5 Vragenuur: Vragen Karabulut

Vragen van het lid Karabulut aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over uitspraken inzake voedselbanken. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Vorige week was de staatssecretaris in Limburg. Net als andere Nederlanders doen Limburgers heel hard hun best om rond te komen. Voor heel rijke mensen is dat geen enkel probleem. Zij worden steeds rijker, zoals wij vanochtend ook in de krant lazen. De rijkste 1% heeft er vorig jaar weer 23 miljard aan vermogen bij gekregen, terwijl de onderste 10%, de mensen met de laagste inkomens, een gemiddelde schuld van €57.000 heeft. Steeds meer uitkeringsgerechtigde ouderen en werkenden kunnen niet meer rondkomen. Uitkeringen zijn te laag, lonen zijn te laag, zorg en huren worden door de vermarkting steeds onbetaalbaarder, hypotheken aflossen gaat niet altijd meer en honderdduizenden Nederlanders bouwen alleen maar schulden op. 

Helaas wordt duidelijk dat steeds meer Nederlanders voor hun eten afhankelijk worden van de voedselbank. Toen ik de staatssecretaris dus vorige week op een Limburgse televisiezender zag spreken over de voedselbanken, dacht ik: nu komt ze met het plan. Nu komt de staatssecretaris met dat plan voor de andere kant van Nederland en gaat zij ons vertellen hoe zij voedselbanken in Nederland overbodig gaat maken. Ik schrok en ik schaamde me. Dit is wat de staatssecretaris onder andere zei: "Toen de voedselbanken ontstonden dacht ik ook 'tsjonge, tsjonge, moeten we dat nou willen?', maar zo langzamerhand zien we dat voedselbanken ervoor zorgen dat het voedsel goed terechtkomt". Dat laatste is natuurlijk waar, maar meent de staatssecretaris nu echt dat we meer armoede nodig hebben om de voedselverspilling tegen te gaan? Meent zij nu echt dat we meer voedselbanken nodig hebben omdat dat voedsel zo lekker terechtkomt? 

Ik heb één vraag aan de staatssecretaris: gaat de staatssecretaris de voedselbanken overbodig maken, ja of nee? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Voorzitter. Dank aan mevrouw Karabulut voor haar vraag. Ik heb een interview gegeven voor de Limburgse televisie en daarin heb ik getracht de voedselbankactie van overigens niet alleen de Limburgse televisie maar van alle regionale omroepen te ruggensteunen. Natuurlijk vind ik en vinden volgens mij alle leden van deze Kamer dat het hartstikke belangrijk is dat alle Nederlanders gewoon rond kunnen komen van de inkomensvoorzieningen die ze hebben en dat ze geen schulden opbouwen. We hebben een dikke economische crisis achter de rug en daaruit blijkt dat veel Nederlanders niet de tering naar de nering kunnen zetten. We hebben gelukkig in ons land een goed vangnet en dat heet de bijstand. Natuurlijk is het zo dat die bijstand niet onmiddellijk een vetpot is. Het is een vangnet van waaruit mensen hun leven kunnen leven. Ik vind het een groot goed dat mensen ook elkaar helpen. Dat is echt niet van gisteren op vandaag, want dat is altijd zo geweest. 

Er zijn tal van initiatieven van maatschappelijke instellingen en vrijwilligersorganisaties, die elkaar helpen als het even niet zo goed gaat. Een van die instellingen is de voedselbank. Het mes snijdt dus aan veel kanten. Mevrouw Karabulut vraagt mij of ik zou willen dat de voedselbank niet bestond. Ik zou natuurlijk willen dat alle mensen een portemonnee hadden waaruit ze hun schulden konden betalen, maar nu de voedselbank wel bestaat, snijdt het mes aan veel kanten. Mensen krijgen voedsel, dat anders misschien niet gebruikt zou worden en er zijn veel vrijwilligers actief — laat ik die nu eens een dikke vette pluim geven — die helpen om dat voedsel te verstrekken. Vanuit de voedselbanken — dat vind ik echt een groot goed — worden ook handreikingen gedaan aan andere hulpverleningsinstanties, ook van de overheid, zodat overheid en maatschappelijke instellingen elkaar versterken. Dat vind ik een prima idee. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Mijn vraag is niet beantwoord. Daarom zal ik hem herhalen. Wil de staatssecretaris, die verantwoordelijk is voor armoedebestrijding en ervoor moet zorgen dat mensen minder in plaats van meer schulden krijgen, de voedselbanken overbodig maken, ja of nee? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Volgens mij heb ik in mijn eerste antwoord heel helder gemaakt dat ik het een goed idee vind dat maatschappelijke instellingen in nauwe samenwerking met de overheid optrekken. Ik doe dat ook. Samen met Humanitas, de kerken, SchuldHulpMaatje, Resto VanHarte en allerlei fondsen, zoals het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds en Leergeld, zorgen wij ervoor dat mensen geholpen worden. Dat doen we ook met gemeenschapsgeld. Dat doen we met ons allen. Daar gaan we gewoon mee door. Overigens heeft het kabinet structureel 100 miljoen beschikbaar gesteld voor de armoedebestrijding. Met die middelen helpen we ook de voedselbanken. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Werkelijk waar, ik ben best wel wat gewend geraakt in de loop der jaren, maar zo bont als deze staatssecretaris het maakt, heb ik het nog niet meegemaakt. Zij zegt dat het vangnet, de bijstand, voldoende is. Ik wil de staatssecretaris eraan herinneren dat driekwart van de uitkeringsgerechtigden in armoede leeft. 60% van de kinderen uit deze gezinnen leeft in armoede. Zij zijn afhankelijk van de voedselbank. Ik snap wel waarom de staatssecretaris hier niet wil zeggen dat zij voedselbanken overbodig wil maken, want zij is er, door het beleid van dit kabinet, voor verantwoordelijk dat er steeds meer voedselbanken komen. Zij is ziende blind en horende doof voor de ellende en de groeiende nood onder de bevolking. Toch wil ik een laatste poging doen om haar geweten aan te spreken. De staatssecretaris hoeft het rechtse VVD-rotbeleid niet te pikken. De staatssecretaris kan knokken voor zieken, gehandicapten, werkenden, uitkeringsgerechtigden; zij kan knokken voor huurverlaging, afschaffing van het eigen risico, een nationaal ziekenfonds en investeringen in werk. Sociale politiek en de armoede Nederland uit helpen zijn mogelijk in een rijk land als Nederland door daar samen voor te knokken. Wat gaat de staatssecretaris doen? Gaat zij hier iets aan doen of wil zij de voedselbanken omarmen en bestendigen? Als dat niet het geval is, wil ik het volgende van haar weten. Op dit moment maken 100.000 mensen noodgedwongen gebruik van de voedselbank. Hoeveel zijn dat er over anderhalf jaar? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Deze staatsssecretaris is de politiek ingegaan om mensen te helpen die het niet bepaald enorm getroffen hebben. Daar ben ik druk mee doende. Dat doe ik op tal van manieren. Niet voor niets zei ik net dat er 100 miljoen beschikbaar is voor projecten die we samen met gemeenten uitvoeren. Gemeenten zijn heel dicht bij mensen actief. Zij zorgen ervoor dat mensen weer recht overeind komen te staan. Ik vind het prima dat gemeenten dat in nauwe samenspraak met maatschappelijke instellingen doen. Dat doe ik zelf ook en dat blijf ik gewoon doen. Daar is helemaal geen misverstand over. Iedere persoon die in armoede leeft, is er een te veel. We blijven ervoor knokken dat iedereen uit de armoede komt. 

Mevrouw Karabulut (SP):

100 miljoen, daar staat een bezuinigingspakket van meer dan 50 miljard tegenover. Net zoals de staatssecretaris de vorige keer, roep ik iedereen op om het verhaal te vertellen dat "ze er niet zo goed bijzitten". Dat waren de woorden van de staatssecretaris. Ik roep iedereen op om die verhalen naar de SP te mailen en met ons te knokken voor sociale politiek. Van deze staatssecretaris moeten wij het niet hebben want die zit vastgenageld aan het kabinet. 

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ik vind het heel erg dat voedselbanken nodig blijken te zijn. Zolang ze nodig zijn, is het echter wel heel fijn dat mensen in Nederland elkaar proberen te helpen. Een meer structurele oplossing ligt in het effectiever maken van ons armoede- en schuldenbeleid. Daartoe heb ik een motie ingediend die is omarmd door de staatssecretaris en ook door de Kamer is gesteund. Ik roep de staatssecretaris op om die motie zo snel mogelijk uit te voeren want ons schulden- en armoedebeleid moet flink effectiever. Mijn concrete vraag voor de korte termijn luidt op welke wijze de voedselbanken door de staatssecretaris worden ondersteund om hun werk te doen. 

Staatssecretaris Klijnsma:

We hebben van de 100 miljoen waarover ik sprak tweemaal €350.000 aan de voedselbanken doen toekomen. Er is een nieuwe subsidieregeling voor 2016 en 2017 afgesproken. Daarop kunnen de voedselbanken ook intekenen. Wij zijn bezig om de bestaande toolkit voor voedselbanken te actualiseren, waarmee ze de samenwerking met gemeenten goed kunnen invullen. Als mensen naar de voedselbank gaan, blijkt namelijk dat vanuit de voedselbank mensen goed worden begeleid naar schuldhulpverlening en anderszins. Ook dat is prima. Van de voedselbanken heb ik ook gehoord dat mensen gelukkig niet de volledige periode bij de voedselbank hoeven aan te kloppen, maar dat ze na een redelijke tijd inderdaad weer zelfstandig hun leven kunnen leiden. 

Mevrouw Yücel (PvdA):

De staatssecretaris is ook heel druk bezig de vaststelling van de beslagvrije voet door de Belastingdienst te vereenvoudigen. Dat is heel goed want daardoor zakken in de toekomst hopelijk minder mensen onder die grens. Mijn collega mevrouw Karabulut van de SP-fractie heeft gevraagd om daarbij ook het bestaansminimum opnieuw tegen het licht te houden. 

De voorzitter:

Wat is uw vraag? 

Mevrouw Yücel (PvdA):

Hoe ver is de staatssecretaris daarmee en kunnen wij daarover snel worden geïnformeerd? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Ik ben druk doende met alle partijen die met de beslagvrije voet moeten werken om tot een vereenvoudiging van de beslagvrije voet te komen. Ik hoop de Kamer binnen een aantal weken de resultaten daarvan te kunnen laten zien. Daarna kunnen wij bekijken hoe wij de beslagvrije voet in de regelgeving kunnen verankeren. 

De heer Moors (VVD):

Is de staatssecretaris het met mij eens dat wij in Nederland een mooi socialezekerheidsstelsel hebben, maar dat de overheid niet alle problemen kan oplossen, zoals de SP-fractie denkt, en dat het bestaan van voedselbanken daarom een mooi teken is van een weerbare maatschappij waarin mensen elkaar helpen? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Het is mooi dat zowel de heer Moors als mevrouw Karabulut het woord voert vanmiddag. Daaruit blijkt dat het hele spectrum aan de orde is. Natuurlijk heeft de overheid een ongelooflijk belangrijke taak bij armoedebestrijding en schuldhulpverlening, ook in de preventie. Wij moeten voorkomen dat mensen in de schulden terechtkomen. Dat doen wij hier met ons allen. Maar het is goed gebruik dat naast het feit dat de overheid de hand aan de ploeg slaat, ook maatschappelijke instanties meehelpen. Dat ondersteunen wij ook met ons allen, ook met gemeenschapsgeld. Ik vind dat je de balans tussen de SP en de VVD moet omarmen en dat doe ik ook. 

De vergadering wordt van 14.47 uur tot 15.00 uur geschorst. 

Naar boven