico's. Dat Comité is het orgaan dat verantwoordelijk is voor het macroprudentieel toezicht op het financiële systeem en heeft de taak om systeemrisico's te identificeren en daarvoor te waarschuwen. Maar ja, wat is het grootste systeemrisico op dit moment? Het beleid van de Europese Centrale Bank, die zelf duizenden miljarden opgekocht heeft. Moet deze persoon dan op een enigszins schizofrene manier voor zichzelf gaan waarschuwen, dus voor het eigen beleid? Dat lijkt mij onverstandig. We weten dat het kabinet en deze minister dat ook niet zien zitten. Een simpele vraag dus: kunnen we hier nog wat aan doen? Zit er in het Commissievoorstel, dat wijzigingen voorstelt voor de ESRB, nog een mogelijkheid voor een meer onafhankelijke voorzitter van de ESRB? Graag een reactie. 

Dan een paar opmerkingen over het ECB-beleid zelf. Hoe gaan we voorkomen, zo vraag ik de regering, dat we tegen onze wil in een schuldenunie belanden? We hebben nu namelijk mooi economisch weer in Europa. Alle landen in de eurozone groeien. De begrotingstekorten zijn onder de 3%, behalve in twee landen, Spanje en Frankrijk. De begrotingstekorten in de eurozone zijn dus echt veel lager dan in de VS, Japan of elders in deze wereld. Als je op dit moment nog niet in staat bent om het opkoopprogramma af te bouwen, vraag ik me af wanneer je er wel toe in staat bent. Het is buitengewoon zorgelijk als je dit bij dit mooie weer niet doet. De ECB heeft natuurlijk een afbouw van het opkoopprogramma aangekondigd. Dat betekent dat je wel blijft opkopen, maar minder. Je blijft gokken, maar wat minder. Dat is niet helemaal wat je bedoelt. Ik vraag de regering welk financieel risico Nederland loopt via het noodfonds en het opkopen van schulden door de ECB. Hoe kan Nederland die risico's adequaat beheersen en reduceren? Wil de minister bijvoorbeeld aan de Algemene Rekenkamer vragen om dit in beeld te brengen in de verschillende scenario's? Het scenario waarin we de eurozone doorzetten zoals die is, maar ook het scenario waarin een land eruit stapt. De eerste taak van de minister van Financiën is namelijk om te zorgen voor de continuïteit van de Nederlandse Staat, ook in scenario's die niet aantrekkelijk zijn. 

Voorzitter. Dan heb ik een vraag voor de staatssecretaris van Financiën. Over risico's gesproken: de Belastingdienst. Ik prijs hem nog een keer voor het lef dat hij heeft om deze post in te nemen. Dat meen ik uit de grond van mijn hart, want deze Belastingdienst heeft een aantal problemen. Zijn de extra middelen in het regeerakkoord voldoende om de Belastingdienst op orde te krijgen? 

Voorzitter. Dan kom ik even bij de Paradise Papers. Dank dat de staatssecretaris alle rulings nogmaals gaat doorlichten. We zien uit naar het resultaat daarvan, maar de rulings hadden op 1 januari 2017 in de centrale database moeten zitten en hadden uitgewisseld moeten worden. We zien dus uit naar een stand van zaken in de volgende halfjaarsrapportage. Dat is de twintigste alweer. Daarin staat hoe het op dit moment met de rulings staat. Dat is toegezegd en dan hebben we tenminste inzicht. Dank voor die best wel ingrijpende maatregel, zeg ik er maar bij. 

Voorzitter. Ik kom op een aantal losse punten. Het eerste punt is het financieel toezicht, een erfenis van het vorige kabinet. Ik heb geen enkele keer gezien dat een bank een deadline heeft gehaald om het dossier mkb-derivaten op te lossen, werkelijk waar geen enkele keer. Dat werd nog even bevestigd in de brief die vlak voor de regeringswisseling deze kant op is gestuurd. Getroffen ondernemers moeten al jaren wachten op compensatie. Natuurlijk kunnen we bij nul beginnen bij deze regering. Woordvoerder Ronnes, die hier vaak over begonnen is, is hier niet voor niks. Ze kunnen beginnen bij punt nul en nieuwe beloftes doen aan deze regering. Dan kunnen ze er eerst weer twee breken voordat we er zitten. Of is deze minister bereid om de duimschroeven keihard aan te draaien, om te laten zien dat de banken hiervan geleerd hebben en de probleemdossiers voor de mbk-ondernemers, die hun eigen onderneming vaak niet konden doorzetten, gaan oplossen? 

Het CDA is zeer blij dat het kabinet de noodzaak heeft gezien dat er flink in defensie moet worden geïnvesteerd. Ik zeg u toe dat de CDA-fractie de vinger aan de pols zal houden en zal bekijken hoe deze forse middelen uitgegeven worden. Ze staan op een aanvullende post in de begroting. Ik wil vandaag één acute zorg neerleggen. Dat is dezelfde acute zorg die ik vorig jaar heb neergelegd. Hoe is het gesteld met de paraatheid en de uitrusting van de speciale eenheden die aan terreurbestrijding doen, bij de politie maar ook bij de vier legereenheden? Denk aan MARSOF. We hebben er een vertrouwelijke brief over gekregen die gedeeltelijk openbaar is geworden, maar gezien de huidige dreigingen, wil ik weten of de uitrusting, op elk punt van de uitrusting die ze hebben, en de sterkte, op elk punt van de sterkte die ze volgens de indeling moeten hebben, op dit moment in orde zijn. 

De heer Omtzigt (CDA):

Zouden we daarover dus geïnformeerd kunnen worden? Vorig jaar hebben we een brief gehad over wat er vernieuwd zou worden. Ik zou nu dan wel willen weten welke zaken vernieuwd zijn en of dit op orde is. Dit zijn de mensen die de eerste lijn van verdediging tegen terrorisme vormen en zij verdienen onze steun. 

Dan kom ik bij Sociale Zaken. We zien zeer grote ambities op het gebied van armoede en schulden. En ik zeg: terecht. De Ombudsman wees al in 2015 op de speciale rol voor de overheid. Ik noem instituten als het UWV, de Belastingdienst en het CJIB, want die respecteren niet altijd de belastingvrije voet ... sorry, de beslagvrije voet; u heeft mij aangestoken, staatssecretaris. Wat gebeurt er dan? Iemand zit op die beslagvrije voet — dat is dus voor vele mensen minder dan het bijstandsniveau — en dan wordt er nog een keer beslag gelegd op een bankrekening of zo. Op dat moment is dat de manier om een gezin of een alleenstaande volledig in de problemen te duwen. Wij willen graag dat dit ophoudt. Dat betekent dat een aantal zaken zal moeten veranderen bij het schuldenbeleid. Ik concentreer mij nu even op schulden, op armoede komen we iets later nog terug. Ik vraag de regering een brief te sturen namens de betrokken bewindspersonen — dat zijn die van de Belastingdienst, die van Sociale Zaken en die van Justitie, want het is versnipperd en dan weten we wel hoe het gaat — waarin ingegaan wordt op hoe de overheid de beslagvrije voet respecteert maar ook hoe zij malafide incassobureaus gaat aanpakken, zodat mensen niet meer 20 of 25 jaar achtervolgd worden door een incassobureau voor een schuld die ze nooit hadden, iets wat op dit moment kan in Nederland. Zouden wij zo'n brief, een soort startnota op het schuldenbeleid, kunnen ontvangen voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken, zodat er een tijdspad is voor hoe we hieraan invulling geven? Want dit is beleid dat wij belangrijk vinden. 

