2 Vragenuur: Vragen Teeven

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Teeven aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de lobbyactiviteiten van oud-politici. 

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Het woord is aan de heer Teeven. 

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Het is inderdaad een mooie dag waarop ik als eerste spreker in het vragenuur het woord mag voeren, waarvoor dank. 

Lobbyen hier en rond de Tweede Kamer is iets van alle dagen. De activiteiten van oud-ministers, staatssecretarissen en Kamerleden als lobbyist vormen hierop geen uitzondering. Dat is ook een meerwaarde voor de Kamer. Dat geldt ook voor de bedrijvigheid die oud-CDA-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot heeft ontwikkeld, welke bedrijvigheid afgelopen zaterdag door NRC Handelsblad werd omschreven. Toch is het bij lobbyen heel erg van belang, ook als je praat over de gevoelige dossiers waarvan de oud-minister er een aantal behandelt, dat integriteit en transparantie voorop staan. Dat is overigens ook iets wat de minister van Buitenlandse Zaken afgelopen zaterdag nog eens duidelijk naar voren heeft gebracht op Radio 1. Vanuit dat punt een drietal vragen. 

Is de minister bekend met de protocollen van de Beroepsvereniging voor Public Affairs? Is de minister van oordeel dat in deze specifieke casus met oud-minister Bot en in het algemeen langs de lijnen van de protocollen van de eigen beroepsvereniging zou moeten worden gehandeld? Is het een idee om deze protocollen leidend te laten zijn bij de contacten met lobbyisten? 

Komt het voor dat lobbyisten onder valse voorwendsels contacten hebben met ambtenaren van het departement van Buitenlandse Zaken? Gebeurt het in het algemeen dat mensen zeggen dat zij voor A komen, maar uiteindelijk over B een gesprek voeren? Is dat ook in deze concrete zaak het geval geweest? Kwam de betrokken oud-minister voor onderwerp A, maar ging hij praten over onderwerp B? Wordt dat dan met betrokkenen gewisseld? Is ook in deze concrete zaak met betrokkenen gewisseld dat dit onwenselijk is? 

Komt het bij het ministerie van Buitenlandse Zaken voor dat ambtenaren die vallen onder de aansturing van verschillende bewindspersonen, in dit geval de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Buitenlandse Zaken, door lobbyisten tegen elkaar worden uitgespeeld, dan wel dat de betrokken ambtenaren tegen elkaar worden uitgespeeld? Gebeurt dat in het algemeen en is dat in deze concrete casus gebeurd? 

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik feliciteer u met de Internationale Vrouwendag. De heer Teeven dank ik voor zijn vragen, die ik een voor een zal langslopen. 

In het algemeen zeg ik de heer Teeven na dat transparantie voorop moet staan. Er is helemaal niets mis met lobbyen. Het is goed om kennis te kunnen nemen van de visies van organisaties en bedrijven op verschillende vraagstukken, maar het moet duidelijk zijn onder welke voorwendselen iemand komt en met welke bedoeling dat gebeurt. 

Ik moet bekennen dat ik de protocollen van de lobbyorganisatie BVPA niet van a tot z ken, want ik ben niet de baas van die lobbyorganisatie. De voorzitter van deze lobbyorganisatie is de heer Jaap Jelle Feenstra. Hij zei afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad: wees duidelijk namens welk belang je komt. Je mag voor alles lobbyen wat God niet verboden heeft, meldt hij, als je het maar professioneel en integer doet. Als ik kijk naar die protocollen, dan zie ik dat transparantie voorop staat. Ik ondersteun dat, want lobbyen kan absoluut een doel dienen. Zelf heb ik graag direct contact met bedrijven en organisaties en niet via ingehuurde lobbyisten. Ik vind het fijn om te horen van de mensen die het werkelijk betreft, welke belangen zij vertegenwoordigen en wat zij belangrijk vinden. Ik vind het een goede zaak dat er een beroepsvereniging is en dat degenen die zich tot dat beroep rekenen, de protocollen van de BVPA volgen. 

De heer Teeven heeft gevraagd of het voorkomt dat lobbyisten zich onder valse voorwendselen bij ambtenaren melden. Voor ambtenaren is het verstandig om kennis te nemen van verschillende visies. Het is dan ook verstandig als zij bij het aangaan van een gesprek vragen waarover het moet gaan. Als zou blijken dat het daar dan niet over gaat, lijkt het mij duidelijk dat het verstandig is om tegengas te geven en aan te geven dat dit niet de gewenste situatie is. Het is trouwens voor de betreffende lobbyisten niet verstandig, want bij een volgend gesprek is de deur natuurlijk dicht. 

Is het mij bekend dat ambtenaren tegen elkaar worden uitgespeeld en spreken wij daarover? Tegen elkaar uitspelen is nooit verstandig. Je moet met open vizier de strijd, welke dat ook is, aangaan en met open vizier tegenover zowel de ene persoon als de andere persoon hetzelfde verhaal houden. Mocht het zich voordoen, dan vind ik dat een praktijk die niet zou mogen. Dan wordt dat zeker besproken. 

De heer Teeven (VVD):

Dank voor de antwoorden van de minister, maar het is nog niet helemaal compleet. Ik heb gevraagd of mensen tegen elkaar worden uitgespeeld. Ik heb zaterdag de minister van Buitenlandse Zaken op Radio 1 gehoord. Ik heb toch duidelijk begrepen dat over het optreden in een concrete zaak ook is geklaagd bij de leverancier. De minister zegt dat zij liever rechtstreeks met leveranciers zaken doet. Als echter lobbyisten bij ambtenaren van het departement komen en niet volgens de regels handelen, gaat de minister dan ook naar de leveranciers toe om te zeggen dat ze het zo niet meer wil hebben en dat ze een opdracht wel kunnen vergeten als ze dit soort mensen op haar dak sturen, omdat het niet transparant is en niet is zoals het zou moeten? 

Minister Ploumen:

De heer Teeven drukt zich in het algemeen iets minder diplomatiek uit dan ik zelf doe. Het klopt echter dat ik, als ik via lobbyisten benaderd word, de gewoonte heb om tegen bedrijven te zeggen dat zij zich direct bij ons of bij de ambtenaren moeten melden als er iets is wat wij zouden moeten weten, dat zij dat niet via allerlei omwegen moeten doen en dat zij gewoon open kaart moeten spelen. Dit is zeker aan de orde. Ik prefereer echt rechtstreekse contacten. Als het voorkomt, zeg ik, misschien iets diplomatieker dan de heer-Teeven, tegen het betreffende bedrijf of de betreffende organisaties dat ik daar niet van gediend ben. 

De heer Teeven (VVD):

Laat ik dan mijn vraag iets diplomatieker stellen, want ik neem graag de opmerking ter harte dat het weinig diplomatiek is. Ik ga niet in op een concrete casus, maar heeft de minister in de afgelopen periode, zoals in NRC Handelsblad werd geschreven, bij leveranciers of bedrijven waarmee het ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zaken doet, geklaagd over het optreden van lobbyisten in concrete gevallen? 

Minister Ploumen:

Ja. 

De heer Teeven (VVD):

Dat zij onder valse voorwendselen op het ministerie kwamen, zeggen dat ze over a wilden praten en vervolgens een beetje smoezelig over b gingen praten? 

Minister Ploumen:

Het antwoord is ja. 

De heer Teeven (VVD):

Oké, dan heb ik verder geen vragen. 

De heer Van Raak (SP):

Oud-minister Ben Bot maakt misbruik van de situatie en van zijn positie door te lobbyen voor de olie-industrie. Daarbij houdt hij ministers, ambtenaren en Kamerleden voor de gek. Nu zeggen ministers of Kamerleden in de media dat je toch geen nee kunt zeggen als een oud-minister belt. Dat snap ik niet goed. Je kunt toch gewoon nee zeggen? Kan de minister hier toezeggen dat iemand die de zaak bedriegt, Ben Bot, gewoon niet meer binnenkomt, dat men gewoon nee zegt als hij aanbelt, omdat men hem niet vertrouwt en omdat hij misbruikt maakt van zijn positie? Is de minister bereid om hier te zeggen dat dit soort lobbyisten er gewoon niet meer in komt? 

Minister Ploumen:

Volgens mij heb ik net al duidelijk gezegd dat ik het liefst direct contact heb met bedrijven en organisaties en dat het in alle gevallen duidelijk moet zijn, als lobbyisten een gesprek willen, met welk belang zij komen en welke onderwerpen zij willen bespreken en dat zij daarin een rechte koers moeten varen. Ik ga ervan uit dat alle lobbyisten van Nederland dit nu horen en dat zij zich aan de regels houden als het gaat om afspraken met mij. 

De heer De Roon (PVV):

Heeft de minister bij het CDA, of het nu de partijtop is of de fractietop in het parlement, aan de orde gesteld dat dergelijk achterbaks lobbyoptreden van ex-CDA-minister Bot echt niet door de beugel kan en hoe is daarop vanuit het CDA gereageerd? 

Minister Ploumen:

Ik heb geen contacten gehad met het CDA. Ik vind dat het mijn verantwoordelijkheid is om aan te geven wat ik wel en niet wenselijk vind. Dat heb ik bij betrokken partijen gedaan en dat lijkt mij voldoende. 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter? 

De voorzitter:

Dit is uw tweede vraag, mijnheer De Roon? 

De heer De Roon (PVV):

Ja, graag mijn tweede vraag, voorzitter. Dank u. Is de minister dan bereid om, als dergelijk achterbaks CDA-lobbyoptreden zich weer voordoet, dat in ieder geval aan de Kamer te melden? 

Minister Ploumen:

Ik zou de woorden van de heer De Roon op zich niet zo willen overnemen. Het is echter duidelijk — ik zei dat net ook al in antwoord op de heer Van Raak — dat alle lobbyisten van Nederland weten dat ik het liefst rechtstreeks zaken doe met bedrijven en organisaties en dat ze, als ze een gesprek willen, gewoon moeten aangeven waarover dat gesprek gaat. Dat geldt voor alle lobbyisten. Ik neem aan dat iedereen die luistert, zich dat aantrekt, of dat nu een partijtop is of een persoon. 

De voorzitter:

Dank u wel. Nee, mijnheer Van Roon, iedereen heeft recht op twee vragen. U ook. 

Naar boven