11 Milieuraad d.d. 19 juni 2017

Aan de orde is het VAO Milieuraad d.d. 19 juni 2017 (AO d.d. 7/6). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van harte welkom. Ik geef het woord aan mevrouw Kröger als eerste spreker. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Allereerst wil ik de staatssecretaris complimenteren met de uitspraken over de mogelijkheden om sjoemeldiesels Europees terug te roepen als daar aanleiding toe is. Ik dien twee moties in om dit verder vorm te geven. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de RDW eigen praktijktests doet en dat vergelijkbare instituten dit eveneens doen, zowel voor de toelating van nieuwe modellen als voor de controle van de praktijk; 

overwegende dat dit soort gegevens onder het Verdrag van Aarhus openbaar moeten zijn; 

overwegende dat de EMIS-commissie van het Europees Parlement lidstaten ertoe heeft opgeroepen om onderzoeken en testresultaten publiek te maken; 

constaterende dat deze testresultaten van de RDW en zijn Europese collega-instanties op dit moment niet toegankelijk zijn voor het publiek; 

verzoekt de regering, zich in EU-verband in te zetten voor een publiekelijk toegankelijk webportaal met daarin alle Type Approval testresultaten van alle toegelaten voertuigen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Laçin en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 680 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de RDW en zijn Europese collega-instellingen steeds vaker opzettelijke fraude met emissietests kunnen aantonen; 

overwegende dat deze fraude het Europese bronbeleid voor de verbetering van onze luchtkwaliteit ondermijnt; 

constaterende dat de Duitse KBA Audi dwingt tot een terugroepactie en aanpassingen aan hun voertuigen en dat dit bevel ook voor de naar Nederland geëxporteerde auto's kan gelden; 

verzoekt de regering om op EU-niveau aan te dringen op een regeling waarbij bij aantoonbare fouten en/of fraude dit automatisch tot een terugroepactie voor alle (in de EU) verkochte voertuigen leidt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 681 (21501-08). 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ten slotte heb ik nog een motie over landgebruik. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat permanente CO2-emissies van fossiele brandstoffen slechts tijdelijk gecompenseerd kunnen worden via CO2-opslag in de landgebruiksector; 

overwegende dat er veel wetenschappelijke discussie is over de wijze waarop CO2-opslag in de landgebruiksector berekend moet worden; 

overwegende dat tijdelijke CO2-opslag in de landgebruiksector niet mag leiden tot lagere ambities wat betreft het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen in andere sectoren zoals transport of landbouw; 

verzoekt de regering, er binnen de EU voor te pleiten om de toegestane 280 miljoen ton CO2-landgebruikkredieten die lidstaten kunnen inzetten om aan hun nationale reductiepercentages van broeikasgassen in niet-ETS-sectoren te voldoen, te verlagen naar in ieder geval 190 miljoen ton CO2, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 682 (21501-08). 

Het woord is aan de heer Van Raan. Hoeveel moties wilt u indienen? 

De heer Van Raan (PvdD):

Twee. 

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar uitgebreide beantwoording en haar inspanning. Ik ben blij dat de regering aandringt op aanvullende stappen met gelijkgestemde landen om de Parijse doelstellingen alsnog te halen, nu het erop lijkt dat dit met de huidige maatregelen niet gaat lukken. We zien graag hoe dit gestalte gaat krijgen. 

Ik dien twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Emissions Trading System (ETS) ondanks de voorgestelde verbetering nog niet optimaal lijkt te werken, onder andere door de te lage prijs en te veel vrije rechten; 

constaterende dat er naast ETS ook andere instrumenten voorhanden zijn om tot de gewenste CO2-reductie te komen; 

overwegende dat door de urgentie van de noodzakelijke aanpassingen er geen tijd is om erop te gokken dat het ETS op tijd en optimaal gaat werken; 

verzoekt de regering, een plan van aanpak te maken dat reductiedoelstellingen voorschrijft aan de sectoren die onder ETS vallen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 683 (21501-08). 

De heer Van Raan (PvdD):

De tweede motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Emissions Trading System (ETS) bedrijven onvoldoende stimuleert om hun CO2-uitstoot te verminderen, waardoor de klimaatdoelstelling buiten bereik blijft; 

overwegende dat de herziening van het ETS-systeem hierin onvoldoende verandering brengt, omdat er nog steeds te veel gratis rechten zijn en een prijs per ton CO2 die te laag is om bedrijven te prikkelen om minder CO2 uit te stoten; 

verzoekt de regering, zelfstandige stappen te zetten, beginnend bij het invoeren van bindende reductiedoelstellingen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 684 (21501-08). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik heb een motie over flexibiliteit en kosteneffectiviteit. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de komende Europese Milieuraad gaat over de verdeling van de niet-ETS-doelstelling per lidstaat; 

verzoekt de regering, zich in te zetten voor optimale flexibiliteit tussen alle sectoren om zo de doelen voor emissiereducties, in het bijzonder de landbouw, bebouwde omgeving en de mobiliteit, zo kosteneffectief mogelijk te kunnen halen, rekening houdend met de langeretermijnopgave richting 2050, en de Kamer te informeren over de uitkomsten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 685 (21501-08). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor haar beantwoording in het algemeen overleg dat we met haar hadden, een soort commissievergadering. Ik heb nog twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de groeiende omvang van de vervuiling van de oceanen met plastics een globaal probleem is; 

overwegende dat de vervuiling door plastics vraagt om wereldwijde inzet; 

verzoekt de regering, Europese medestanders te vinden om samen op te trekken voor een internationaal verdrag om plasticvervuiling tegen te gaan, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder, Kröger en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 686 (21501-08). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Op dit punt heeft de staatssecretaris gezegd dat de Commissie nog komt met nadere regels. Dat zou misschien aan het einde van het jaar zijn. Maar die regels zouden weleens alleen gericht kunnen zijn op Europa zelf. In deze motie wordt juist de volgende oproep gedaan: als we dat dan als Europa doen, moeten we ook een stap verder zetten. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in de luchtvaart nog grote stappen gezet moeten worden om minder CO2 uit te stoten; 

overwegende dat de intra-Europese luchtvaart haar aandeel in het terugbrengen van de CO2-uitstoot zal moeten leveren; 

overwegende dat het ICAO-verdrag nog in de kinderschoenen staat en noodzakelijk is voor de intercontinentale luchtvaart; 

verzoekt de regering om te pleiten voor het terugdringen van CO2 in de luchtvaart binnen de Europese Unie met Europees beleid zolang het ICAO-verdrag zich nog niet bewezen heeft, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 687 (21501-08). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik licht de reden om deze motie in te dienen even toe. Natuurlijk geloven wij dat we dit op wereldwijde schaal met het ICAO-verdrag zouden moeten regelen, maar als dat nog niet voldoende werkt, moeten we niet alvast stoppen met wat wij in Europa aan het doen zijn. Dat is de oproep die wij doen met deze motie. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Laçin namens de SP. De heer Laçin staat op mijn lijst, maar hij ziet van zijn spreektijd af. Dan is het woord aan mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Er wordt in Europa straks gesproken over de vraag hoe we buiten het ETS onze doelstellingen gaan halen, om ook buiten het emissiehandelssysteem ervoor te zorgen dat we een bijdrage kunnen leveren aan Parijs. Er ligt een ambitie van het Europees Parlement en er ligt een ambitie van de Raad. Daar zit licht tussen. Ik heb drie moties om te bekijken of we de ambitie van de Raad vanuit de Nederlandse stoel nog wat kunnen aanscherpen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het voorstel van de Europese Commissie voor de "Effort Sharing Regulation" leidt tot een verwacht overschot van meer dan 500 miljoen allocaties en dat dit overschot het behalen van het Europese klimaatdoel in 2030 in gevaar kan brengen; 

