3 Vragenuur: Vragen Krol

Vragen van het lid Krol aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht "Gevangenisdirecteur: veiligheid gevangenissen onder druk". 

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Gisteren berichtte Nieuwsuur dat de veiligheid in gevangenissen onder druk staat door een tekort aan personeel. Voor 50PLUS is die veiligheid van personeel, samenleving en gevangenen erg belangrijk. Eerder dit jaar diende 50PLUS een motie in die werd aangenomen, waarin wij de minister opriepen om in te zetten op een optimale spreiding van cellen, gedetineerden en personeel om zo de veiligheidssituatie te kunnen verbeteren. 

We hebben daarom de volgende vragen. Is het nieuw waar we nu over spreken, of ligt dat in lijn met wat we begin dit jaar met elkaar bespraken? Uit de berichtgeving nu blijkt dat door het vertrekkende personeel de werkdruk toeneemt en gedetineerden langere tijd in hun cel moeten verblijven. Het toenemende tekort, zo blijkt uit de berichtgeving van Nieuwsuur, zorgt voor gevaarlijke situaties. Welke maatregelen neemt de staatssecretaris om de veiligheid van personeel, de maatschappij en de gevangenen te waarborgen? Hoeveel incidenten hebben zich reeds in gevangenissen voorgedaan die te wijten zijn aan een personeelstekort? Heeft de staatssecretaris zicht op de effecten die de toenemende werkdruk heeft op het personeel? Klopt het dat het personeel geen tijd meer heeft om de cellen te controleren op contrabande — in gewoon Nederlands: smokkelwaar — wat kan leiden tot nog meer gevaarlijke situaties? 

Uit de berichtgeving blijkt verder dat het personeel bang is voor sluiting van hun gevangenis en daarom massaal een andere baan zoekt. Nieuwsuur signaleerde dat 20% van de bedden leegstaat, 3.000 bedden. Dat zou de belastingbetaler maar liefst 100 miljoen kosten. Als dat waar is, durf ik dat als 50PLUS absurd te noemen. Wat gaat er gebeuren met de leegstaande cellen? De leegstaande cellen kunnen worden gevuld met criminelen die nu vrij rondlopen. Is de staatssecretaris voornemens hier, veel meer dan nu het geval is, op in te zetten en, zo nee, waarom niet? 

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. De heer Krol wijst er terecht op dat er in de uitzending van gisteren maatregelen zitten die we hier ook besproken hebben. Het antwoord op zijn vraag of dit nieuw is, luidt dan ook nee. Wat u gisteren zag, is het effect van de brief die ik in mei aan de Kamer heb gestuurd, mede ten gevolge van de motie-Krol waarin opgeroepen wordt de veiligheid voorop te stellen. Om dat te doen, is het verstandiger om niet, oneerbiedig gezegd, plukjes gevangenen en personeel te plaatsen op locaties waar het net te krap is, maar om de leegstand te concentreren zoals in Zoetermeer, zodat je op andere plekken genoeg personeel hebt voor het aantal gedetineerden dat je daar moet bewaken. De hogere werkdruk is een feit. Het vertrekkend personeel is een feit. Dat heeft deels te maken met het feit dat de mensen op de werkvloer ook wel zien dat er meer cellen zijn dan er gedetineerden zijn en dat er dus meer werk is dan voor de totale bezetting van werknemers. Daardoor gaan er mensen weg. Gelukkig lukt het ook nu met werving om mensen aan te nemen maar ook dan zit er nog steeds spanning op omdat iemand met jarenlange ervaring die vertrekt niet een-op-een te vervangen is door iemand die net binnenkomt en al die ervaring nog moet opdoen. Ik kan die ervaring niet overbrengen. 

Op de wervingscampagne van 250 voltijdbanen zijn 4.914 sollicitaties gekomen. Er zijn nu 84 vacatures vervuld en er zijn 204 kandidaten voorgedragen aan de inrichtingen. Dan blijft het zaak dat we dat goed concentreren en dat we die mensen al eerste inzetten op plekken waar we nu ook draaien en waar er personeelstekorten zijn, dus dat we die eerst aanvullen. Het blijft een broos evenwicht. 

