9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • -maandag 4 juli 2016 van 10.00 uur tot 15.30 uur van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu over de Wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (nieuwe normering primaire waterkeringen) (34436).

Ik stel voor, het verslag van de Tijdelijke commissie evaluatie Wet parlementaire enquête over een verkenning van de mogelijkheden en randvoorwaarden van het horen onder ede buiten de parlementaire enquête (34400, nrs. 1 en 2) aan de agenda van de Kamer toe te voegen.

Ik stel voor, overeenkomstig het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (32317, nr. 419), de wens uit te spreken dat de ontwerp-EU-besluiten inzake huwelijksvermogensrecht en geregistreerde partnerschappen, aangeboden bij brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 30 mei 2016 (32317, nr. 417), de uitdrukkelijke instemming van de Kamer behoeven.

Tot slot stel ik voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de aangehouden motie-Omtzigt c.s. (34475, nr. 7).

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 34300-XVI, nr. 37; 22054, nr. 272; 34104, nr. 108; 27428, nr. 320; 27428, nr. 322; 29398, nr. 486; 21501-20, nr. 1108.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Renovatie Binnenhof, met als eerste spreker het lid Koolmees namens D66;

  • -het VAO Luchtvaart (inclusief vliegen over conflictgebieden), met als eerste spreker het lid Elias namens de VVD;

  • -het VAO Btw, met als eerste spreker het lid Thieme namens de Partij voor de Dieren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Er zijn drie rappels vandaag.

De voorzitter:

Ik moet weer wat gaan doen!

De heer Omtzigt (CDA):

De afgelopen weken hebben uw telefoontjes veel effect gehad, maar helaas zijn er drie rappels. Ik ondersteun dat van mevrouw Lodders ook van harte, want we hadden die antwoorden graag voor het debat van vandaag ontvangen. Daarvoor waren ze buitengewoon relevant geweest.

Zelf doe ik een rappel op onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over de zaak van Saban B. in Turkije en de juridische samenwerking met Turkije inzake strafzaken. Ik zou de antwoorden daarop graag voor maandag 12.00 uur ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Voorts vraag ik graag een debat aan met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken, voorafgegaan door een brief, over de stand van zaken inzake MH17, de samenwerking tussen de landen in het JIT en de mogelijkheden tot vervolging. Wij zouden daarvan op de hoogte worden gehouden. Helaas lezen wij op dit moment meer op de websites van de president van Oekraïne of de minister-president van onze eigen regering. Ik ontvang hier graag een brief over, zeker nu er regelmatig berichten verschijnen dat er samenwerking zou zijn tussen Rusland en Maleisië. Dit verzoek doe ik overigens mede namens de heer Bontes.

De heer Ten Broeke (VVD):

Dat er veel op websites verschijnt, hoeft op zich nog niet te betekenen dat er aan onze kant niets gebeurt. We hebben ook een andere positie. Maar er moet wel een brief komen. Het is interessant om van de Nederlandse regering te vernemen hoe zij aankijkt tegen dat besluit van de Maleisische regering. Ik wil hier graag nog iets aan toevoegen. Ik denk dat de heer Omtzigt het daar wel mee eens kan zijn. Op dit moment zijn er wat ontwikkelingen rondom het OM. Die zijn ook door het OM zelf aangekondigd voor begin van de zomer en misschien zelfs nu al. Die ontwikkelingen zouden een nieuw licht kunnen werpen op een vervolgingsstrategie waar we ook nog op wachten. Als die elementen kunnen worden meegenomen, dan hebben we wellicht daarna een goede aanleiding om eventueel een debat aan te vragen dat dan wat mij betreft bij Justitie moet plaatsvinden.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Ten Broeke (VVD):

Geen steun voor het debat om de reden die ik net noemde. Ik voeg er een paar redenen aan toe om die brief wel te vragen.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor de brief en zeker ook voor de medeneming van het feit dat Maleisië nu zelf onderzoek gaat uitvoeren met Rusland. Dat vind ik zeer zorgwekkend. Ook moet hetgeen collega Ten Broeke net opmerkte over de voortgang bij het OM, worden meegenomen. Ik denk dat het heel verstandig is als we daar een update over krijgen. Ook steun voor het houden van een debat.