verzoekt de regering, het voorstel van de Milieucommissie van het Europees Parlement voor een startpunt van het emissietraject in 2018 (in plaats van 2020) op basis van de gemiddelde uitstoot in 2016-2018 te steunen om zo het verwachte overschot van allocatie te beperken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven, Remco Dijkstra en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 688 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Een volgende motie gaat over rekenregels voor CO2-opslag van landgebruik. Landgebruik kan een bijdrage leveren aan het terugdringen van CO2, maar dan moeten we wel heel goed weten dat we ons niet rijk rekenen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in de LULUCF Regulation de referentiedata voor de boekhouding van CO2-opslag door bosbeheer verstoord kunnen worden door het groeiende gebruik van biomassa en dat dit bovendien via de landgebruik-kredieten in de Effort Sharing Regulation kan leiden tot lagere resultaten in andere sectoren; 

verzoekt de regering, onder de Effort Sharing Regulation in te zetten op een beperkt gebruik van landgebruikkredieten voor lidstaten om aan hun nationale reductiepercentages van broeikasgassen in niet-ETS sectoren te voldoen en tevens in de LULUCF Regulation te pleiten voor robuuste boekhoudregels voor de berekening van de CO2-opslag van landgebruik, inclusief boekhoudregels voor bosbeheer op basis van een historisch referentiepunt van 1990 tot 2009, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 689 (21501-08). 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mijn laatste motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het voorstel van de Europese Commisie voor de Effort Sharing Regulation het mogelijk maakt om onbeperkt allocaties tussen verschillende jaren uit te wisselen ("banking") waardoor het onzeker wordt of het reductiedoel in 2030 wordt gehaald; 

verzoekt de regering om in navolging van de Milieucommissie van het Europees Parlement zich in de Europese Raad in te zetten voor een limiet op de allocaties die mogen worden ingezet voor banking, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 690 (21501-08). 

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de termijn van de zijde van de Kamer. Ik geef de staatssecretaris de gelegenheid om haar reactie voor te bereiden en schors de vergadering maximaal vijf minuten. 

De vergadering wordt van 17.44 uur tot 17.51 uur geschorst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik zal het oordeel van het kabinet geven over de elf ingediende moties. Het is toch bijzonder dat er elf moties zijn ingediend over een onderwerp waarover naar mijn smaak grote overeenstemming bestond in het debat. Maar het zal de tijdgeest zijn. 

In de motie-Kröger/Laçin op stuk nr. 680 wordt de regering verzocht, zich in EU verband in te zetten voor een publiekelijk toegankelijk webportaal met daarin alle Type Approval testresultaten van alle toegelaten voertuigen. Nu wil het geval dat in de Europese Unie zo'n system al bestaat. Alle relevante informatie is openbaar beschikbaar in het kentekenregister. Als ik de motie zo mag uitleggen, is deze feitelijk al uitgevoerd en zou ik haar ook kunnen overnemen. U kunt hem ook intrekken. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wij hebben begrepen dat dit geen publiekelijk, voor eenieder transparante, openbare informatie is. Overigens wordt de motie medeondertekend door het lid Van Veldhoven. 

De voorzitter:

Wij zullen de naam van mevrouw Van Veldhoven aan de motie toevoegen. 

Staatssecretaris Dijksma:

De informatie is wel openbaar toegankelijk, via het kentekenregister. Dat is de informatie die ik aan u geef. Mijn punt is dat ik op zich de motie kan overnemen, want die is al uitgevoerd. Maar u kunt de motie ook intrekken. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wij zullen hiernaar kijken en voor dinsdag bezien wat wij met deze motie doen. 

Staatssecretaris Dijksma:

In de motie-Kröger/Laçin op stuk nr. 681 wordt de regering verzocht om op EU niveau aan te dringen op een regeling waarbij aantoonbare fouten en/of fraude automatisch tot een terugroepactie voor alle in de EU verkochte voertuigen leiden. Het is feitelijk zo dat, zodra een typegoedkeuringsautoriteit heeft vastgesteld dat er sprake is van fraude, dit kan leiden tot een terugroepactie. Op zo'n moment is zo'n terugroepactie automatisch voor de hele EU geldig. Ook hiervoor geldt dat dit eigenlijk een beschrijving is — misschien net iets robuuster vanwege het woord "automatisch", maar toch — van de bestaande werkelijkheid. Er moet eerst fraude zijn vastgesteld. Dan zal op basis van proportionaliteit worden bezien welke actie wordt ondernomen. Als er een terugroepactie komt, geldt die voor de hele Europese Unie. Ook van deze motie kan ik zeggen dat ik haar overneem, maar dit is eigenlijk al praktijk. 

De voorzitter:

Als het al praktijk is, is het wel goed om een oordeel over de motie te geven. 

Staatssecretaris Dijksma:

Het voorstel aan de Kamer is om de motie over te nemen. Ik zal dat doen, als daar geen bezwaar tegen is. 

De voorzitter:

Heeft iemand daar bezwaar tegen? Ik zie dat de woordvoerder van de VVD daar bezwaar tegen heeft. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dan laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer over. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik wil er overleg over hebben, dus overnemen is nu even een stap te ver. 

Staatssecretaris Dijksma:

De motie-Kröger op stuk nr. 682 over het landgebruik en de kredieten moet ik ontraden. Ja, het is belangrijk dat er in de Europese Unie een prikkel ontstaat om ook in deze landgebruiksectoren echt iets te gaan doen. Ik vind het belangrijk — dat heb ik gisteren in het debat ook gezegd — dat de boekhoudkundige regels robuust zijn en dat er geen sprake kan zijn van greenwashing. Maar als lidstaten werkelijk inspanningen verrichten om ervoor te zorgen dat hun ecosystemen meer CO2 opnemen en als dat ook aantoonbaar is, vind ik dat je dat wel moet belonen. Als wij op termijn klimaatneutraal willen zijn, zullen ook deze ecosystemen in het hele verhaal een rol moeten spelen. Om die reden ontraad ik de motie. 

In de motie-Van Raan op stuk nr. 683 wordt de regering verzocht, een plan van aanpak te maken dat reductiedoelstellingen voorschrijft aan de sectoren die onder het ETS vallen. Ik heb al eerder gezegd dat dit een onderwerp is dat wij bij de uitwerking van de transitiepaden bij de kop pakken. Die gaan als het goed is dit najaar gemaakt worden. Ik hoop ook dat ze dit najaar gereed zijn. Dan wordt de specifieke inzet duidelijk, ook per sector. Ik zou de heer Van Raan willen vragen om mij niet nu al, zonder dat ik een Europees akkoord heb, aan de slag te laten gaan. Want het moet wel echt in de goede volgorde gebeuren. Mijn verzoek aan hem is: zou u bereid zijn om deze motie aan te houden? 

De heer Van Raan (PvdD):

Daar wil ik best over nadenken. Ik heb begrepen, maar misschien heb ik dat verkeerd begrepen, dat het plan van aanpak over het non-ETS gaat, terwijl dit over het ETS gaat. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ja, maar daar geldt in principe hetzelfde voor. Ook voor de ETS-sector zullen we dat doen. 

De voorzitter:

U hebt tot dinsdag de tijd om erover na te denken, mijnheer Van Raan. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik hecht wel aan de goede volgorde der dingen. Anders moet ik die motie ontraden. Niet dat ik het er niet mee eens ben, maar vanwege het proces. Soms is het niet anders. 

Hetzelfde geldt eigenlijk voor de motie-Van Raan op stuk nr. 684. In die motie verzoekt de heer Van Raan de regering om zelfstandig stappen te zetten, beginnend bij het invoeren van bindende reductiedoelstellingen. Ja, maar ook daarvoor moet weer gelden dat we het eerst gaan uitwerken en er dan pas percentages aan verbinden. Ik begrijp uw hartstocht om het snel te doen, mijnheer Van Raan, maar deze volgorde is wel belangrijk. Mijn verzoek zou dus zijn om die motie aan te houden. Ik neem aan dat we echt nog vaak over dat hele ETS en non-ETS te spreken zullen komen in de komende maanden. Anders is mijn oordeel ontraden. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 685, van de heer Dijkstra. Hij verwoordt voortreffelijk het staand beleid van het kabinet, dus ik zou aan de Kamer willen voorstellen dat ik deze motie overneem. 

De voorzitter:

Heeft iemand daar bezwaar tegen? De PVV, dan wordt die motie niet overgenomen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Oké, dan is het oordeel Kamer, positief. 

Dan kom ik bij de motie-Mulder c.s. op stuk nr. 686, over het vinden van medestanders. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb nog een vraag over de vorige motie, die op stuk nr. 685. Je kunt alleen naar de kosteneffectiviteit kijken, maar je kunt ook kijken naar het draagvlak. Als ik de motie zo mag lezen en de staatssecretaris dat niet uitsluit, kan de motie worden overgenomen, maar als dat niet zo is, dan ga ik er nog even over nadenken. 

Staatssecretaris Dijksma:

Het draagvlak vertegenwoordigt de Kamer om te beginnen zelf. Ik ga ervan uit dat ik, als ik met voorstellen kom, altijd weet dat er een goede meerderheid in de samenleving en in de Kamer voor is. Ik ben het met mevrouw Mulder eens dat dat element natuurlijk altijd een rol speelt in de samenleving. 

De voorzitter:

Maar de heer Van Aalst heeft al aangegeven, tegen het overnemen van de motie te zijn, dus dan komt de motie gewoon in stemming. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ja, maar dit was volgens mij een uitleg ... Ik bemoei mij niet met de orde der dingen, voorzitter, excuus. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik heb ook voor de stemming nog een duiding nodig, want "verzoekt de regering zich in te zetten voor optimale flexibiliteit" gaat over de besluitvorming op Europees niveau. Je kunt nationaal altijd nog tot een toedeling aan verschillende sectoren komen. Het gaat erom dat Europa die flexibiliteit niet in de weg zit. Interpreteert de staatssecretaris die motie ook zo? 

Staatssecretaris Dijksma:

Zeker, want dat zou betekenen dat we alle ruimte hebben om binnen ons eigen land afwegingen te maken hoe we met draagvlak zo kosteneffectief mogelijk de verschillende sectoren aan de slag kunnen laten gaan. Laten we er geen doekjes om winden: iedereen gaat aan de slag, en dat gaat ook pijn doen, meer dan mensen nu denken. 

Dan kom ik dus bij de motie op stuk nr. 686, van mevrouw Mulder en anderen. We hebben gisteren in het debat aangegeven dat wij nu eerst in Europees verband bezig zijn met het voorstel om er gewoon regelgeving over te maken. Mocht je toe willen naar een internationaal verdrag, dan helpt het, zei ik gisteren, als Europa zijn eigen act together heeft. Mevrouw Mulder heeft gelijk: dat geldt dan inderdaad alleen voor Europa. Ik heb er geen bezwaar tegen om vervolgens diplomatiek door te stomen naar het verkennen van de mogelijkheden om tot een internationaal verdrag te komen, maar ik denk wel dat het ons sterker maakt als we onze energie nu eerst steken in een poging om in Europa alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Daarna kunnen we in één adem door verkennen welke mogelijkheden er internationaal zijn. Zo zou ik het oordeel aan de Kamer willen overlaten. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

In die uitleg kan ik mij vinden. Het ging mij er juist om dat we niet moeten stoppen bij Europa. Het is immers een enorm, wereldwijd probleem. Juist op dat niveau zouden er nadere afspraken kunnen worden gemaakt. Ik dank de staatssecretaris voor deze uitleg. 

Staatssecretaris Dijksma:

Zeker. Goed, dan kan de motie wat mij betreft op deze manier met een positief advies door de Kamer worden aanvaard. 

Ik kom op de motie van mevrouw Mulder en mevrouw Van Veldhoven op stuk nr. 687. Om een lang verhaal kort te maken, kan ik eigenlijk zeggen dat wat zij in hun motie beschrijven wel zo ongeveer de stand van zaken van het beleid van het kabinet is. Als het om de luchtvaart en het terugdringen van de CO2-uitstoot gaat, geldt: we moeten geen oude schoenen weggooien voordat we nieuwe hebben. Ik kan een heel technisch verhaal houden over de manier waarop we dat in elkaar willen steken. Maar ik zou eigenlijk willen zeggen: ik neem, als daar geen bezwaar tegen is, de motie over. 

De voorzitter:

De VVD maakt daartegen bezwaar. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dan laat ik de motie met een positief oordeel aan de Kamer. 

Het wordt mij in de volgende motie, van mevrouw Van Veldhoven c.s. op stuk nr. 688, moeilijk gemaakt om hetzelfde te doen. Het is onze inzet om ervoor te zorgen dat er een ambitieuze totale EU-opgave komt, en ook om ervoor te zorgen dat overschotten worden voorkomen. Dat doen we door bij de toedeling van ruimte aan lidstaten uit te gaan van recente emissies in plaats van van de 2020-doelen, en door de emissieruimte die tot 2020 overblijft ook te vernietigen. Maar het gaat een stap te ver om ook nog eens te zeggen dat landen nu een extra stap tussen 2018 en 2020 moeten gaan zetten. Wel sluit Nederland aan bij het voorstel van de Commissie dat landen van 2020 naar 2021 al een eerste stap zetten. Daarover wordt overigens nog fel gediscussieerd. Het is dus helemaal niet zeker dat we daarvoor een meerderheid kunnen vinden. Ik kan dus helaas niet anders dan deze motie ontraden. 

Voor de motie op stuk nr. 689 geldt hetzelfde als voor die van mevrouw Kröger, en op grond van dezelfde redenering ontraad ik ook deze motie. Ik ben het zeer eens met de Kamer als zij stelt dat we geen greenwashing willen bij het landgebruik. Maar ik wil niet dat er geen positieve prikkel gehanteerd kan worden om goed landgebruik en het behoud van ecosystemen ook echt onderdeel van het beleid te laten zijn. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Maar deze motie is toch wel een beetje anders dan die van GroenLinks. In deze motie gaat het om "beperkt gebruik". Dat sluit gebruik dus niet uit. Maar we zeggen in de motie vooral: zorg ervoor dat je "robuuste" rekenregels hebt, zodat we niet gaan greenwashen. Die doelstelling hoor ik de staatssecretaris ook herhalen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ja. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dus volgens mij is deze motie toch iets meer in lijn met wat de staatssecretaris voornemens is. Alleen zeggen we: pas op met de hoeveelheid. Daarbij laat de motie ook nog wel enige ruimte. Maar we zeggen wel: pas op met de hoeveelheid. 

Staatssecretaris Dijksma:

Nu gaan we de diepere tekstexegese in. Ik heb dit als een opdracht gezien om die hoeveelheid mogelijkheden in ieder geval verdergaand te beperken dan wij nu voor ogen hebben. Het probleem van het begrip "beperkt" is dat ik niet zo goed kan kwantificeren wat dat nou precies betekent. Ik vat het wel op als een behoorlijk afhoudend signaal, en dat bedoelt mevrouw Van Veldhoven in deze motie denk ik ook te geven. Dat is volgens mij op dit moment gewoon niet de onderhandelingspositie. Zelfs Zweden — ik noem maar even een land dat mevrouw Van Veldhoven op dit vlak misschien zeer vertrouwt — vindt echt dat dit een belangrijk onderdeel moet zijn. Ik zou dus met deze motie op pad worden gestuurd met een onmogelijke opgave. Over die robuuste rekenregels heb ik al gezegd: daarop zet ik in. 

De voorzitter:

Houdt u het kort, mevrouw Van Veldhoven. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is prima. Voorzitter, ik laat het zo. 

