10 Stemmingen moties Toekomstagenda mbo

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het VAO Toekomstagenda mbo, 

te weten: 

  • -de motie-Van Meenen/Siderius over onderzoek naar de effecten van de bestaande en voorgestelde financiële prikkels (31524, nr. 257); 

  • -de motie-Van Meenen over kwaliteitsafspraken op regionaal niveau (31524, nr. 258); 

  • -de motie-Siderius over een uitvraag bij mbo-instellingen over geweigerde studenten (31524, nr. 259); 

  • -de motie-Siderius over instemmingsrecht van medezeggenschapsraden op salaris en declaraties van bestuurders (31524, nr. 260); 

  • -de motie-Lucas over gegevens over de tevredenheid van werkgevers gebruiken als indicator (31524, nr. 262); 

  • -de motie-Kuzu over het tegengaan van islamofobie en moslimhaat in het onderwijs (31524, nr. 263); 

  • -de motie-Kuzu over betere regionale informatie-uitwisseling tussen onderwijsinstellingen (31524, nr. 264); 

  • -de motie-Kuzu over het stimuleren van docentenstages (31524, nr. 265). 

(Zie vergadering van 8 december 2015.) 

De voorzitter:

De motie-Lucas (31524, nr. 262) is in die zin gewijzigd en nader gewijzigd dat zij thans luidt: 

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit de startrapportage inzake de kwaliteitsafspraken van MBO in Bedrijf wordt gesteld dat de aandacht voor de beroepspraktijkvorming binnen de kwaliteitsplannen van instellingen tegenvalt en er weinig concrete doelstellingen of beoogde resultaten op dit thema worden uitgewerkt; 

constaterende dat de motie-Straus (34300-VIII, nr.11) is aangenomen, waarin de regering verzocht is om de tevredenheid van werkgevers over de aansluiting van opleidingen op de arbeidsmarkt te meten op basis van de gegevens van leerbedrijven in het mbo; 

overwegende dat het SBB ook op instellingsniveau informatie kan verzamelen over de tevredenheid van de leerbedrijven over de beroepspraktijkvorming en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt; 

verzoekt de regering, het SBB te vragen bij de leerbedrijven ook systematisch informatie op te vragen over de tevredenheid van de werkgevers over de bpv en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en deze gegevens vervolgens te gebruiken als een indicator voor het bepalen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming in het kader van de kwaliteitsafspraken in het mbo, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 268, was nr. 267 (31524). 

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen. 

De voorzitter:

De motie-Kuzu (31524, nr. 263) is in die zin gewijzigd en nader gewijzigd dat zij thans luidt: 

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit onderzoek van Panteia bleek dat 61% van de docenten in het vo uitingen van moslimdiscriminatie waarnam in de klas; 

overwegende dat deze zaken burgerschapsontwikkeling van leerlingen ondermijnen en de bestrijding van islamofobie bemoeilijken; 

verzoekt de regering, alles in het werk te stellen om moslimhaat binnen het onderwijs tegen te gaan, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 270, was nr. 269 (31524). 

Op verzoek van de heer Kuzu stel ik voor, zijn nader gewijzigde motie (31524, nr. 270, was nr. 269) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

In stemming komt de motie-Van Meenen/Siderius (31524, nr. 257). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks, D66, de Groep Kuzu/Öztürk, de SGP, de ChristenUnie en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Van Meenen (31524, nr. 258). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66, Klein, de SGP en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Siderius (31524, nr. 259). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, GroenLinks en de Groep Kuzu/Öztürk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de motie-Siderius (31524, nr. 260). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

In stemming komt de nader gewijzigde motie-Lucas (31524, nr. 268, was nr. 267). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, Van Vliet, de Groep Kuzu/Öztürk, Klein, de VVD, de ChristenUnie, het CDA en de Groep Bontes/Van Klaveren voor deze nader gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen. 

In stemming komt de motie-Kuzu (31524, nr. 264). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD, D66, Houwers, de Groep Kuzu/Öztürk, Klein en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinks-fractie wil graag geacht worden voor de motie op stuk nr. 264 te hebben gestemd. 

De voorzitter:

Dat wordt in de Handelingen opgenomen, dank u wel. 

In stemming komt de motie-Kuzu (31524, nr. 265). 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de Groep Kuzu/Öztürk en Klein voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen. 

Naar boven