4 Vragenuur: Vragen Verhoeven

Vragen van het lid Verhoeven aan de minister van Defensie, bij afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken, over het bericht dat Erdogan het Turkse parlement vraagt om de doodstraf in te voeren voor de coupplegers. 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Defensie van harte welkom. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Naar aanleiding van de mislukte legercoup flirtte Erdogan deze zomer al nadrukkelijk met de doodstraf. Dit weekend bleek dat het menens is. Tijdens een speech in Istanbul zei hij dat hij de doodstraf weer wil invoeren in zijn land. President Erdogan heeft hiervoor een wet in voorbereiding die hij binnenkort aan het parlement voorlegt. Dat is natuurlijk enorm zorgwekkend en dat heeft wat mijn fractie betreft ook een heel duidelijke consequentie — die hebben wij overigens ook al eerder aangegeven — namelijk dat een land dat de doodstraf invoert, nooit lid kan zijn van de Europese Unie. De doodstraf is niet te verenigen met Europese waarden, zoals minister Koenders deze zomer ook al gezegd heeft. Erdogan is ook absoluut op de hoogte van dat feit. Sterker nog, in 2004 heeft het Turkse parlement de doodstraf juist afgeschaft tijdens de voorbereidingen op de toetredingsonderhandelingen met Europa. 

Deze ontwikkeling bevestigt opnieuw wat eigenlijk iedereen allang weet, namelijk dat Turkije zich steeds verder en steeds sneller verwijdert van alle Europese waarden, waarvoor wij samen staan. Ook D66 is tegen een ondemocratische coup, maar die coup rechtvaardigt geen dodelijke wraakoefening om de door Erdogan gehate coupplegers letterlijk uit de weg te ruimen. Ik heb een simpele vraag aan deze minister: vindt het kabinet dat dit Turkije van Erdogan lid kan worden van de Europese Unie? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Dat is een heldere vraag, waarop een helder antwoord zal volgen. Een land dat de doodstraf invoert, kan geen lid zijn van de Europese Unie. Dat was toen zo, dat is nu zo en dat zal zo blijven. 

De voorzitter:

Dat was kort en krachtig. 

De heer Verhoeven (D66):

Zo hoort het ook. Dat is duidelijkheid scheppen in het parlement. 

Mijn volgende blokje gaat over de daad bij het woord voegen. Ik ben blij met deze verstandige reactie van de minister. Het kon ook bijna niet anders dan dat de minister dit zou zeggen. Ik vraag de collega's om gezellig mee te blijven luisteren. Ik hoor ook graag wat het kabinet concreet gaat doen. Ondanks alle ontwikkelingen gaan de toetredingsgesprekken met Turkije wel gewoon door. Ik vrees dat dit te maken heeft met de dubieuze EU-Turkijedeal. Daarin was juist opgenomen dat er nieuwe energie in de toetredingsprocessen moet komen. Ik ben heel blij dat het kabinet zo duidelijk is, maar ik vraag deze minister wel of het kabinet nu ook actief en direct zal pleiten voor het beëindigen van de toetredingsgesprekken. Of is de doodstraf, als het erop aankomt, toch aanvaardbaar en blijven de toetredingsonderhandelingen doorgaan? Ik wil daar graag duidelijkheid over. 

Minister Hennis-Plasschaert:

De heer Verhoeven gaf net al aan dat Erdogan maar ook anderen in zijn kabinet al eerder hebben gepleit voor invoering van de doodstraf. Zij hebben in ieder geval een pleidooi daartoe gehouden. De reacties van de EU-lidstaten, de Europese Unie en de Europese Commissie waren volstrekt duidelijk: zij die de doodstraf invoeren, kunnen geen lid zijn van de Europese Unie. Erdogan praat veel, maar het gaat uiteindelijk om de daden. De heer Verhoeven sprak zelf net over de daad bij het woord voegen. Zodra Erdogans woorden worden omgezet in daden, zullen de onderhandelingen met Turkije stoppen. 

De heer Verhoeven (D66):