Dan de zorg. We praten in dit huis heel veel over de verdeling van de zorgkosten. Moet het via de premie gaan? Moet het via de belastingen gaan? Moet het via het eigen risico gaan? We praten iets minder over de stijging van de zorgkosten. Het blijft, zo zeg ik in alle eerlijkheid, de snelst stijgende post op de begroting. De kosten stijgen van circa 69 miljard naar circa 82 miljard. Meer dan 4% reële groei per jaar. Mijn vraag is dan ook of de regering bereid is om bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid te laten kijken naar de toekomst hiervan en hoe wij een solidair zorgstelsel, waar vele mensen dag in, dag uit hard in werken, betaalbaar en houdbaar kunnen houden en om te laten kijken of we bijvoorbeeld iets kunnen leren van de omliggende landen en of er dingen zijn die heel goed zijn en dingen waarvan we zeggen dat het een stuk beter kan, zodat niet alleen deze regering goed kan omgaan met de zorg maar ook de regeringen die nog na deze regering komen. 

Zoals ik in mijn introductie al zei, zal deze regering gecontroleerd worden. Maar het evenwichtige beleid waarmee zij naar de Kamer gestapt is, een beleid van gematigde lastenverlichtingen, het aanpakken van een aantal knelpunten en tegelijkertijd het handhaven van een begrotingstekort van vier jaar, is de uitstekende startpositie voor een evenwichtig beleid. Je zult veel mensen zien die zeggen "je moet dat aanpakken" en die er een steentje uitpakken of iets anders, maar kijkend naar het hele pakket heb ik er het volste vertrouwen in dat dit de rust kan terugbrengen naar Nederland. 

De voorzitter:

Dan ga ik toch eerst even naar de heer Dijkgraaf, want die had ik eerder weggestuurd. Het klinkt wat oneerbiedig maar ... 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, ik moet het ook nog even verwerken. Ik weet niet of ik hulp nodig heb maar als dat nodig is ... 

De heer Azarkan (DENK):

Daar zijn we voor. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ja, de collega's zijn daarvoor, dus dat gaat goed komen. Het punt ging zo-even over de eenverdieners. De heer Omtzigt had het over de koopkracht van de eenverdieners die positiever is dan in het verleden, waarvoor dank. Dat is mooi en dat wil ik ook niet wegpoetsen. Tegelijkertijd zal hij ook erkennen dat waar we het jarenlang over gehad hebben, het punt van de fiscale kloof tussen eenverdieners en tweeverdieners, niet opgelost is. Mijn simpele vraag, die ook aan de minister-president gesteld is, is eigenlijk: staat de heer Omtzigt open voor creatieve plannen in de toekomst om dat probleem met elkaar op te kunnen lossen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dank, allereerst, dat hier een forse stap gezet is. Dat komt inderdaad voor een deel uit het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie en het CDA. Kennelijk is er in de Kamer altijd belangstelling om te weten van wie iets kwam aan de onderhandelingstafel; dat schijnt een belangrijk onderwerp te zijn. We zetten hierin een stap. Op dit moment is het kindgebonden budget voor een alleenstaande ouder vaak drie keer zo hoog als het kindgebonden budget voor een gezin met twee ouders die precies hetzelfde bruto-inkomen hebben. Wij vonden dat oneerlijk en wij zetten een stap om dat recht te zetten. Echter, er blijft nog steeds een fors gat. Wij zitten iets minder strak in het precieze onderscheid tussen alleen- en tweeverdieners, want er zijn heel veel mensen die één baan hebben en een partner die één dag of anderhalve dag in de week werkt. Daarom handhaven wij zaken als de IACK, maar ja ... 

De voorzitter:

De vraag was kort en concreet en het antwoord moet dat ook zijn. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, wij staan altijd open voor constructieve voorstellen. 

De voorzitter:

Precies, daar ging het om. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Dat was de belangrijkste zin waar ik op zat te wachten, dus dank daarvoor. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Heel kort. De heer Omtzigt sprak net vol trots over het vier jaar lang volhouden van het begrotingstekort. Ik geef hem graag de kans om dat even recht te zetten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik bedoelde natuurlijk begrotingsoverschot. 

De heer Azarkan (DENK):

De heer Omtzigt gaf net met veel passie een analyse van twee belangrijke macro-economische risico's: de brexit en het ECB-beleid. Vorig jaar sprak hij daarbij over heel grote risico's; dat heb ik terug mogen lezen. Die risico's landen in eerste instantie natuurlijk bij banken. Banken spelen een belangrijke rol in de risico's die we financieel met elkaar delen; daar moeten die in eerste instantie worden opgevangen. In het regeerakkoord staat op pagina 34 dat we de leverage ratio — in gewone mensentaal: de reserves die banken moeten aanhouden — weer gaan terugbrengen van 4% naar 3%. Klopt dat? 

De heer Omtzigt (CDA):

Even op drie punten een antwoord. Ten eerste: de brexit en het ECB-beleid zijn geen probleem voor de financiële sector, maar voor heel Nederland. Sterker nog: dat loopt niet via de financiële sector. Daar kunnen banken ook last van hebben, hoor. Als het misgaat met de ECB en de economie down the drain gaat, krijg je leningen die afgeschreven moeten worden en zakken banken erdoorheen. 

Ten tweede: er zitten twee maatregelen in het regeerakkoord die eigenlijk een beetje tegenstrijdig zijn. De eerste maatregel moet ervoor zorgen dat banken aan dezelfde eisen voldoen als de Europese partners. Als die in Europa opgehoogd worden, zult u mij ter ondersteuning aan uw zijde vinden, voor het gelijke speelveld. 

De tweede maatregel is een fiscale maatregel, die 300 miljoen oplevert, waardoor banken meer belasting moeten betalen over geleend geld, waardoor er een forse prikkel voor deze banken zal zijn om meer met eigen vermogen te financieren en minder met geleend vermogen. Ik hoop dat de heer Azarkan ook die maatregel gezien heeft. 

De heer Azarkan (DENK):

Zeker heb ik die maatregel gezien, en dank voor de beantwoording. Ik ga nog even specifiek in op de leverage ratio. Ik hoorde u al heel snel rennen richting: dat is een Europese norm waar wij aan voldoen. Het vorige kabinet vond dat onverstandig. Wij kunnen binnen Nederland onze eigen keuzes maken: als 3% te laag is, kunnen wij naar 4%. Volgens mij wilde het vorige kabinet op termijn naar 6%, maar er zijn ook economen die zeggen: je moet eigenlijk naar 10%. Econoom Nijboer, bijvoorbeeld. Waarom nu terug, als we toch die risico's lopen met elkaar? Meneer Omtzigt, ik snap gewoon niet dat u zegt: laten we maar gewoon het Europese gemiddelde nemen. Dan lopen we toch te veel risico? 

De heer Omtzigt (CDA):

Mijn eigen persoonlijke voorkeur zou zijn dat de Europese normen wat hoger zouden liggen, maar als banken kunnen kiezen waar ze zich formeel vestigen, kunnen ze gewoon het hoofdkantoor en het bijkantoor verwisselen en voldoen aan de norm van dat land. Laten we elkaar niets wijsmaken over hoe dat hier loopt. Daarom hoop ik dat de bewindspersonen — misschien kan ik hun die vraag wel stellen — zich willen inzetten voor een sterkere bankensector. Ik maak me overigens grote zorgen over de Italiaanse bankensector en hoe de boekhouding daar gewerkt heeft, want daar zitten de echt grote risico's. En dus zal het in Nederland niet gaan via die leverage ratio maar via de fiscaliteit om banken aan te moedigen om vooral eigen vermogen aan te houden in plaats van vreemd vermogen. Daar heeft de heer Azarkan een punt. Als je het systeem robuust wilt maken, is het zeer behulpzaam als banken voldoende eigen vermogen hebben. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik vond het een goed punt van DENK, maar ik heb zelf een interruptie op een ander punt. Dat hangt wel samen met vreemd en eigen vermogen evenwichtiger belasten. Daarvan is de PvdA-fractie een groot voorstander. Er staan ook goede voorstellen in het regeerakkoord. Alleen, nu dreigen woningcorporaties, die heel veel vermogen hebben en natuurlijk ook heel veel leningen, de dupe te worden en echt honderden miljoenen voor de kiezen te krijgen. Hoe kijkt het CDA daar tegenaan? Uiteindelijk betalen natuurlijk de huurders dat. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik vind dat gewoon een terechte vraag van de heer Nijboer. Ik zou eigenlijk aan de regering willen vragen om in kaart te brengen welk effect dat precies heeft op de woningbouwcorporaties, ik hoop onder handhaving van alle garanties van het fonds woningbouw, want die zijn ook nog heel belangrijk om de kosten voor woningbouwcorporaties in de touwen te houden. Ik zou dat best graag in kaart gebracht zien. 

De heer Nijboer (PvdA):

Hierover zijn we het dan gewoon eens, dat is mooi. Dan nog een vraag over de huurders, die ik ook aan mevrouw De Vries stelde. Waarom stemt het CDA ermee in om te bezuinigen op de huurtoeslag? Per saldo gaat het dan toch om 40% van de mensen, 3 miljoen huurders. Het gaat gemiddeld om €146. Waarom heeft het CDA daarmee ingestemd in deze tijden? 

De heer Omtzigt (CDA):

We nemen een aantal maatregelen in de huurtoeslag. De eerste maatregel is dat de minimumhuur die iedereen moet betalen meegroeit met de gemiddelde huur en niet langer met de kanbepaling. Die kost de huurders wat geld. En we zorgen ervoor dat mensen niet die cliff hebben dat als ze net €1 te veel verdienen in een keer €500, €600, €700 huurtoeslag kwijtraken. Per saldo loopt het beslag van de huurtoeslag de komende jaren nog steeds fors op, zo kan ik u verzekeren, dus aan de huurtoeslag wordt meer geld uitgegeven terwijl de kosten voor de hypotheekrenteaftrek worden beperkt. Dat gedeelte van het verhaal wordt wel eens wat onvoldoende onder de aandacht gebracht. Ik ga toch één keer een tegenvraag stellen. Dus ik geef toe, daar is geen intensivering van de huurtoeslag, maar ik heb net toch maar even gekeken of er een intensivering in de huurtoeslag of een terugdraaiing van die kanbepaling zat bij de 10 miljard extra uitgaven die de oppositiepartijen deden. Ze doen wel iets aan de verhuurdersheffing om de woningbouwcorporaties wat te verduurzamen, maar in de huurtoeslag draaien zij geen enkele van de maatregel terug en nemen zij die feitelijk dus over. 

De heer Nijboer (PvdA):

Integendeel. Het kabinet trekt 100 miljoen uit voor verduurzaming van woningen, dat is het. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja. 

De heer Nijboer (PvdA):

In de voorstellen van de linkse oppositie zit 1,2 miljard voor de extra bouw van woningen, voor betaalbare huren, ook voor lagere huren, vanwege de verhuurdersheffing die wij anders inzetten, dus ik laat mij hier niet de maat nemen door het CDA dat bezuinigt op de huurtoeslag. Ik ben het zeer eens met het tweede deel, de afbouw van de huurtoeslag. Dat is gewoon een goede maatregel. Die steun ik ook, maar het eerste, die bezuiniging en de kanbepaling — dit lijkt heel technisch, ik moest zelf ook nog even uitzoeken wat dat nou precies is — komt gewoon neer op €146 per huishouden. Is er niet over te spreken om die van tafel te krijgen? Want betaalbaar wonen zou ook het CDA aan het hart moeten gaan. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dit is precies wat ik aan het eind van mijn betoog probeerde aan te geven. Er ligt een pakket, daar zit een behoorlijk evenwicht in. Dat evenwicht is bijvoorbeeld dat de algemene heffingskorting waar iedereen recht op heeft en die je ook volledig verzilvert als je in de bijstand zit, met een paar honderd euro stijgt. Dat betekent ook dat de energielasten minder dan de afgelopen jaren maar nog een stukje zullen stijgen en de btw ook. En ook bij de huur is het niet zo dat de minimumhuur steeds maar een kleiner deel van het inkomen blijft vormen, want dat was hoe die kanbepaling werkte. Met dat evenwicht kunnen wij goed leven en ook met het feit dat de meeste inkomensgroepen waarvoor de heer Nijboer ook veel aandacht heeft er gemiddeld op vooruitgaan. Met één uitzondering, — ik zie de heer Van Rooijen hier al staan — namelijk de mensen met een hoger aanvullend pensioen. Over die laatste groep wil ik toch even iets zeggen. 

