5 Vragenuur: Vragen Koşer Kaya

Vragen van het lid Koşer Kaya aan de minister voor Wonen en Rijksdienst, bij afwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht dat raadsleden die intimidatie of verbale agressie ondervinden in een vijfde van de gevallen hun functioneren of stemgedrag aanpassen. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Afgelopen week kwam via raadslid.nu het bericht naar buiten dat vele raadsleden zich bedreigd of geïntimideerd voelen. Ruim 30% heeft weleens verbale agressie of intimidatie ondervonden. Bij een vijfde van hen heeft dat ertoe geleid dat zij hun functioneren of hun stemgedrag hebben aangepast. 

Dit is helaas niet het eerste signaal dat de democratie onder druk staat. Begin mei kwamen er alarmerende berichten dat criminelen in een op de vijf gemeenten het gezag ondermijnen. In diezelfde maand beschreef een burgemeester, uit angst anoniem, hoe criminelen in het openbaar bestuur infiltreren en de rechtsstaat ondermijnen. Daar komt het uiteindelijk namelijk wel op neer. Als volksvertegenwoordigers en bestuurders niet meer vrij naar eer en geweten kunnen handelen, dan verliezen we onze democratie en onze rechtsstaat. Dat mogen we nooit laten gebeuren. 

De regering, en de minister van Binnenlandse Zaken in het bijzonder, is verantwoordelijk voor de integriteit van het binnenlands bestuur. Ik verwacht dan van hem een leidende rol in het signaleren en oplossen van dit probleem. Daarom heb ik drie heel simpele vragen aan de minister: herkent hij het geschetste beeld? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat volgend jaar geen enkel raadslid zich geïntimideerd voelt, of last heeft van agressie? Hoe zorgt de minister ervoor dat volgend jaar geen enkel raadslid zich gedwongen voelt om zijn stemgedrag aan te passen als gevolg van intimidatie of agressie? 

Minister Blok:

Voorzitter. Mevrouw Koşer Kaya heeft nog langer dan ik in het lokaal bestuur geopereerd en weet dus — hoe betreurenswaardig dat ook is — dat het toch met enige regelmaat voorkomt dat er gescholden wordt of nog erger, in de richting van wethouders of gemeenteraadsleden. Hoezeer dat ook hoort bij de praktijk die een dagelijks bestuurder tegenkomt, het blijft onacceptabel. Dat laten we als samenleving dus ook op een heel aantal manieren blijken. Het is al geruime tijd zo dat het Openbaar Ministerie een duidelijk zwaardere strafeis hanteert als er sprake is van bedreiging of intimidatie van mensen met een publieke functie. Dat is terecht. Als het specifiek gaat om de raadsleden — het onderzoek waar mevrouw Koşer Kaya naar verwijst, betreft de raadsleden — ondersteunen we vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken ook met volle kracht de burgemeesters die verantwoordelijk zijn voor die lokale veiligheid. Zo worden er speciale trainingen gegeven aan burgemeesters over de wijze waarop ze kunnen omgaan met agressie en bedreiging. Op korte termijn is er ook weer een overleg met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters over deze materie. 

De eerste vraag van mevrouw Koşer Kaya was of ik het beeld herkende. Ik herken het beeld. Dat is reden voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar eigenlijk voor iedereen met een warm hart voor het openbaar bestuur en de democratie, om ertegen op te treden. 

Mevrouw Koşer Kaya vroeg ook of ik kan garanderen dat het komende jaar geen enkel raadslid geïntimideerd kan worden. Dat zou ik wel willen, maar dat zou niet eerlijk zijn. Door de emoties, die vaak wel begrijpelijk zijn maar nooit mogen ontaarden in schelden of bedreigen, zal dit soort incidenten plaats blijven vinden. 

Dat brengt mij bij het laatste punt van mevrouw Koşer Kaya. Het is inderdaad onacceptabel dat raadsleden zich zo gehinderd voelen in hun functioneren dat zelfs hun stemgedrag daardoor wordt aangepast. Ik begreep uit het onderzoek dat dit in 2% tot 5% van de gevallen is voorgekomen. Het zijn lage percentages, maar het is nog altijd veel te hoog. Als er sprake is van intimidatie of bedreiging, moet dit in het openbaar op tafel komen, ook in een raadsvergadering. Dat is cruciaal. We zullen dit ook op tafel brengen in het gesprek met de burgemeesters. Alle partijen, alle raadsleden, zouden dan moeten verklaren dat ze dit probleem herkennen, maar dat ze zich niet laten kisten. Ze moeten altijd aangifte doen en dit niet accepteren. Ze moeten ook aangeven dat ze hierdoor nooit hun stemgedrag zullen laten beïnvloeden. Op die manier staan we met zijn allen pal voor de democratie. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Onze rechtsstaat en onze democratie zijn een ontzettend groot goed. Ik vind het toch lichtvaardig dat er alleen gezegd wordt dat burgemeesters trainingen en hulp krijgen om dit probleem aan te pakken. Dit betreft ook onze wethouders en raadsleden. Zo'n training kan niet beperkt blijven tot de burgemeesters. Een en ander moet dus uitgebreid worden. Dat is één. Ten tweede moet men zo snel mogelijk met de VNG om de tafel gaan zitten om een stappenplan te maken om ervoor te zorgen dat bedreiging en intimidatie niet meer plaatsvinden. Ten derde moeten raadsleden als er sprake is van intimidatie of bedreiging kunnen bellen, bijvoorbeeld met een meldpunt, om dit aan de orde te stellen, al is het midden in de nacht. Een burgemeester kan daar natuurlijk een heel mooie rol in spelen. Kan de minister deze mogelijkheid ook meenemen? 

Minister Blok:

De grote urgentie die mevrouw Koşer Kaya benoemt, voel ik ook. Het is niet voor niets dat we over dit onderwerp al een bijeenkomst belegd hebben, en ook dat de genoemde trainingen al bestaan. Mevrouw Koşer Kaya vroeg ook naar een stappenplan. Er is inderdaad een stappenplan over de vraag hoe op lokaal niveau om te gaan met bedreigde raadsleden. Mevrouw Koşer Kaya wees er ook op dat het belangrijk is om een en ander te kunnen melden en bescherming te kunnen vragen. Hoe droevig het ook is dat het nodig is, er is natuurlijk al een stelsel van bescherming en beveiliging voor raadsleden, wethouders en burgemeesters die het slachtoffer zijn van grote dreiging. De suggesties die mevrouw Koşer Kaya doet over aanvullende trainingen vind ik een logisch onderwerp om bij het al geplande overleg met de burgemeesters en de VNG te betrekken. Ik kan me namelijk voorstellen dat er leemtes zijn, maar dan wil ik ook echt met de mensen om wie het gaat hebben besproken waar die zitten en hoe we die invullen. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik dank de minister voor de toezegging om in ieder geval de trainingen en de andere mogelijke stappen die genomen kunnen worden om intimidatie en bedreiging van raadsleden te voorkomen, mee te nemen in het overleg. Ik zou de minister dan wel willen vragen om de uitkomst van het overleg over het stappenplan en de mogelijke oplossingen om raadsleden te trainen naar de Kamer te sturen. Dan kunnen we daar indien nodig verder over praten. Voorkomen is echter beter dan genezen. Ik zou in het overleg dus ook de preventieve kant willen meenemen. Kan de minister dat ook toezeggen? 

Minister Blok:

Nadat het overleg met de burgemeesters en de VNG heeft plaatsgevonden laat ik de Kamer graag weten wat daar uit is gekomen. Daarbij zal ik ook de maatregelen opnemen die al genomen zijn, bijvoorbeeld het stappenplan en de trainingen, zodat er een totaaloverzicht van al bestaande en nog te nemen maatregelen beschikbaar is. 

De heer Klein (Klein):

In het artikel van de Vereniging voor Raadsleden werd met er name op gewezen dat raadsleden hun stem zouden gaan veranderen onder druk van derden. De minister geeft in zijn antwoord aan dat het heel goed is dat er training plaatsvindt. Mijn vraag is: zou u bij de training ook partijbesturen willen betrekken, zodat er ook vanuit partijbesturen zuiverheid is en dat er geen druk kan plaatsvinden op de onafhankelijkheid van raadsleden? 

Minister Blok:

Ook voor dit punt geldt dat ik het me in eerste instantie kan voorstellen dat dit gebeurt, maar dat ik het logisch vind om dit in hetzelfde overleg te betrekken, bij het gesprek over de vraag hoe we het meest effectief partijen en volksvertegenwoordigers nog weerbaarder kunnen maken tegen dit soort vormen van intimidatie. 

Ik ben het op dit punt volstrekt met de heer Klein en mevrouw Koşer Kaya eens. Het is onacceptabel dat mensen hun stemgedrag gaan veranderen uit angst voor de mogelijke gevolgen van dat stemgedrag. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn antwoorden op de gestelde vragen en voor zijn komst naar de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Heerma van het CDA. 

Naar boven