Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 91, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 91, item 7 |
Aan de orde is het VAO Armoede- en schuldenbeleid (AO d.d. 14/04).
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg hebben wij uitgebreid gesproken over het wettelijk moratorium en over de vraag wanneer dat naar de Kamer zou worden gestuurd. Ik stel tot mijn vreugde vast dat er nu eindelijk iets ter consultatie voorligt, maar wat ons betreft had dit allemaal sneller gekund. Dat weet de staatssecretaris ook, want dat heb ik al vaker gezegd. Ik heb samen met mijn collega Heerma de initiatiefwet ingediend en daar houden wij aan vast totdat alles goed geregeld is, zodat we zeker weten dat het wettelijk moratorium eindelijk een keer geregeld gaat worden.
Wij hebben op twee punten geen bevredigend antwoord gekregen en daarom dien ik twee moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Rijksincassovisie nog geen concreet uitgewerkt actieplan bevat;
verzoekt de regering, de Rijksincassovisie nog voor de zomer uit te werken in een concreet actieplan, met een overzicht van de te ondernemen acties en daaraan gekoppelde deadlines, en de Kamer periodiek te informeren over de voortgang daarvan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik dien nu mijn tweede motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat woonschulden niet preferent zijn;
constaterende dat de beslagvrije voet nog steeds niet in alle gevallen gerespecteerd wordt;
overwegende dat het voor mensen met schulden van groot belang is dat zij de vaste lasten kunnen betalen, zodat zij vanuit een stabiele situatie kunnen werken aan het wegwerken van hun schulden;
verzoekt de regering om de mogelijkheden te onderzoeken om woonschulden preferent te maken zolang de beslagvrije voet niet gerespecteerd wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. Mijn collega Koşer Kaya heeft het woord gevoerd tijdens het debat, maar zij kan helaas niet aanwezig zijn tijdens dit VAO. Zij heeft mij gevraagd om namens haar de volgende moties in te dienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat veel kwetsbare groepen na een schuldhulpverleningstraject weer terugvallen in oude gewoonten;
overwegende dat mensen met een gediagnosticeerd laag IQ vaak moeite hebben met het ingewikkelde (digitale) systeem van sociale zekerheid en toeslagen en niet het sociale netwerk hebben om hen hierin te ondersteunen;
overwegende dat de kans op financiële problemen afneemt en we deze mensen een gevoel van eigenwaarde, zelfstandigheid en vrijheid kunnen teruggeven als we hen op vrijwillige basis financieel ontzorgen;
verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, in welke constructie, het mogelijk is om voor mensen met een gediagnosticeerd laag IQ die een uitkering ontvangen, de vaste lasten te betalen vanaf de bron en eventuele toeslagen alvast te verrekenen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat volgens het Nibud de kosten van schulden voor de samenleving neerkomen op zo'n 11 miljard euro;
van mening dat veel meer dan nu het geval is, ingezet kan worden op het voorkomen van schulden in plaats van op het oplossen van reeds aanwezige schuldenproblematiek;
constaterende dat de Goede Gierencoöperatie onder de naam Zelfverzekerde Financiën een nieuwe preventieve aanpak heeft ontwikkeld die bestaat uit een budgetscan, een budgetplan en een abonnement op een financiële hulpdienst die veel leed en kosten kan voorkomen;
verzoekt de regering om lokale pilots gericht op schuldpreventie te ondersteunen en onderzoek te doen naar de effectiviteit ervan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik moet nu helaas weer terug naar het debat waarmee ik bezig was, maar onze medewerkers luisteren mee naar de beantwoording door de staatssecretaris.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering met een Rijksincassovisie is gekomen;
overwegende dat mensen met problematische schulden een bureaucratisch apparaat moeten verslinden en dat hulpverleners geen korte lijnen met afdelingen binnen rijksinstanties kunnen leggen;
overwegende dat afstemming tussen rijksinstanties, schuldenaar en hulpverleners nodig is, en dat maatwerk en persoonlijke dienstverlening hierin leidend moeten zijn;
overwegende dat een sociale incasso ertoe bijdraagt dat er fatsoenlijke betalingsafspraken gemaakt kunnen worden, dat er rekening gehouden wordt met de persoonlijke draagkracht en dat zodoende voorkomen wordt dat de schulden oplopen tot een oninbaar niveau;
verzoekt de regering, in het kader van de implementatie en uitvoering van de Rijksincassovisie te bevorderen dat organisaties werk gaan maken van een sociale incasso met oog voor de menselijke maat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat gerechtsdeurwaarders inmiddels aangesloten zijn op het landelijke beslagregister;
overwegende dat hierdoor de beslagvrije voet beter gerespecteerd wordt en dat schuldenaren niet onder het bestaansminimum komen;
constaterende dat overheidsinstanties grote schuldeisers zijn en dat het daarom van belang is dat ook zij zo snel mogelijk aangesloten worden op het landelijke beslagregister;
verzoekt de regering om rijksoverheidsinstanties zo snel mogelijk aan te sluiten op het landelijke beslagregister,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Tot slot heb ik nog twee korte vragen. Wanneer kunnen wij de brief van de staatssecretaris in samenwerking met haar collega van V en J verwachten over de haalbaarheid van één rijksincassobureau? Wat is bovendien de stand van zaken met betrekking tot de motie over de maatschappelijke kosten-batenanalyse?