De voorzitter:

Heel kort graag. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dit kabinet heeft ervoor gekozen om de AOW te indexeren met de loonontwikkeling. Dat betekent dat de AOW aan het einde van de kabinetsperiode reëel ongeveer €30 per maand hoger ligt dan aan het begin van de kabinetsperiode. Dat is na de stijging van de inflatie. Ook de btw zit daar dus in, zeg ik voor de mensen die het willen begrijpen. De AOW wordt dus reëel hoger. Dat was bij andere partijen anders. Dit kabinet is niet in staat om de pensioenfondsen te dwingen om een indexatie te doen. Dat is ook een van de redenen waarom ik zo hard op het ECB-beleid zit. Als dat genormaliseerd wordt, krijgen de pensioenfondsen echt lucht. Dat krijgen ze niet met maatregelen die wat meer schijnmaatregelen zijn. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb een korte concrete vraag. In het CDA-programma stond niet dat de dividendbelasting moest worden afgeschaft. Daar stond ook niet in dat de wet-Hillen moest worden afgeschaft. Bent u bereid om de dividendbelasting niet af te schaffen en om de wet-Hillen niet af te schaffen? Dat is een heel concrete vraag. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben voor een heel pakket getekend. Daar zitten punten in die wij zelf ingebracht hebben en punten die wij niet zelf ingebracht hebben. Als elk van de vier coalitiepartijen alleen zou stemmen voor die zaken die zij zelf heeft ingebracht, dan zouden we geen regering vormen. Dat is ook niet de manier waarop we het doen. 

De heer Van Rooijen heeft op 23 februari zelf een begroting gepresenteerd. In die begroting zit onder andere een budgetplafond in de zorg van 1,2 miljard. 1,2 miljard bezuinigen op zorg; dat is wat de heer Van Rooijen voor de verkiezingen voorstelde. Daar zit een accijns op wiet in; dan gaat het om 0,7 miljard. Daar ziet de heer Van Weyenberg wat meer in dan mijn partij, zeg ik in alle eerlijkheid. Die discussie hebben we ook wel intern gehad. Maar er zit ook gewoon 2,5 miljard aan lastenverhoging in voor werkenden, vanwege het bevriezen van de arbeidskorting en het verhogen van de inkomstenbelasting door de grensjes niet te indexeren. Dat vindt u overigens wel heel erg bij de bosbelasting. Dus ik hoop dat de heer Van Rooijen ook zijn eigen pakket zou willen herzien. Ik heb niet voor niets de heer Krol uitgedaagd om het pakket dat ze zelf gepresenteerd hebben, te vergelijken met het pakket dat wij hebben, waar lastenverlichting in plaats van lastenverzwaring in zit. Wij halen niet zomaar even 1,2 miljard op deze manier uit de zorg. Wij geven juist extra geld aan de zorg uit. Ik heb gevraagd om daar een vergelijking mee te maken. Ik heb daar nog steeds geen antwoord op gehad, ook al heb ik het drie weken geleden gevraagd. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Wij bepalen zelf wel wanneer wij antwoorden geven. Dat kan bij het Belastingplan uitvoerig worden gedaan, en ook vandaag en morgen. 

Die vraag had ik natuurlijk allang verwacht na de Twitterberichten die de heer Omtzigt de laatste tijd plaatste. Ik citeer even bladzijde 259 van Keuzes in Kaart: "Het CDA heeft de intentie om in de ziekenhuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg een hoofdlijnenakkoord af te sluiten in combinatie met het macrobeheersinstrument. Per saldo resulteert dit in ombuigingen van 0,9 miljard euro in de ziekenhuiszorg en 0,1 miljard euro in de geestelijke gezondheidszorg." 

De voorzitter:

En nu de vraag. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het betreft dus een uitgavenplan van 1 miljard. Wij zitten inderdaad iets hoger, maar u moet niet alleen praten over ons programma. U moet in de eerste plaats praten over uw eigen programma. Daar heeft u een plafond van 1 miljard. Als u dat niet in die sectoren redt, gaat het macrobeheersinstrument aan de gang en dan moet u het alsnog doen in de geestelijke gezondheidszorg, in de wijkverpleegkundige zorg en ga zo maar door. Ik noem dit "eenzijdig citeren". Vanmiddag kom ik op de andere punten van u. 

De heer Omtzigt (CDA):

Niet voor niets heeft de regering niet gekozen voor een budgetplafond. Dat stond daar ook niet. Er stond: "een hoofdlijnenakkoord". Het gaat om een akkoord met de zorgsector om samen ... Zo doen we dat in Nederland. Want dit kabinet werkt ook graag samen met sociale partners als het gaat om het pensioenstelsel. Ik hoop dat er ook zal worden samengewerkt met de ouderenbonden, die daar zeer veel belang bij hebben. Dit kabinet dient ook samen te werken met de zorgsector om te bekijken hoe de zorgkosten in de touwen gehouden kunnen worden en hoe ervoor gezorgd kan worden dat het extra personeel in verband met die 2 miljard extra die aan verpleeghuizen uitgegeven kan worden, op een goede manier gevonden wordt. Dat zal een hele uitdaging worden. Daarom kiezen wij dus niet voor dat budgetplafond. Dat is een uiterste noodrem, waarmee je zegt: u mag niet. Wij kiezen ervoor om niet alleen naar de oppositie maar ook naar de samenleving de hand uit te steken. Dat vinden wij buitengewoon belangrijk. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Rooijen, tot slot. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik moet dat nog een keer citeren, anders lopen we om de feiten heen. Er staat letterlijk in het CDA-programma: "een hoofdlijnenakkoord af te sluiten, in combinatie met een macrobeheersinstrument" en we weten van het debat van vorige week wat voor een cynische bezuiniging dat is. Als de sectoren er onderling niet uitkomen — de wijkverpleging bijvoorbeeld en de ggz — dan gaat gewoon het beheersinstrument aan de gang en dan wordt die bezuiniging hoe dan ook opgelegd. U weet dat net zo goed als ik. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, ik wijs erop dat de zorgkosten stijgen van 69 naar 82 miljard. Dat was echt wel een zorg van mij. Dat is ook de reden waarom de PVV zegt: de zorgpremies stijgen. Die zorgpremies stijgen, omdat de reële zorgkosten stijgen. Laten wij goed kijken hoe wij dat doen. Graag! Wij doen dat, in tegenstelling tot wat hier staat, graag in overleg met de partners, maar als we er niet uitkomen, zijn er andere instrumenten. En dat is een volledig andere manier dan hier net werd voorgesteld. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Over zorg gesproken: we kennen het CDA als een partij die een warm hart heeft voor de ouderenzorg. Mevrouw Mona Keijzer, die altijd zei dat de thuiszorg, de huishoudelijke hulp eigenlijk niet afgeschaft of gehalveerd zou moeten worden, wat gebeurd is onder het vorige kabinet, vanwege het feit dat ouderen langer thuis moeten blijven wonen. 

