14 Handhaving/Arbeidsomstandigheden

Aan de orde is het VAO Handhaving/Arbeidsomstandigheden (AO d.d. 28/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Handhaving/Arbeidsomstandigheden. Een hartelijk welkom aan de staatssecretaris. Ik geef het woord aan de aanvrager, de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Voor de zomer troffen we staatssecretaris Van Ark en spraken we over de zware omstandigheden waarin sommige mensen moeten werken. In onze maatschappij wordt het werk in slachthuizen vaak beschouwd als een van de zwaarste beroepen die er is. Ik sprak over de laatste momenten van levende wezens. In Nederland worden elk jaar honderden miljoenen wezens, dieren, op een industriële wijze gedood. Het zijn er 640 miljoen per jaar. Dat zijn ruim 1.200 dieren per minuut. Al deze dieren worden gedood door mensen.

Voorzitter. Geen enkel dier wil dood. Stel je eens voor hoe het is om 700 varkens per uur de dood in te moeten jagen. Slachthuismedewerkers zeggen zelf: je kunt dit werk alleen maar doen als je iets uitschakelt in jezelf. Laten we, en vooral de staatssecretaris, dat even tot ons laten doordringen. Wat vindt zij ervan dat mensen hun empathie moeten uitschakelen omdat het werk anders niet te doen is? We weten dat het geen goeds oplevert, niet voor de dieren, maar ook niet voor de mensen zelf. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat mensen die in slachthuizen moeten werken, met ernstige psychische klachten kampen. En als je de kans hebt om ergens anders te werken dan in een slachthuis, dan doe je dat.

Voorzitter. Slachthuiswerk is ontzettend zwaar en laagbetaald rotwerk. Het gaat ook vaak om kwetsbare mensen uit Centraal- of Oost-Europa, zo horen we van de FNV. Wat er in slachthuizen met dieren gebeurt, wordt goed verborgen gehouden. En wat het werk met de mensen doet, wordt even zo goed verborgen gehouden. Is de staatssecretaris van mening dat een industrie die zegt niets te verbergen te hebben, transparant moet zijn? En is zij bereid om te registreren hoe vaak die werknemers psychische klachten oplopen en welk gedeelte buitenlandse arbeider is?

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Het woord is nu aan de heer Van Kent van de SP.

De heer Van Kent (SP):

Dank, voorzitter. Mede door de snel stijgende AOW-leeftijd halen steeds minder mensen gezond het pensioen. Daarom heb ik samen met de Partij van de Arbeid tien voorstellen gedaan om de arbeidsomstandigheden van mensen te verbeteren. Tot nu toe is de staatssecretaris niet bereid geweest om daarmee aan de slag te gaan. Bij het laatste debat dat we daarover hadden, heb ik het voorstel gedaan om nachtwerk terug te dringen, omdat nachtwerk ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van werknemers. De staatssecretaris gaf eerder, in een schriftelijk overleg dat we daarover hadden, aan dat er alleen 's nachts gewerkt moet worden als dat echt moet. Dat vond de SP-fractie een zeer wijze en goede uitspraak. Om de staatssecretaris aan te moedigen om ook de volgende stap te zetten en maatregelen te nemen, heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onderzoek aantoont dat 's nachts werken een verhoogde kans geeft op diabetes, hart- en vaatziektes, slaapstoornissen en mogelijk zelfs borstkanker;

overwegende dat ook de regering van mening is dat er alleen 's nachts gewerkt dient te worden wanneer dit echt moet;

verzoekt de regering om in samenspraak met werkgevers en werknemers binnen zes maanden voorstellen te presenteren die leiden tot een afname van nachtwerk,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Kent en Gijs van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 334 (25883).

Dank u wel. Ik kijk nu naar de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ark:

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de leden van de commissie bedanken voor het goede debat dat wij nog voor het zomerreces, op 28 juni, hadden over arbeidsomstandigheden en handhaving. Ik trof daar wederom een betrokken commissie. We hebben daar goed van gedachten gewisseld.

Over een aantal onderwerpen uit het AO wil ik de Kamer binnenkort informeren. Over burn-outs en werkstress komen we in een separaat debat te spreken. En de asbestbrieven die ik u in het algemeen overleg heb toegezegd voor na het zomerreces kan ik u naar verwachting aan het einde van deze maand aanbieden.

Dat gezegd hebbende, dank ik ook de Kamerleden die vandaag vragen hebben gesteld dan wel een motie hebben ingediend. Ik zal proberen hen van een antwoord en een advies te voorzien.

De heer Van Raan wees op de werkdruk in slachthuizen en specifiek in varkensslachthuizen. Hij gaf aan dat werknemers in slachthuizen een hoge werkdruk ervaren. Inderdaad kunnen werknemers in slachthuizen een hogere werkdruk ervaren dan werknemers in andere sectoren. Dat geldt ook voor meer groepen. Daarbij is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om, volgens de afspraken die we daarover hebben gemaakt, te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Daarover hebben we ook in het algemeen overleg van gedachten gewisseld. De branche is daar in mijn ogen serieus mee bezig. Ze hebben een arbocatalogus opgesteld, waarin werkdruk een belangrijk onderwerp is. Ik hecht er ook aan dat sectoren zelf aan de slag gaan met dit soort onderwerpen, omdat zij ook in samenspraak kunnen zien welke maatregelen passen. Dat betekent dat ik op dit moment geen reden zie tot nader onderzoek vanuit de overheid. Wel ondersteun ik de branche met informatie op het arboportaal over werkdruk.

Voor het toezicht door de Inspectie SZW geldt dat dat risicogericht is. In de periode 2017-2018 heeft de inspectie twee meldingen ontvangen over de temperatuur in slachthuizen, maar geen over de werkdruk. Zoals we al vaker besproken hebben, gaat de inspectie altijd aan de slag met meldingen vanuit de vakbond of de ondernemingsraad. Dus ik herken de zorgen die de heer Van Raan uit, zeker als ze ook door werkgevers zijn geuit, maar tegelijkertijd zie ik in het brede afwegingskader, waarin we prioriteiten moeten stellen, op dit moment geen reden om hierin extra te interveniëren.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank voor het antwoord. Het is goed dat er gekeken wordt naar werkdruk. Het gaat hier natuurlijk wel specifiek om psychische stress of traumatische stress. Het is jammer dat de staatssecretaris daar geen oog voor heeft. Uit Amerikaanse onderzoeken is bekend dat het wel degelijk aan de orde is. Het is jammer dat zij het niet wil registreren. We komen er ongetwijfeld nog op terug.

Staatssecretaris Van Ark:

Voorzitter. Ik zou nog wel aan willen geven dat we een belangrijke prioriteit hebben toegekend aan de psychosociale arbeidsbelasting, waar inderdaad werkstress onder valt. Ik hecht er ook aan om te zeggen dat de inspectie signalen, ook uit de media en andere bronnen, meeneemt bij de risicoselectie.

De voorzitter:

Dat leidt weer tot een korte reactie van de heer Van Raan.

De heer Van Raan (PvdD):

Ik ben heel blij dat de staatssecretaris dit nog even benoemt: psychosociale klachten. Dat is inderdaad de categorie die is aangegeven, maar het gaat hier echt om een andere categorie, die ook benoemd is in het handboek, namelijk psychische stress. Dat is echt iets anders. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank.

Staatssecretaris Van Ark:

Voorzitter. De heer Van Kent en de heer Gijs van Dijk hebben gezamenlijk de motie op stuk nr. 334 ingediend over nachtwerk. Daarop kan ik reageren. Werken in de nacht kan inderdaad tot negatieve gezondheidseffecten leiden. Dat blijkt ook uit onderzoek. De heer Van Kent noemde een aantal ziektes die dan voor kunnen komen. Daarom deel ik de inzet van de indieners om dit thema onder de aandacht van werkgevers en werknemers te brengen, maar de verantwoordelijkheid voor het aangaan van het gesprek over de risico's en de preventieve maatregelen ligt ook bij hen. Ik heb het net gezegd. Ik faciliteer dat op verschillende manieren, maar ik kies daarbij wel een andere route dan de indieners. Daarom ontraad ik de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 334 wordt ontraden. De heer Van Kent.

De heer Van Kent (SP):

's Nachts werken is evident schadelijk voor de gezondheid. Het is daarom denk ik helemaal niet gek als de politiek grenzen stelt aan het 's nachts werken. De politiek heeft bijvoorbeeld ook grenzen gesteld aan het werken met toxische stoffen of met andere stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid.

Staatssecretaris Van Ark:

Het is wel van belang om dit onderwerp hoog op de agenda te hebben. Ik faciliteer dit bijvoorbeeld door de kennis die het RIVM heeft gegeven te gebruiken voor voorlichting, door met het RIVM en TNO onderzoek te blijven doen en door het Kennisplatform nachtwerk te faciliteren, waarin ook diverse partners zitten. En dat blijf ik de komende jaren ook doen. Daarnaast hebben de sociale partners de mogelijkheid om afspraken te maken over het al dan niet verrichten van nachtwerk. Dat is wat mij betreft de geëigende weg.

De heer Van Kent (SP):

Dan moet ik helaas constateren dat de staatssecretaris enerzijds zegt dat er alleen 's nachts gewerkt moet worden als dat echt niet anders kan, maar aan de andere kant zegt dat zij een beetje met preventie en voorlichting en dat soort dingen aan de slag gaat, maar daar verder geen regels voor gaat opstellen. Dat stelt teleur.

De voorzitter:

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van dit VAO. Ik dank de staatssecretaris voor haar komst naar de Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven