5 Vragenuur: Vragen Van Veldhoven

Vragen van het lid Van Veldhoven aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht "Recyclen nu minder aantrekkelijk: vrees voor bergen plastic". 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. We gaan naar een wereld toe met 9 miljard mensen. Als we graag willen dat al die mensen een fatsoenlijk leven kunnen leiden op deze wereld, dan moeten we veel efficiënter omgaan met energie en grondstoffen. Daarom zet D66, overigens samen met een groot gedeelte van deze Kamer, in op een kringloopeconomie. In de media ontstond het beeld dat het zorgvuldig door de consument gescheiden afval misschien gewoon in de afvalverbrander terecht zou kunnen komen. Het lijkt mij heel belangrijk om dat vandaag met de staatssecretaris recht te zetten. We moeten naar een kringloopeconomie toe. De staatssecretaris heeft laatst in Brussel met een aantal partnerlanden een mooi initiatief daartoe ondertekend. Er zijn zelfs innovatieve bedrijven die uit oud plastic nieuwe brandstoffen maken. Ik stel een paar vragen aan de staatssecretaris om helderheid te krijgen over dit artikel. 

Kan de staatssecretaris het beeld wegnemen dat er bergen plastic zouden ontstaan en dat ingezameld afval naar een verbrander zou gaan? Ik wil ook graag iets meer naar de lange termijn kijken. Nederland is goed in recyclen. We willen graag aantrekkelijk blijven en we willen graag dat hergebruik aantrekkelijk blijft. Dan zou de lage olieprijs op de lange termijn wel een punt kunnen worden, vooral omdat de bestaande afspraken of contracten op een gegeven moment ten einde zijn. Deelt de staatssecretaris de ambitie dat Nederland zo veel mogelijk moet blijven inzamelen? Is zij ook van mening dat wij niet alleen op het aanbod moeten blijven inzetten, maar dat we ook moeten bekijken hoe we de vraag naar hergebruikt plastic kunnen stimuleren? PwC heeft een aanbeveling daarover gedaan. Is de staatssecretaris bereid om in lijn met die aanbeveling in kaart te brengen hoe we producenten kunnen prikkelen of aanmoedigen om gerecycled plastic te gebruiken in nieuwe producten? Misschien kan de Aanbestedingswet of het inkopen door de overheid daar een rol bij spelen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van Veldhoven voor haar vraag. Ik denk dat zij de spijker op de kop sloeg toen zij zei dat Nederland heel goed is in het recyclen. Dat past misschien ook wel bij onze volksaard. Er is regelmatig kritiek, ook op ons milieubeleid. Dat moeten we ons aantrekken, maar op dit punt doen we het nu juist echt heel goed en lopen we in Europa ver voorop. Het is heel positief dat er steeds meer plastic ingezameld wordt. We brengen daarmee het sluiten van de keten een stap dichterbij. Het is terecht dat mevrouw Van Veldhoven de circulaire economie bestempelt als een prioriteit van het Nederlandse EU-voorzitterschap. Ook met dank aan de inzet van mevrouw Van Veldhoven hebben we recentelijk een eerste internationale green deal kunnen sluiten. 

Ik kom op de vragen. Hoe zit het nu precies in de praktijk? Ik ben het met mevrouw Van Veldhoven eens dat het wel verstandig is om het ontstane beeld dat er bergen plastic in Nederland overblijven, te nuanceren. Die lagere olieprijs kennen we al wat langer, maar wat nu kennelijk speelt, is dat een aantal van de mensen in die industrie die een afzetmarkt in China hebben, recentelijk ook problemen is gaan ondervinden als gevolg van de tegenvallende economische groei in China. Uit gesprekken met verschillende bedrijven komt een wisselend beeld naar voren. We kunnen ons eigen beleid niet uitsluitend baseren op de vraag hoe laag de olieprijs nu is, waartoe sommige bedrijven ons oproepen, want op het moment dat de olieprijs weer stijgt zou je dan ook kunnen redeneren dat de wetgeving waarom gevraagd wordt, niet meer nodig is. 

Ik ben het met mevrouw Van Veldhoven eens dat we inderdaad op langere termijn onze ambitie zo hoog mogelijk moeten houden. Die kan ook nog verder omhoog. We bepleiten bijvoorbeeld in de Ecodesignrichtlijn al langere tijd dat er een percentage komt voor het gebruik van recyclemateriaal. Dat kun je niet nationaal vastleggen, zoals een deel van de verwerkingsbranche vraagt, maar dat kan Europees zeker wel. Dat is een van de punten waarop we inzetten. Ook bij het maatschappelijk inkopen moeten we op dit punt stappen zetten. Ik ben op dat punt van harte bereid om te doen wat mevrouw Van Veldhoven voorstaat, want dat lijkt mij een uitstekend idee. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De staatssecretaris en ik liggen heel dicht bij elkaar vandaag in onze opvatting over het belang van de kringloopeconomie. Ik ben blij dat zij zegt dat de ambitie hoog moet zijn en blijven en wellicht nog verder omhoog kan. 

Ik heb nog een vraag over het bepleiten van het gebruik van recyclemateriaal. Dat we dat niet in Nederland kunnen vastleggen maar wel in Europa, heeft natuurlijk alles te maken met de interne markt. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we het probleem niet verplaatsen naar de productie buiten Europa? Welke mogelijkheden bieden de handelsregels om ook eisen te stellen aan producten die van buiten Europa komen, zodat we voorkomen dat we het milieuprobleem verplaatsen van Europa naar daarbuiten? Ik deel zeker de ambitie van de staatssecretaris. Het gaat er volgens mij om te bekijken hoe we het praktisch invullen. Ik ben blij dat de staatssecretaris zegt dat we de vraagkant moeten stimuleren en dat zij bereid is de aanbevelingen van PwC in kaart te brengen. Wanneer kunnen we daar als Kamer nadere informatie over verwachten? 

Staatssecretaris Dijksma:

We zullen sowieso later dit jaar met een aantal grote voorstellen over de duurzame inkoop en het verder brengen van de circulaire economie naar de Kamer toekomen. Het lijkt me dus goed dat we dit daarin meenemen. Ik zal daarbij dan ook de aanbevelingen langslopen. Dat zeg ik mevrouw Van Veldhoven dus toe. 

Het gebruik van recyclemateriaal is inderdaad een kwestie van de interne markt. We zullen bij de debatten over de Ecodesignrichtlijn ook met de Commissie moeten bespreken wat dat eventueel zou betekenen voor onze regels op het terrein van de WTO en dergelijke. Ik weet dat we op tal van onderwerpen in Europees verband kwaliteitseisen aan producten stellen. Dat doen we volgens mij zonder al te veel problemen. Ik verwacht dus dat dit op zichzelf ook een houdbare positie is. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zie de informatie graag tegemoet. 

Ik zou de staatssecretaris tot slot willen vragen om nog eens met haar collega na te denken over hoe er ook in de Aanbestedingswet een impuls kan zijn om zo CO2-arm en zo milieuvriendelijk mogelijk in te kopen. Ook daarin zitten natuurlijk haakjes, niet specifiek voor plastic — dat moeten we ook niet specifiek voor plastic gaan regelen — maar die kunnen wel effect hebben op de vraagzijde en op het stimuleren van het hergebruik van grondstoffen in de breedte. De Aanbestedingswet wordt heel binnenkort, namelijk morgen al, in de Kamer besproken. Wellicht kan de staatssecretaris daarover nog even met haar collega van gedachten wisselen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat durf ik niet te beloven. Ik wil heel ver gaan, maar dit is een kwestie van een beetje overvragen, want ik denk niet dat het lukt om dit voor morgen al helemaal uitgediscussieerd te hebben. Ik kan me wel voorstellen dat zo'n onderwerp bij het thema duurzame inkoop nog een keer terugkomt. Uiteraard heeft mevrouw Van Veldhoven morgen alle gelegenheid om dit debat met mijn collega te voeren. Hij zal de vraag van mevrouw Van Veldhoven ongetwijfeld heel goed beantwoorden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Als het ook maar op het netvlies van de staatssecretaris staat. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook de CDA-fractie heeft zorgen over het hergebruik van het plastic in Nederland. We krijgen daar veel signalen over vanuit onze achterban. In hoeverre speelt de kwaliteit van het te hergebruiken plastic een rol? In hoeverre zou de staatssecretaris ook een stimulerende taak zien voor haar ministerie om te bekijken hoe het plastic op zo'n hoog mogelijk niveau hergebruikt kan worden, en hergebruik tegelijkertijd aantrekkelijk genoeg is? Kan de staatssecretaris daarop ingaan? 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat heeft voor een deel te maken met de wijze waarop het plastic wordt ingezameld. Naarmate dat beter gebeurt, heb je volgens mij minder problemen met het materiaal zelf. Tegelijkertijd is dit een kwestie die door de markt zelf moet worden opgepakt, want deze mensen hebben volgens mij een goed verdienmodel kunnen ontwikkelen. Bij sommige bedrijven zijn er ook minder problemen dan bij andere. Dat heeft ook met de afzetmarkt te maken. We willen er uiteraard ook voor zorgen dat de afzetmarkt in Europa en in ons eigen land zo groot mogelijk wordt. Dat doen we door allerlei afspraken, ook in het kunststofakkoord, om de recycling nog meer te stimuleren. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We zouden als Nederland toch voorop kunnen lopen in de kwaliteit van het te hergebruiken plastic? Natuurlijk hebben we die Europese afzetmarkt nodig. We hebben zelfs de hele wereld als afzetmarkt nodig, omdat wij het door de problemen in China daar niet meer kwijt kunnen. Hoe gaat de staatssecretaris dit bevorderen vanuit haar ministerie? Kan zij daar een verdere toelichting op geven? 

Staatssecretaris Dijksma:

Nee, dat kan ik nu niet, want ik heb op dit moment niet voor ogen dat ik op dat punt alweer allerlei vervolgstappen kan en ga zetten. Ik kan mij voorstellen dat we dit nog eens tegen het licht houden, ook alles wat wij doen op het punt van het verhogen van de ambitie. Ik ben ook benieuwd wat precies het probleem voor de bedrijven is, maar het is niet allemaal maakbaar vanuit I en M. Dat zou ik wel willen, maar dat is helaas not the case. Excuus: dat is helaas niet het geval. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De staatssecretaris heeft de term Ecodesignrichtlijn al laten vallen. Het Nederlandse Europese voorzitterschap biedt kansen om ambitieus in te zetten. Dat is deze staatssecretaris absoluut toevertrouwd. We moeten voorkomen dat gaat gebeuren wat ook in de media te lezen was. Ik denk daarbij toch aan een grondstoffenbelasting. Dat is echt een spannend instrument. Zou de staatssecretaris kunnen bekijken in hoeverre dit, wellicht ook Europees, een onderdeel kan zijn van de Ecodesignrichtlijn? Als we een prijs geven aan grondstoffen, wordt het voor bedrijven immers veel belangrijker om die grondstoffen terug te winnen. 

Staatssecretaris Dijksma:

Volgens mij hebben we in Nederland al een belasting die ingezet wordt op het verbranden. We hebben dus feitelijk andersom een prikkel ingebouwd waarmee je het recyclen aantrekkelijker maakt. Ik denk dat met de route in Europa vooral wordt ingezet op het zo aantrekkelijk mogelijk maken van recycling zelf. We hebben deze week een deal met het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België gesloten over secundaire grondstoffen. Daarmee zorgen we er eigenlijk voor dat de regels die het recyclen tussen die landen onmogelijk maken, geslecht worden. Dat is misschien nog wel het effectiefste instrument. Ik denk dat het heel goed is om daarop in te zetten. Dat is kansrijk en daar hebben we ook al brede steun voor. Tegelijkertijd moet je altijd blijven nadenken, maar ik heb niet zomaar elke fiscale prikkel in mijn achterzak, dus ook op dat punt kan ik mevrouw Dik-Faber geen beloftes doen. 

De voorzitter:

U hebt slechts op twee vragen antwoord gekregen? 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De staatssecretaris zegt dat ze geen beloftes kan doen, maar ze houdt een klein deurtje open. Mag ik haar vragen dit toch te bespreken en de Kamer hierover op een later moment nog een keer per brief te informeren? 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik ben zelf nu bezig met inzetten op het stimuleren van hergebruik en het slechten van de regelgeving. Daar gaat veel energie in zitten. Ik wil liever dat pad bewandelen, omdat dit naar mijn mening het meest effectief is. Op het andere heb ik ook minder invloed, omdat het niet onder mijn verantwoordelijkheid valt. Ik kan er wel allerlei gesprekken over aangaan, maar wie weet vallen die op dorre grond en dan heb je een hoop energie verplaatst, maar weinig bereikt. Aangezien ik net als mevrouw Dik-Faber heel ambitieus ben, wil ik mijn tanden graag zetten in de dossiers waar ik ook beweging in krijg. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Op hetzelfde onderwerp, maar met een andere invalshoek, heb ook ik een vraag. Hoe kijkt de staatssecretaris naar het importeren van afval? Daar zit ook plastic in, maar het telt niet mee in de cijfers over Nederland. Daar is de staatssecretaris overigens terecht trots op. Hoe kijkt zij echter naar het stoppen van het importeren van plastic afval? 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik zou daar heel voorzichtig mee willen zijn, want het grootste probleem is dat wij materialen nu soms als afval bestempelen, terwijl zij dat juist niet langer meer moeten zijn zodat we ze kunnen hergebruiken. Ik weet dus niet wat voor een effect een dergelijk voorstel zou hebben, los van de vraag of dat ook zomaar mogelijk is, gelet op de interne markt. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is heel raar dat we in Nederland van alles stimuleren om plastic in te leveren en te recyclen en om te proberen verpakkingen terug te brengen, maar ondertussen uit Malta, Italië en Groot-Brittannië grote hoeveelheden afval importeren, waar alles dwars door elkaar in zit. Over het algemeen gaat dit rechtstreeks de verbrandingsoven in. In de brief die de staatssecretaris de Kamer toch al heeft toegezegd, zou een kleine paragraaf kunnen komen over al het plastic dat we op deze manier importeren. Anders doe je de voordeur dicht, maar zet je de achterdeur open. 

Staatssecretaris Dijksma:

Wat dat betreft doen we juist aan bronbeleid, want wat we op dit moment doen met het pakket voor de circulaire economie en voor de verwerking, is dat we Europees gaan regelen dat al die landen die het veel slechter doen dan wij de kwaliteit van hun verwerking omhoog brengen. Voor sommigen gaat het niet ver genoeg, maar voor mij is het heel hoopvol om te zien dat we daarmee de hele Europese afvalketen op een hoger kwaliteitsniveau brengen en dus kunnen voorkomen waar mevrouw Van Tongeren nu op wijst. Dus ja, je moet ook naar de achterdeur kijken, maar je moet ook het Europese beleid over de hele linie verbeteren. Dat heeft bovendien als voordeel dat onze voorsprong per saldo wat kleiner wordt, wat ons net de gelegenheid geeft om wat harder te kunnen lopen. Omdat we daarmee de bodem omhoog brengen, kan de lat voor onszelf weer wat hoger komen. 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

We kunnen op Europees niveau veel met elkaar afspreken, maar in deze casus vind ik het vooral van belang hoe we het op nationaal niveau geregeld hebben. We hebben een raamovereenkomst duurzaam verpakken. De problematiek die vandaag aan de orde wordt gesteld, heeft vooral te maken met het plastic-herosysteem, een inzamelingssysteem. De staatssecretaris heeft mevrouw Van Veldhoven zojuist toegezegd met een brief te komen. Ik wil daaraan graag toegevoegd zien hoe het plastic-herosysteem op dit moment functioneert en of het bedrijfsleven niet alleen kijkt naar het kostenaspect, maar daarbij ook de ambities op het gebied van duurzaamheid betrekt. 

Staatssecretaris Dijksma:

We zullen de Kamer sowieso geregeld op de hoogte houden van de voortgang van deze overeenkomst. Er lijkt mij niets mis mee om dat op een bepaald moment ook weer te doen. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het was mooi geweest als wij dit twee weken geleden in een debat hadden besproken in plaats van vandaag in het vragenuur. De staatssecretaris is het toch met mij eens dat de raamovereenkomst verpakkingen enorm veel voordelen heeft geboden? Er wordt jaarlijks 120 miljoen tot 150 miljoen geïnvesteerd door het bedrijfsleven. Gemeentes hebben een heel goed systeem: in iedere gemeente wordt plastic ingezameld. Inwoners doen daaraan mee. Het plastic stapelt zich op, maar er moet natuurlijk wel een afzetmarkt voor zijn. Ik hoor graag van de staatssecretaris welke weg zij wil inslaan. Is het een kwestie van marktwerking, van vraag en aanbod, en ervoor zorgen dat genoeg producenten het plastic als secundaire grondstof inzetten? Of wil ze het met wetgeving afdwingen? Wij zijn niet zo van de maakbaarheid, maar het is wel één Europese markt. 

Staatssecretaris Dijksma:

Je hebt altijd een intelligente mix van instrumenten nodig. Daar hoort bij dat je zo veel mogelijk initiatieven van het bedrijfsleven ondersteunt — dat doen we ook — en dat je soms ook stimuleert waar het kan. Als het niet met wetgeving hoeft, dan liever niet, want dat is een omslachtige route. Als je wel met wetgeving komt, wat soms zinvol is, dan liever op Europees niveau, zeker als het de interne markt betreft. Dat geldt bijvoorbeeld voor een idee als het recyclingspercentage. Nederland is daarvoor, maar dat zou dan wel op Europees niveau geregeld moeten worden, zodat het speelveld voor alle partijen gelijk is. Ik denk en hoop dat ik de heer Dijkstra dan weer aan mijn zijde vindt. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

In hoeverre kunnen al die milieubewuste mensen die nu bezig zijn met het inzamelen van drankenkartons en plastic — we zien het effect daarvan: we halen inmiddels het dubbele van het Europese gemiddelde — van de overheden, ook van de lokale overheden, verwachten dat ze hun inspanning terugzien in een verlaging van de afvalstoffenheffing? Als de producenten zo veel betalen, dan zouden gemeentes dat eigenlijk als beloning moeten teruggeven aan de burgers die die inzameling mogelijk maken. Hoe gaan we dat voor elkaar krijgen? 

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is lokaal belegd, zoals de heer Dijkstra weet. Volgens mij zit zijn partij goed in al die raden. Ik zou dus zeggen: doe uw best! 

Naar boven