We hebben het hier over een land waar kritische journalisten worden opgepakt, waar sinds de coup meer dan 30.000 mensen zijn opgepakt, waar fundamentele mensenrechten worden geschonden en waar officieel wordt aangekondigd dat aan het parlement een voorstel wordt gestuurd om de doodstraf in te voeren. Er is dus niet zomaar wat gezegd tegen een interviewer. Nee, er is een wet aangekondigd om de doodstraf weer in te voeren. Het kabinet heeft een deal met dit land gesloten om de vluchtelingencrisis onder controle te krijgen. De minister zegt eerst heel duidelijk dat een land dat de doodstraf invoert, geen lid van de EU kan worden. Maar een land dat een voorstel voor de doodstraf naar het parlement stuurt, kan blijkbaar gewoon doorgaan met de toetredingsonderhandelingen. Waarom zegt het kabinet nu niet onomwonden dat een land waar de doodstraf kan worden opgelegd, geen kandidaat-EU-lid kan zijn? Wanneer gaat het kabinet dit standpunt innemen? Of gaat het echt wachten totdat het allemaal officieel is, zoals we bij heel veel van de vorige onderwerpen ook hebben gezien? Dan zegt het kabinet ineens: O, we zijn wel verrast door deze ontwikkeling. Waarom gaat het kabinet dit niet inbrengen tijdens de Europese top in december? Tot slot vraag ik deze minister of het kabinet deze stap van Turkije ook publiekelijk zal veroordelen. Ik vraag dus niet of het kabinet richting de EU een standpunt inneemt. Ik vraag het kabinet om aan Turkije duidelijk te maken dat het deze stap van president Erdogan veroordeelt. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Zowel de Europese Unie als de EU-lidstaten als de Nederlandse regering hebben bij herhaling aangegeven dat de uitspraken van Erdogan of van de zijnen verwerpelijk zijn en dat van het invoeren van de doodstraf geen sprake kan zijn als Turkije lid wenst te worden van de Europese Unie. Zoals de heer Verhoeven weet, worden er op dit moment geen nieuwe hoofdstukken geopend in het onderhandelingsproces. Dat wordt geblokkeerd. Er zullen geen nieuwe hoofdstukken worden geopend zolang er geen sprake is van een andere, verbeterde situatie. De heer Verhoeven weet net zo goed als ik dat de Europese Unie, de EU-lidstaten en dus ook Nederland de situatie in Turkije op de voet volgen. Ik ben het van harte met de heer Verhoeven eens dat wij dit heel strak in de gaten moeten houden, maar ik herhaal wat ik net heb gezegd: zodra de woorden van Erdogan worden omgezet in daden, zullen de onderhandelingen definitief tot een einde worden gebracht. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Betekent het "omgezet in daden" dat er daadwerkelijk een doodstraf wordt uitgevoerd of alleen dat de doodstraf wordt ingevoerd? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ingevoerd. Dat lijkt mij volstrek helder. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Oké. Is er geen aanleiding om de pre-accessiegelden ofwel de toetredingsgelden die tot op de dag van vandaag worden overgemaakt aan Turkije, even in te houden? Tenslotte is hier enkele weken geleden een motie aangenomen om die toetredingsgelden te bevriezen. Is de minister bereid — dat moet zij natuurlijk doorgeven aan de minister-president — om op de agenda voor 16 december te zetten dat er steun moet worden gezocht om die pre-accessiegelden te stoppen? 

Minister Hennis-Plasschaert:

De voortgang van de toetredingsonderhandelingen ligt primair in handen van Turkije zelf. Zij hebben de sleutel in handen. Zodra woorden van Erdogan worden omgezet in daden, zullen de onderhandelingen tot een einde worden gebracht. De pre-accessiegelden en de bedragen die in dat kader naar Turkije worden overgemaakt, vormen onderdeel van de huidige afspraken. De sleutel ligt in Turkse handen. Als zij invoeren, stopt het en stoppen ook de pre-accessiegelden. Dat lijkt mij allemaal volstrekt duidelijk. Erdogan heeft de afgelopen tijd heel veel gezegd. Als wij elke keer op zijn woorden moeten acteren … Waar het om gaat, is wat er van die woorden overeind blijft als straks eventueel een wet wordt voorgelegd aan het parlement. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik sta toch een beetje met mijn oren te klapperen. Er ligt een aangenomen motie over die pre-accessiegelden. En nu schetst de minister een beeld alsof dit kabinet niet het standpunt heeft dat die pre-accessiegelden zouden moeten worden gestopt, terwijl de meerderheid van de Kamer dat standpunt heeft neergelegd, niet vanwege deze doodstraf, maar vanwege alle ellende die nu in de rechtsstaat en het politiewezen in Turkije plaatsvindt. Ik stel de minister de heel erg duidelijke vraag, de oproep van mijnheer Voordewind volgend, om deze kwestie in december nogmaals op tafel te leggen. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik zal de woorden van de heer Sjoerdsma doorgeleiden naar mijn collega van Buitenlandse Zaken, die vanzelfsprekend in het gremium dat zich daarvoor leent, recht zal doen aan de uitspraken van de Kamer. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Laat op dat laatste punt gewoon duidelijk zijn dat die aangenomen motie gewoon wordt uitgevoerd. Dat kan niet anders. Ik benadruk het nogmaals dat daar geen misverstand over kan bestaan. Dat zal de minister aan haar collega overbrengen. 

Ik hoor de minister niet zeggen dat er nu, naar aanleiding van deze aankondiging, diplomatieke stappen worden gezet. En dat verbaast mij toch wel. Ik denk dat wij met elkaar het grootste belang zouden kunnen hebben bij het voorkomen van deze idiote ontwikkeling in Turkije. Daarvoor zouden wij ons wel mogen en moeten inspannen. Is de minister bijvoorbeeld voornemens om de ambassadeur op het matje te roepen en te zeggen: waar zijn jullie nou mee bezig? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik denk dat het bij deze Kamer goed bekend is dat er op de verschillende contactmomenten die er zijn geweest, via de ambassadeur, maar ook tussen bewindspersonen, tussen mijn collega van Buitenlandse Zaken de heer Koenders en zijn counterpart, tussen mijn collega voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en haar counterpart, tussen mijzelf en mijn counterpart, tussen de premier en de heer Erdogan, keer op keer geen woord Spaans wordt gesproken bij wat wij vinden over een aantal zaken. De Kamer is daarover bij herhaling geïnformeerd in verschillende debatten. Ik zeg de Kamer dat zij zich daarover geen zorgen hoeft te maken. Wij maken van ons hart bepaald geen moordkuil in de richting van de Turkse autoriteiten. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Naar boven