De heer Krol vroeg of er onveilige situaties zijn geweest door die personeelstekorten. Er zijn personeelstekorten en tegelijkertijd zijn er incidenten geweest. Ik kan ze niet een-op-een aan elkaar linken. Ik kan niet zeggen van: op die dag was daar een personeelsprobleem en daardoor is het gebeurd. Het is natuurlijk wel zo dat het in zijn algemeenheid niet helpt als we die vacatures nog niet vervuld hebben. Dus dat is iets wat we zeker moeten doen. 

Ik heb nog een paar meer antwoorden maar ik zie ook dat ik door mijn tijd heen ben. 

De voorzitter:

Dat heeft u goed gezien. 

De heer Krol (50PLUS):

Dan herhaal ik toch mijn vraag waar de staatssecretaris nog geen antwoord op heeft gegeven. Kan hij nagaan of inderdaad de incidenten die zich hebben voorgedaan misschien wel te linken zijn aan dat personeelstekort en kunnen we daar in de toekomst wat over horen? 

Gevangenissen blijken ook ruim gebruik te maken van externe bewakers afkomstig van marktpartijen. Is de staatssecretaris het met 50PLUS eens dat het toezicht op gevangenen en de beveiliging ten gunste van de maatschappij primair een overheidstaak is en dat ook zou moeten blijven? Kan de staatssecretaris aangeven welke veiligheidsscreening externe bewakers op dit moment moeten ondergaan om binnen het gevangeniswezen aan de slag te kunnen gaan? Hoeveel geld is er eigenlijk mee gemoeid om al die externe bewaarders in te huren? Waarom wordt dit niet gebruikt om vast personeel in dienst te nemen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voor bepaalde taken kun je per direct externe inhuur toepassen, waardoor je meteen dat probleem kunt oplossen. Voor andere taken moet je mensen echt opleiden en intern aannemen en dan duurt het wat langer. Een van de redenen waarom mensen vertrekken, is dat men vraagtekens plaatst bij hoe lang men in die bepaalde inrichting zou kunnen werken. Dat leidt er natuurlijk ook toe dat je niet veel meer personeel aan kunt nemen ten opzichte van de celcapaciteit die je nodig hebt en gevuld ziet. Het precieze bedrag dat ermee gemoeid is — ik heb het idee dat we dat wel gerapporteerd hebben — heb ik nu niet paraat. Of we hebben het al eerder gerapporteerd of ik zal het u nog schriftelijk doen toekomen. Dat is allemaal geen probleem. Ook het personeel dat extern ingehuurd wordt, wordt aan veiligheidschecks onderworpen voordat we hen het werk kunnen laten doen. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben in ieder geval blij dat ik een toezegging heb gekregen dat een aantal dingen nog wordt opgezocht. Ik neem aan dat we daar dan schriftelijk over worden geïnformeerd. 

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Als je kijkt naar de overcapaciteit van cellen en ook naar de baanonzekerheid die daarmee wordt gecreëerd voor het gevangenispersoneel, hoe beoordeelt de staatssecretaris dan achteraf de bouw van penitentiaire inrichtingen in de laatste jaren op basis van pps-constructies, dus met publiek-private samenwerking? Was dat niet vooral ook geld naar de markt dragen, en dan uiteindelijk over de rug van de baanzekerheid voor het personeel? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Nee, want dat zou impliceren dat er meer criminelen zouden zijn geweest als we die gevangenissen niet hadden gebouwd. Daardoor hadden dan alle andere gevangenissen vol gezeten en waren mensen niet onzeker geweest over hun baan. De bezettingsgraad hangt niet samen met de vraag of je een nieuwe gevangenis hebt, waarin je meer ruimte hebt voor nieuwe inzichten, ook op het gebied van resocialisatie en omgang al tijdens de detentie, of een oud gebouw. 

De voorzitter:

Tweede aanvullende vraag. 