De voorzitter:

En uw vraag is? 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Nu heb ik daar een mooie oplossing voor, namelijk het afschaffen van de expatregeling, waar ook het CDA een voorstander van is. Dat hebben ze zelf in het verkiezingsprogramma staan. Die 600 miljoen die we daarmee besparen, geven we aan de huishoudelijke hulp voor die ouderen, waarvan het CDA zegt dat ze er zo veel om geven. Steunt u dat of stopt u nu uw vingers in de oren? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik hoop dat de heer Van Dijck ook het regeerakkoord gelezen heeft. Daar staat meer geld voor de verpleeghuizen in dan de PVV ooit heeft voorgesteld, niet op haar A4'tje of waar dan ook. Doordat de eigen bijdragen in de Wmo gemaximeerd worden, worden de vormen van zorg die de heer Van Dijck net noemde gemakkelijker bereikbaar. Dat leidt er vaak toe dat er meer gebruik van gemaakt wordt. Op zijn vraag wat wij met de expatregeling hebben gedaan, kan ik hem zeggen dat daar ongeveer 25% tot 30% op is gekort door de termijn te verkorten van acht naar vijf jaar. Nou, u weet precies hoe dat gegaan is. Wij wilden er vanaf. Andere partijen wilden hem volledig handhaven. Dit is het compromis dat we daarop bereikt hebben. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Dit is een mooi voorstel met een dekking die u bevalt, een dekking die ook de ChristenUnie bevalt, een dekking die ook D66 bevalt. Het is voor de ouderen die nu, zoals Geert Wilders vorige week nog zei, in veel gevallen hun begrafenispolis moeten verzilveren om die poetshulp te kunnen betalen. Dat kan toch niet? Daarom zeggen wij: doe wat voor die huishoudelijke hulp! Als die ouderen langer thuis moeten blijven wonen, moet je ze ook faciliteren via de thuiszorg en huishoudelijke hulp. Mooie oplossing, mooie dekking, waar is die uitgestoken hand? 

De heer Omtzigt (CDA):

Die uitgestoken hand is bij die 300 miljoen die in het regeerakkoord staat voor de verlaging van de eigen bijdrage van de Wmo via het abonnementstarief. Daardoor zullen voor veel mensen de kosten voor precies de zorg die de heer Van Dijck schetste, fors dalen en zal die zorg bereikbaarder worden. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ook nog een vraag over de zorg. Ik deel de zorg van de heer Omtzigt dat we op de langere termijn moeten zorgen dat de zorgkosten beheersbaar en betaalbaar blijven en ook eerlijk gedeeld worden. Ik zie wel wat in zijn voorstel om de reactie van het kabinet af te wachten, want wie weet zal de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid er eens naar kijken. Wat mij betreft wordt er dan ook gekeken naar een eerlijke verdeling van de kosten, want door de stijging van de nominale premie en het eigen risico, dat nu wel afgevlakt is, zie je ook een sluipende privatisering van de zorgkosten, zou je kunnen zeggen. Maar mijn concrete vraag is, en dan gaan we toch weer terug naar het begrotingsbeleid: dit kabinet gaat hoofdlijnenakkoorden afsluiten en hoopt daarmee de zorgkosten te beperken. Het is daar wat optimistischer in dan het CPB. Maar als het lukt en de premies dalen — mensen blij, want de nominale premies dalen — ... 

De voorzitter:

En uw vraag is? 

De heer Snels (GroenLinks):

... dan zegt het kabinet: de belastingen gaan omhoog, tarief eerste schijf. Wat is dat voor een truc? 

De heer Omtzigt (CDA):

We doen ons best om het totaal financierbaar te houden. Wij zijn daar wat optimistisch over. Ik moet één ding nageven aan de uitgaande minister van VWS. Die is er met de hoofdlijnenakkoorden in geslaagd om de zorgkosten fors te beteugelen in vergelijking met de voorspellingen die waren gedaan, afgezien van een aantal bezuinigingen waarmee wij het niet eens waren, mevrouw Renske. Mevrouw Leijten ... 

De voorzitter:

Mevrouw Renske. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik vind het lastig om iemand buiten de zaal "Renske" te noemen en hier "mevrouw Leijten". Dus soms gebeurt dit dan even. Als ik zo "minister Wopke" zeg, dan weet u precies waar dat vandaan komt, voorzitter. 

We hopen dat het met die hoofdlijnenakkoorden gaat en dat we ook met z'n allen blijven kijken welke zorg, wanneer, op welke manier het beste kan worden ingezet. Ik ben met alle zin bereid om te kijken wat er precies gebeurt als het meevalt. Wat mij opvalt, is dat als ik in het afgelopen uur ja had gezegd tegen alle handen die hier zijn uitgestoken, de minister van Financiën meteen naar Brussel had gemogen om uit te leggen dat hij een tekort van meer dan 3% had. 

De voorzitter:

De heer Snels. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik zeg het maar even, ik ben heel erg beducht om nu iedere keer te zeggen: dit doe ik niet, dat doe ik niet en dat doe ik niet. Ik ben ook wel in die verleiding. Ik ben ook wel eens in de verleiding ... 

De voorzitter:

Duidelijk, mijnheer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, sorry, daar ga ik niet over uitweiden. Het lijkt me verstandig dat u mij afkapt, voorzitter. 

De voorzitter:

De heer Snels. 

De heer Snels (GroenLinks):

Ik interpreteer dit optimistisch. De heer Omtzigt wil de deur op een kier zetten maar durft dat nog niet helemaal te zeggen. Dat stemt mij tevreden. Toch nog even over die hoofdlijnenakkoorden. Wat is nu de boodschap? Stel dat het de nieuwe minister van Volksgezondheid lukt om de kosten wat te remmen, is dan de boodschap aan mensen: uw nominale premies dalen, maar uw belastingen stijgen? Dat is toch geen boodschap? Dat zou toch anders moeten? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik zou het liefst én de belasting omlaag doen én allerlei andere zaken laten stijgen: ongeremd zorgkosten uitgeven, de klassen naar twintig leerlingen per klas brengen, het leger 2 miljard erbij geven conform ons verkiezingsprogramma. Wij proberen die keuzes te maken om ervoor te zorgen dat de begroting dat overschot blijft laten zien. Als wij het niet doen en wij wel de belastingen omlaag brengen, dan komen we in 2021 met een tekort te zitten. En ja, dat probeer ik enigszins te vermijden. 

De voorzitter:

Tot slot, de heer Snels. 

De heer Snels (GroenLinks):

Dat is toch niet de vraag? Ik ben daar voorstander van. Er zitten onnodige bureaucratische kosten in het zorgstelsel. Maar als het lukt om die te laten dalen of minder snel te laten stijgen en de nominale premies vlakken af, dalen of nemen niet zo snel toe als nu geraamd wordt, dan kun je toch niet zeggen: en nu heb ik je, want nu verhoog ik de belastingen? Dat kun je toch niet doen als je draagvlak wilt hebben in de samenleving voor die hoofdlijnenakkoorden? En volgens mij is het heel belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen meedoen in het nadenken over het beperken van de zorgkosten. Dat kan toch niet? 

De heer Omtzigt (CDA):

Dit kabinet zorgt voor de grootste belastingverlaging voor burgers sinds lange tijd. Ik doe mijn best om die te handhaven. Ik ga ook kijken hoe ik met het probleem dat de heer Snels signaleert omga. Overigens hoop ik dat de heer Snels gelijk krijgt want een daling van de nominale premie zou pas echt efficiënt zijn. Ik kan hem echter verzekeren dat dat niet gaat lukken met het beleid dat wij voorstellen noch met het beleid dat enige oppositiepartij hier voorstelt. 