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat door de bestuursrechtelijk premie mensen met schulden nog dieper in de problemen geraken;
verzoekt de regering om met een plan te komen om de bestuursrechtelijke premie af te schaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat steeds meer kwetsbare jongeren problematische schulden hebben;
overwegende zij nu vaak niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening doordat de toelatingscriteria te streng zijn;
overwegende dat de staatssecretaris de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voor 1 juli aan de Kamer stuurt;
verzoekt de regering om in reactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voorstellen te doen om schuldhulpverlening toegankelijker te maken voor jongeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat steeds meer kwetsbare jongeren problematische schulden hebben;
overwegende dat de coalitie Van de Straat een integrale aanpak van schulden wil ontwikkelen;
overwegende dat de staatssecretaris heeft toegezegd dit te ondersteunen en de integrale pilots onder de aandacht van gemeenten heeft gebracht, maar dit tot nu toe niet heeft geleid tot de start van pilots;
verzoekt de regering, het voortouw te nemen bij het opstarten van pilots integrale schuldhulpverlening aan jongeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Tijdens het algemeen overleg spraken wij vooral over schulden en over het feit dat de overheid nu niet de juiste dingen doet om die op te lossen. Bij kwetsbare jongeren wordt nu niet goed gekeken naar de samenhang met andere hulpgebieden. Daarom doe ik dus het voorstel om pilots voor de integrale aanpak van de schuldhulp te starten. Gemeenten kunnen deze starten, maar ze komen nu maar niet van de grond. Er is een pilot over onderwijs, maar er wordt niet gekeken naar een brede integrale aanpak. Alleen een oproep van de staatssecretaris aan de gemeenten is niet genoeg. Het ministerie moet nu het voortouw nemen. Om die reden heb ik deze motie ingediend.
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Over mijn eerste motie twijfel ik nu ineens, omdat ik net de moties van mevrouw Voortman hoorde. Wellicht bedoelen wij allebei min of meer hetzelfde. Daar zullen wij straks naar kijken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het budget voor de gemeentelijke schuldhulpverlening niet evenredig is toegenomen met de omvang en de complexiteit van de schuldenproblematiek;
verzoekt de regering, de aanbevelingen van de Nationale ombudsman over te nemen en zo veel mogelijk te bevorderen dat schuldhulpverlening beter en breder toegankelijk wordt en uitsluiting wordt voorkomen;
verzoekt de regering voorts, te zorgen voor adequate financiering;
verzoekt de regering tevens, samenhangende voorstellen te doen en gerichte actie te ondernemen in het kader van de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat volgens het Nibud gezinnen met problematische betalingsachterstanden en schulden de samenleving ongeveer 11 miljard euro per jaar kosten;
overwegende dat ongeveer 30% van de gezinnen na het doorlopen van een schuldhulpverleningstraject en kwijtschelding van restschulden binnen een paar jaar weer in de schulden zit;
verzoekt de regering, de mogelijkheid en kosteneffectiviteit van een schuldenbank te onderzoeken, waarbij problematische schulden die bij vele schuldeisers uitstaan, omgezet worden in één schuldbedrag, dat bij de schuldenbank onder strikte voorwaarden en tegen lage rente geleend kan worden, en de Kamer hierover binnen een half jaar te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat één op de vijf huishoudens te maken heeft met risicovolle, problematische schulden of in een schuldhulpverleningstraject zit;
overwegende dat een aanzienlijk gedeelte van de schulden bestaat uit vorderingen van de overheid, en dat deze vorderingen grote invloed hebben op het ontstaan en voortbestaan van schulden;
overwegende dat deze schulden kunnen leiden tot sociale ontwrichting en hoge maatschappelijke kosten;
verzoekt de regering, de negatieve effecten van de voorkeurspositie van de overheid als schuldeiser nauwlettend te monitoren, en verdere voorstellen te doen om deze effecten te verminderen en weg te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Karabulut (SP):
Voorzitter. De kloof in onze samenleving tussen rijk en arm, oud en jong en migranten en niet-migranten wordt groter. De crisis is een belangrijke oorzaak hiervan, maar het kabinetsbeleid heeft ook zo zijn effect. De mensen in het land weten dit ook.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat beleid onbedoeld armoede en schulden voor mensen tot gevolg kan hebben;
verzoekt de regering, met een voorstel te komen om nieuwe wetten en regels vooraf te toetsen op het effect op armoede en schulden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het aantal miljonairs in 2014 voor het derde jaar op rij is gestegen;
overwegende dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2014 ook is gestegen en dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt;
verzoekt de regering om nu eens concrete maatregelen te nemen om de kloof tussen arm en rijk te dichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Karabulut (SP):
Wij kunnen hier proberen de gevolgen te managen en wij kunnen allerlei minimaatregelen nemen — dat moet allebei ook gebeuren — maar zolang een groot deel van de Kamer weigert te kijken naar de oorzaken en iets aan die oorzaken te doen, zal de armoede- en schuldenproblematiek alleen maar toenemen. Dan toch nog een oplossing voor de overheid:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het Centraal Administratiekantoor (CAK), het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), UWV en CJIB door het Centraal Justitieel Incassobureau een convenant hebben gesloten om hun deurwaarderszaken aan het CJIB over te dragen;
overwegende dat tot aan het overdragen aan een deurwaarder iedere dienst afzonderlijk een incassotraject voert;
overwegende dat in de praktijk mensen nog vaak geconfronteerd worden met verschillende incasso- en deurwaarderstrajecten die hun situatie verslechteren;
verzoekt de regering om te regelen dat het gehele incassotraject door één Rijksincassodienst uitgevoerd wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Moors (VVD):
Voorzitter. De afgelopen week werd duidelijk dat mensen die gewoon hun rekeningen betalen, hartstikke gek zijn. Nieuwsuur berichtte dat de gemeente Den Haag gratis geld uitdeelt aan jongeren met een gat in hun hand en gisteren lazen wij dat sinterklaas ook al in Arnhem is aangekomen. Dat gratis geld is niet gratis, het is geld van de belastingbetaler. Dit is niet alleen zeer onrechtvaardig, het lost de onderliggende problemen — het gedrag van jongeren en het niet hebben van een inkomen — ook niet op. Ik las in de krant dat mensen met zware schulden een halfjaar geen rekeningen hoeven te betalen. Dat gaat de staatssecretaris doen op aandringen van met name de ChristenUnie en het CDA.