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Mijn aanvullende vraag is de volgende. Het maakt natuurlijk wel degelijk uit welke beloften je doet aan bepaalde gevangenissen. Die hebben dan een bepaalde marktverwachting, die verwachten bijvoorbeeld dat er 400 gedetineerden worden geplaatst. Daardoor staan er op dit moment in andere gebieden, in andere regio's waar de baanzekerheid sowieso al heel laag is, gevangenissen op sluiten. Daarmee heeft zo'n pps-constructie dus wel degelijk een grote impact op de baangaranties in de regio's. Hoe beoordeelt de staatssecretaris de bouw van deze nieuwe cellen achteraf? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik heb geen marktwerkingsbenadering voor het gevangenissysteem. Ik zie het verband dat mevrouw Buitenweg suggereert, dus niet zo. We hebben de afgelopen jaren juist heel veel penitentiaire inrichtingen moeten sluiten. Daarnaast hebben we gekeken naar wat we voor de toekomst nodig hebben, en ook naar de kwaliteit van bepaalde penitentiaire inrichtingen. Er is ook gekozen voor nieuwbouw waarin je aan de slag kunt met omstandigheden en voortschrijdende inzichten om tijdens detentie al beter te kunnen omgaan met de gevangenen en met resocialisatie. Volgens mij zijn die inrichtingen niet zozeer gebouwd in gebieden waarin we nu een personeelstekort hebben. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Er is natuurlijk wel wat af te dingen geweest op hoe dat de afgelopen jaren is gegaan ten aanzien van het gevangeniswezen. Ik noem ook het feit dat heel goed draaiende inrichtingen die heel goedkoop functioneerden, uiteindelijk gesloten zijn. We maken ons er nu heel veel zorgen over dat we van het personeel en gedetineerden toch te horen krijgen dat gevangenen worden opgehokt en dat er op sommige plekken nu meer mensen op een cel zitten. Die concentratie is ook voor het personeel zeer onveilig. Ik zou graag willen dat de staatssecretaris daarop reageert. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

De veiligheid staat voorop, dus de concentratie leidt niet tot onveiligheid. Het kan wel zijn dat het in een ideale situatie nog veiliger was geweest. Het blijft een broos evenwicht. Maar als we het nu concentreren, dan doen we dat bijvoorbeeld niet om financiële redenen. Ik concentreer de leegstand wel, maar ik sluit niet. Het is dus niet zo dat je er iets op kunt inboeken. Met de krapte die we bij het personeel hebben, is puur vanuit veiligheidsoogpunt gekeken naar de vraag: hoe kunnen we het nu het beste en zo veilig mogelijk inrichten met wat we hebben? 

De heer Van Nispen (SP):

Jarenlang zijn er gevangenissen gesloten en hebben opeenvolgende VVD-bewindspersonen goed opgeleid personeel laten vertrekken. En wat zien wij nu? Wij zien een personeelstekort, enorme werkdruk en toenemende onveiligheidssituaties voor het gevangenispersoneel. De vraag die dit oproept, luidt: hoeveel noodkreten zijn er nog nodig, hoeveel alarmbellen moeten er nog afgaan voordat wordt erkend dat het niet goed gaat? De vraag is nu vooral: wat doet het met het vertrouwen van het gevangenispersoneel dat deze staatssecretaris in de afgelopen jaren niet in staat is gebleken om deze grote problemen op te lossen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

De heer Van Nispen maakt het nu wel heel erg fraai. Ik heb de Kamer vorig jaar een voorstel gedaan om hier structureel een oplossing voor te vinden. De Kamer wilde dat niet. Daar heb ik alle begrip voor, maar je kunt niet twee dingen tegelijk hebben. Of je hebt even slecht nieuws, daarna perspectief en je kunt dan handelen. Of je hebt een langere onzekerheid, omdat je het slechte nieuws — soms op individueel niveau — niet wilt brengen. Daarnaast zijn er nu geen tekorten in het personeel doordat er gevangenissen gesloten zijn en er ontslagen zijn gevallen. Als ik die open had gehouden, had ik nog meer personeelstekort gehad. Mensen gaan zelf weg. Dat is hun vrije keuze. Die betreur ik. 

Daarvoor zijn er mensen ontslagen, omdat die functies er ook niet meer zijn. Als ik nog vijf gevangenissen niet had gesloten, had ik dus alleen nog maar meer personeelstekort gehad. Dan hadden de cellen ook leeggestaan. Die onzekerheid is er nu eenmaal, omdat we hier vorig jaar met zijn allen hebben besloten om het plan dat er lag om daar een einde aan te maken, niet te accepteren en niet te willen dat er iets gebeurde waarmee je structureel perspectief biedt. Dan blijf je met deze situatie zitten. Ondertussen maken we er het beste van, maar het blijft een broos evenwicht. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Naar boven