Mevrouw Leijten (SP):

Hier zie je het probleem dat is veroorzaakt door minister Zalm, die dacht: vergroot de rijksbegroting door de zorgfondsen in de begroting op te nemen. Feitelijk gaan wij daar echter niet over. Wij hebben daar geen zeggenschap over want dat ligt bij zorgverzekeraars. Als je daar dus een beperking hebt, moet je dat ergens anders opplussen. Hier zien we welk nadeel dat heeft. Dat zou je eigenlijk los moeten knippen maar daar zullen we nog wel eens een ander debat over opwerpen. De vraag gaat over het eigen risico. Kijk, het CDA ging de verkiezingen in en zei tegen mensen: bij ons krijg je €100 minder eigen risico en dat is nodig want de zorgkosten zijn niet meer te betalen. Het CDA zei niet: bij ons krijgen de rijken belastingverlaging en wordt de dividendbelasting afgeschaft. Zijn het afschaffen van die dividendbelasting en uw belofte om het eigen risico met €100 te verlagen uit te wisselen? Dus mijnheer Hoekstra, minister Hoekstra hoeft niet naar Europa om te zeggen dat het begrotingstekort oploopt. 

De voorzitter:

Wat is uw vraag? 

Mevrouw Leijten (SP):

Is het CDA bereid om, in het belang van zieken, een heronderhandeling te starten? Daarbij moet het belang van de betaalbaarheid van ziektekosten voor de mensen die ziek zijn, gaan boven het belang van het afschaffen van de dividendbelasting voor hen die al rijk zijn. 

De voorzitter:

De heer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Als je naar de doorrekening van het CPB kijkt, dan zie je dat door dit regeringsbeleid de sector bedrijven op ongeveer o zit, en de sector gezinnen op -5 miljard. Dat is een evenwichtige keuze. Ik zie er op dit moment niets in om daarin te gaan schuiven, ook niet gezien de gemaakte afspraken. Mevrouw Leijten zegt: maar die belastingverlaging was niet zichtbaar in uw verkiezingsprogramma. In het verkiezingsprogramma stond zowel een verlaging van het algemene tarief als een verlaging van het hogere tarief. De heer Hoekstra moet me, niet als minister maar als voorzitter van de programmacommissie, maar corrigeren als ik het verkeerd heb. Beide verlagingen staan in het regeerakkoord, conform wij wilden. We hebben alleen iets anders gedaan met de arbeidskorting. 

Mevrouw Leijten (SP):

De dividendbelasting stond niet in het CDA-programma. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, dat klopt. Maar ho, wacht even ... 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik denk ook dat er misschien wel een andere verkiezingsuitslag was geweest als het CDA op campagne was gegaan met de boodschap: wij geven de rijke beleggers in de wereld 1,4 miljard cadeau en wij doen niks aan het eigen risico. U hebt mensen iets op de mouw gespeld. Hoe komt het, denkt u, dat mensen geen vertrouwen meer hebben in politici en in de politiek? Omdat niemand voorstelde om die 1,4 miljard weg te geven en omdat een meerderheid wél voorstelde om iets te doen aan het eigen risico. En we komen bij het omgekeerde uit. Dat is schadelijk voor het geloof in de politiek. Ik vroeg aan het CDA of men bereid is om te heronderhandelen met deze argumenten in de achterzak. Het gaat om herstel van vertrouwen. Je moet niet iets beloven en het andere doen. Bent u bereid te heronderhandelen met deze argumenten? Bent u bereid te heronderhandelen met de VVD — dat is volgens mij de enige partij die dit wil — en met de andere partijen, die zich hier eigenlijk ook voor schamen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Het antwoord was nee. Het was ook heel interessant dat mevrouw Leijten ons eerst verweet dat wij die belastingverlaging niet in ons verkiezingsprogramma hadden staan. Ik zie haar nu nee schudden, maar dat zei ze zelf. Het hoogste tarief verlagen stond niet in het programma. Het stond wel degelijk in ons programma, conform nu het beleid is. Er staan een heleboel dingen in die we wel bereikt hebben. U deed net alsof de zaken die in het regeerakkoord staan, geen enkele relatie zouden hebben tot ons verkiezingsprogramma. Quod non. 

Dan kom ik terug op de zorg. Daarover hadden wij in ons verkiezingsprogramma staan dat het eigen risico in het eerste jaar zou dalen met €100 en daarna geïndexeerd zou worden. Dan zou je dus een verlaging gehad hebben van €400 naar €300 en zou het eigen risico aan het einde van de kabinetsperiode rond de €360 of €370 zijn. Er is nu een andere uitkomst, omdat andere partijen dat eigen risico volledig wilden indexeren en daarbij op ongeveer €485 uit zouden zijn gekomen. In het CDA-programma zouden we uitkomen op rond €360 of €370 in 2021. In andere programma's zouden we uitkomen op €480. Nu komen we uit op €400, nee, op €385 na de bevriezing. Dat is een compromis waarbij de uitkomt in 2021 een stuk dichter bij de uitkomst van ons programma ligt dan bij die in de andere programma's. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Leijten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Twee. We zouden wat gaan doen aan de stapeling van de eigen bijdragen. Daar doen we wat aan met het Wmo-abonnementstarief. Had ik iets meer gewild? Ja, natuurlijk. Ik had ook meer zetels gewild. Ik heb altijd wel wensen. Maar ik sta voor het beleid dat wij hier hebben afgesproken. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, tot slot. 

Mevrouw Leijten (SP):

Er werd €100 minder eigen risico beloofd en het is nu: bevriezing. En mijnheer Omtzigt weet het zo uit te leggen dat het lijkt alsof dat eigenlijk was wat we wilden. Ziehier waarom mensen geen vertrouwen meer hebben in politici. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, mevrouw Leijten heeft nu drie keer een CDA-programmapunt anders uitgelegd. Ten eerste zegt ze dat we bepaalde dingen niet in het programma hebben staan die er wel in staan. Ten tweede hebben we het eigen risico van dit jaar verlaagd ten opzichte van wat de toenmalige regering voorstelde. Daarin zaten overigens partijen die nu in de oppositie zitten en dan ineens voor zijn. En ja, als ik de kans zou hebben, zou ik het graag verder verlagen. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Nee, nee, mevrouw Leijten. Ik zie dat u weer wilt reageren, maar dat gaat echt niet. U heeft nu het woord. Ik bedoel: u heeft het woord voor uw spreekbeurt. Dank u wel. U bent aan de beurt. 

Leden willen eerst een korte schorsing? Ja? Dan schors ik voor twee minuten. Nee, we gaan nog niet eten. Na de spreektijd van mevrouw Leijten ga ik schorsen voor de lunch. 

De vergadering wordt van 13.51 uur tot 13.54 uur geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef mevrouw Leijten namens de SP-fractie het woord. 

Mevrouw Leijten (SP):

Opgroeien in een fijn huis, kunnen buitenspelen in een veilige en groene straat, kunnen sporten, leren op een school waar leraren aandacht voor jou en je klasgenoten hebben, ouders zonder zorgen over werk en inkomen, of ze de huur of de rekeningen nog kunnen betalen, zelf kunnen leren zonder dat je jezelf in de schulden hoeft te steken, als je je op de arbeidsmarkt begeeft de zekerheid hebben van een baan om je toekomst op te bouwen, opgroeien tot een mens die weet dat er meer is dan het eigen belang. Zo zou ik graag de toekomst zien van alle kinderen in Nederland: dat het niet uitmaakt of je de zoon of dochter bent van een consultant of van een schoonmaker, dat het niet uitmaakt of de wortels van je familie elders liggen of hier. Helaas is het niet zo. Politici ordenen de samenleving. Wij maken als het ware paradijzen op aarde, daar waar voor de invoering van de democratie ons verteld werd dat het paradijs na de dood wellicht kwam, de hemel of de hel. Als je de instrumenten hebt om de wereld te ordenen, dan is het belangrijk om te laten zien wat je doet, voor wie je het doet en waarom je het doet. 

Nederlanders maken zich grote zorgen. Ze maken zich zorgen over de groeiende kloof tussen arm en rijk, de kloof die er is door geboorte, waarbij de startpositie van de een beter is dan die van de ander. De een heeft de toekomst en de mogelijkheden die ik net schetste en de ander moet van jongs af aan opboksen tegen de omstandigheden, omdat de wieg ergens anders stond. Leven en werken in slechtere omstandigheden, dat is namelijk de praktijk voor mensen met een praktische opleiding, leidt gemiddeld tot een leven dat zeven jaar korter duurt. En in dat leven geldt dan ook nog dat je langer ziek bent dan wanneer die positie anders is. In het Nederlandse onderwijsstelsel geldt niet dat kinderen ongeacht hun achtergrond en hun ouders dezelfde kansen wordt geboden. Nee, juist de kinderen van ouders met een praktische opleiding, beroepen die praktischer zijn en minder verdienen, hebben minder kans op een schooladvies dat anders is dan dat van kinderen van ouders met een theoretische opleiding. 

Wat gaan deze bewindspersonen doen aan deze ongelijkheid in gezondheid en onderwijs? Verwijzen ze stoïcijns door naar hun collega's in het kabinet of beseffen zij dat deze verschillen komen door sociaal-economische verschillen? Dat is juist iets waar zij iets aan kunnen doen. En zijn dit dan de bewindspersonen die kijken naar Excelsheets, naar doorrekeningen, naar puntjes hier, puntjes daar of naar de samenleving? Ik wil de eerste test neerleggen. Er staat nog een bezuiniging op het onderwijs van 46 miljoen. Het kabinet zegt: we gaan iets doen aan het onderwijs, we komen de leraren tegemoet. Wat ons betreft is het niet voldoende, maar het kabinet zegt: we komen ze tegemoet. En eigenlijk het allereerste wat de minister van Onderwijs moet doen is een bezuiniging van 46 miljoen neerleggen in de klassen, bij de leraren, bij de toekomstige generatie. Zijn deze bewindspersonen bereid om daar iets aan te doen? Er is dit jaar geld over. Er is in de hele kabinetsperiode een begrotingsoverschot. 46 miljoen is nou niet precies waar financieel woordvoerders van omvallen. Het is toch te doen. We hebben het hier doorgaans over miljarden, wil ik maar zeggen. 

De minister heeft aangekondigd dat hij uit wil gaan van rust, reinheid en regelmaat in zijn beleid. Maar vindt hij het van rust, reinheid en regelmaat getuigen dat er belastingdeals worden gesloten met multinationals die honderden miljoenen aan winstbelasting kunnen wegsluizen? Of zegt hij: nee, het is geen rust, reinheid en regelmaat, het is diefstal van samenlevingen. Je maakt winst op grondstoffen uit Afrika, op kleding die gemaakt is in India, op kopjes koffie die verkocht worden in Amerika, op sportschoenen die worden gemaakt in China. En wat doe je als bedrijf? Je steekt je dikke middelvinger op naar de samenlevingen waar je dat hebt verdiend. En ik begrijp dat deze minister gisteren is aangesproken in Brussel op Nederland belastingparadijs. Daar sta je dan, voor het eerst met je nieuwe collega's, belangrijke discussies over de toekomst van de Europese Unie en de muntunie daarin, en dan word je daarop aangesproken. Wat heeft deze minister daar precies beloofd om Nederland belastingparadijs tot een einde te brengen? 

De staatssecretaris gaat alle belastingdeals die gesloten zijn tussen bedrijven, multinationals en de Belastingdienst nakijken. Hele goede stap. Hij heeft niet alleen de Belastingdienst geërfd wat moeilijk is, maar ook deze praktijk, die volgens mij niet meer van deze tijd is. Wie gaat het onderzoek doen? Wanneer is het onderzoek klaar? Zullen we met elkaar afspreken dat totdat dat onderzoek klaar is we even geen rulings afgeven? 

Hoe maken we van Nederland een paradijs voor iedereen? Dat is wat centraal moet staan in de politiek. Wie heeft de toegang tot het paradijs? Is het dan de juiste keuze om, als er nog altijd 400.000 kinderen opgroeien in armoede, de voedselbanken nog nodig zijn, er mensen zijn die geen woning kunnen vinden door de woningnood, de leraren staken voor meer collega's, er ouderen thuis wonen die thuiszorg nodig hebben maar dat niet krijgen, de winstbelasting te verlagen en de dividendbelasting af te schaffen? Wat is dat eigenlijk voor beperkte blik op bedrijven om te zeggen dat ze enkel belastingen voor ogen hebben. Het vestigingsklimaat wordt toch ook door heel andere dingen bepaald? Een goed opgeleide bevolking, een werkende democratie, een rechtsstaat, een juridisch systeem, infrastructuur en ja, cultuur. Dat hoort de VVD niet graag, maar uit onderzoeken komt wel naar voren dat de expats die hier komen werken graag naar het museum willen. 

Maar als we dat weten, waarom hebben wij dan zo'n ontzettend overmatige blik op die belastingen? Waarom zeggen we eigenlijk tegen die bedrijven die wel zo fiscaal gedreven zijn om maar zo min mogelijk of geen belasting te betalen: kom hierheen, hier moet je wezen! Wij moeten toch veel meer zeggen: kom hierheen, want wij zijn een mooi land, wij zijn een paradijs waar de kinderen buiten spelen, waar je kinderen goed op kunnen groeien, en niet alleen de kinderen van expats, ook de kinderen van de buurten daarnaast. Het gaat over werkgelegenheid als het gaat om verlaging van de winstbelasting en de dividendbelasting, want ja, we moeten toch een aantrekkelijk land blijven. Maar de vraag is: welke werkgelegenheid en welke economie willen wij precies? Willen wij alleen maar uitstralen dat we het geld verdienen in het buitenland door de export? Want het is niet waar, het is niet waar. En de afgelopen jaren heeft dat wel de boventoon gevoerd. Daarmee is er eigenlijk met minachting omgesprongen met die mensen die werken in de publieke dienst. Dat zijn de mensen voor de klas, dat zijn de mensen die zorgen voor anderen, dat zijn degenen die de veiligheid dienen op straat, de mensen die met gevaar voor eigen leven uitrukken als ergens brand is, een ongeluk of geweld. Daar is een minachting voor en dat vind ik niet goed. Er is ook een minachting van de economische kracht voor onze samenleving. Ook dat vind ik niet goed. De vorige regering zei letterlijk: ach ja, we kunnen wel bezuinigen op de zorg, want de zorg is geen banenproject. Dat is minachting naar een miljoen mensen die daar dag in, dag uit in de avonden, in de nachten, in de weekeinden zorgen voor andere mensen en vaak voor een salaris waarvoor heel veel mensen in deze zaal niet zouden opstaan. 

Erkent de minister dat voor rust, reinheid en regelmaat in de economie het goed is om deze binnenlandse economie te waarderen? Investeren in mensen, in werk, in hun inkomen, ook in de publieke dienst, leidt ertoe dat je investeert in onze samenleving. Ze kopen immers boodschappen bij de middenstand, ze laten hun fiets maken bij de fietsenmaker. Erkent deze regering dat op het moment dat je de binnenlandse economie sterkt maakt, je minder kwetsbaar bent voor internationale schokken? Erkent deze regering dat twee derde van de mensen werken in onze binnenlandse economie en dat het geen pas geeft om dan te zeggen: wij verdienen het geld in het buitenland? 

Voorzitter. Gaat dit kabinet het vertrouwen van de burgers in de politiek herstellen? Het cynisme zit diep. Een derde van de door bijvoorbeeld EenVandaag ondervraagde burgers is zeer gefrustreerd over de politiek. Gaat dit regeerakkoord de tweedeling in de samenleving vergroten of verkleinen, vroeg EenVandaag ook. Maar liefst twee derde van de mensen zei dat zij denken dat de regering de kloof tussen arm en rijk groter maakt. Terwijl ook uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat het derde zorgpunt van de Nederlanders de ongelijkheid in ons land is. Dat komt natuurlijk door wat ik in het begin zei. Als je in een ongelijke positie leeft, leidt dat gewoon tot korter leven, tot een ongezonder leven, tot minder kansen in het onderwijs. 

In het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, De val van de middenklasse, wordt beschreven dat de middenklasse steeds harder moet trappen om niet achterop te raken. Ze hebben het over het profiel op de banden, dat zo sleets raakt dat de remmen eigenlijk niet meer werken. Dat komt omdat de spaarpositie van de middenklasse inmiddels verdampt is. Daarbij hebben we ook nog een Gini-coëfficiënt — dat is heel technisch — van bijna 9. Als die 1 is betekent dat dat één iemand in het land alle welvaart, alle vermogen heeft en de rest niet. Dat is 9 in ons land. Dat betekent dat een heel kleine groep Nederlanders het vermogen heeft en de rest nauwelijks capaciteit heeft om vermogen op te bouwen. Als er dan iets stuk gaat, of als er iemand ziek wordt, of als iemand zijn baan verliest, dan staan ze meteen echt in de wind. Wat gaan we daaraan doen? 

We zien in de Miljoenennota van dit jaar dat de inkomens sinds 2001 in koopkracht niet gestegen zijn, terwijl er wel de economische groei is geweest. Dat komt door de stijgende zorgkosten en de stijgende energiekosten. Daar waar het inkomen wel stijgt, stijgen de lasten net zo hard en is de koopkracht dus verdampt. Een van de oorzaken daarvan is dat de inkomensafhankelijke zorgpremie stopt als je €53.000 verdient. Daarboven betaal je niet meer. Het zou heel goed zijn voor juist de lucht in de middeninkomens, als we die drempel eruit halen. Is de minister bereid dat te doen? Het zou toch juist getuigen van regelmaat als alle inkomens een gelijk percentage betalen aan dat inkomensafhankelijke deel? Daarmee verbeteren we echt per direct de koopkracht van de mensen die nu eigenlijk geen tegenslag kunnen hebben. 

Ik wil ook nog graag weten of de regering bereid is inzicht te geven in de €220 hogere energierekening voor huishoudens volgend jaar. Wij weten niet waar dat precies vandaan komt. Hoe is die rekening precies verdeeld tussen de huishoudens en de vervuilers? Het vorige kabinet had niet zo'n goed track record, om het maar zo te zeggen. De vervuilers en de fossiele industrie kregen subsidie en als de energierekening betaald moest worden, werd dat gedaan door de huishoudens. Gaat dit kabinet dat anders doen? Dat zou toch wel van reinheid, eerlijkheid getuigen. 

Voorzitter. De SP kiest voor mensen boven multinationals. Wij hebben samen met de Partij van de Arbeid en GroenLinks een voorstel gedaan voor zes andere keuzes. Het is geen ander regeerakkoord, we hebben geen 200 dagen onderhandeld, maar we hebben wel duidelijke keuzes neergelegd hoe het anders kan. Bij ons komen er meer dan 70.000 banen bij. De koopkracht verbetert. Er is minder ongelijkheid. Bovendien kiezen wij voor geen boete op ziek zijn voor mensen die ziek worden. Het eigen risico schaffen wij af. Er komen geen duurdere boodschappen voor iedereen. Er is geen enorme belastingkorting voor hen die al veel hebben. 

De regering heeft gezegd dat de deur van de Trêveszaal op een kier staat. De heer Omtzigt zei net: als al die voorstellen worden overgenomen, moet de minister terug naar Brussel. Nee, dit is een voorstel dat budgettair neutraal is. Het hoeft niet naar Brussel. Dit kunt u zo doen. U kunt kiezen voor mensen boven multinationals. Op welke manier staat de deur van de Trêveszaal nou op een kier? Geen eigen risico. Meer woningen bouwen. Het gas in Groningen echt naar beneden, zoals we dat beloofden. Loonstijgingen voor iedereen. Iedereen zegt ook dat dat goed is omdat de lonen achterblijven op de groei van de economie. Kleinere klassen. Het waarderen van Wajongeren en ze niet nóg een korting geven. Het is een taak voor politici om ervoor te zorgen dat het voor iedereen paradijselijk wordt, en niet voor een paar. 

Deze minister zegt: ik kies voor rust, reinheid en regelmaat. Dat kun je op deze manier bereiken. Dan kies je namelijk niet voor die financiële sector waar je nauwelijks rust, reinheid en regelmaat ziet, met exorbitante bonussen, met gedrag van pakken wat je maar pakken kan, van parasiteren op de samenleving, op de mensen die het werk doen. Daar zouden we nu juist geld kunnen halen, niet bij de toekomst van al onze kinderen. Ik vraag de minister hier om steun. Om steun voor de lijn van mensen boven multinationals. 

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten, precies binnen de tijd. We zijn toe aan een korte lunchpauze. 

De (algemene) beraadslaging wordt geschorst. 

De vergadering wordt van 14.11 uur tot 14.40 uur geschorst. 

Naar boven