Natuurlijk kun je soms gewoon pech hebben. Schuldhulpverleners van de gemeente kunnen je, als je daar zelf moeite mee hebt, helpen weer zicht te krijgen op je financiën. Schuldhulpverlening is er echter niet voor bedoeld om te pamperen, pappen en nathouden. Schuldhulpverlening dient ertoe om mensen te ondersteunen bij het op orde brengen van hun financiën, door al hun schulden af te betalen en de tering weer naar de nering te zetten.
Iedereen kan in een situatie komen waarin het even moeilijk is. Als er een schuldeiser is die op een onredelijke manier blijft traineren, terwijl je alles op alles zet om weer orde op zaken te stellen, dan kan ik me zelfs voorstellen dat het helpt als de rechter even een adempauze toekent. Dan kun je orde op zaken stellen en je schulden afbetalen. Dat is immers niet alleen in je eigen belang, maar ook in het belang van de schuldeisers. Kan de staatssecretaris bevestigen dat een adempauze alleen wordt toegekend in uitzonderlijke, extreme gevallen en dat dit alleen kan als het ook in het belang is van schuldeisers? Hoe wordt er dan voor gezorgd dat na die adempauze het probleem is opgelost, zodat schulden netjes afbetaald kunnen worden?
Als mensen steevast door de overheid uit de brand worden geholpen, zullen zij niks leren van hun fouten en daar dus snel weer in vervallen. Gratis geld en het niet hoeven betalen van je schulden geven een totaal verkeerd signaal aan schuldenaren, maar het is vooral onrechtvaardig voor schuldeisers en voor u en mij, de belastingbetalers die netjes hun rekening betalen.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Yücel en mevrouw Voortman een vraag hebben. U mag één vraag stellen. Dit is een VAO, maar ik zie bij meerdere VAO's dat het algemeen overleg dunnetjes wordt overgedaan en dat er actualiteiten worden ingebracht. We moeten het echt beperken tot korte opmerkingen en vragen over de moties die zijn ingediend.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Dan heb ik een punt van orde. Deze bijdrage lokt namelijk allerlei vragen uit. Dan moet u ook eisen gaan stellen aan de inbreng bij een VAO.
De voorzitter:
Dat heb ik inderdaad net ook met de griffiers besproken. Dit is een nieuw punt. Ik begrijp dat er een apart overleg over zal komen. Ik verzoek ook degenen die uitlokken, om dit niet in een VAO te doen. Anders loopt alles een beetje door elkaar. Het debat moet zorgvuldig worden gevoerd.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Ik begrijp uw punt, voorzitter, maar dit kan ik niet zomaar voorbij laten gaan. In de simpele wereld van de VVD — kennelijk, want ik neem aan dat de heer Moors het standpunt van de VVD naar voren brengt — bestaan er in de wereld alleen belastingcenten, hard straffen en nog harder straffen. Begrijpt de VVD misschien ook een klein beetje dat preventief ingrijpen goed is voor het perspectief en de toekomst van kinderen, van jongeren die samen het mooie Nederland maken, op wie de economie op draait en met wie we samen een sociale samenleving hebben? Begrijpt de VVD dat ook?
De heer Moors (VVD):
Zeker begrijp ik dat. De VVD is ook groot voorstander van preventieve maatregelen en jongeren helpen om goed met geld om te gaan. Ik begrijp niet dat dit een reactie is op mijn betoog. Mijn punt is dat het niet de bedoeling is dat we belastinggeld innen om mensen ermee weg te laten komen dat ze te veel schulden maken. Schuldhulpverlening is bedoeld om mensen die in de problemen zijn gekomen, weer op pad te helpen, te helpen hun schulden af te betalen en weer financieel orde op zaken te stellen, en niet voor kwijtscheldingen.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Gemeenten proberen iets te doen aan het toenemend aantal mensen dat met problematische schulden te maken heeft. De VVD keurt deze methode af, maar wat stelt ze dan wel voor? Ik heb in het debat niets gehoord en ook nu dient ze geen moties in. Wat wil de VVD dan wél veranderen?
De heer Moors (VVD):
We lazen bijvoorbeeld afgelopen week in de Nationale Onderwijsgids dat vmbo'ers zelf aangeven dat ze op school veel te weinig leren over hoe ze moeten omgaan met geld. Ze vertellen zelf dat ze daardoor te veel geld uitgeven en ze vragen zelf om meer aandacht daarvoor. De VVD is er voorstander van dat jongeren op school worden geholpen om te leren omgaan met geld, en dat jongeren met problemen worden geholpen om hun financiën weer op orde te krijgen en tot betalingsregelingen te komen. Kwijtschelding hoort daar niet bij. Dat is ten nadele van de belastingbetaler en van de schuldeiser. Mensen vinden dat niet eerlijk. Ze begrijpen het gewoon niet meer. Daar betalen ze zelf toch ook niet hun rekeningen voor?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Het enige doel van dit debat is om moties in te dienen en voorstellen te doen. De heer Moors komt met allerlei aantijgingen aan Jan en alleman, maar hij komt met geen enkel concreet voorstel waarin hij het kabinet oproept om nu iets te doen. Waarom blaft de heer Moors zo hard maar bijt hij helemaal niet?
De heer Moors (VVD):
Ik heb geen moties nodig om te zeggen wat ik vind van wat er in een aantal gemeentes gebeurt, waarvan ik denk dat een heel groot deel van de Nederlandse samenleving dat vindt. Dit is niet de bedoeling van schuldhulpverlening.
Mevrouw Karabulut (SP):
Als de heer Moors wat verder zou nadenken dan zijn neus lang is, en ik zie dat die niet heel lang is, zou hij ook weten dat wanneer je geen adempauze inlast, iedereen kan fluiten naar zijn centen. Dit is dus een instrument om er zo veel mogelijk voor te zorgen dat mensen hun centen terugkrijgen. Erkent de heer Moors dat heel veel mensen hun rekeningen niet meer kunnen betalen omdat zij de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen en dat de VVD-politiek daar medeveroorzaker van is?
De heer Moors (VVD):
Dat is precies wat ik net aan de staatssecretaris gevraagd heb. Als die adempauze nodig is, moet dat ook in het belang van de schuldeisers zijn, zodat mensen hun schulden kunnen afbetalen. Volgens mij heb ik in mijn bijdrage dus precies gezegd waar mevrouw Karabulut om vraagt.
Mevrouw Karabulut (SP):
Voorzitter ...
De voorzitter:
Nee, iedereen mocht één vraag stellen over de uitlokking van de heer Moors en dat is ook gebeurd.
Mevrouw Karabulut (SP):
Maar ook een vervolgvraag?
De voorzitter:
Nee, echt één vraag, want het ging over een nieuw punt. Ik geef nu het woord aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Klijnsma:
Voorzitter. Ik dank de leden van de Kamer die al dan niet moties hebben ingediend. Ik ga kortheidshalve de moties langs. In de motie op stuk nr. 344 van mevrouw Schouten en mevrouw Yücel wordt de regering verzocht om de Rijksincassovisie nog voor de zomer uit te werken in een concreet actieplan. Dat is ondersteuning van het huidige beleid. Ik heb toegezegd dat er voor 1 juli een tussenrapportage naar de Tweede Kamer komt over de verkenning van de concretisering van de Rijksincassovisie. Ik laat deze motie daarom over aan het oordeel van de Kamer.
In de motie op stuk nr. 345 verzoekt mevrouw Schouten de regering om mogelijkheden te onderzoeken om woonschulden preferent te maken zolang de beslagvrije voet niet gerespecteerd wordt. Deze motie ontraad ik omdat er al tal van instrumenten zijn voor verhuurders om met schulden om te kunnen gaan. Het lijkt mij dus geen goed plan om dit preferent te maken.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Op landelijk niveau wordt er een probleem gecreëerd en we schuiven het gewoon door naar lokale partijen om het op te lossen. Dat is niet fair. Zoals in de motie staat, gaat dit om iets heel wezenlijks, namelijk dat mensen ergens kunnen wonen. Als mensen door het eigen beleid van het kabinet de woonlasten niet meer kunnen betalen, kun je dat niet op het bordje van de woningcorporaties gooien. Het kabinet heeft dan een verantwoordelijkheid. Onderkent de staatssecretaris dat?
Staatssecretaris Klijnsma:
Het is niet logisch om private partijen zoals verhuurders een preferente positie te geven. Verhuurders beschikken over een bijzonder incasso-instrument, omdat ze als enige partij beslag kunnen leggen op de huurtoeslag van mensen. Ook is er altijd — dat is wel een heel sterk en heftig incassomiddel — de dreiging van het uit huis zetten van een schuldenaar. De preferentie van de woonschulden zal er dus niet toe leiden dat schuldenaren die eerder voldoen. De incassomiddelen die de verhuurders al ter beschikking hebben, zullen dit eerder bewerkstelligen. Het is natuurlijk altijd zaak dat bij iedere schuldeiser wordt bekeken welke middelen hij heeft om in dit geval de huur te kunnen krijgen. Ik ben echter geen voorstander van preferentie voor verhuurders in de brede zin van het woord, dus niet voor corporaties maar ook niet voor private verhuurders.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Juist omdat de Belastingdienst preferent is, kan er geen beslag meer worden gelegd op de huurtoeslag en wordt de corporatie gedwongen om iemand uiteindelijk uit huis te zetten. Het is dus het eigen beleid van het kabinet dat ervoor zorgt dat partijen die recht hebben op het geld om die woning te kunnen betalen, dat niet meer krijgen. Dat willen we aanpakken. Onderkent de staatssecretaris dit?
Staatssecretaris Klijnsma:
Het is belangrijk dat de schuldhulpverlening zodanig wordt ingericht dat schuldenaren samen met hun schuldhulpverleners bekijken hoe de huurtoeslag kan worden verdisconteerd met de huren. Je ziet gelukkig dat steeds meer schuldhulpverleners in de preventie hiermee al doende zijn, overigens niet alleen met de huurtoeslag maar ook met de zorgpremie en zorgtoeslag. Het is goed om dit debat en de Handelingen te benutten om dat nog eens te onderstrepen, want dit kan vanuit de schuldhulpverlening nog verder worden ingevuld.
De voorzitter:
Gaat u verder, staatssecretaris.
Staatssecretaris Klijnsma:
Dat was de tweede motie, voorzitter. Ik kom nu bij de motie van mevrouw Van Veldhoven en mevrouw Koşer Kaya op stuk nr. 342. Met deze motie vragen zij de regering te onderzoeken of het mogelijk is om mensen met een gediagnostiseerd laag IQ die een uitkering ontvangen, de vaste lasten te laten betalen vanaf de bron en eventuele toeslagen alvast te verrekenen. Deze motie laat ik aan het oordeel van de Kamer, want ik wil dit onderzoek volgaarne doen.
Mevrouw Van Veldhoven en mevrouw Koşer Kaya hebben ook een motie ingediend op stuk nr. 343. Zij verzoeken de regering, lokale pilots gericht op schuldpreventie te ondersteunen en onderzoek te doen naar de effectiviteit ervan. Preventie is en blijft een van de speerpunten van beleid. Vroegsignalering hoort daar enorm bij. In het programma Vakkundig aan het werk, dat ZonMw nu uitvoert met middelen van SZW, is men daarmee doende. In die context laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer. Op deze manier kun je de lokale pilots gericht laten ondersteunen door Vakkundig aan het werk.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
De staatssecretaris laat het oordeel twee keer over aan de Kamer. Zij kan er natuurlijk ook voor kiezen om deze moties over te nemen.
De voorzitter:
Maar de indieners zijn er niet, dus dat is een beetje lastig.
Staatssecretaris Klijnsma:
Ja, dat is waar. Ik weet oprecht niet of de indiensters zich in deze context kunnen vinden. Ik wil ZonMw namelijk graag een rol hierin laten spelen.
De voorzitter:
Maar in principe is het wel zo.
Staatssecretaris Klijnsma:
Ja, mevrouw Voortman heeft groot gelijk.
Voorzitter. Ik kom bij de motie van mevrouw Yücel en mevrouw Schouten op stuk nr. 344. De regering wordt verzocht, in het kader van de implementatie en invoering van de Rijksincassovisie te bevorderen dat organisaties werk gaan maken van een sociale incasso met oog voor de menselijke maat. Dat wil ik volgaarne meenemen. Ik heb net al gezegd dat ik voor 1 juli met nadere informatie bij de Kamer terugkom. Daarin zullen we dit aspect verdisconteren. Ik kan de motie overnemen of haar aan het oordeel van de Kamer overlaten. Ik neem de motie met alle liefde over.
De voorzitter:
Ik kijk even rond om te zien of er bezwaar bestaat tegen overnemen.
De heer Moors (VVD):
Als de staatssecretaris zegt dat de motie overbodig is omdat zij staand beleid is, heb ik daar geen bezwaar tegen, maar er zaten nogal wat nuances in.
Staatssecretaris Klijnsma:
De klemtoon ligt natuurlijk op "een sociale incasso met oog voor de menselijke maat" en daar gaat de motie dan ook over. Dat wil ik graag verdisconteren in de rijksincassovisie.
De heer Moors (VVD):
Ik wil de motie graag in stemming brengen.
De voorzitter:
Oké.
Gaat u verder, staatssecretaris.
Staatssecretaris Klijnsma:
Daar neem ik kennis van, voorzitter.
Ik ga verder met de motie-Yücel op stuk nr. 345, waarin de regering wordt verzocht om rijksoverheidsinstanties zo snel mogelijk aan te sluiten op het landelijk beslagregister. Daarover hebben we al gedebatteerd en in dat debat heb ik dit eigenlijk al toegezegd. Ik zou dus kunnen zeggen dat de motie overbodig is, maar ik laat de motie over aan het oordeel van de Kamer.
Mevrouw Yücel heeft een aantal vragen gesteld, waaronder de vraag wanneer de MKBA naar de Kamer komt. Ik streef ernaar om de MKBA in het eerste kwartaal van volgend jaar af te ronden en naar de Kamer te sturen. We zijn nu bezig met het vooronderzoek. Voor de helderheid zeg ik tegen mevrouw Yücel dat je eerst een probleemanalyse moet hebben. Vervolgens wordt de nulsituatie ingekleurd om ten slotte het beleidsalternatief te schetsen. Dat vooronderzoek hoop ik in september afgerond te hebben. Op basis daarvan gaan we werken aan het vervolg en het resultaat daarvan hoop ik in het eerste kwartaal van volgend jaar naar de Kamer te kunnen sturen.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Het enige wat ik de staatssecretaris heel graag wil meegeven, is: hoe eerder hoe beter! Het zou zo fijn zijn als we daaraan nog met deze coalitie en deze Kamer consequenties kunnen verbinden.
Staatssecretaris Klijnsma:
Daarom richt ik mij ook op het eerste kwartaal van 2017, want het kabinet hoopt er nog tot 17 maart te zitten. Die kosten-batenanalyse is inderdaad een goede bouwsteen.
Mevrouw Yücel vroeg verder wanneer de brief over de haalbaarheid van één rijksincassobureau naar de Kamer komt. Ik zal daarover het een en ander opnemen in mijn brief die voor 1 juli naar de Kamer wordt gestuurd.
Op stuk nr. 346 heeft GroenLinks een motie ingediend over de bronheffing. Ik ontraad deze motie, want de bestuursrechtelijke premie dient ertoe dat mensen wel hun zorgpremie betalen. Je zou kunnen zeggen dat zij lichtelijk preventief is. Daarnaast is zij natuurlijk een stimulans voor wanbetalers om contact op te nemen met de zorgverzekeraar om een betalingsregeling af te spreken voor hun schulden. Als gevolg van de wetswijziging Verbetermaatregelen wanbetalers in de zorg is de bestuursrechtelijke premie per 1 juli overigens met €31 verlaagd van €159 naar €128 per maand. Afschaffing wordt niet overwogen door het kabinet. Die is wel aan de orde gekomen tijdens het debat over de Wet verbetering wanbetalersmaatregelen in de zorg. Het kabinet zal dan ook niet met een plan komen. Mijn collega van Zorg heeft de Kamer dat reeds laten weten.
Mevrouw Karabulut (SP):
Een feitelijk vraagje. De staatssecretaris zegt wel heel gemakkelijk "het werkt preventief", want meer dan 1 miljoen mensen kunnen hun zorgkosten niet meer betalen. Hoezo preventief? Het aantal mensen met schulden door die hoge zorgkosten en door dit soort boetes loopt alleen maar op.
De voorzitter:
Het is een motie van mevrouw Voortman.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Het is een goed punt van mevrouw Karabulut.
De voorzitter:
Dat dacht ik al.
Staatssecretaris Klijnsma:
De Kamer heeft niet voor niets een debat gevoerd over de wetswijziging Structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering. Zoals mevrouw Karabulut naar voren heeft gebracht, evenals mevrouw Voortman, naar ik aanneem, is het wezenlijk om heel goed te kijken naar de wijze waarop mensen omgaan met het betalen van die premie. De Kamer heeft daaraan in haar debat met de minister van Zorg menig woord gewijd. Daarom is die bronheffing ook verlaagd, mede dankzij de inbreng van de Kamer.
Mevrouw Karabulut (SP):
Voorzitter.
De voorzitter:
U kunt alleen een vraag stellen als het antwoord echt bepalend is voor uw stemgedrag, mevrouw Karabulut.
Mevrouw Karabulut (SP):
Altijd! Debatten met de staatssecretaris zijn zeer relevant voor mijn stemgedrag.
De voorzitter:
Ik had het niet moeten zeggen! Het is goed.
Mevrouw Karabulut (SP):
Zegt de staatssecretaris nu: ik snap het, maar ik kan er niets aan doen? Dat andere maakt mensen namelijk razend. Zij horen dit nu en denken: ik kan het echt niet betalen, en nu krijg ik ook nog eens die boete eroverheen. Wat zegt de staatssecretaris die nu eenmaal verantwoordelijk is voor armoedebestrijding hierover?
Staatssecretaris Klijnsma:
Deze staatssecretaris zegt het volgende. Iedere keer dat mensen met schulden, waaronder schulden op het gebied van het betalen van hun zorgpremie, samen met de schuldhulpverlening een plan maken, kunnen zij samen met hun schuldhulpverlener bekijken hoe zij verder kunnen met het afbetalen van hun premie. Daarom is dat moratorium ook een goed instrument. Ik vind dat de Kamer daarover ook heel goed heeft gedebatteerd met het kabinet, in de persoon van mijn collega van Zorg. Daardoor zijn de verbetermaatregelen aan de orde gekomen en is deze manier van werken verbeterd. Hoe raar het ook klinkt, dit is ook een compliment aan de Kamer. Het klinkt helemaal niet raar, overigens.
Een andere motie van de zijde van mevrouw Voortman van GroenLinks, de motie op stuk nr. 347, gaat over de toegang tot de schuldhulpverlening. Het oordeel over die motie kan ik aan de Kamer laten. Deze motie richt zich specifiek op jongeren. Ik zal in mijn evaluatie, die ik voor het zomerreces aan de Kamer hoop te doen toekomen, specifiek aandacht besteden aan de toegang tot schuldhulpverlening voor jongeren.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
De staatssecretaris mag de motie ook overnemen, als zij dat zou willen.
Staatssecretaris Klijnsma:
Met liefde. Ik heb deze motie bij dezen overgenomen.
De voorzitter:
Ik stel vast dat niemand zich verzet tegen het overnemen van de motie op stuk nr. 347.
Staatssecretaris Klijnsma:
De motie op stuk nr. 348 gaat over het nemen van het voortouw voor een pilot integrale jongerenaanpak, als ik me zo mag uitdrukken. Het is natuurlijk aan lokale partijen om pilots vorm te geven, want wij hebben dat decentraal belegd. Wij hebben onze expertise aangeboden aan de Stichting Zwerfjongeren Nederland en haar gevraagd om nader te specificeren hoe wij haar projecten kunnen ondersteunen. Tot op heden hebben wij geen reactie ontvangen. Ik weet dat er op 16 juni een rondetafelgesprek is waarbij OCW en SZW aanschuiven, de ministeries die dit gesprek ook hebben georganiseerd. Dit rondetafelgesprek gaat specifiek over jongeren en schulden. Wij willen heel graag dat lokale partijen erbij betrokken zijn. Ik ben op werkbezoek geweest in Groningen. Ik weet dat men daar heel nauwgezet meekijkt. Het zou natuurlijk mooi zijn als bijvoorbeeld Groningen hierbij het voortouw nam, zodat wij daaraan vanuit OCW en SZW steun kunnen bieden. Zoals de motie op papier is gezet, moet ik haar dus ontraden.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Als ik het goed begrijp, is dat omdat wij het nu eenmaal hebben belegd bij gemeentes, zoals de staatssecretaris zegt. Het punt is alleen dat dit steeds weer terugkomt. Wij hebben het eerst geprobeerd door dit onder de aandacht van gemeentes te brengen, maar dat heeft tot nu toe gewoon niet genoeg opgeleverd. Dan vind ik dat er ook wel een moment moet zijn waarop de staatssecretaris zegt: nu ga ik het zelf wat meer naar me toe trekken. Vandaar deze motie. Ik zou de staatssecretaris toch willen vragen om hierin haar eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Staatssecretaris Klijnsma:
Ja, maar wij hebben het voortouw juist bij lokale overheden neergelegd. Ik vind het niet in lijn met die beslissing als ik nu namens het Rijk het voortouw voor een pilot neem. Ik merk ook dat lokale overheden en wethouders zeer geïnteresseerd zijn. Het is goed dat wij dat hier nog eens beklemtonen. Ik wil dit met alle plezier nog eens in de verzamelbrief aangeven, zodat wethouders zich uitgedaagd en geïnviteerd voelen om in dezen wel het voortouw te nemen. OCW en SZW zullen daar vervolgens zeker bij helpen.
In de motie op stuk nr. 349 verzoekt de heer Krol de regering om samenhangende voorstellen te doen en gerichte actie te ondernemen in het kader van de evaluatie van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Deze motie is echt overbodig. Ik heb de Kamer toegezegd dat ik voor het zomerreces met een kabinetsreactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zal komen. Daarin zal ik ook ingaan op de aanbevelingen van de Nationale ombudsman. Ik ontraad deze motie omdat zij overbodig is.
De motie op stuk nr. 350 van de heer Krol verzoekt de regering om de mogelijkheid van een schuldenbank te onderzoeken. Deze motie ontraad ik ook, want dit is echt aan gemeenten. Een aantal gemeenten is hiermee bezig. Er zijn initiatieven op dit gebied. Het voortouw moeten wij bij gemeenten laten.
De motie van de heer Krol op stuk nr. 351 verzoekt de regering om de negatieve effecten van de voorkeurspositie van de overheid als schuldeiser nauwlettend te monitoren. Deze motie ontraad ik eveneens, want wij hebben niet voor niets de Rijksincassovisie. Ook daarop kom ik voor de zomer terug, zoals ik de Kamer al heb laten weten. In die zin is ook deze motie overbodig.
Eens even zien wat mij nog rest.
De voorzitter:
Twee moties van mevrouw Karabulut.
Staatssecretaris Klijnsma:
Inderdaad. In de motie op stuk nr. 352 verzoekt mevrouw Karabulut de regering om te komen met een voorstel om nieuwe wetten en regels vooraf te toetsen op het effect op armoede en schulden. Deze motie ontraad ik, want het lijkt mij absoluut geen goed plan om alle wetten en regels daarop vooraf te toetsen. Edoch, het is altijd een goede zaak om met uitvoeringstoetsen te bekijken welke effecten er optreden. Dat gebeurt in de praktijk ook.
Mevrouw Karabulut (SP):
Waarom is het geen goed plan om van tevoren al te bedenken welke gevolgen de wetten en regels die het kabinet of de Kamer maakt, hebben voor armoede en schulden? Daarmee kan toch juist een hoop ellende bespaard worden?
Staatssecretaris Klijnsma:
Ja, maar er is een hele mêlee van wetten en regels. Ik juich dit idee dus niet toe. In onze uitvoeringstoetsen nemen wij dit punt van aandacht wel degelijk mee.
Mevrouw Karabulut (SP):
Natuurlijk neem je wetten en regels die geen consequenties voor de inkomens van mensen hebben, niet mee in zo'n voorstel. De staatssecretaris krijgt van mij alle vrijheid om een goede armoede-effectenrapportage op te stellen. Ik denk dat zij en haar ambtenaren slim genoeg zijn. De bedoeling is niet om te bekijken wat de specifieke gevolgen zijn, maar om vooraf te bedenken of een voorstel bijdraagt aan het oplossen van armoede en schulden of juist armoede en schulden creëert.
Staatssecretaris Klijnsma:
We doen dit als het opportuun is sowieso in de context van onze uitvoeringstoetsen. Als dat opportuun is, wordt dit ook altijd op de agenda gezet in het debat met de Kamer en bij de Raad van State.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Klijnsma:
Ik blijf deze motie dus ontraden.
In de motie op stuk nr. 353 verzoekt mevrouw Karabulut de regering om concrete maatregelen te nemen om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Ik heb al toegezegd in de context van de motie van de Eerste Kamer dat er een adviesaanvraag aan de SER komt, in samenwerking met het SCP, wat betreft de armoedebestrijding in relatie tot kinderen. Dit kabinet is natuurlijk voortdurend bezig met ervoor zorgen dat mensen die niet zulke dikke portemonnees hebben, mee kunnen blijven doen. Deze motie is dus overbodig. Ik ontraad het aannemen ervan.
De voorzitter:
Een korte vraag, mevrouw Karabulut.
Mevrouw Karabulut (SP):
De staatssecretaris zegt: voor een gedeelte werken we al zo en voor een ander gedeelte is het een ondersteuning van beleid. Waarom wordt de motie dan ontraden?
Staatssecretaris Klijnsma:
Omdat de strekking van de motie is dat wij concrete maatregelen zouden moeten nemen. Die zijn gewoon genomen. Dit is zo'n brede motie dat ik die niet zomaar kan overnemen. De strekking van de motie is op zich sympathiek, maar de motie zelf is veel te breed. Bovendien heeft dit kabinet maatregelen genomen.
Mevrouw Karabulut (SP):
Ik kan er geen chocolade meer van maken. De staatssecretaris zegt dat het voor een gedeelte nog in uitvoering is, naar aanleiding van een motie van de SP in de Eerste Kamer en dat er voor een ander gedeelte al aan wordt gewerkt. De staatssecretaris kan toch niet ontkennen dat onderwijl de kloof tussen rijk en arm wel degelijk groeit en dat zij dus niet klaar is? Ik snap wel dat zij bijna klaar is, dat er verkiezingen aan zitten te komen, maar de nood in de samenleving en de kloof groeien wel degelijk.
Staatssecretaris Klijnsma:
Daarom kijken we natuurlijk ook altijd bij uitstek naar koopkrachtplaatjes. Daarom heb ik ook het voorstel over het moratorium in de internetconsultatie belegd. Zo hebben wij tal van initiatieven genomen in de afgelopen drieënhalf jaar. Daar gaan we natuurlijk gewoon mee door. Ik denk dat mijn oordeel helder is.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter. Ik zou graag mijn motie op stuk nr. 348 aanhouden. De staatssecretaris verwijst naar een bijeenkomst die later nog komt en daarom houd ik deze motie nog even aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Voortman stel ik voor, haar motie (24515, nr. 348) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Klijnsma:
Voorzitter. In de laatste motie wordt de regering verzocht om te regelen dat het gehele incassotraject door één rijksincassodienst wordt uitgevoerd. Ik ontraad het aannemen van deze motie. Het project Clustering rijksincasso bundelt gerechtsdeurwaarderstrajecten. Dat loopt al. We zijn bewust daarmee begonnen; dat heb ik ook gemeld aan de Kamer. Dat zit ook in de Rijksincassovisie. Ik heb al gezegd dat ik de Kamer daarover "bijschrijf" voor 1 juli.
Mij rest nog de vraag van de heer Moors. Ik ga daar heel kort op in. Wij hebben gezegd dat het moratorium een prima middel is om een adempauze te geven aan mensen die diep in de schulden zitten en door schuldhulpverlening worden ondersteund. Tijdens de afkoelingsperiode wordt geld gereserveerd voor schuldeisers aan het einde van de rit. Het gaat erom dat voor schuldenaars financiële rust wordt gecreëerd zodat zij de boel gewoon op poten kunnen zetten. Ik denk dat schuldeisers daar ook bij gebaat zijn. Het heeft geen enkele zin om deurwaarder na deurwaarder erop uit te sturen, want die moeten ook betaald worden.
De heer Moors (VVD):
De staatssecretaris denkt dat het in het belang van de schuldeisers is. Mijn vraag is of het een voorwaarde is dat het in het belang van de schuldeisers is. Het is niet de bedoeling dat allemaal schuldeisers hierdoor benadeeld worden.
Staatssecretaris Klijnsma:
Helder is dat het moratorium wordt geëntameerd omdat er schuldenaren zijn en die geholpen moeten worden. Daar vloeit van alles uit voort, ook voor schuldeisers. De essentie ligt echter bij de adempauze, de time-out voor schuldenaren, opdat zij op verhaal kunnen komen en hun leven weer op orde kunnen brengen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt volgende week dinsdag gestemd.
De vergadering wordt van 12.48 uur tot 13.15 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-91-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.