De voorzitter:

Gaat u verder, staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 689. Helaas. 

En het zit vandaag niet erg mee. Ontraden moet ik helaas ook de motie op stuk nr. 690. We hebben gisteren in het debat gezegd: we zetten in op een keuze om de totale ruimte binnen het systeem aan te laten sluiten bij een ambitieuze Europese klimaatinspanning. Maar flexibiliteit daarbinnen, tussen jaren en tussen landen, is belangrijk om ervoor te zorgen dat de Europese Unie als geheel ook kosteneffectief — daar is de term — de doelen kan halen. Het inperken van deze flexibiliteit zou ook voor Nederland een grotere opgave kunnen betekenen. En de kosten daarvan kunnen we op dit moment gewoon niet overzien. Behoud van flexibiliteit maakt de kans het grootst dat we onze doelen gaan halen. En ik ben altijd van de afdeling: houd je ogen op de bal en het doel. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Zeker, maar sinds Parijs weten we dat dat doel nog een stukje verder weg is dan we dachten op het moment waarop dit voorstel geschreven werd. Daarom kan het nuttig zijn om er nog eens over na te gaan denken om in de modaliteiten waarin de banking beperkt kan worden, in ieder geval een knop te installeren waarmee je misschien makkelijker dichter bij het doel komt op een kosteneffectieve manier. Daarom zou ik het heel zonde vinden als de discussie nu stopt. Dit proces en deze onderhandelingen zijn nog niet afgelopen. Ook het Europees Parlement hecht hier sterk aan. Ik vraag de staatssecretaris dus: installeer die knop, zonder dat we nu in deze Kamer vastleggen hoever we daaraan gaan draaien. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat veronderstelt dat er een directe relatie is tussen deze knop en het sneller behalen van het doel. Dat is maar zeer de vraag. Dus als we het doel moeten versterken, dan zal dat voor de hele Europese Unie gewoon betekenen dat ze haar uitstoot sneller naar beneden moet brengen. De percentages gaan dus als het ware eerder omhoog. Maar dat heeft niks met de flexibiliteit van het systeem te maken, want het systeem is uiteindelijk onderhevig aan het doel. Dus als een land de ruimte heeft om elders zijn probleem mee te helpen oplossen, dan gaat de uitstoot in zijn totaliteit naar beneden in de Europese Unie. Of we dat nu hier of in Polen doen, maakt voor de werking van het systeem en het behalen van de doelen gewoon niks uit, om het even heel plat te zeggen. 

De voorzitter:

Tot slot. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Op dit punt ben ik het niet met de staatssecretaris eens, … 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat kan. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

… want de banking gaat niet over het overhevelen van rechten van land A naar land B. Het gaat over het aantal rechten dat je in jaar één overhebt en mee kunt nemen naar jaar twee, waardoor je in jaar twee dus meer kunt uitstoten. Als we zien dat in jaar twee, drie, vier, vijf, in de richting van tien, de kans steeds groter is dat we alleen maar minder moeten uitstoten, dan is een knop waarmee je rechten die überhaupt nog niet gebruikt zijn makkelijker kunt laten vervallen op een gegeven moment — zonder alle flexibiliteit weg te nemen, want ik snap best dat een aantal jaren flexibiliteit gewenst is — misschien toch iets om nog eens over na te denken, zeker ook omdat het Europees Parlement ook op de lijn zit om de knop erin te houden. Ik verschil niet van mening met de staatssecretaris dat flexibiliteit van belang is voor kosteneffectiviteit, maar ik vind tien jaar zonder enige vorm van flexibiliteit in de banking gewoon te lang. 

Staatssecretaris Dijksma:

Je kunt altijd nadenken, maar uiteindelijk zal de belangrijkste knop zijn om gewoon de percentages eerder te moeten behalen, dus om de doelstellingen aan te scherpen. Die knop is het effectiefst. Dan ontstaat er op een gegeven moment een situatie waarin je gewoon geen rechten meer hebt. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u wel. Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven