4 Verordening Biometrie op identiteitskaarten

Aan de orde is het VAO Verordening Biometrie op identiteitskaarten (AO d.d. 28/6).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom. Ik geef mevrouw Den Boer namens D66 het woord.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter. Voor de zomer spraken we over dit voorstel van de Europese Unie, dat alle EU-burgers verplicht hun vingerafdruk moeten afstaan voor hun ID-kaarten. D66 heeft over dit aspect van deze Europese wet grote zorgen geuit. Het betekent ons inziens een forse inbreuk op de privacy van mensen, terwijl de vingerafdrukken die nu op de paspoorten staan, ook niet uitgelezen kunnen worden. D66 vindt deze maatregel disproportioneel, een maatregel die riekt naar schijnveiligheid. Mijn partij verwelkomt dan ook de brief van de staatssecretaris van gisteren om in de gesprekken in de Raad de proportionaliteit van de vingerafdrukken steeds aan de orde te stellen. Ook zal hij inventariseren of andere lidstaten deze mening delen. Welk doel, vraag ik dan wel aan de staatssecretaris, dient deze inventarisatie? Wat gaat hij daarna doen? Stelt hij dan een lobby op om de verplichte opname van vingerafdrukken uit het voorstel te halen? Dat zou mooi zijn. D66 zou graag een uitzonderingsbepaling zien dat mensen om welke reden dan ook de vingerafdrukopname kunnen weigeren. Gaat de staatssecretaris dit inbrengen?

In ieder geval, voorzitter, de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het voorstel 2018/0104 van de Europese Commissie de disproportionele maatregel bevat om verplicht vingerafdrukken op te nemen als biometrisch kenmerk op ID-kaarten;

constaterende dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft toegezegd te onderzoeken welke lidstaten bovenstaande mening delen;

verzoekt de regering na deze inventarisatie een ronde te maken langs deze lidstaten om medestanders te vinden om het verplicht opnemen van vingerafdrukken voor ID-kaarten in de betreffende verordening te veranderen in een optionele mogelijkheid;

verzoekt de regering daarnaast tegen deze verordening te stemmen in de Raad indien het de verplichting tot het opnemen van vingerafdrukken op ID-kaarten bevat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Boer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (34966).

De heer Middendorp (VVD):

Voorzitter. De VVD heeft zeer bewust een behandelvoorbehoud aangevraagd op dit onderwerp, want de manier waarop wij met onze identiteitskaarten omgaan, is belangrijk voor onze veiligheid aan de grens en om identiteitsfraude tegen te gaan. Europa heeft daar een rol in. De VVD waardeert het zeer dat de staatssecretaris er bovenop zit om te zorgen dat dat voor Nederland goed uitpakt. Zeer bewust een behandelvoorbehoud, mevrouw de voorzitter, omdat het gesprek bij het algemeen overleg over wat er in 2004 met vorige verordening hierover is gebeurd, zeer waardeerden. Ik denk ook dat we met z'n allen in dat gesprek de juiste scherpte hebben opgezocht richting Europa om te zorgen dat het deze keer wel goed gaat.

Het tweede punt is dat wij het zeer waarderen dat de staatssecretaris heeft toegezegd dat hij ervoor gaat zorgen dat we geen technologische mogelijkheden voor Nederland zelf met betrekking tot identiteitskaarten gaan afsluiten. Daar zal hij heel scherp op zijn. Ik zal daarom geen motie hierover indienen, maar ik kijk zeker uit naar de rapportages en de momenten waarop de Kamer door de staatssecretaris geïnformeerd zal worden over belangrijke stappen in het verdere proces.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie dat de staatssecretaris direct kan antwoorden. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Knops:

Dank u wel, voorzitter. Het is een belangrijk onderwerp. Het gaat inderdaad over een aantal zaken rondom de veiligheid, betrouwbare identiteitsbewijzen, maar ook over de privacyaspecten die daarmee gemoeid zijn. In het algemeen overleg hebben wij een goed debat daarover gevoerd. Ik denk dat de verschillen helemaal niet zo groot zijn. Wij hebben namelijk dezelfde zorgen als mevrouw Den Boer noemde. Die hebben wij ook ingebracht. U weet wat zo'n heel traject op Europees niveau betekent. Je probeert altijd andere landen aan je zijde te krijgen, je argumenten naar voren te brengen en een meerderheid te krijgen voor je standpunt. De zorgen ten aanzien van de disproportionaliteit op dit moment, in deze fase waarin heel veel landen nog niet eens in staat zijn om met vingerafdrukopname te werken, terwijl we al wel dit soort dingen gaan doen, delen wij. Tegelijkertijd hebben wij ook de zorg voor de veiligheid.

Ik heb eerder in het algemeen overleg toegezegd dat ik de Kamer op gezette tijden, als dat nodig is, voor en na deze Europese overleggen informeer. Dat zal ik blijven doen. Dit is een proces dat nog niet is afgerond. De Kamer kent mijn inzet. Ik zie de motie van mevrouw Den Boer als een oproep om daarmee verder te gaan. Toch heb ik een aantal kanttekeningen bij de motie. De motie vraagt mij om nu al aan te geven wat ons definitieve standpunt is over de gehele verordening. Daar kan ik niet in meegaan, want dat zou betekenen dat ik mijn eigen onderhandelingspositie ondermijn. Dat wil ik geenszins. Het signaal is helder, ook dat wij steun zoeken bij andere landen. Ik heb op verzoek van mevrouw Den Boer gisteren een brief naar de Kamer gestuurd, waaruit duidelijk blijkt dat er wel iets in beweging is. Dat is positief, denk ik. De Kamer mag op dit punt dezelfde inzet van Nederland verwachten. Ik kan toezeggen dat ik de Kamer daarover informeer. Ik moet de motie om die reden ontraden.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze motie zullen we niet aanstaande dinsdag stemmen, want dan is het Prinsjesdag. We stemmen de dinsdag daarop. Ik dank de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.

De vergadering wordt van 10.24 uur tot 10.35 uur geschorst.

Naar boven