De heer Servaes (PvdA):

Ik sluit mij hierbij aan, maar het lijkt mij beter om het debat pas te plannen als we die informatie hebben en als we weten wanneer het OM ook daadwerkelijk stappen gaat zetten.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek om een brief en voor de aanvullingen van collega Ten Broeke. Ook steun voor het debat.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor een brief, met de aanvullingen op het punt van het OM. Ook steun voor het houden van een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van mij ook steun. Wat betreft de planning, lijkt het mij goed om het debat te houden als de informatie er is, tenzij dat het ministerie ertoe verleidt om die informatie te laat te leveren. Dan weet ik echter zeker dat de heer Omtzigt hier weer zal staan.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, u hebt geen meerderheid voor uw verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan zal ik het als een dertigledendebat laten opvoeren. Ik vind het sowieso verstandig om dit debat na de zomer te laten plaatsvinden. Wat dat betreft heeft de heer Ten Broeke zeker een punt. Ik hoop dat het dan alsnog in een meerderheidsdebat omgezet kan worden. De aanvullingen van de collega's waren verder zeer waardevol. Ik zou het op prijs stellen als die brief er binnen twee of drie weken is.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Lodders.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Zoals net al werd aangekondigd door de heer Omtzigt heb ik een rappel op schriftelijke vragen over het bericht dat pensioenfondsen naar België vertrekken. Ik doe dat niet alleen voor de schriftelijke vragen die ik zelf heb gesteld, want de heer Ulenbelt heeft over hetzelfde onderwerp vragen gesteld en mij gevraagd om dat bij deze regeling van werkzaamheden door te geven. Ik wil graag de staatssecretaris verzoeken om dinsdag voor 12.00 uur de antwoorden echt in de Kamer te hebben, aangezien we volgende week een algemeen overleg over dit punt hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. Ik doe namens een van de meest terughoudende commissies in de Kamer wat betreft verzoeken voor de plenaire agenda, het verzoek om het plenaire debat over de aanpak van belastingontwijking nog voor de zomer in te plannen. U zou ons nog gelukkiger maken als we daarbij één of twee minuten extra spreektijd zouden mogen gebruiken.

De voorzitter:

Ik zal daar goed over nadenken.

Het woord is aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is vandaag een historische dag, want bij onze oosterburen is zojuist met overweldigende steun een resolutie aangenomen, waarin staat dat Duitsland onomwonden de Armeense genocide, alsook die op andere christelijke minderheden, van 1915 erkent. Dit ondanks de grote politieke druk van Ankara. Ook in Nederland zijn soortgelijke moties aangenomen, maar ondanks die aangenomen moties, zoals de motie-Rouvoet uit 2004 …

De voorzitter:

U wilt een debat?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Nog één zin, voorzitter. Ondanks dat durft deze regering nog steeds niet onomwonden de Armeense genocide te erkennen. Daarom vraag ik om een reactie van het kabinet op de aangenomen resolutie en op de verklaring van bondskanselier Merkel dat zij van harte achter de resolutie staat. Daarna wil ik graag een debat voeren met het kabinet over de resolutie.

Ik doe dit verzoek mede namens GroenLinks.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik hoop dat goed voorbeeld goed doet volgen, dus zonder meer steun.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor de brief en steun voor het debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Knops (CDA):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Servaes (PvdA):

Allereerst feliciteer ik de heer Voordewind met het feit dat zijn motie nu navolging heeft gekregen in Duitsland, want ik moet zeggen dat ze verdomd veel op elkaar lijken. We hebben al eerder kabinetten om reacties hierop gevraagd en vorig jaar hebben we hierover een uitgebreid debat gevoerd. Eerlijk gezegd zou ik dus eerst de brief willen krijgen. De Duitse motie is gründlich, namelijk vijf pagina's lang. Het lijkt mij dus goed dat we eerst een uitgebreide reactie op de verschillende inhoudelijke elementen van die resolutie krijgen.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Ten Broeke (VVD):

Wat die motie in Duitsland zo uniek maakt is dat ze ook over "Mitschuld" spreekt. Dat maakt het inderdaad historisch, zoals collega Voordewind zegt. Voor de rest zie ik niet zo heel veel verschil tussen wat de Duitsers nu pas doen en wij sinds 2004, anders dan dat het in Duitsland met één stem voor en één stem onthouding is aangenomen, en wij helaas van unanimiteit naar twee stemmen tegen zijn gegaan.

De voorzitter:

Dat komt in het debat als het goed is.

De heer Ten Broeke (VVD):

Maar dat debat is dus vorig jaar al gevoerd, precies zoals u zegt, voorzitter. Daarom denk ik dat een brief wel op zijn plaats is, om te kijken of dit een nieuw licht werpt op de Nederlandse situatie die we al in 2004 op zorgvuldige wijze met de heer Rouvoet en de heer Bot, destijds minister van Buitenlandse Zaken — ik geloof van het CDA — hebben afgesproken.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Iets korter. Ik vind het ook een mooi resultaat maar een brief is even voldoende.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat zie ik. Ik zie wel dat bijna de gehele oppositie graag ook dat debat had gehouden. Het is echt een historisch besluit. Het is geen terugblik op het debat dat we de vorige keer hebben gevoerd, omdat nu ook de bondskanselier zich achter de resolutie heeft geschaard. Ook de Duitse regering heeft dus onomwonden de Armeense genocide erkend. Dat is een nieuw feit.

De voorzitter:

Maar u hebt geen meerderheid.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik zie het, dus ik zal het in ieder geval aanmelden als dertigledendebat. Ik hoop dat we na de brief — ik zie wel een gaatje bij de heer Servaes — hier weer kunnen staan bij de regeling om genoeg aanleiding te zien om alsnog een plenair debat te houden.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Smaling.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik zwaai even naar de schoolklassen op de publieke tribune; dat doen we eigenlijk veel te weinig.

Het is een beetje een asbestdag vandaag. In een groot stuk vanochtend in de Volkskrant stond dat we anders naar het risico op asbestkanker moeten kijken. Dit artikel verscheen naar aanleiding van een pamflet van een hoogleraar veiligheid met een goede naam, maar ook van woningcorporaties en van een burgemeester. Dan rijst toch een beetje de vraag hoe serieus het onderzoek is. Kort en goed: het lijkt mij zinnig om over de risico's van zaken als asbest een discussie te voeren. De staatssecretaris is er op het moment druk mee bezig, maar als het gebagatelliseerd wordt in een pamflet terwijl het in het algemeen toch gezien wordt als een groot probleem, lijkt het mij nuttig om over deze zaak te debatteren met de staatssecretaris van I en M en wellicht ook met de minister van Volksgezondheid.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD ziet ook een groot probleem opdoemen in tijd, in tempo, in middelen en noem maar op. Ik ben er nog niet gerust op dat het allemaal goed komt, dus ik steun een debat met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maar niet met de minister van VWS; dat kan misschien wel op een later tijdstip.

De heer Van Dekken (PvdA):

Steun voor het debat. Het kan inderdaad wel af met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Zonder meer steun. Het is een echt groot probleem, maar met de staatssecretaris van I en M lijkt mij genoeg.

De heer Geurts (CDA):

Het is altijd goed dat we normaal doen, daarom ook steun voor dit debat.

De heer Madlener (PVV):

Ik ben voor een debat, maar een brief voorafgaand aan het debat lijkt mij ook op zijn plaats.

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, u hebt een meerderheid voor het houden van een debat. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Smaling (SP):

Hartstikke mooi. Het kan ook wel net na het reces, want er ligt al zo'n druk op de agenda. Dat geef ik dan nog eventjes cadeau.

De voorzitter:

De schoolkinderen zullen ook trots zijn dat het u gelukt is om een meerderheid te krijgen.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Duitsland en Frankrijk hebben hun twijfels geuit over het op stapel staande vrijhandelsverdrag tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, TTIP. De voorzitter van de Europese Commissie, Juncker, wil nu dat de lidstaten het mandaat van de Europese Commissie voor de TTIP-onderhandelingen nogmaals bevestigen. Het lijkt mij heel goed om voorafgaand aan die nieuwe bevestiging met het kabinet te debatteren over de wenselijkheid van TTIP. Daarom vraag ik een debat aan.

De voorzitter:

Voordat ik uw collega's het woord geef, merk ik op dat ik word geattendeerd op een door u aangevraagd debat over TTIP.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat gaat over de inhoud van TTIP en de landbouwexponent daarvan. Als dat debat naar voren kan worden gehaald en nog deze maand kan worden gehouden, voorafgaand aan die herbevestiging, dan kan het op zich daarbij. Dit gaat echter ten principale over de wenselijkheid van TTIP.

De voorzitter:

Het is dus een ander debat. Dat begrijp ik. Ik geef nu eerst het woord aan mevrouw Agnes Mulder, want de heer Jasper Van Dijk, die er al stond, is nu aan het praten met collega's.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank dat ik als eerste het woord krijg. Ik steun deze aanvraag. Ik wil ook graag een brief van de regering hebben, voorafgaande aan het debat. De heer Juncker ziet dat overal in Europa, denk ik, flink wordt meegedacht en dat er zorgen zijn. Het lijkt me goed om het daar met elkaar over te hebben in de Tweede Kamer. Van harte steun dus voor dit verzoek.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik steun van harte het verzoek om een debat over TTIP. Het is een uitstekende kans om het verdrag van tafel te halen. Die kant gaat het ook op in Europa. Het klopt dat er al het een en ander gepland staat, bijvoorbeeld volgende week een debat over CETA. Wellicht kan het daarbij. Het maakt mij niet zo veel uit. Ik wil zo snel mogelijk een debat over deze zaak.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wij steunen niet zo heel vaak voorstellen van de Partij voor de Dieren, maar nu doen wij dat van harte. Ik geef wel in overweging om, als hiervoor een meerderheid bestaat en het snel wordt ingepland, het samen te voegen met het andere debat, hoewel ik bang ben dat we in de toekomst nog wel nieuwe debatten nodig zullen hebben.

De heer Van Dekken (PvdA):

Wij willen vooralsnog een brief. Mocht het op de agenda komen van het eerstvolgende debat, dat vrij snel moet worden ingepland, dan doen we het daar. Geen steun dus voor dit verzoek.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun?

De heer Van Dekken (PvdA):

Geen steun voor dit debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun dit verzoek om een debat. Als het kan worden samengevoegd, dan is dat ook prima, maar als het apart moet, dan moet het apart.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De CDA-fractie vindt de suggestie van de SP-fractie om het samen te voegen met het debat van volgende week wel een goede. Misschien kan de minister morgen in de ministerraad al bespreken hoe ze aankijkt tegen de oproep van Juncker. Ik vraag dan wel om op tijd de brief naar de Tweede Kamer te sturen, zodat we die bij dat samengevoegde debat kunnen betrekken als dat volgende week wordt ingepland.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, wilt u hier nu op reageren of zal ik eerst de heer Elias zich laten uitspreken?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik wil hier heel graag nu op reageren. Ik vind het ook een goed idee om dat te doen. Het lijkt me goed om dat nu alvast te zeggen. Het lijkt me wel goed om dan een minuut extra spreektijd te krijgen, omdat er ook nog andere zaken op de agenda van dat debat staan.

De heer Elias (VVD):

Ik steun de suggestie van mevrouw Thieme. Als subsidiair de suggestie van mevrouw Mulder wordt gevolgd, dan ben ik het ook eens met uitbreiding van de spreektijd.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook D66 steunt dit. Het lijkt me een goede, pragmatische oplossing.

De voorzitter:

Dan wordt het bij het debat van volgende week betrokken. De leden krijgen dan één minuutje extra.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Eerst moet wel die brief komen.

De voorzitter:

Ja, ja. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Vliet.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voorzitter. Ik heb met mijn bijzonder aardige collega mijnheer Bashir van de SP op 15 april reeds vragen gesteld aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over het bericht dat het WSW de nieuwe Woningwet zou blokkeren. We hebben dinsdag een schriftelijk overleg. Voor de Kamer geldt een deadline voor haar inbreng daarin, maar de minister gaat over zijn zes weken heen. Mogen we alstublieft voor dinsdag die brief krijgen? Als de minister eind deze week klaar is met zijn onderhandelingen met het WSW, dan moeten we vrijdag die brief kunnen hebben.

De voorzitter:

Ja. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mijnheer Smaling, u komt er aanlopen, maar u staat niet op de lijst.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter, ik was vergeten om bij mijn aanvraag voor een debat te melden dat deze mede namens D66 werd gedaan. Het is een beetje slordig om dat niet te noemen.

De voorzitter:

U hebt dit nu alsnog tijdig weten te corrigeren. Het komt ook in de Handelingen te staan.

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven