35 Europese top van 17-18 december 2015

Aan de orde is het debat over de Europese top van 17-18 december 2015. 

De voorzitter:

Ik heet de minister-president van harte welkom en geef de heer Verhoeven namens de D66-fractie als eerste spreker het woord. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Vandaag presenteert de Europese Commissie voor de zoveelste keer maatregelen vanwege de vluchtelingenstroom. Dat is begrijpelijk, want er moet nog veel gebeuren, maar het is ook triest dat maatregelen die er al maanden liggen, nog steeds niet uitgevoerd zijn. Er zijn 160.000 plekken beloofd voor asielzoekers uit Italië en Griekenland, maar er zijn pas 184 mensen opgevangen. In Nederland staat de teller nog steeds op nul. Wij hebben wel 100 plekken beschikbaar gemaakt. Mijn vraag is wanneer de eerste mensen naar Nederland komen. Hoe gaat Nederland het goede voorbeeld geven, zeker als wij vanaf 1 januari voorzitter zijn? 

Ik kan de antwoorden van de minister-president wel raden: de hotspots functioneren op dit moment nog niet voldoende, dus is het niet onze fout dat wij nog geen mensen hebben herplaatst. Maar laten wij het eens omdraaien: wat kan Nederland doen om de hotspots wel te laten functioneren, zodat wij aan onze verplichting kunnen voldoen? Waar zitten volgens de premier de knelpunten? Hoe kan Nederland bijdragen aan een oplossing? Eén suggestie zou ik hem willen meegeven. Ik begrijp dat Nederland nog steeds Dublinoverdrachten naar Italië en Griekenland uitvoert. Klopt dit? En vindt de premier het logisch dat wij mensen terugvliegen naar landen waaraan wij juist hebben beloofd om mensen van over te nemen? 

Vandaag is ook het langverwachte voorstel over de Europese grens- en kustwacht van de Commissie gepubliceerd. Dat is mooi, want het huidige Frontex is niet voldoende in staat om de buitengrenzen te bewaken. Een echte Europese grenswacht met voldoende registratie- en reddingscapaciteit is cruciaal. Nu vernam ik uit de buitenlandse pers dat de minister-president aan president Juncker van de Europese Commissie heeft laten weten dat dit een van de Nederlandse prioriteiten wordt tijdens het voorzitterschap, zodat het voor juni al aangenomen kan zijn. Kan de premier dit bevestigen? Ik vraag dit in het debat, hè. Ik vraag nu: kan de premier dit bevestigen? Dat zal ik zo dadelijk horen, maar het lijkt erop dat dat niet zo is, dus het wordt spannend vanavond. Kan hij toch alvast zijn inhoudelijke oordeel over de voorstellen geven? Dan kan ik straks met een gerust hart de motie over een Europese grens- en kustwacht, die ik op advies van de minister-president heb aangehouden, in stemming brengen. 

Ik denk dat het met de Europese grens- en kustwacht wel goed gaat komen, maar op de opslag van passagiersgegevens (PNR) ben ik minder gerust. Tijdens de Staat van de Unie vorige week maandag hebben wij hierover gesproken. Toen bezwoer het kabinet dat de minister van Veiligheid en Justitie nog een brief zou sturen met alle gevraagde informatie. Maar na het lezen van deze brief heb ik nog precies dezelfde vragen als vorige week. Tijdens de Staat van de Unie bleek de Nederlandse positie namelijk veranderd van tegen PNR naar voor PNR. Waarom is de Tweede Kamer niet vooraf geïnformeerd over deze draai? Dat heb ik vorige week ook al gevraagd. Klopt het dat Nederland informeel heeft toegezegd daar gebruik van te gaan maken bij intra-EU-vluchten? Is dat nu effectief en proportioneel? En hoe is het nu precies geregeld met het toezicht op alles wat er met de nieuwe PNR-maatregel gaat gebeuren? 

De hamvraag voor onze fractie blijft: waarom is Nederland akkoord gegaan met een pakket zonder de cruciale verplichting tot gegevensuitwisseling door de diensten van de verschillende landen? Daar wil ik echt graag een antwoord op van de minister-president. Dat is nu vrijwillig. Het kabinet schrijft: wij willen dat wel gaan bevorderen. Dat begrijp ik, maar waarom is niet gekozen voor een verplichte uitwisseling, zodat daar veel beter gebruik van gemaakt kan worden om terrorisme te bestrijden? 

Ook blijkt er een akkoord te zijn over het pakket voor betere regels, Better Regulation. Dat is mooi, maar wat is de inhoudelijke waardering van de minister-president van dit pakket? De Kamer heeft hier moties over aangenomen, onder andere een over de positie van het midden- en kleinbedrijf als maat voor regels, waarin wordt verzocht om het mkb als standaard te nemen in plaats van uitzonderingen te maken voor het mkb. In hoeverre zijn die moties in het pakket meegenomen? Krijgt de Kamer de gelegenheid om over dit pakket te spreken, of is het een done deal? 

Vervolgens een opmerking over de brexit. Op de agenda van de Europese top staat het Britse referendum. Het kabinet stelt dat kan worden tegemoetgekomen aan drie van de vier eisen, maar dat er een duidelijke grens ligt bij het tornen aan het non-discriminatiebeginsel. Dat is natuurlijk heel goed — onze complimenten voor het feit dat het kabinet stelling neemt — maar volgens de Britten is dit nu juist het belangrijkste punt van hun inzet. Dat hebben zij zelf gezegd en dat heeft minister Liddington ook bevestigd in de Tweede Kamer. Hoe wil het kabinet omgaan met dit spanningsveld? Iedereen zegt dat drie van de vier eisen wel kunnen worden ingewilligd, maar dat de laatste eis lastig is, terwijl de Britten juist zeggen dat die laatste eis voor hen de allerbelangrijkste is. Dat lijkt mij lastig. Hoe gaat het kabinet de Kamer betrekken bij dit onderhandelingsproces? 

Ook Oekraïne en Rusland staan op de agenda. Er gaan geruchten dat Italië pleit voor verlichting van de sancties tegen Rusland vanwege de rol van Rusland in Syrië. Dat is voor mijn fractie geen logische verbinding. Nu hebben wij in de afgelopen tijd vaker gezien dat dingen op een niet-logische manier aan elkaar gekoppeld worden. Dat vinden wij gevaarlijk, want dan is er ook een neiging om te marchanderen met bepaalde principes. De minister-president en in elk geval mijn fractie hebben daar de afgelopen week een aantal keren over gesproken. Wil de minister-president bevestigen dat zijn inzet is: geen verlichting van de sancties tot de volledige naleving van Minsk II door Rusland? Ik vraag hem dat met klem. 

Tot slot. Het voorzitterschap staat voor de deur. Voor zover het gaat om Europa, wordt het komende halfjaar het belangrijkste halfjaar voor dit kabinet, vooral voor de minister van Buitenlandse en Europese Zaken, maar ook voor onze premier. Ik heb dan ook een paar vragen aan hem. Het kabinet heeft ervoor gekozen om geen staatssecretaris voor Europese Zaken in te zetten. De minister-president klapt nu, maar ik vraag hem of het wel handig is om, in een kabinetsperiode waarin het voorzitterschap van de EU valt, geen staatssecretaris voor Europese Zaken te hebben. Minister Koenders van Buitenlandse Zaken gaf dit weekend aan dat hij popelt om een staatssecretaris of een bewindspersoon naast zich te hebben die Europa beter kan afdekken. Ik weet wel waarom: hij komt handen tekort, het water loopt hem over de schoenen, hij gaat gebukt onder de vele Europa-dossiers en hij vertilt zich aan het werk. Er zijn voorbeelden te over. De referendumcampagne is daar een van. De minister van Buitenlandse Zaken komt daar gewoon niet aan toe, door de kapitale inschattingsfout om geen bewindspersoon voor Europese Zaken te hebben. De minister van Defensie heeft zelfs in Brussel 26 voorzittersdagen overgenomen, in plaats van haar eigen ministerie te bestieren. Het schijnt ook dat Nederland Luxemburg vraagt om in te vallen als voorzitter van de Werkgroep van het Militair Comité. Graag ontvangen wij dus een reactie op het dogmatische standpunt van de premier dat wij geen staatssecretaris voor Europese Zaken moeten hebben omdat het kabinet klein moet zijn. Is dat handig geweest? Graag een openhartig antwoord, omdat de minister van Buitenlandse Zaken in feite iets heel anders heeft gezegd. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik meende dat ik als derde spreker aan de beurt was, maar het doet mij deugd dat ik de tweede spreker ben. Ik had begrepen dat de minister-president in het vorige debat de SP erg heeft gemist, dus ik hoop dat mijn aanwezigheid vanavond dat weer compenseert. Vanuit het vak van het kabinet zie ik dat daarmee wordt ingestemd. 

Laat ik net als de heer Verhoeven beginnen met het wellicht meest prangende onderwerp van deze tijd, te weten het migratievraagstuk en de toestroom van vluchtelingen richting Europa en in het bijzonder richting Nederland. Heeft de minister-president kennisgenomen van de uitspraak van Sigrid Kaag in de uitzending van Tegenlicht dat meer opvang in de regio — in dit geval ging het om Libanon — onmogelijk en daarbij ook gevaarlijk is in dergelijke fragiele staten? De visie van mijn partij is dat wij van zulke landen niet kunnen vragen om nog meer mensen op te nemen. 

Laten wij het eens omdraaien. Als wij in ons eigen landje 4,5 miljoen vluchtelingen zouden moeten opvangen op de 17 miljoen mensen die hier al wonen — dat is ongeveer de ratio die nu geldt voor Libanon — voor welk bedrag zou het kabinet dan bereid zijn om nog meer mensen op te vangen? Waarschijnlijk zou het kabinet daar nooit toe bereid zijn. Dat heeft alles te maken met het draagvlak. De discussies die wij hier met elkaar voeren, niet alleen in dit huis, maar ook veelvuldig daarbuiten, in zaaltjes met mensen en op straat, draaien natuurlijk om draagvlak. De mensen maken zich zorgen over verdringing op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in de zorg en op allerlei andere terreinen. Is er wel genoeg geld voor en kunnen wij dat allemaal wel betalen? En hoe zit het met interreligieuze spanningen? 

Die discussies spelen natuurlijk ook in Libanon. Ik ben afgelopen januari zelf in Libanon geweest. De prijzen van eenvoudige zaken zoals hout om op te koken, maar ook van basisproducten om je te voeden, gaan omhoog. Dat heeft alles te maken met de aanwezigheid van veel Syriërs daar. Ik wil daarmee benadrukken dat de discussie die we hier voeren, in Libanon nog wel een tandje heviger wordt gevoerd. Toch wordt hier in de Kamer steeds maar gedaan alsof opvang in de regio hét antwoord is op het grote probleem waarvoor we ons gesteld zien van wereldwijd meer dan 60 miljoen vluchtelingen. Ik krijg graag een heldere analyse en een reactie van de minister-president op de uitlatingen van Sigrid Kaag. 

Ik kom te spreken over Europa. Wat gaat er gebeuren ten aanzien van Zweden, dat onlangs zei zijn asielbeleid fors te moeten aanscherpen wat betreft de aantallen vluchtelingen die dagelijks naar het land komen? Zijn er andere lidstaten die onder dermate hoge druk staan? Hoe wordt omgegaan met de lidstaten die zeggen niet te willen meewerken? Krijgen lidstaten al wel een deel van de €6.000 die de Europese Unie heeft beloofd per te hervestigen persoon? Als dat het geval is, lijkt mij dat curieus. Wat gaat Nederland doen? Wanneer stappen de eerste mensen op het vliegtuig? Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de vragen van de heer Verhoeven op dit punt. 

De Europese Commissie heeft een brief gestuurd aan Hongarije waarin staat dat de asielwetgeving in dat land tegen de Europese asielwetgeving ingaat. Hoe nu verder? 

In de conclusies viel te lezen dat het doel is "ensure registration and take measures to discourage refusal of registration". Dat gaat erom dat bepaalde landen weigeren of in ieder geval niet alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat ze de migranten registreren die daar binnenkomen. De vraag is wel op welke wijze men deze doelstelling wil afdwingen. Wat voor maatregelen worden er eigenlijk genomen? Wat gaat er gebeuren met lidstaten die vluchtelingen zonder registratie laten doorreizen? Is de registratie nu verplicht of wordt, zoals in de stukken te lezen valt, alleen het niet-registreren ontmoedigd? Staat er ook een sanctie op? 

De mensenrechten moeten gewaarborgd worden, ook aan de grens. Nu is onduidelijk wie kan worden aangesproken in het geval van mensenrechtenschendingen. Er zijn berichten van mensen die terug de grens over worden geduwd en boten die worden lekgeprikt. Wie wordt daarop aangesproken: de lidstaat waar het gebeurt, de lidstaat die de mensen ter beschikking stelt of de Europese Unie? Ik hoor het graag. Al deze acties zijn er vooralsnog vooral op gericht om mensen tegen te houden en niet op het redden van mensen, zoals heel duidelijk in de motie-Verhoeven staat. Wat wordt er op dit punt gedaan aan het redden? 

Wat vindt de premier van de gang van zaken omtrent Griekenland? Werd er gedreigd om het land buiten Schengen te plaatsen als het land niet zou instemmen met extra grensbewaking? Is dit dreigingsmechanisme een wenselijke manier van samenwerken? 

Ik kom bij Turkije. Wordt de mensenrechtensituatie voor de vluchtelingen met de grotere verantwoordelijkheid die we Turkije toedichten beter gemonitord? Welke consequenties worden eraan verbonden als zou blijken dat Turkije inderdaad mensenrechten van vluchtelingen schendt door bijvoorbeeld de manier waarop mensen worden vastgehouden, gedetineerd? Draagt het kabinet dan alsnog gewoon bij aan de 3 miljard euro die beloofd is aan Turkije? Welke afspraken zijn hierover gemaakt, met name op het punt van de mensenrechten? Komt Turkije op de lijst met veilige landen als het tot een deal komt met dat land? 

Ik ga kort in op een aantal andere punten die vandaag ter bespreking voorliggen. De heer Verhoeven noemde al het gedrocht van de Passenger Name Record-richtlijn. Mijn fractie is daar erg kritisch over. Ik wil overigens niet de heer Verhoeven het woord "gedrocht" in de mond leggen, maar dat woord gebruik ik graag. Ik heb de afgelopen jaren vaak gevraagd of de effectiviteit van dit soort maatregelen op schrift naar de Kamer zou kunnen komen, zeker nu het er toch op lijkt dat er in de Verenigde Staten zo langzaam aan wat kritische geluiden opkomen dat het steeds maar meer en meer vergaren van allerlei data en op basis daarvan gaan zoeken naar een speld in een hooiberg, niet altijd zo effectief blijkt te zijn. Waarom gaat Europa nu juist op dit moment dat pad op? Er zijn bepaalde zaken toegezegd, zoals het no-hitsysteem. Er is een brief gestuurd waaruit lijkt te blijken dat er een oplossing zou moeten worden aangedragen voor de kritische inbreng van diverse Europese politieke fracties. Hoe kan het dat het er nu toch op lijkt dat op basis van grote hoeveelheden data risicoprofielen worden opgesteld en dat men dus daadwerkelijk maar doorgaat met het verzamelen van informatie en gaat zoeken naar de crimineel op basis van risicoprofielen in plaats van uit te gaan van een daadwerkelijke verdenking? Waarom deze aanpak? Zou de premier wellicht dan toch wel kunnen aangeven hoeveel we mogen verwachten van het verzamelen van al die data, en dat in relatie tot de kosten en het aantal misdrijven dat daarmee kan worden voorkomen? 

Tot slot wil ik nog heel kort aandacht vragen voor het klimaatvraagstuk. Ik zie dat ik nog maar heel kort heb, dus ik stel een korte vraag. Kan de premier in kaart brengen welke duurzame klimaatprojecten van ontwikkelingslanden de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO op dit moment financiert? Ik vraag dit in het licht van het feit dat er in totaal 165 klimaatprojecten door 44 ontwikkelingslanden zijn ingediend, terwijl er slechts 14 zijn gefinancierd. Hier kan ik het bij laten. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De premier gaat morgen en overmorgen naar een EU-top waar voor de zoveelste keer wordt doorgemodderd op het gebied van de asielcrisis. In EU-verband wordt helemaal niets opgelost en worden de problemen alleen maar erger gemaakt. Het is daarom onvoorstelbaar dat het kabinet inzet op "meer EU". De premier moet echter juist het Nederlandse belang dienen en hij moet de Nederlandse grenzen sluiten voor asielzoekers, zodat de Nederlandse burger wordt verlost van de voortgaande asielinvasie. Helaas gaat het kabinet echter door met het weggeven van ons land aan de massa-immigratie, aan de islamisering en aan de ongekozen bureaucraten van de Europese Unie. 

Dat laatste dreigt een nieuw dieptepunt te bereiken. Op de aankomende top zal namelijk worden gesproken over het uit handen geven van de grensbewaking. Het moet mogelijk worden dat alle EU-lidstaten, dus ook Nederland, hun bevoegdheden op het gebied van grensbewaking verliezen. Dat is zeer ingrijpend. Hier mag Nederland natuurlijk nooit en te nimmer in meegaan. De premier mag niet zomaar de Nederlandse grenzen weggeven, onze nationale soevereiniteit inleveren. De PVV roept hem dan ook op om dit niet te accepteren en om dit in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk te maken tijdens de aankomende top. Laat dit land niet zinken naar een niveau waarop het mogelijk is dat we zelfs over onze eigen grenzen niets meer te vertellen hebben. Als we ergens onze soevereiniteit moeten behouden, dan is het natuurlijk op dit punt. Ik krijg hierop graag een reactie. 

Ook gisteren bleek weer in wat voor ellende de EU ons stort. Toen zijn de gesprekken weer begonnen over toetreding van Turkije tot de EU. De EU en ook de premier zijn in de chantagepolitiek van de islamitische tiran Erdogan getuind. In ruil voor het verminderen van de vluchtelingenstroom richting de EU, waaromtrent overigens geen enkele garantie is gegeven, krijgt Turkije dit hernieuwde zicht op toetreding. De Turken krijgen ook visumvrijstelling als ze naar de EU willen reizen. Als klap op de vuurpijl is er sprake van dat de EU een aantal Syrische vluchtelingen van Turkije overneemt. Een slechtere deal is nauwelijks te maken. De PVV vraagt de premier nogmaals om daar een streep door te zetten. Alleen al dat punt van de herverdeling van Syriërs van Turkije naar de EU is te absurd voor woorden. De premier had immers al getekend voor overname van Syriërs uit Italië en Griekenland. Naast de tienduizenden Syriërs die Nederland op eigen kracht bereiken, vindt de premier het dus nodig om ook nog eens Syriërs van andere landen over te nemen. Hoewel het kabinet, ook bij monde van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, beweert dat nooit over aantallen is gesproken, wil de PVV nu toch weleens weten wat er morgen en overmorgen precies op tafel komt te liggen. Hoeveel Syriërs wil Erdogan aan ons kwijt? Natuurlijk wil de PVV de toezegging van de premier om hier niet aan mee te doen. Neem geen Syriërs over van Turkije of van welk ander land ook. 

Al met al is het jammer dat de premier morgen en overmorgen zijn tijd verdoet door in EU-verband door te modderen. De EU is momenteel een grote chaos. Een chaos van open grenzen, een chaos van slappe, niet-werkende maatregelen en een chaos van tegengestelde belangen. Het is vreselijk dom om de Nederlandse bevolking daarvan afhankelijk te maken. Dat is ook helemaal niet nodig, zeg ik nogmaals tegen het kabinet en de premier. Toon gewoon een keer de moed om het heft in eigen hand te nemen, kies voor Nederland, kies voor het sluiten van de eigen Nederlandse grenzen, laat geen enkele asielzoeker meer toe en schrap de asielprocedure en de asielopvang! Dat is nodig. De PVV zal daarop blijven hameren totdat het realiteit is. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De afgelopen maanden hebben we gezien dat de Europese buitengrenzen zo lek zijn als een mandje. Vooral Griekenland slaagde er niet in om de buitengrenzen te bewaken. Ze waren niet in staat om de mensen te registreren, op te vangen en te screenen. Zelfs het aanbod aan Griekenland om hen daarbij te helpen, werd afgeslagen. Pas na het dreigement Griekenland uit de Schengenzone te zetten, ging men bewegen. Nu wil de Europese Commissie doorpakken en bijstand van lidstaten afdwingen. Daar heeft mijn fractie wel een groot probleem mee. De Europese Commissie zou het recht van tussenkomst krijgen. Daarmee krijgt de Europese Commissie de bevoegdheid om een lidstaat te overrulen. Feitelijk is dat een inperking van de soevereiniteit van lidstaten. Klopt het dat, zoals de heer Verhoeven ook zei, de minister-president deze verordening tot een topprioriteit gaat maken het aankomende halfjaar? Waarom zijn er geen alternatieven overwogen? We hebben toch de stok achter de deur om eventueel landen uit het Schengenverdrag te zetten, althans om de werking ervan op te schorten? Ook in het regeerakkoord van de premier stond dat uit gemeenschappelijke arrangementen, zoals Schengen, getreden zou kunnen worden. Waarom wordt niet naar die alternatieven gekeken of naar alternatieven om bijvoorbeeld bij de binnengrenzen de grensbewaking aan te scherpen? Er zijn toch legio middelen mogelijk alvorens te moeten overgaan tot het opnieuw overdragen van bevoegdheden aan Brussel? Ook de ChristenUnie ziet die verantwoordelijkheid als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. We moeten druk uitoefenen op deze lidstaten; we moeten bijstand verlenen. Dat is ook goed gegaan. Er is althans meer hulp gekomen toen het ging om Italië. Bij Griekenland heeft Europa moeten dreigen met het uitplaatsen uit Schengen. Uiteindelijk heeft dat geholpen. Waarom komt de Europese Commissie nu tot deze noodgreep? Mag ik ervan uitgaan dat dit straks niet de steun van de minister-president krijgt? Ik overweeg op dit punt een motie in te dienen in de tweede termijn. Ik houd mijn hart vast voor een verdere overdracht van bevoegdheden. 

Ik kom tot de hotspots. De hotspots laten ook het onvermogen van Brussel zien. We hebben net een rapport gekregen van de Kinderombudsman die ter plekke is geweest. Ik ben zelf ook aan de Macedonisch-Griekse grens geweest en ik heb gezien hoe schrijnend de situatie daar is. De komende winter wordt het alleen maar erger. De Kinderombudsman spreekt zelfs over het overlijden van baby's door de vrieskou. Dat zijn toch heel dramatische humanitaire situaties. Ik hoop dat de minister-president daarvan het komende halfjaar een topprioriteit gaat maken, zodat er in ieder geval opvangkampen voor kinderen komen en dit soort schrijnende situaties aan de grens worden gestopt, met name aan de grens van Macedonië. Mag ik van de minister-president horen dat hij hiervan een topprioriteit maakt? 

Dan hebben we net gehoord dat Zweden een opt-out zou kunnen krijgen — dat wordt althans voorgesteld door de Europese Commissie — omdat men al voldoende vluchtelingen zou hebben opgenomen. Ik lees in de stukken dat het om 112.000 vluchtelingen gaat. Dat is inderdaad tweemaal zoveel als Nederland heeft opgenomen. Maar als we deze optie ter beschikking stellen aan lidstaten, zullen er ongetwijfeld meer landen gebruik van willen maken. Wat komt er dan terecht van de herverdeling, die ook de minister-president graag zou willen, als het gaat om bijvoorbeeld de vluchtelingen die nu in Turkije zitten, maar ook om de vluchtelingen in Italië en Griekenland? Ik hoor graag een reactie van de minister-president als het gaat om de optie om Zweden in ieder geval voor een jaar te ontzien. 

Vanmiddag is een motie aangenomen die ertoe strekt om een deel van het hulppakket van 3 miljard voor Turkije door ngo's uit te laten voeren om te voorkomen dat er geld gaat naar de rekening van de Turkse overheid, gezien de mensenrechtensituatie daar. Ik weet dat de minister-president mij eerder gegarandeerd heeft dat dit geld niet naar Erdogan wordt overgemaakt. Nu genoemde motie inmiddels is aangenomen, zou ik toch zijn aandacht willen vragen voor de uitvoering ervan. Gaat hij daadwerkelijk in de Europese Raad vragen om een deel van die 3 miljard toe te wijzen aan de ngo's, die gespecialiseerd zijn in de opvang, zodat we weten dat dit geld echt goed terechtkomt? 

De heer Van 't Wout (VVD):

Voorzitter. Ook deze eurotop zal grotendeels in het teken staan van de migratiecrisis. Nog steeds worden Europa en ook Nederland geconfronteerd met historische aantallen migranten, aantallen die zo groot zijn dat ze een bedreiging vormen voor onze manier van leven en onze welvaartsstaat. De Europese aanpak verloopt moeizaam, to put it mildly. Er wordt veel gepraat en veel vergaderd, maar concrete resultaten blijven te veel uit. Bovendien vindt de VVD — dat is een zorgpunt van ons — dat de focus heel erg ligt op kortetermijnmaatregelen die vooral zien op het een beetje beheersbaar maken van de huidige stroom. Wat wij graag willen zien, is dat er meer energie en meer initiatieven komen ten aanzien van dat langeretermijnperspectief. Zoals het kabinet eerder heeft aangegeven en wat later ook in de conclusies van de JBZ-Raad is overgenomen, moeten we niet alleen werken aan het beheersbaar maken van het migratieprobleem maar ook aan het structureel oplossen ervan. We weten allemaal dat als er vrede in Syrië komt — we hopen dat die er snel is maar die zal er niet snel zijn — er weer nieuwe brandhaarden zullen ontstaan en er uit andere landen migratiestromen zullen komen. Dus we zijn er voorlopig nog niet van af en met alleen maar beheersmaatregelen gaan we het probleem ook niet oplossen. 

De VVD heeft al vaker gezegd dat de afspraken met Turkije op zichzelf een eerste goede stap kunnen zijn als het gaat om structurele oplossingen. Ik heb overigens het idee dat de heer Verhoeven over het vorige punt nog iets wil vragen. 

De voorzitter:

Dat idee heb ik ook. 

De heer Verhoeven (D66):

Ja, ik kwam wat langzaam uit mijn stoel omdat ik met stomheid was geslagen doordat de VVD over de lange termijn begon en dus eigenlijk vraagt om een visie. Even serieus: de heer Van 't Wout zegt: we willen de lange termijn centraal stellen. Dat vind ik hartstikke goed maar er ligt nu een voorstel voor de lange termijn, namelijk een Europese grens- en kustwacht. De heer Voordewind zei net: ik wil geen bevoegdheden meer overdragen, want dat vind ik gevaarlijk. Eigenlijk zegt de heer Van 't Wout: we willen een langetermijnoplossing. Is dit dan een van de langetermijnoplossingen waar de VVD van zegt: ja, dat gaan we gewoon doen? Maar dan moet ze er ook wel eerlijk bij zeggen dat dit ook neerkomt op het overdragen van een bevoegdheid om ervoor te zorgen dat die vluchtelingenstromen kunnen worden ingedamd. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik zou daar nog op komen in mijn betoog maar ik zal het nu iets naar voren halen. Vanmiddag is er een pakket gepresenteerd waarvan ik tot nu toe overigens alleen nog maar een kleine factsheet heb gezien. Dat pakket omvat 110 pagina's aan maatregelen. Volgens mij — ik vraag tevens of de minister-president dat kan bevestigen — zal dat pakket doorgeleid worden naar een vakraad en ook met een appreciatie naar de Kamer komen, want er zit terecht een behandelvoorbehoud op. Als ik door mijn oogharen naar dat voorstel kijk, zitten er veel maatregelen in waar we als VVD allang voor pleiten. Ik ben wel buitengewoon kritisch over hoe het zit met de bevoegdheid van de Commissie om dit zomaar ten aanzien van een land te doen. Daar wil ik dus nog even heel kritisch naar kijken. Als een land dat onderdeel is van Schengen totaal niet levert, kan ik mij voorstellen dat je zoekt naar middelen om daar wat aan te doen, maar ik wil ook voorkomen dat als de Commissie in Rotterdam iets niet vindt deugen, zij zonder dat we er iets over te zeggen hebben, de grensbewaking overneemt. Naar dat onderdeel ga ik dus heel kritisch kijken, maar verder zitten er volgens mij ook veel dingen in waar we allang voor gepleit hebben. 

De heer Verhoeven (D66):

Het is terecht dat de heer Van 't Wout daarnaar nog even wil kijken, maar de D66-fractie heeft herhaaldelijk moties ingediend en voorstellen gedaan voor een Europese grenswacht. De VVD-fractie heeft die steeds weggestemd. Dat is het goed recht van de VVD-fractie. Vorige week heeft ze ook laten zien dat ze op een aantal punten van mening is veranderd. Dat betrof het PNR. Daarover hebben wij vorige week uitgebreid gesproken. Kan de heer Van 't Wout dan een tipje van de sluier oplichten over die langetermijnaanpak van de VVD-fractie? Tot nu toe heb ik gezien dat de VVD het geen goed idee vond en het niet wilde uitvoeren als het de langetermijnaanpak van D66 betrof. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Die hebben wij niet gehoord, volgens mij. 

De heer Verhoeven (D66):

De Europese grens- en kustwacht is een letterlijk voorbeeld. Het is wel een heel concreet idee. Die wordt nu voorgesteld en zal waarschijnlijk in versnelling komen. Kan de VVD-fractie dan een voorstel noemen? Ik heb er nu een genoemd. Kan de VVD-fractie nu ook één voorstel noemen voor de lange termijn om die vluchtelingenstroom … 

De heer Van 't Wout (VVD):

Dat doet de VVD-fractie continu. Ik verwijs naar het plan-Azmani. Dat is de structurele oplossing: opvang in de regio, waardoor er uiteindelijk in Europa geen asielaanvragen meer zullen plaatsvinden. Daarop kwam ik net. Die afspraken met Turkije kunnen daarvoor een goede eerste stap zijn. Ja, een Europese buitengrensbewaking is belangrijk, maar zodra je aan die grens nog steeds naar binnen komt zodra je "asiel" roept, los je ook daarmee het grote migratievraagstuk niet op. 

De heer Fritsma (PVV):

De EU is bezig met een ongekende actie om bevoegdheden van lidstaten af te pakken, nog wel op het gebied van de grensbewaking. De VVD-fractie moet nu kleur bekennen want de premier gaat morgen en overmorgen naar een Europese top. De heer Van 't Wout heeft niet meer de tijd om na te denken wat hij hiermee aan moet. Wat is zijn stelling? Waarom zegt hij nu niet dat het onacceptabel is dat Nederland de bevoegdheden voor zijn grensbewaking verliest en dat we de premier met die boodschap naar de EU-top sturen? 

De heer Van 't Wout (VVD):

Mijn voorstel aan de premier luidt dat er wat de VVD-fractie betreft op deze Raad nog helemaal geen besluiten worden genomen over dit voorstel. Ik wil het hele voorstel zien. Daarover gaan wij vervolgens in de Kamer in gesprek. Ik heb al aangegeven dat ik op dit punt heel grote twijfels heb en dat wij kritisch moeten bekijken of alle alternatieven wel voldoende zijn uitgerold. De heer Voordewind zei dit net al. Ik zeg ook dat je moet nadenken over wat je doet met een land als Griekenland, dat ongecontroleerd iedereen laat binnenkomen. Het is waar dat het nu mensen van Frontex heeft toegelaten, maar dat heeft wel te lang geduurd. 

De heer Fritsma (PVV):

Het punt is juist dat Nederland door de chaos in Griekenland moet bloeden. Het voorstel van de EU gaat niet alleen over Griekenland. Het gaat over alle EU-lidstaten, dus ook over Nederland. Nederland dreigt de bevoegdheden op het gebied van grensbewaking te verliezen. Dat is een grove inbreuk op onze nationale soevereiniteit. Mijn fractie neemt dat heel hoog op. De heer Van 't Wout heeft geen tijd om na te denken want de premier gaat hierover morgen praten. De heer Van 't Wout moet nu stelling nemen en nu zeggen dat de VVD-fractie dat niet accepteert. Anders is hij weer te laat. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik laat mij ten eerste niet door de heer Fritsma zeggen wat de VVD-fractie moet vinden. Zo werkt dat gelukkig niet en zo gaat dat ook nooit werken. Ten tweede is het niet waar dat hierover morgen al wordt besloten. Er zit een parlementair voorbehoud op. Dat hebben wij hier zelf aangebracht. Verder is de vraag van de heer Fritsma dezelfde als daarnet. Daarvoor verwijs ik naar mijn vorige antwoord. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het klopt dat er een parlementair voorbehoud op zit. Dat is maar goed ook want gaat over soevereiniteitsoverdracht. Maar vindt de VVD-fractie het misschien een goed signaal om nu alvast aan de premier te vragen er rekening mee te houden dat de VVD-fractie hier kritisch tegenover staat en dat wij niet zomaar die bevoegdheden mogen overdragen om straks Frontex aan onze Rotterdamse havens te krijgen? 

De heer Van 't Wout (VVD):

Dat heb ik volgens mij net gezegd. Daarom zeg ik ook dat er hierover bij deze Raad wat mij betreft geen besluiten vallen. Ik zeg erbij dat de VVD-fractie bereid is om na te denken over oplossingen voor landen die onze buitengrens moeten bewaken en gewoon niet leveren. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb daarvan een paar voorbeelden genoemd in mijn inbreng. Er zijn alternatieven. Vindt de heer Van 't Wout ook dat het kabinet eerst met die alternatieven aan de slag moet voordat die overdracht van soevereiniteit plaatsvindt? Het heeft bij Griekenland uiteindelijk gewerkt. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij dat dit absoluut een onderdeel moet zijn van het BNC-fiche dat we vanwege het parlementaire voorbehoud binnen drie weken moeten krijgen. Welke stappen en alternatieven zou je verder kunnen doorlopen? Het uit Schengen gooien kan er een zijn. Dat lost ook niet altijd alles op want we spreken niet alleen van Schengengrenzen. Je moet ernaar kijken. Dat ik zeg dat de VVD-fractie hier kritisch over is, betekent dat ik op dit moment geen ja zeg, maar dat ik wel bereid ben om na te denken over wat wij doen met landen die de grenzen ongecontroleerd openlaten. Dat is ook een probleem dat we moeten oplossen. 

Ik was gebleven bij de afspraken met Turkije. Ik gaf aan dat dit volgens de VVD een belangrijke eerste stap is op weg naar een meer structurele oplossing voor de vluchtelingenstroom en de migratiecrisis. Het komt hierbij aan op de uitvoering. Daarom vraag ik de minister-president hoe met name het financiële instrument is vormgegeven. Zijn de budgetten al gevuld? Wat is de verdeling in gelden tussen de Commissie en de lidstaten? Het belangrijkst is de vraag of de voorwaardelijkheid van het totale pakket ook in de financiering zit, zodat we geen blanco cheque uitschrijven voor het land Turkije. Dat het niet de bedoeling is dat het geld naar de regering gaat, hebben wij al eerder gezegd. Dat ben ik dus met de heer Voordewind eens. 

Vanmiddag kwam er, naast het grensverhaal, ineens ook een voorstel van de Commissie naar buiten over hervestiging. Ik heb dat voorstel nog niet kunnen zien. Wat mij betreft kan de Raad daar dus ook niet nu al een besluit over nemen, behalve dat men daar kennis van neemt. Voor de VVD staan, net als bij de hele Turkijedeal, twee voorwaarden voorop: van hervestiging kan pas sprake zijn als de vluchtelingenstroom is opgedroogd en als wij de mogelijkheid hebben om mensen die hiernaartoe komen niet via hervestiging terug te sturen. Anders creëren we twee migratiestromen naast elkaar; dan kunnen we het net zo goed niet doen. Ik zei al dat de VVD graag ziet dat er meer aandacht is voor structurele oplossingen met een middellange- of langeretermijnperspectief. Wordt er nu ook met andere landen gesproken om afspraken te maken à la die met Turkije? 

Over de buitengrenzen heb ik net in het interruptiedebatje al iets gezegd. 

Ik kom op de brexit. Dat proces lijkt in een impasse te zitten. Het is wat onduidelijk wat in deze Raad precies besproken zal worden, maar misschien weet de minister-president daar al meer van. Zoals bekend vindt de VVD het van enorm belang dat de Britten bij Europa blijven. Er moet dus een goed pakket met hen worden uitonderhandeld. Het lijkt wel moeizaam te verlopen. Wat is de stand van zaken? Nederland is over drie weken — dat zeg ik uit mijn hoofd — voorzitter. Welke rol ziet de premier voor zichzelf om dit proces vlot te trekken en het grote belang om de Britten erbij te houden — dat is overigens ook in hun belang, zo is mijn overtuiging — te realiseren? 

Ik ga in op better regulation. De heer Verhoeven heeft hier ook al over gesproken. Ik meen dat ik hierover wel iets voorbij heb zien komen. Tot mijn vreugde lijkt het zo te zijn dat mijn motie om afrekenbare doelstellingen op die agenda te plakken, zodat we kunnen zien of het een beetje lukt om die lasten te verlichten en minder regels te krijgen, gerealiseerd is. Kan de minister-president dit bevestigen? Verder sluit ik mij aan bij de vragen van de heer Verhoeven hierover. 

Tot slot. Het verheugt mij dat ondanks alle crises en actuele grote vraagstukken waar wij voor staan, de Raad ook dit keer weer uitgebreid zal stilstaan bij de interne markt. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom wij lid zijn van de Europese Unie. Wij zijn ook blij dat dit een topprioriteit van het voorzitterschap is voor Nederland. Wij steunen het kabinet in zijn inzet om het tot een topprioriteit te maken voor de hele Raad in 2016. Wij laten ongelooflijk veel potentiële welvaart liggen omdat de interne markt niet af is. Dat moeten we onszelf niet aandoen. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. Het is het eerste debat sinds het klimaatakkoord van afgelopen weekend. De PvdA vindt het belangrijk om ook hier te markeren dat het heel goed is dat dit akkoord er nu is. Anders dan bij voorgaande klimaatconferenties was het gevoel van urgentie nu wel aanwezig en konden de deelnemers een ambitieus akkoord sluiten. Het klimaatakkoord is van groot belang. Wij zijn ook trots op de succesvolle bijdrage van staatssecretaris Dijksma namens Nederland en namens de EU daarbij. Het akkoord zal nu zo snel mogelijk moeten worden uitgevoerd en van de bijbehorende aanpak en maatregelen moeten worden voorzien. De Energie-unie die op de agenda staat, waarbij de energievoorzieningszekerheid wordt verbeterd, de energievraag vermindert en onze energiemix op termijn CO2-vrij wordt, maakt daarvan deel uit. 

In de geannoteerde agenda lees ik dat de regering iets schrijft over landen die hieraan voorwaarden stellen vanwege infrastructurele projecten. Kan de regering uitleggen welke voorwaarden dat precies zijn en welke landen dat hebben gedaan? 

Dan het meest prangende punt dat op de agenda staat, het gezamenlijke asiel- en migratiebeleid. De Raad schrijft in de conceptconclusie: ondanks al het harde werk van de afgelopen maanden is het niveau van de implementatie van een aantal van de genomen besluiten ontoereikend. Dat is een heel mooie formule, maar die verbloemt dat lidstaten achterblijven bij hun toezeggingen. Laat ik het maar zo lomp zeggen, als de lidstaten van de EU zelf al niet in staat zijn om hun eigen afspraken na te komen, hoeveel eisen kan de EU dan hebben ten opzichte van andere landen waarmee we afspraken willen maken? Afspraken naar aanleiding van de Valettatop, afspraken met de Afrikaanse Unie maar ook afspraken met Turkije. 

Daarom de vraag aan de regering: hoe staat het nu met die afspraken die gemaakt zijn over de ondersteuning van Frontex, over het European Asylum Support Office, over het opzetten van de hotspots — we spraken er vorige week ook over — en over de toegezegde financiële steun? Kan de regering een inkijkje geven in de Nederlandse bijdrages, ook aan de herplaatsing, en een inkijkje in de bijdrages van de andere lidstaten? Hier moet de EU echt gezamenlijk optrekken. Hier wordt een gezamenlijke inspanning verwacht. 

Hoe staat het nu met de naleving en de invulling van de afspraken met Turkije? Hoe zullen die gemonitord worden? Welke stappen worden er bijvoorbeeld ondernomen om de omstandigheden in de detentie- en relocatiecentra in Turkije te verbeteren? Zoals ik vorige week maandag al zei, dit kunnen we niet allemaal afdoen als een soort boekhouders en telkens de vraag stellen: wat houd ik eraan over? Dit asiel- en migratiebeleid moeten we echt gezamenlijk aanpakken. 

Vandaag presenteerde de Commissie een ambitieus plan dat tot doel heeft om de grenzen beter te gaan bewaken. De collega's spraken er ook al over. Heel veel papier dat we zo op internet konden vinden en dat deels ook nog niet beschikbaar is, maar het gaat onder meer over een Europese grens- en kustwacht. Wat is de eerste appreciatie van de regering van de plannen van de Commissie hiervoor? De PvdA vindt dat het wijzigen van het mandaat van Frontex een reële optie is, maar dat kan alleen werken als bijvoorbeeld die hotspots aan die grenzen ook werken. Dan kom ik weer terug op mijn vorige punt. Hoe verhouden deze plannen zich nu tot de hotspotbenadering en tot het uitwerken daarvan? 

Alleen als de grensbewaking van de Europese Unie aan de buitengrenzen echt faalt en onder druk staat, zal met een uitgebreider mandaat worden gewerkt. Op plekken waar de bewaking van buitengrenzen goed functioneert, heeft wat de PvdA betreft die Europese grens- en kustwacht geen rol. Vorige sprekers spraken daar ook al over. 

Een beetje drang voor die grensbewaking is denk ik wel nodig, als we kijken naar wat er bijvoorbeeld in Griekenland is gebeurd. Van de afgelopen periode kun je toch niet met droge ogen beweren dat de Griekse grensbewaking goed was, want er zijn geloof ik 750.000 mensen met mensensmokkelaars die grens gepasseerd. Dan kunnen de Grieken ook niet beweren dat ze dat zelf aankunnen. Schengen is immers een vrijreizenterrein en op het moment dat mensen Griekenland binnen zijn, kunnen zij ook de andere lidstaten van Schengen en van de Europese Unie in. Maar de dwang in het voorstel, die ook in het persbericht staat, bevalt ons dan weer wat minder. Wat wordt er nu precies bedoeld met een "implementing decision" van het nu op te richten agentschap, waarna dat agentschap teams kan inzetten als een lidstaat geen maatregelen kan maar ook wil nemen, zoals er staat? Hoe verhoudt zich dat nu precies tot de soevereiniteit die lidstaten hebben op hun eigen grenzen? 

Ik ga nu naar het volgende blokje. Ik zag de heer Voordewind daar staan. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik wachtte even tot dit blokje was afgelopen. Er zijn vragen gesteld aan de premier namens de Partij van de Arbeid. Ik was even benieuwd hoe scherp u erin zit, want er wordt overmorgen over gesproken. Dan komt het voorstel op tafel, dan zal Nederland een standpunt moeten innemen. Vindt u het nu nog veel te vroeg om daarin mee te gaan en de Commissie de opdracht te geven het hele vorderingstraject in te zetten? Of zegt u: het mag wel van de PvdA? 

Mevrouw Maij (PvdA):

Iets meer drang, en misschien ook wel echt veel drang, op het moment dat het misgaat, vinden wij een goed punt. Wij vinden dat de grens met Turkije veel beter moet worden bewaakt, maar in combinatie met zo'n hotspotbenadering. Wij hebben nog wel vragen over het element van de implementing decision. Ik begrijp dat dit hele pakket nog uitgebreid in onze eigen vaste commissie voor Veiligheid en Justitie wordt besproken en dat er een behandelvoorbehoud op staat. Ik denk dus dat het nog wel even duurt voordat wij alle ins en outs daarvan precies weten. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Mevrouw Maij gaat over haar eigen woorden, maar kan ik dan concluderen dat het signaal van de Partij van de Arbeid aan de regering is om er zeer terughoudend en kritisch over te zijn? Begrijp ik goed dat het vooralsnog "nee" is? 

Mevrouw Maij (PvdA):

Het is vooral zaak om zeker kritisch te zijn en dat element ook goed uit te diepen. Wij moeten weten wat er precies mee wordt bedoeld. Ik denk dat wij dat de komende weken in de schriftelijke reactie en de appreciatie van de regering verder uitgewerkt zullen zien. Ook zullen wij dan de stukken verder tot ons moeten nemen, om precies te begrijpen wat de bedoeling hiervan is. 

In de geannoteerde agenda wordt gesproken over de interne markt in al zijn dimensies; een diepere en eerlijkere markt voor goederen en diensten. Daar wil de PvdA ook graag de werknemers aan toevoegen. Dat wij onze economie moeten versterken om onze welvaart vast te houden, staat natuurlijk buiten kijf, maar dat moet niet alleen gebeuren ten gunste van goederen en diensten. Werknemers zijn in de interne markt meer dan alleen een kostenpost. Het arbeidsmobiliteitspakket biedt veel kansen om de intra-Europese arbeidsmarkt eerlijker te maken. De regering heeft eerder bevestigd dat dit pakket prioriteit zal zijn tijdens het komende voorzitterschap, evenals de herziening van de Detacheringsrichtlijn. Ik heb echter begrepen dat dit op de lange baan is geschoven. 

Arbeidsuitbuiting heeft echter niet alleen in landen ver weg plaats, maar ook onder onze eigen neus, hier in de EU. Gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plek moet in de EU de normaalste zaak van de wereld worden. De Detacheringsrichtlijn biedt nog te veel mogelijkheden om werknemers uit het ene EU-land in te zetten in het andere EU-land en daarbij te concurreren op loon onder het minimumloon of op sociale voorwaarden en arbeidsvoorwaarden. Dat is nu juist een doorn in het oog van Cameron. Een goed arbeidsmobiliteitspakket zou ook de zorg of de grief van de Britten moeten kunnen wegnemen. Tijdens deze EU-top zal uitgebreid worden gesproken over de Britse eisen aan de Europese Unie en de onderhandelingen daarover met het oog op het aanstaande referendum dat in het Verenigd Koninkrijk gehouden gaat worden over het lidmaatschap van de Europese Unie. De PvdA steunt de regering om zich er maximaal voor in te spannen om het Verenigd Koninkrijk bij de EU te houden. Dit lijkt, gezien de voorwaarden, ook wel mogelijk. Ook Nederland, ook de PvdA is voor een Europa met betere regels, voor een belangrijkere rol voor nationale parlementen en het vasthouden aan het subsidiariteitsbeginsel. De EU heeft alleen bevoegdheden als de taken grensoverschrijdend zijn en niet nationaal kunnen worden opgepakt. Nu is Nederland het komende halfjaar voorzitter van de Europese Unie en zal Nederland, met premier Rutte aan het hoofd, in gesprek gaan met de Britten hierover. Ik vraag de regering, juist dat arbeidsmobiliteitspakket terug op de prioriteitenlijst te zetten het komende halfjaar, ook omdat het een kans biedt om de grieven van de Britten te adresseren en ervoor te zorgen dat zij bij de Unie blijven. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter wij spreken vandaag over de laatste Europese top voor het Nederlandse voorzitterschap. Het CDA dringt er bij de premier op aan om duidelijk aan zijn collega's kenbaar te maken wat de Nederlandse prioriteiten zijn. Het voorzitterschap zal, niet door de keuze van Nederland, maar door wat er gebeurt, in het teken staan van de vluchtelingen, de relatie tussen de EU en Turkije en veiligheid. Ook zullen er twee belangrijke referenda plaatsvinden in de Europese Unie. 

Vorige week hebben wij in verschillende debatten de EU-Turkije-deal uitvoerig behandeld. Wij hebben daarover vandaag nog Kamervragen beantwoord zien worden. Door de vele stukken waarnaar verwezen wordt, is mijn fractie soms het spoor bijster welke afspraken er nou precies worden gemaakt. Ik zeg dit omdat er een brief ligt van de Commissievoorzitter aan de Turkse regering, de premier, waarin die afspraken op papier worden gezet. Maar als wij om die brief vragen of als 33 Europarlementariërs dat doen onder aanvoering van collega Schake van de D66/ALDE-fractie, komt deze brief niet boven tafel. De brief zou een duidelijk politiek commitment bevatten om bepaalde dingen wel te doen of juist niet. Is de premier bereid om deze brief helder inzichtelijk te maken, of in ieder geval vertrouwelijk ter inzage te leggen, zodat we weten wat er wordt toegezegd? 

Helaas is onze motie om onderzoek te doen naar de Turkse betrokkenheid bij wapenleveranties aan ISIS en bij oliesmokkel wederom verworpen. Toch blijft dit een heel vervelend en naar twistpunt. In de internationale politiek moet opgehelderd worden wat de rol van Turkije is. Hoe wordt dit opgehelderd? Hoe zorgen we ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op staan? Immers, als de grens tussen Turkije en Syrië op de verkeerde wijze poreus blijft, kunnen we wel afspraken maken maar doen we dat echt met het verkeerde land. 

De Turkse media melden ook dat de Turkse regering de deal met de EU over vluchtelingen wantrouwt. Ze wil alles op papier hebben. Welke toezeggingen vraagt Turkije van de EU bij deze top? Wat is de Nederlandse regering bereid om te geven? We gaan toch niet over tot het openen van nieuwe hoofdstukken of commitments daarover? 

Verder herhaal ik dat er harde voorwaarden gesteld moeten worden. Twee daarvan zijn belangrijk. Ik herhaal ze. De Nederlandse regering heeft gezegd dat Turkije dezelfde strenge voorwaarden krijgt voor visumvrij reizen wat betreft paspoorten. Ik wil graag weten hoe het staat met die paspoorten. We zien veel valse paspoorten die uit Turkije of Syrië afkomstig zijn. Die worden een enorm groot probleem voor het vluchtelingenvraagstuk, bij het scheiden van de bokken van de schapen om te zien wie er echt een vluchteling is en wie hier binnenkomt op een verkeerd paspoort. Deze hervormingen zijn buitengewoon urgent, met of zonder visumvrij reizen. Wordt er enige druk uitgeoefend op Turkije of wachten we daar nog mee? 

Bovendien geldt dat Turkije het VN-Vluchtelingenverdrag en het Protocol van New York gewoon moet ondertekenen. Mijn motie is helaas verworpen, maar de regering zou zich ervoor inzetten dat er wel in de geest ervan wordt gehandeld. Als vluchtelingen in Turkije geen vluchtelingenstatus van de VN krijgen, zullen uiteindelijk al die mensen weg willen. Dat is wat er in het Midden-Oosten gebeurt. Dan is de standaard in Europa hoger en zien we straks nul vluchtelingen in Saudi-Arabië, honderdduizenden vluchtelingen in Turkije en miljoenen vluchtelingen in Duitsland. Dat is wat raar als het conflict in Syrië is. 

Op 1 januari treedt het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne voorlopig in werking. Mijn vraag is hoe de Nederlandse regering zich opstelt bij het referendum. Wij zouden graag willen weten, zeker na het bezoek van de president van Oekraïne aan het Torentje, wat de Nederlandse regering gaat doen als er een "ja" uit een rechtsgeldig referendum komt en wat zij gaat doen als er een "nee" uit een rechtsgeldig referendum komt. Gaat de Nederlandse regering dan een wetsvoorstel indienen om het verdrag te bekrachtigen dan wel om het in te trekken? Kan de regering in ieder geval toezeggen dat het associatieverdrag niet wordt bekrachtigd zonder dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer met dat wetsvoorstel hebben ingestemd? Dat is namelijk niet duidelijk in de wet. Deze vraag kan eventueel ook schriftelijk worden beantwoord. 

In tegenstelling tot het referendum over Oekraïne, staat het referendum over het Verenigd Koninkrijk wel op de agenda. Het CDA is van mening dat Nederland er alles aan moet doen om het VK binnen de EU te houden. We moeten deze onderhandelingen echter ook als een kans zien. Ik sluit mij aan bij eerdere sprekers die zeiden dat veel van de zaken die het VK wil, ook in het Nederlandse belang zijn. Zelfs het laatste punt, de in-work benefits, heeft een relatie met onze toeslagen kan ik eenieder verzekeren. Wat de Britten aan het doen zijn, betreft eigenlijk toeslagen in het kwadraat. Zij doen het echter werkgerelateerd. Het is voor hen raar om dat te doen met mensen die maar tijdelijk in hun land verblijven. Haal daar al je creativiteit uit. Dat werkt uiteindelijk draagvlakverhogend voor onze eigen sociale zekerheid. Voor ons is het heel belangrijk dat de Britten in de Unie blijven. Zij zijn niet alleen een belangrijke handelspartner, maar ook een belangrijke partner in heel veel discussies waarin Nederland en Groot-Brittannië aan dezelfde kant staan. 

Ik heb nog een paar losse onderwerpen die ook op de agenda staan, te beginnen met de kapitaalmarktunie. Kan de premier toezeggen dat de pensioenen daarbuiten blijven en dat wij niet naar een pensioenunie toe gaan? 

Ook ik heb het hele pakket brieven en voorstellen gezien dat vandaag is binnengekomen. Ik heb gezien dat er geen kabinetsappreciatie is — die komt — maar dat er wel wordt gesproken over het migratiepakket. Ik vind dat onwenselijk. Ik heb begrip voor de snelheid, maar kan de premier ervoor zorgen dat er de volgende keer een week tussen zit zodat wij het pakket tot ons kunnen nemen? Ook ik heb het voorstel gezien dat Zweden nu een jaar lang geen vluchtelingen hoeft op te nemen. Ik kan hier het hele stuk laten zien. Het zijn minstens vijftien documenten. De regering verwijst gewoon even naar de website, een uur voor het debat: daar kunt u zien wat er wordt voorgesteld. Het gaat erom dat slechts twee hotspots werken, in Italië en in Griekenland, en dat de andere tien, die al maanden en maanden worden beloofd, niet van de grond komen. Dat kan niet. 

Het Five Presidents' Report wordt besproken. De regering neemt afstand van de langetermijnvoorstellen, maar een van de five presidents was minister Dijsselbloem. Neemt de regering nu echt afstand van de plannen van minister Dijsselbloem? Worden wij er alsjeblieft niet vaker mee geconfronteerd dat de voorzitter, Nederland, een voorstel doet het komend halfjaar, waar de premier van Nederland, die ook voorzitter is, het er dan niet mee eens is? Als dat gebeurt, dan krijgen we zeer ingewikkelde discussies in de Kamer. 

Tot slot staan Rusland en Oekraïne op de agenda. Wij hebben 500 dagen na dato nog steeds geen radar- en satellietgegevens uit Rusland en geen radargegevens uit Oekraïne gekregen. Mijn Kamervragen worden niet beantwoord. Er wordt geen druk gezet op deze landen. Is de premier bereid om dit in Europees verband op te brengen om die landen te bewegen deze data naar de Nederlandse onderzoekers te sturen, zodat wij eindelijk weten hoe die raket gevlogen heeft? 

De voorzitter:

Wij zijn hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering tot 20.55 uur. 

De vergadering wordt van 20.33 uur tot 20.58 uur geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef de minister-president het woord. 

Minister Rutte:

Voorzitter. Ik dacht dat het goed zou zijn om de beantwoording in tweeën te delen. Eerst beantwoord ik de vragen die zijn gesteld over migratie, over de Commissievoorstellen die vandaag zijn binnengekomen over resettlement en Frontex, over Turkije, Griekenland, Italië, over hotspots en over vrijwillige relocatie, dat hele stuk. Daarna kom ik op de overige vragen. 

Ik begin met migratie. Ik ben het eens met de heer Van 't Wout, die zegt dat je moet oppassen voor het oplossen van problemen op de korte termijn — lukte dat maar, zeg ik erbij, want dan zou dat nog niet eens zo heel erg zijn — zonder dat je voldoende tijd besteedt aan de vraag waar je op langere termijn wilt uitkomen. Het kabinet vaart op het kompas van de kabinetsbrief van begin september. Die voorziet zowel in maatregelen om de toestroom naar Europa in belangrijke mate te verminderen, als in maatregelen om ervoor te zorgen dat er een eerlijke herverdeling komt van mensen in Europa. Het zijn dus twee doelen: het om zeep helpen van het businessmodel van de mensensmokkelaars, het naar Europa toekomen, en het in Europa voorkomen van asielshoppen naar de landen waar men graag naartoe wil. 

Het kabinet heeft — ik denk met brede steun vanuit de Kamer — een visie over hoe we dat op de middellange termijn en de wat langere termijn willen realiseren. In Europa werken we langs die lijnen. Het is niettemin zo dat dat stap voor stap gebeurt, dat is ook niet altijd te vermijden. Ik vind dat minder erg, zolang die stappen maar geplaatst kunnen worden in het langetermijnperspectief. Ik meen dat dat vaak kan. Het grootste probleem is dat de stappen voor de kortere termijn niet altijd lukken. Voor de komende weken is de vraag essentieel of de afspraken die wij met Turkije hebben gemaakt, houdbaar zijn en of die ertoe leiden dat de toestroom stopt van vluchtelingen uit Syrië en andere landen naar Europa. Tegen die achtergrond zal het kabinet kijken naar de voorstellen van de Commissie over resettlement en Frontex. Dit zijn voorstellen die vandaag zijn binnengekomen. Ik kan er wel een paar appreciërende opmerkingen over maken, maar dan zullen wij er echt meer tijd voor moeten nemen. De Europese Raad zal naar mijn verwachting ook niet meer doen dan vaststellen dat ze er zijn en ze naar de relevante raadsformaties doorschuiven. Dat wordt hier ook wel het "behandelvoorbehoud" genoemd. Wil je resettlement succesvol toepassen, moet je niet alleen de stroom uit Turkije laten opdrogen, maar moet je ook in staat zijn om mensen terug te sturen. Dit is volstrekt zonneklaar, want anders krijg je inderdaad twee migratiestromen. Dit zal er onderdeel van worden. Wij gaan dit allemaal nog verder in detail aan de Kamer berichten. Nogmaals, ik kan er wel een paar appreciërende opmerkingen over maken, maar dat doe ik natuurlijk pas nadat ik de heer Verhoeven de gelegenheid heb gegeven. Hij heeft al antwoorden van mij voor zich, zie ik. 

De heer Verhoeven (D66):

Was dat maar waar. De heer Van 't Wout zei ook al dat wij er nog naar moeten kijken. Ik heb tegen hem gezegd dat mij dat goed lijkt. Nu zegt de minister-president dat ook. De minister van Buitenlandse Zaken heeft hierover echter al een persbericht verstuurd. Hij zegt: wij steunen de Europese grenswacht. Ik ben benieuwd naar de appreciaties van de minister-president — dat woord wordt heel vaak gebruikt de laatste tijd — terwijl de minister van Buitenlandse Zaken eigenlijk al heeft gezegd dat wij dit moeten doen. 

Minister Rutte:

Ja. Ik zal die twee hier met elkaar in verband brengen. 

De heer Verhoeven (D66):

Ja, en dan koppelen zonder te marchanderen, dat is belangrijk. 

Minister Rutte:

Koppelen met marchanderen leidt tot slippende motoren en tot ontkoppeling. Wij vinden een paar dingen vreselijk belangrijk, ook vanuit de kabinetsbrief van begin september. In eerste plaats zul je, als je erin slaagt om de stroom van asielzoekers naar Europa te laten opdrogen, moeten toewerken naar het instrument van resettlement. Wij juichen het toe dat de Commissie komt met voorstellen over resettlement, die wij vervolgens goed gaan bestuderen. Hetzelfde geldt voor de grenswacht. Ik heb het hier vaker gezegd. Je zult in Europa moeten toegroeien naar een systeem waarbij de buitengrenzen veel strakker worden gecontroleerd. Er valt heel veel over te zeggen. Zijn dit de goede voorstellen? Moet het op deze manier worden gedaan? Het feit dat de Commissie komt met voorstellen over een betere grensbewaking juichen wij echter zeer toe. Dat moet je allemaal bezien in de context van de taken die lidstaten hebben als lid van Schengen. Daar zijn opmerkingen over gemaakt, ook vanuit de Kamer. Je kunt vragen stellen als wanneer die grenswacht dan kan worden ingezet en hoe je de aanzuigende werking op vluchtelingen voorkomt. Dat zijn allemaal zeer relevante vraagstukken die we moeten bezien bij de verdere appreciatie van, of anders gezegd beoordeling van of reflectie op, de Commissievoorstellen. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb een vervolgvraag, naar aanleiding van het antwoord van de minister. Waar ik een beetje bang voor ben bij dit soort antwoorden, is dat het woord "uitwerking" een beetje de manier wordt om elk plan waar we eigenlijk voor binnenlands gebruik wel moeite mee hebben toch uit te voeren. De VVD zegt bijvoorbeeld dat zij eigenlijk het overdragen van soevereiniteit helemaal niet zo prettig vindt, Koenders zegt dat we het wel gaan doen en de minister-president zegt: ja, we gaan het wel doen, we vinden het op hoofdlijnen goed idee, maar alles hangt af van de uitwerking. Elke keer is dan de uitwerking een paar maanden later prima en hebben we gewoon stappen gezet die we een paar maanden eerder nog niet wilden zetten. Zo zijn we steeds kleine beetjes aan het opschuiven. Nu is het opschuiven in de goede richting, dus dat vind ik op zich als D66 positief. Het draagt echter wel bij aan een wat moeizaam gevoel over besluitvorming over Europa. Kan de minister-president daar nog eens op ingaan? Zo'n juichend persbericht van de minister van Buitenlandse Zaken wekt immers toch de suggestie dat we dit gewoon gaan doen en dat de uitwerking echt nog maar een klein punt is, terwijl de minister-president zegt dat de uitwerking cruciaal is. 

Minister Rutte:

Dat is toch mijn vorige antwoord. We zijn er op zichzelf enthousiast over als de Commissie nadenkt en met voorstellen komt over dit soort belangrijke vraagstukken. Het voorstel is vanmiddag om vijf uur gepresenteerd en er is een behandelvoorbehoud. We gaan het zorgvuldig, ook in nauwe dialoog met de Kamer, verder behandelen en van commentaar voorzien. Ik heb tot grote boosheid van ingezondenbrievenschrijvers de vergelijking met het Romeinse Rijk gemaakt, maar die blijf ik maken. Mensen moeten niet denken dat ik daarmee wil zeggen dat asielzoekers barbaren zijn. Nee, natuurlijk niet. Het zijn mensen die net als u en ik niet willen leven tussen de bommen en de granaten en daarom op de vlucht zijn. Ik wil wel de vergelijking met het Romeinse Rijk maken ten aanzien van wat er gebeurt als je gewoon als grote unie je buitengrenzen niet beveiligt. Dat is een les die we kunnen trekken uit de geschiedenis. Er is te veel porositeit en de vraag is hoe je die kunt oplossen. Wat is de taak van de lidstaat en wat is de taak van Europa, wat doe je gezamenlijk en wat doe je als individuele partner in de Europese Unie? Wij moeten nu verder bezien wat de voorstellen zijn. Daar gaan we in elk geval niet deze week halsoverkop besluiten over nemen. Ik dacht dat de heer Fritsma nu gerustgesteld zou zijn. 

De heer Fritsma (PVV):

In tegendeel, want ik begrijp dat de premier meegaat met dat nare EU-voorstel om bevoegdheden voor grensbewaking over te nemen. Wat de premier hier doet dat is gewoon een belangrijk stuk van onze nationale soevereiniteit opgeven, de grensbewaking weggeven. Ik kan bijna niet geloven dat de premier daarin meegaat. Waarom laat hij Nederland de prijs betalen voor het feit dat het in Zuid-Europa een zootje is? Het gaat immers niet alleen om Griekenland dat de grensbewaking verliest aan de EU, maar ook om Nederland. Waarom laat hij dat gebeuren? Waarom vindt hij het goed? Waarom protesteert hij daar niet tegen? 

Minister Rutte:

Er is nergens voorzien dat Nederland zijn grensbewaking aan de Europese Unie overdraagt. De vraag is alleen wat je moet doen als lidstaten niet in staat blijken om hun verantwoordelijkheden in het kader van Schengen na te komen. Je moet ze daar natuurlijk altijd op aanspreken, want landen zijn altijd gehouden om er uiteindelijk voor te zorgen dat ze hun verantwoordelijkheden wel nemen. Ook dit voorstel ontslaat ze niet van hun verplichting om die verantwoordelijkheid te nemen. Dat moeten lidstaten natuurlijk zelf doen. Dat geldt ook voor Nederland. Feit is dat op dit moment de situatie tussen Griekenland en Turkije al heel lang zodanig is dat er onvoldoende controle plaatsvindt op de buitengrens. Dat is niet wenselijk. Dat is zelfs heel onwenselijk, zeker nu we te maken hebben met een grote vluchtelingenstroom en bijvoorbeeld de registratie van vluchtelingen in Griekenland niet goed op gang komt. Dit voorstel ziet erop, zoals ik het begrijp, om in die situaties in staat te zijn om als Europese Unie gezamenlijk te kunnen optreden. 

De heer Fritsma (PVV):

Inderdaad, er zijn situaties denkbaar waarin alle EU-lidstaten, dus ook Nederland, de bevoegdheden op het punt van grensbewaking verliezen. Dat is een principieel heel belangrijk punt. Ik snap echt niet waarom de premier dat goed vindt. Hij heeft immers in het verleden altijd gezegd dat we voorzichtig moeten zijn met het uit handen geven van nog meer bevoegdheden aan de EU. Diezelfde premier geeft nu gewoon de bevoegdheden weg die gaan over onze eigen grensbewaking. Ziet de premier zelf de hypocrisie daar niet van in? 

Minister Rutte:

Ik ben gewoon verbaasd over wat de heer Fritsma zegt. Als de PVV ergens voor staat, is het wel voor een stevige beveiliging en bewaking van onze buitengrenzen. Er liggen nu voorstellen om nader te kijken naar de bewaking van die buitengrenzen en naar de gaten die daarin zitten, maar de PVV reageert daarop met te zeggen: neu, dat doen we niet. Dat zegt de heer Fritsma, terwijl zelfs de leider van de PVV vrij onlangs nog zei in een interview, ik meen dat het in het Algemeen Dagblad was, dat het helemaal sluiten van de Nederlandse grenzen ook niet gaat lukken. Je zult dus uiteindelijk je verantwoordelijkheid moeten nemen over buitengrenzen. Ook de Europese Unie moet dat doen. 

De heer Fritsma (PVV):

Ik werd heel direct aangesproken, voorzitter. 

Minister Rutte:

Dat klopt. 

De heer Fritsma (PVV):

Ik wil dit dus toch even corrigeren. 

De voorzitter:

Kort graag, mijnheer Fritsma. 

De heer Fritsma (PVV):

De premier weet dondersgoed dat de PVV de grenzen wil sluiten en geen enkele asielzoeker meer wil toelaten. De PVV wil ook geen procedures en geen opvang meer toestaan. Dat is heel wat anders dan waar de premier het nu over heeft. Het gaat erom dat we niet afhankelijk moeten zijn van de chaos die de EU ervan maakt. De premier maakt zich daar afhankelijk van. De oplossing is: niet afhankelijk zijn van de EU of van Turkije. Neem het heft in eigen handen. Kies voor Nederland. Sluit de Nederlandse grenzen. Dan ben je baas over wat er hier gebeurt. Dan ben je baas over je eigen land en over je eigen grenzen. De premier geeft alles weg. 

Minister Rutte:

Als ik de heer Fritsma was, zou ik me nu toch even verstaan met mijn eigen leider. Die zegt daarover namelijk heel andere dingen. Ik luister altijd heel goed naar de leider van de heer Fritsma. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik niet, voorzitter. 

Hoe ziet de premier dit nu eigenlijk voor zich? Dit gaat nu over een land als Griekenland, maar het zou in principe natuurlijk ook Nederland kunnen overkomen. Stel je voor dat andere landen vinden dat we in Nederland langdurig in gebreke blijven bij bijvoorbeeld onze eigen kustbewaking. Er komen hier veel mensen al dan niet illegaal het land binnen. Hoe moet ik dat dan voor me zien? Komen er dan Duitsers, Italianen en Fransen hier ongevraagd op Nederlands grondgebied? Gaan ze dan controleren buiten onze territoriale wateren, of juist net erbinnen? Hoe moet ik me dat precies voorstellen? Hoe zou dat bijvoorbeeld in Griekenland in zijn werk kunnen gaan? 

Minister Rutte:

Daarover ga ik nu niet speculeren. Er ligt nu een voorstel van de Commissie om verstandige stappen te zetten bij het oplossen van het vraagstuk van de onvoldoende gecontroleerde grenzen. Hoe verstandig die precies zijn, gaan we bestuderen. Daarover gaan we ook het gesprek aan met de Kamer en in Europa. De Commissie heeft hierover echter net een voorstel gedaan; we hebben het nog nauwelijks kunnen bestuderen. Het lijkt mij daarom wat ver gaan om nu al te gaan speculeren. Als Rutte het zou moeten bedenken, hoe zou hij het dan doen? Ik heb natuurlijk overal ideeën over, maar ik wil mezelf in dit geval dwingen om terughoudend te zijn en niet te spuien. Er ligt immers nog maar net een voorstel uit Europa. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik word hier zo langzamerhand wel een beetje wars van. Iedere keer als het bij dit soort debatten gaat over toch vrij fundamentele vraagstukken, wordt er gezegd: nee, zo ver zijn we nog niet en daarop kunnen we nu nog even geen antwoord geven. De premier heeft te kennen gegeven dat hij er wel voor zou voelen dat er toch wat meer dwang kan worden gebruikt om landen te assisteren bij het bewaken van hun eigen grenzen. Zo heb ik het in ieder geval begrepen. 

Minister Rutte:

Ja. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nederland is ook een land dat ligt aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Hoe ziet de premier dit dan voor zich? Ik ben daar toch wel heel benieuwd naar. Dit is iets wat ook Nederland zou kunnen aangaan. Het gaat inderdaad om een overdracht van bevoegdheden; dat ben ik wel met de woordvoerder van de PVV eens. Dit heeft echt met soevereiniteit van de landen te maken. Ik wil toch wat meer horen over de visie van de premier hierop. 

Minister Rutte:

Ik verwijs hiervoor echt naar mijn vorige antwoord. Ik vind echt dat er problemen zijn met die buitengrenzen. Ik vind ook dat we eindeloos kunnen discussiëren over vragen als wat de taak van de lidstaten is, wat je intergouvernementeel en wat je communautair moet doet et cetera. Dat vind ik allemaal heel boeiend, maar de problemen moeten worden opgelost. De Commissie doet daartoe nu voorstellen. Die moeten we goed bestuderen. Het gaat mij echter te ver om vanuit Nederland, of vanuit mijn positie te zeggen: als ik de Europese Commissie was, zou ik a, b en c doen. Het gaat mij te ver om daarover nu een heel actieplan op te noemen. Er ligt net een voorstel, dus laten we dat eerst eens goed bestuderen. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik wil nog een korte vraag stellen, voorzitter. Ik ben wel blij dat wordt gezegd: we moeten de buitengrenzen goed bewaken. Ik ben daar ook voor als dat betekent dat er soevereiniteit moet worden overgedragen. We moeten gewoon zorgen dat we dit goed oplossen. De premier zegt: ik wil nog verder over de uitwerking praten. Dat is helder. Waarom heeft hij dan tegen Juncker gezegd dat dit een prioriteit wordt tijdens het Nederlands voorzitterschap? Dat heeft de premier volgens de buitenlandse pers tegen Juncker gezegd. Als je dat zegt, ben je toch al wel het stadium van het afwegen van de uitwerkingen voorbij? Ik zoek echt naar de hardheid van het plan en het enthousiasme hierover van het kabinet. Koenders zegt: ja. Rutte zegt in de Kamer: nou, eerst de uitwerking bekijken. Tegen de buitenlandse pers zegt Rutte: dit heeft prioriteit. Ik vind dat moeilijk. 

Minister Rutte:

Nee, Koenders en Rutte zeggen vanzelfsprekend hetzelfde. Dat heb ik net ook uitgelegd. Ik begrijp niet waar die berichten in de Europese pers vandaan komen over mijn gesprek met Juncker op dit punt. Ik heb vorige week tegen Jean-Claude Juncker gezegd wat onze prioriteiten zijn, namelijk de actuele thema's migratie en terreurbestrijding, en een diepere en een eerlijkere Europese gezamenlijke markt. Dat heeft te maken met de voorstellen op het gebied van equal pay for equal work tot en met het versterken van de markt voor digitale diensten, voor overige diensten, voor kapitaal en voor energie. Daar willen wij op inzetten. En ik heb gezegd dat ik mij realiseer dat het vraagstuk van het gecontinueerde Britse lidmaatschap van de Europese Unie ook in ons voorzitterschap een groot thema zal zijn. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik probeer even de positie van de premier in te schatten, want hij gaat tenslotte overmorgen naar die Raad toe. Zegt hij: ik ben nog lang niet toe aan die soevereiniteitsoverdracht van Nederland? Of zegt hij: ik vind het een goed voorstel? Ik geloof dat minister Koenders dat soort bewoordingen al heeft gebruikt. Wat is de positie van de premier? 

Minister Rutte:

Nu dit voorstel net uit is, is het te vroeg voor de Europese Raad om daar een diepgewortelde opvatting over te ontwikkelen. Wij gaan daar bovendien niet over; de relevante raadsformaties gaan daarover. Dat zou echt goed moeten worden besproken in de relevante raadsformaties. Dat is het bekende behandelvoorbehoud. Ik ben blij dat de Commissie met voorstellen komt, want het is een relevant thema. Hetzelfde geldt voor resettlements. Dat zijn belangrijke vraagstukken, die allebei goed moeten worden besproken. Ik heb een heel pragmatische kijk op dit vraagstuk. Dat heb ik vaker hier in de Kamer gezegd. Ik heb het keer op keer herhaald: nationaal, intergouvernementeel, communautair; zolang die grens maar beveiligd wordt. Daar gaat het mij om. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

In wat de minister-president nu zegt, hoor ik ook een subsidiariteitsbeginsel. Ook in zijn eigen regeerakkoord heeft hij dat eerder gezegd. Sluit hij dus niet uit dat er nog een nee van Nederland kan komen en dat er misschien voldoende ruimte is voor de alternatieven, die ook langskomen bij een parlementair voorbehoud, om te voorkomen dat wij soevereiniteit gaan overdragen? 

Minister Rutte:

Ik sluit niks uit, maar wij zijn blij dat de Commissie met een voorstel komt, dat wij goed gaan bestuderen. Het is een beetje gek om dan te zeggen: ik sluit niet uit dat wij nee gaan zeggen. Dat kun je nooit uitsluiten, maar dat is een beetje een negatieve benadering. Nu ligt er eindelijk een voorstel dat voldoet aan de noodzaak dat er een voorstel komt en waarvan de inhoud nu goed moet worden bestudeerd. Dat gaan wij ook goed bespreken met de Kamer. Dat is het eigenlijk. 

De voorzitter:

Gaat u verder. 

Minister Rutte:

Datzelfde geldt voor hervestiging. Ook daar waren vragen over. Dat zijn twee grote pakketten waar wij verder over moeten spreken. 

Er waren nog een aantal andere vragen gesteld over het brede thema van Turkije, Dublin en migratie. Dit is echt rijp en groen door elkaar. Er zijn heel veel vragen gesteld en dat is maar goed ook. Ik kon daar heel moeilijk precies een volgorde in aanbrengen. Ik begin even bij de vraag van de Dublinoverdrachten naar Griekenland en Italië. Die naar Griekenland zijn al veel eerder opgeschort als gevolg van de omstandigheden. Voor Italië is dat niet het geval. Als een persoon hier wordt aangetroffen die op eigen houtje naar Nederland is gekomen, dan heeft hij het systeem omzeild, ook als hij uit Italië komt. Als wij zouden zeggen "blijf hier maar", dan is het hele systeem van de hotspots echt ondermijnd. Dat zou niet kunnen. 

Hoe zit het met de herplaatsingen? Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie heeft gemeld tijdens het debat op 5 november dat Nederland een eerste start gaat maken met het herplaatsen van asielzoekers uit Italië. De Italianen zijn nu bezig om asielzoekers te selecteren voor de herplaatsing naar Nederland. Er zijn inmiddels dossiers ontvangen. Daar wordt nu naar gekeken om te bezien of wij alle informatie hebben, alvorens de herplaatsingen naar Nederland ook georganiseerd gaan worden. Daarover is contact met Italië. Hij heeft gesproken over 50 herplaatsingen als eerste contingent. Dat is bekend. Dat hebben wij toen besproken. 

Hoe wordt omgegaan met de mensenrechtenschendingen in de vluchtelingenketen? Hoe worden die ook in Turkije gemonitord? De opvang van vluchtelingen volgens internationaalrechtelijke normen is een belangrijk element van de afspraken die wij met Turkije en de landen aan de Westelijke Balkanroute hebben gemaakt. Vanuit het pretoetredingsinstrumentarium, het Instrument voor Pre-accessie (IPA), worden projecten in Turkije en de Westelijke Balkan ondersteund die de migratieketen in lijn moeten brengen met de Europese standaarden. Het actieplan met Turkije zal in principe één keer per maand worden gemonitord door vertegenwoordigers van de Europese instellingen en het voorzitterschap. Daar is Nederland dus de komende zes maanden bij betrokken en daarna via de nieuwe trojka, het triovoorzitterschap, dus indirect via Slowakije en Malta. Wij zullen daartoe de vereiste data aanleveren. Ook lidstaten zullen hun informatie in het proces delen. 

Migranten worden primair geregistreerd in de hotspots. Dat is dus een verantwoordelijkheid van de lidstaat die de buitengrens bewaakt. Daar leveren wij via de agentschappen een bijdrage aan: Frontex (Frontières extérieures), EASO (European Asylum Support Office) maar ook BST (Border Support Teams). Wij kunnen migranten niet dwingen zich te registeren. Wij kunnen dat wel bevorderen via een aantal pragmatische maatregelen. Als voorzitter zal Nederland het functioneren van de hotspots op de Europese agenda houden en monitoren. Het is cruciaal dat de hotspots er nu komen. Landen moeten ook hun verplichtingen nakomen; daar hameren wij op. Dit betekent ook dat de registratie in Eurodac moet plaatsvinden. Op dit moment is er geen mogelijkheid om aan landen sancties op te leggen. Wij zetten daarom stevig in om te bewerkstelligen dat iedereen meedoet en dat ook de bestaande verplichtingen worden nagekomen. Dat gaat over het vraagstuk van registratie en sancties, waar mevrouw Gesthuizen naar vroeg. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De premier noemde heel even het punt van de mensenrechtenschendingen in Turkije en het feit dat dit in ieder geval één keer in de maand wordt gemonitord. Ik heb gevraagd naar de connectie met de 3 miljard. Als er sprake zou zijn van mensenrechtenschendingen, niet in een incidenteel geval, maar structureel, heeft dat dan consequenties voor de afspraken die zijn gemaakt met Turkije? 

Minister Rutte:

Laat ik meteen ook de vraag beantwoorden van de heer Voordewind over de Turkey Refugee Facility. Op dit moment lijkt het in de financiële verhoudingen uit te komen op 1 miljard uit de Europese pot en 2 miljard uit de lidstaten. Voor Nederland is de bijdrage mogelijk iets lager dan de 117 miljoen die wij verwacht hadden toen de Europese bijdrage nog 600 miljoen — eerst 500 miljoen — zou zijn. De bijdrage zal iets lager liggen. Het lijkt dat er eensgezindheid ontstaat over de 1 miljard versus de 2 miljard. De Turkey Refugee Facility wordt opgezet om Turkije bij te staan bij de opvang van vluchtelingen in Turkije en bij de directe gevolgen van de instroom van vluchtelingen in dat land. De faciliteit wordt dus niet opgezet ten behoeve van de Turkse regering, zoals wij al vaker hebben gezegd. De projecten worden op dit moment geïdentificeerd, want de faciliteit is immers nog in oprichting. Naar verwachting zal de allocatie van middelen via de reguliere humanitaire kanalen van de Commissie verlopen, waaronder ook het maatschappelijk middenveld. Dit raakt ook aan de motie van de heer Voordewind. 

Ik wil voorkomen dat wij op voorhand al bedragen oormerken. Wij moeten zo veel mogelijk flexibiliteit behouden om te kunnen inzetten op de juiste projecten. Ook voor de selectie hebben wij trouwens het maatschappelijk middenveld nodig. Zoals bekend gaat het geld niet alleen naar de kampen, maar ook naar de gemeenschappen in Turkije waar zich veel Syriërs bevinden. Tevens nemen wij zitting in de allocatiestuurgroep. Ook daarin zullen wij inzetten op het steunen van goede projecten vanuit het maatschappelijk middenveld. Vanzelfsprekend is ook het thema van de mensenrechten daarbij een belangrijk onderwerp, maar op zich vinden de dialoog over mensenrechten en de monitoring daarvan separaat plaats. Los van het toetredingsproces is er een aparte mensenrechtendialoog met Turkije, dus separaat van het toetredingsproces en separaat van de Turkey Refugee Facility. Vanzelfsprekend zullen wij in die dialoog de relevante signalen op dit punt betrekken. 

De voorzitter:

Ik hoor graag van de minister-president of alle vragen die betrekking hebben op dit onderdeel al zijn beantwoord. 

Minister Rutte:

Over migratie? 

De voorzitter:

Nee, over mensenrechten. 

Minister Rutte:

Ja. Die vragen zijn beantwoord. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Het is mij duidelijk dat de premier zegt dat de 3 miljard vooral gaat naar organisaties waarvan wij zeker weten dat zij aan de slag gaan met vluchtelingen. Het geld gaat niet naar de Turkse overheid, dus dan is het wellicht niet passend om te zeggen dat wij het geld terugnemen op het moment dat de Turkse overheid zich schuldig maakt aan de schending van mensenrechten. Dat is duidelijk. De portee van mijn vraag was dat wij Turkije straks meer verantwoordelijkheden toekennen waar het gaat om vluchtelingen die in Turkije zijn en die wellicht op weg zijn naar de Europese Unie, ook bezien in het licht van het mogelijk aanwijzen van Turkije als veilig land. Welke middelen heeft de Europese Unie? Op welke manier gaan wij proberen om invloed uit te oefenen op de mensenrechtensituatie, vooral waar het vluchtelingen betreft, tegen de achtergrond van de signalen die wij ontvangen dat de mensenrechten in een aantal gevallen niet goed geborgd zijn? 

Minister Rutte:

Met Turkije, maar ook met landen aan de Westelijke Balkanroute, hebben wij afspraken gemaakt over de opvang van vluchtelingen. Die moet voldoen aan de internationaalrechtelijke normen. Via projecten uit het pretoetredingsinstrumentarium hebben wij projecten lopen in Turkije en de Westelijke Balkan ter ondersteuning van de migratieketen. Er wordt dus constant gekeken naar het aspect van de mensenrechten. Dat staat los van de reguliere mensenrechtendialoog die wij met Turkije voeren. Op die manier zullen relevante signalen moeten doorkomen. 

Dan kom ik op het punt van het veilige derde land, waarover mevrouw Gesthuizen een vraag stelde. Er is geen EU-voorstel inzake een lijst van veilige derde landen. Dat wordt immers op individuele basis beoordeeld. Dan moeten er ook mogelijkheden zijn voor het terugnemen van mensen, bijvoorbeeld Syriërs die via Turkije naar Europa komen. Daarover loopt overigens een Grieks-Turkse afspraak. Als die geactiveerd zou worden, zouden de Syriërs gemakkelijker terug kunnen naar Turkije, zoals wij de vorige keer hebben besproken in het debat over de Staat van de Unie. Deze zaken zijn allemaal onderdeel van de gesprekken. Er is wel een voorstel van de Commissie over veilige landen van herkomst. Nederland steunt dat. Turkije staat in dat voorstel. De Commissie heeft gekeken naar de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten. Een van haar belangrijke overwegingen is dat naleving van de mensenrechten onderdeel is van de beoordeling om überhaupt te komen tot de kandidaat-status. Turkije heeft niet alleen de kandidaat-status, maar is ook NAVO-partner. Van de Commissie weten we dat eraan wordt gewerkt dat de Turkse wetgeving mensenrechtenbepalingen en antidiscriminatiebepalingen bevat die adequate bescherming bieden tegen vervolging en mishandeling. Er verschijnt ieder jaar een voortgangsrapportage daarover. 

Er is een vraag gesteld over het Vluchtelingenverdrag. In het actieplan van Europa en Turkije is afgesproken dat Turkije zo snel mogelijk zal moeten voldoen aan de voorwaarden van de roadmap visumliberalisatie. In de verklaring van de top van 29 november wordt de streefdatum van oktober 2016 genoemd, maar alleen als Turkije aan alle relevante voorwaarden voldoet, waarmee wij niet marchanderen. Een van de voorwaarden van de roadmap is dat Turkije zijn vluchtelingenwetgeving in overeenstemming brengt met het Vluchtelingenverdrag en het protocol van 1967. De Commissie heeft aangegeven dat Turkije een eind op weg is. Het heeft in 2014 een wet aangenomen inzake buitenlanders en internationale bescherming. Die wet moet verder in lijn worden gebracht met het Vluchtelingenverdrag. De Commissie zal in het voorjaar van 2016 en het najaar van 2016 rapporteren over de voortgang bij de implementatie van de roadmap visumliberalisatie. Als alles zoals gepland gaat, zou Turkije eind 2016 zijn wetgeving in lijn moeten hebben gebracht met het Vluchtelingenverdrag en het protocol van 1967. Dit betekent overigens niet dat per se de territoriale beperking moet worden opgeheven, als maar de facto dezelfde voorwaarden gelden. Het zal de Kamer duidelijk zijn: het kabinet stemt pas in met visumliberalisatie als aan alle strenge voorwaarden is voldaan, waaronder ook deze Turkse verplichtingen. 

De heer Omtzigt (CDA):

De huidige Turkse wetgeving ziet vooral op Syrische vluchtelingen, maar niet op vluchtelingen uit andere landen. Moet Turkije de wetgeving aanpassen op vluchtelingen die uit andere landen komen, bijvoorbeeld uit Irak, ook een buurland waar veel vluchtelingen vandaan kunnen komen? Of beperkt dit zich alleen tot Syrië? 

Minister Rutte:

Dit beperkt zich in eerste instantie tot Syrië, heb ik begrepen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Er zijn Nederlandse F-16's actief boven Irak omdat ISIS daar grote gebieden heeft. De voormalige minister van Buitenlandse Zaken, de heer Timmermans, heeft erkend dat ISIS mogelijk schuldig is aan genocide. Mensen die daarvandaan vluchten, hoeven in Turkije dus niet erkend te worden als vluchteling. Dan blijft precies het probleem overeind staan dat Turkije die mensen geen adequaat onderdak biedt. Vindt de Nederlandse regering het een adequate afspraak met Turkije dat Turkije geen vluchtelingen uit Irak hoeft op te vangen? 

Minister Rutte:

De heer Omtzigt weet mij altijd weer een vraag te stellen waarop ik het antwoord niet heb, terwijl ik toch denk tot de laatste man voorbereid te zijn. Ik kom daar in tweede termijn op terug. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb toch goed begrepen dat de minister-president heeft gezegd dat voordat de visumliberalisatie van start kan gaan, het Vluchtelingenverdrag ondertekend moet worden? Als het Vluchtelingenverdrag in zijn volledigheid ondertekend is, dan moeten daar toch ook Irakese vluchtelingen worden opgevangen? Heb ik zo goed verwoord wat de minister-president heeft gezegd? 

Minister Rutte:

Ik moet het even heel precies zeggen, want dit is altijd zo'n verschrikkelijk juridisch wespennest. Een van de voorwaarden van de roadmap visumliberalisatie is dat Turkije zijn vluchtelingenwetgeving in overeenstemming brengt met het Vluchtelingenverdrag en het protocol van 1967. Zo is het. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dan moet er dus ook voor Irakese vluchtelingen opvang zijn, want dan geldt in den breedte het Vluchtelingenverdrag voor Turkije. 

Minister Rutte:

Dank aan de heer Voordewind, want daarmee heb ik meteen de vraag van de heer Omtzigt beantwoord die ik had willen doorschuiven naar de tweede termijn. De heer Omtzigt had gelijk: het heeft die breedte. Akkoord. Mooi. Dat is nog beter. 

In Libanon is Nederland een van de grootste donoren. We hebben dat vaker besproken. Het gaat dit jaar om echt heel veel geld. Er wordt zo'n 110 miljoen euro vrijgemaakt, maar daarmee zijn we er nog niet. Nederland is namelijk van mening dat niet alleen met Turkije afspraken moeten worden gemaakt, maar dat als je die stroom van vluchtelingen naar Europa in zeer belangrijke mate wilt terugbrengen, dit type afspraken ook zal moeten worden gemaakt met andere omliggende landen. Daarom zijn er ook gesprekken gaande, onder andere gesprekken van beide bewindslieden op Buitenlandse Zaken met de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie, over partnerschappen met Libanon en Jordanië. Ook daar zullen we namelijk de noden moeten adresseren. Ik ben dat zeer met mevrouw Gesthuizen eens. 

Ik kom even terug op Turkije. Als onderdeel van de visaroadmap zijn er uiteraard meerdere afspraken gemaakt over de kwaliteit en de bescherming van paspoorten. De Turkse documenten zullen aan de Europese vereisten moeten gaan voldoen. Dit betekent onder andere dat Turkije biometrische paspoorten zal moeten introduceren. De visumvrijheid, waarnaar op dit moment wordt gekeken, zal natuurlijk alleen gelden voor Turkse burgers en niet voor vluchtelingen. 

Ik kom op de humanitaire situatie aan de grens met Macedonië. Ik stel voorop dat we in de afgelopen maanden veel schrijnende beelden hebben gezien, ook van de situatie aan de grenzen van Macedonië. De landen langs de Westelijke Balkanroute zijn in de afgelopen tijd volledig overweldigd door de aantallen migranten. Het is uiteraard van groot belang dat de humanitaire situatie daar verbetert. Daarom wordt er ook hulp geboden: gezamenlijke bijeenkomsten tussen de landen van de Westelijke Balkan en de Unie, extra middelen — het gaat om 8,5 miljoen extra voor Macedonië en Servië — en een aantal praktische benodigdheden. We kunnen vaststellen dat de situatie langs de Westelijke Balkanroute onderdeel is van de totale migratieproblematiek, waar we ook tijdens ons voorzitterschap vanzelfsprekend druk mee doende zullen zijn. 

Ik kom op de brief van Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, aan premier Ahmet Davutoğlu van Turkije. Ik heb hier voor mij de naar ik meen vandaag beantwoorde vragen, waarin ook is gesteld dat het kabinet niet is gemachtigd om inzage te geven in een brief van de Europese Commissie aan een derde partij. Het betreft een officieel Commissiedocument, waarvoor de gebruikelijke openbaarmakingsregels gelden. Over de strekking van de brief is de Kamer ingelicht. 

Mevrouw Maij stelde in algemene zin de vraag: wat doet Nederland eigenlijk aan migratie? Eigenlijk zie je dat op drie fronten. Ik noem eerst de humanitaire hulp, de ontwikkelingshulp en de bijdragen aan Syrië, Libanon, Jordanië en Turkije. Dat gaat om meer dan 170 miljoen euro in 2015. Hetzelfde in Afrika, maar dan praat je over bijna 45 miljoen euro. Ten tweede is er een bijdrage van 15 miljoen aan het EU Trust Fund en kijken we met de Commissie naar een bijdrage aan het Madad-fonds, het trustfonds voor Syrië. Ten derde leveren wij veel wat betreft de hotspots. In het eerste jaar is het Nederlandse aandeel 17% van de toegezegde steun. Er zullen in antwoord op een verzoek van Frontex 35 experts, grenswachters en tolken, alsook twee landvoertuigen van de KMar ter beschikking worden gesteld. Frontex zal vervolgens beslissen waar deze experts het best kunnen worden ingezet. In 2015 zullen in totaal ongeveer 120 grenswachters en andere experts tijdelijk in operaties in diverse lidstaten, waaronder Griekenland, Italië, Hongarije en Bulgarije, actief zijn. Daarnaast zal Nederland over heel 2015 40 tolken tijdelijk inzetten voor Frontex. We hebben het kustwachtvliegtuig een aantal keren ingezet en tussen juli en oktober in Griekenland een snel patrouillevaartuig. Verder noem ik nog bussen voor migrantenvervoer en de landvoertuigen. In september jl. heeft Frontex nog een extra vraag gesteld. Dat heeft geleid tot nog eens 15 grenswachters en 20 tolken, boven op de al eerder genoemde inzet. Kijkend naar de cijfers ga ik ervan uit dat Nederland ook in 2016 significant zal bijdragen en boven de eigen gewichtsklasse zal boksen. 

Dit is wat ik wilde antwoorden op de vragen over migratie, Turkije, hotspots en de twee grote Commissievoorstellen. 

De heer Fritsma (PVV):

Er is nog één vraag van mij blijven liggen. Ik had de premier gevraagd om niet mee te gaan in de herverdeling van Syriërs vanuit Turkije naar de EU. Kan de premier die toezegging doen? 

Minister Rutte:

Ik heb net naar aanleiding van de opmerking van de heer Van 't Wout daar al op geantwoord. Wij vinden het logisch dat, als Turkije erin zou slagen om de toestroom van vluchtelingen naar Europa in te dammen richting nul en uiteindelijk ook die nul te bereiken, je vanzelfsprekend bereid moet zijn om groepen mensen uit Turkije naar Europa te halen. Anders wordt de druk op Turkije namelijk te groot en gaat de kraan weer open. Het zullen lagere, veel lagere aantallen zijn dan er nu irregulier naar Europa komen. Daarvoor geldt inderdaad dat je afspraken zult moeten hebben over terugkeer en dat de instroom in belangrijke mate is teruggebracht. De situatie die de heer Fritsma suggereert, is dat dit bovenop de bestaande stroom komt. Als dat het voorstel van het kabinet of van de Commissie zou zijn, heeft de heer Fritsma natuurlijk volkomen gelijk: dan zouden we gek zijn. 

De heer Fritsma (PVV):

Maar dan wil ik weten wat het voorstel precies is. De heer Orbán sprak over 500.000 Syriërs die vanuit Turkije naar de EU zouden worden gebracht. De heer Dijkhoff heeft dat weer ontkend. Wat ligt er nu precies op tafel? Waar praten we nu eigenlijk over? Het kan toch niet zo zijn dat er totaal geen duidelijkheid is over de aantallen? 

Minister Rutte:

Ik heb net uitvoerig toegelicht dat het voorstel vanmiddag is gekomen. Het zal in de relevante raadsformaties worden behandeld en het zal ook door het kabinet van een beoordeling worden voorzien. Op dit moment is er door de Commissie geen minimumaantal genoemd. Dat zal dus verder moeten worden bekeken. 

De voorzitter:

Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van het kabinet. 

Minister Rutte:

Nee, nee. Ik vrees dat ik nog een stapeltje vragen heb te beantwoorden. Vooral de eerste sprekers hebben veel vragen gesteld; ik wil ze allemaal bedienen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik hoor de heer Verhoeven zeggen dat we de hele nacht doorgaan, maar wat mij betreft gebeurt dat niet. Ik heb echter nog een vraag om een beetje te helpen om toch die kant op te gaan. De premier heeft heel summier geantwoord op mijn opmerkingen over Libanon. Ik vind het belangrijk dat we realistisch zijn als we hier met elkaar in debat gaan. We willen allemaal realistische oplossingen voor deze wereldwijde vluchtelingencrisis. Ik kan het dan bijzonder slecht velen als in dit huis steeds wordt gezegd: we gaan een oplossing zoeken — die oplossing heet: opvang in de regio — en dat er dan ook naar landen als bijvoorbeeld Libanon wordt gewezen. Als we realistisch zijn, weten we dat daar op dit moment geen draagvlak meer is, niet onder de bevolking en eigenlijk ook niet bij de Libanese overheid. Hoe moet ik nu voor me zien dat Nederland, of de Europese Unie, afspraken gaat maken met een land als Libanon, als het gaat om het opvangen van nog meer vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië? 

Minister Rutte:

De eerste vraag is: hoe voorkom je dat mensen die in Libanon, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan eten — honger, de onderste trede van de piramide van Maslow — alleen al om die reden op de vlucht gaan naar Europa? Een van de eerste taken die we hebben, is ervoor zorgen dat de situatie daar stabiliseert. Dat is ook een reden waarom wij veel hebben bijgedragen aan het Wereldvoedselprogramma, want daar zat een probleem. Ik heb net ook de zeer omvangrijke bedragen genoemd die Nederland in dit soort landen steekt. Ik steun ook zeer de initiatieven vanuit de Commissie om, als de afspraken met Turkije slagen, vergelijkbare afspraken te maken met Libanon en wellicht ook met Jordanië. Je gaat dan dus verder met investeren in bijvoorbeeld onderwijs en gezondheidszorg. Het is niet zozeer dat we willen kijken of Libanon nog meer vluchtelingen kan opnemen. De eerste taak is om te voorkomen dat de situatie ertoe leidt dat vluchtelingen aan de wandel gaan naar Europa. En mevrouw Gesthuizen heeft natuurlijk gelijk dat Libanon al heel veel vluchtelingen opneemt. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Gesthuizen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik zal proberen om het zo kort mogelijk te formuleren. De VVD, een partij die de premier zeer goed kent, heeft hier een aantal keren gezegd: we kunnen het in Nederland niet aan, we kunnen die tienduizenden mensen die naar Nederland komen dit jaar niet opvangen: we kunnen dat niet aan. Begrijp ik nu goed dat het kabinet zegt: we kunnen het hier in eigen land niet regelen, maar we gaan er wel voor zorgen dat een land als Libanon, met 1,5 miljoen vluchtelingen, het wel aankan? 

Minister Rutte:

De situatie is op dit moment zo dat vluchtelingen in de eerste plaats gaan naar de landen rondom het land waar oorlog is. Men gaat dus naar Turkije, Jordanië en Libanon. De gedachte van het kabinetsbeleid is dat je die landen ondersteunt bij de opvang van deze grote groepen. Vanzelfsprekend is de druk op de Libanese samenleving enorm. Mevrouw Gesthuizen heeft daar volkomen gelijk in. Het doel van het kabinetsbeleid is om, samen met de Europese partners, erin te voorzien dat de situatie in het land zodanig is dat de mensen die daar nu zijn, er blijven. Ik neem niet aan dat mevrouw Gesthuizen het plan heeft om tegen al die mensen te zeggen: kom allemaal maar naar Europa. Maar het is allemaal niet makkelijk. Ik zeg ook niet dat je dat morgen geregeld hebt. Onze gezamenlijke effort moet echter zijn te voorkomen dat dadelijk iedereen in Duitsland of Nederland zit. Je wilt toch dat ze in de regio blijven. Ik dacht dat ook de SP dat steunde. Het betekent dat je er alles aan moet doen om ervoor te zorgen dat de omstandigheden voor de mensen die nu in Libanon zijn, daar verbeteren. Dat heeft te maken met onderwijs, gezondheid en, heel primair, eten, dus ook geld steken in het Wereldvoedselprogramma, wat we gedaan hebben. Mooier kan ik het niet maken. 

Dan kom ik op het pakket Beter Regulation. Ik denk dat we in algemene zin allemaal positief kunnen zijn over dat pakket. Het is ook goed dat er nu bijna een interinstitutioneel akkoord is over Better Regulation. Dat moet nog overigens door de Raad en het Europees Parlement en het wordt tevens voorbereid via de Kamer. Het is nu vooral belangrijk dat we ons focussen op een ambitieuze implementatie. Dat gaan we ook voor een deel doen tijdens ons voorzitterschap. De Commissie heeft gedacht: laten we eerst maar eens beginnen. Dat betekent dat niet de grote organisaties als uitgangspunt worden genomen maar dat vooral gekeken wordt naar de uitvoerbaarheid voor het mkb. Het is nu van belang dat we verder werken aan een gezamenlijke EU-agenda in de Concurrentieraad. Daarop zullen we ook inzetten tijdens ons voorzitterschap. 

Over de vier moties die zijn aangenomen hebben we allemaal positief geadviseerd. Ze zijn ook allemaal ondersteuning van beleid. Mkb: ja. Pleiten voor een verplicht lobbyregister en informeren van de Kamer: ja, dat kan. Horizonbepalingen waar mogelijk: dat is onderdeel van het interinstitutioneel akkoord. Reductiedoelstellingen, en dan geen generieke maar smart geformuleerde doelstellingen: het pakket geeft daar ruimte voor; ik meen dat de motie van de heer Van 't Wout hierover ging. Het formuleren van doelstellingen zelf heeft de Commissie overigens nog niet gedaan. In het voorlopig akkoord en het hoofdstuk simplicatie komt dat overigens nog terug. Wij zijn er dus blij mee en wij gaan verder ook heel goed in de gaten houden dat het goed wordt ingevuld. Al met al liggen er dus goede voorstellen. Er is goed werk verricht door de eerste vicepresident, waarbij ook recht is gedaan aan de verschillende Kameruitspraken. 

Wat betreft de FMO-projecten is mevrouw Gesthuizen mij kwijtgeraakt in een diep en donker bos. Ik wil voorstellen dat ik de verantwoordelijk bewindspersoon vraag om de vraag van mevrouw Gesthuizen te beantwoorden in de brief die naar de Kamer gaat met een beoordeling van het klimaatakkoord COP21. Ik ben het overigens zeer met mevrouw Maij eens — ik deel ook haar complimenten — dat mijn collega Sharon Dijksma goed werk heeft geleverd, die ondanks dat ze pas een maand in deze baan functioneert, in een aantal discussies in Parijs domineerde. 

De Zweden zijn niet van de verplichting als zodanig ontslagen; ze hebben alleen nu een jaar uitstel gekregen wat betreft hun verplichting in het kader van het herplaatsingsprogramma. 

Dan kom ik op het punt dat de heer Koenders gezegd zou hebben: ik wil er nog wel een staatssecretaris bij. Ik heb begrepen dat hij dat wel heeft gezegd maar dan met het oog op een volgende kabinetsperiode. Dus dat gaan we nog wel eens bespreken bij de formatie. U allen weet dat deze premier voorstander is van een kleine overheid. En dan begin je aan de top. Het grote voordeel van een klein kabinet is dat je ook niet het risico loopt dat mensen op zoek gaan naar werk, maar dat iedereen het zo druk heeft dat die blij is net te overleven. 

De heer Verhoeven (D66):

We maken wel eens grapjes over visie en zo, maar dit kabinet heeft ook een paar dogma's, zoals: het aantal CBO's moet omlaag en het aantal bewindspersonen moet laag blijven. Dat zijn allemaal heel belangrijke dingen en er wordt ook voortdurend op gehamerd. Het zijn bijna een soort principes geworden. 

De voorzitter:

En uw vraag is? 

De heer Verhoeven (D66):

Mijn vraag is de volgende. Ik heb het gevoel dat de minister van Buitenlandse Zaken het ontzettend druk heeft en dat hem misschien het water wel aan de lippen staat. Op het moment dat hij dit soort uitspraken doet — natuurlijk zegt hij er dan bij dat het voor een volgende kabinetsperiode is — is wat mij betreft de vraag gerechtvaardigd of hij het nog allemaal wel aankan en of het voor hem nog wel behapbaar is, ook omdat de minister van Defensie 26 dagen lang raden aan het voorzitten is in plaats van de minister van Buitenlandse Zaken. Dat is toch wel een serieuze indicator, lijkt mij. 

Minister Rutte:

Moet u eens kijken wat ik ga doen! Ik vraag ook niet om een assistent-premier. We zijn voorzitter en dat kost natuurlijk verschrikkelijk veel tijd van ons allemaal. Dus dat wordt de komende zes maanden voor iedereen enorm aanpoten. De minister van Defensie is zo vriendelijk geweest om te zeggen: ik ben oud-Europarlementariër, laat mij nou maar een aantal van die Europese Parlementsvergaderingen bijwonen waar het voorzitterschap ook echt aanwezig moet zijn. Nou, dat stel ik zeer op prijs. Dat gaat in heel goed onderling overleg met de minister van Buitenlandse Zaken die immers als minister van Buitenlandse Zaken van het voorzittende land ook nog eens gehouden is om niet alleen in Europa maar soms ook in andere delen van de wereld de Unie te vertegenwoordigen, wat niet allemaal kan gebeuren door de Hoge Vertegenwoordiger. 

Het is dus waar: er ligt vanaf 1 januari een enorme bak werk te wachten. Natuurlijk hebben wij wel eens bekeken of je voor dat halfjaar een extra bewindspersoon zou kunnen aanstellen. Je moet eens kijken wat je daarvoor dan weer allemaal moet doen. Die moet je inwerken. We hebben er uiteindelijk voor gekozen om dat niet te doen. Dit staat los van de vraag of je voor het voorzitterschap zelf een extra staatssecretaris moet aanstellen. Dat heeft minister Koenders trouwens niet voorgesteld. Hij zei dat je in een volgende periode een aparte staatssecretaris zou kunnen overwegen. Dat zien we wel bij de volgende formatie. Laten we eerst maar eens bekijken wie er dan allemaal aan tafel zitten. Dat weet ik nog niet en de Kamer ook niet. Het is wel grappig dat de heer Verhoeven zegt dat het een dogma wordt. Als een visie hem niet bevalt, wordt het bij hem een dogma. Ik begin te leren. Ik zou zeggen: wees nu blij dat er hier visie bestaat, dat dit kabinet de visie heeft dat er een kleine overheid moet zijn en ook vindt dat dit bij de top moet starten. Je kunt niet zeggen dat je minder secretaresses aanstelt. Nee, je begint bij het topmanagement. 

De voorzitter:

Kort, mijnheer Verhoeven. 

De heer Verhoeven (D66):

Dank u wel voorzitter en mijn excuses dat ik zonder uw toestemming begon te praten. Dat is het enthousiasme tijdens het debat over dit punt. Het is echt een aangelegen punt voor mij. Het is belangrijk dat wij het Nederlandse voorzitterschap goed uitvoeren. Daarvoor wordt inderdaad heel veel werk verwacht. Is de opmerking van de heer Koenders echt maar een soort toekomstidee dat we misschien moeten uitvoeren of is het toch een beetje van toepassing op de situatie voor het komende halfjaar? Ik vraag het nog één keer. In de manier waarop hij vorige week bijvoorbeeld antwoord gaf op mijn vragen over het campagnevoeren zat echt iets als: daar is geen tijd voor, dat gaan we niet doen, dat is allemaal lastig, dat is veel werk en dat wil ik niet. Ofwel: ik heb te veel op mijn bordje, ik duw er wat af want ik kan het allemaal niet meer aan. De premier lacht het een beetje weg, maar ik maak mij er serieus zorgen over of de minister van Buitenlandse Zaken dit allemaal nog wel aankan omdat hij dit heeft voorgesteld. De minister-president kan lachen, maar ik meen het serieus. 

De voorzitter:

U lacht ook. 

De heer Verhoeven (D66):

Ja, dat is misschien niet sterk op het gebied van debateertechniek. Ik had serieuzer moeten kijken, maar ik meen het wel. Even opnieuw: ik ontvang graag een antwoord over de mogelijkheden voor de minister van Buitenlandse Zaken om echt het voorzitterschap goed te leiden, in het belang van Nederland. 

Minister Rutte:

Ik merk allereerst op dat de minister van Buitenlandse Zaken in goede gezondheid verkeert en de taak aankan. Ten tweede was ik er vorige week bij toen er werd gesproken over het Oekraïense referendum. Hier is de heer Verhoeven een beetje op zoek naar zelf verstopte paaseieren. Hij had toen als aanval gekozen dat het kabinet te weinig deed aan het Oekraïense referendum. Op een gegeven moment moesten de heer Koenders en ik er ook zelf verschrikkelijk om lachen toen de heer Verhoeven er in zijn tweede termijn weer op terug kwam. We zeiden "There is no way of winning this", wat we ook antwoorden. Dat heeft ook te maken met het woord "campagne". Dat woord associeer ik met foldertjes uitdelen en deur-aan-deur aanbellen bij verkiezingen. Minister Koenders heeft uitgelegd dat wij als kabinet, de minister van Buitenlandse Zaken en ik voorop, maar de rest van het team erachteraan, de komende tijd gelegenheden die zich voordoen allemaal zullen aangrijpen om uit te leggen waarom wij achter dit associatieakkoord staan en waarom wij hopen op een goede afloop bij dit referendum. Waar wij allemaal wat op aanslaan, zijn de woorden "campagne voeren" omdat die allemaal echo's oproepen van verkiezingscampagnes — dat is dit niet — of eerdere campagnes in het kader van referenda. Wij willen gewoon zakelijk rechtstreeks met Nederland het gesprek aangaan over de reden waarom dit goed is. Dat gaan we doen. Dat gaat ook de minister van Buitenlandse Zaken doen. Ik zat vorige week naast hem. Dat heeft hij toen uitvoerig betoogd. 

Ik kom nog even op de samenstelling van dit kabinet. Minister Koenders heeft dit gezegd tijdens een bijeenkomst dit weekend, maar niet met de bedoeling om te zeggen dat hij voor het voorzitterschap een staatssecretaris nodig had. Ik zou bijna de grap vertellen dat wij vorige week tijdens een aparte vergadering tot de conclusie kwamen dat het goed loopt met het voorzitterschap. Toen zei ik dat het nog wat vroeg was omdat het nog moet beginnen. Maar tot nu toe lopen de voorbereidingen heel plezierig en lijken wij het nog steeds allemaal aan te kunnen. 

Ik kom bij de sancties tegen Rusland. Dat ging over Minsk. Het korte antwoord is: ja, ik kan bevestigen dat wij geen sancties tegen Rusland verlichten zolang Minsk niet is nageleefd. Ik heb ook een lang antwoord, maar dat laat ik gezien de tijd even liggen. 

Ik kom op de brexit. Ik ben het zeer eens met de heer Van 't Wout. Het is van groot belang dat het VK erbij blijft. Het is een land dat gericht is op export, handel en de vrije markt. Dat hebben wij nodig in een Europa dat in veel opzichten ook etatistische karakters heeft. Partners als Polen, Denemarken, Zweden, Finland en het VK hebben wij nodig omdat dit landen zijn die gericht zijn op de vrije markt. Wij willen het er heel graag bij houden. Nederland doet er zijn best voor, maar de Britten moeten ook ons helpen hen te helpen. Het is waar: drie van de vier voorstellen lijken wat meer doable, iets meer mogelijk. Dat heeft te maken met de positie van niet-eurolanden, de positie van nationale parlementen en de interpretatie van de ever closer union of peoples. Eén is er wat ingewikkelder. Daarover zullen de gesprekken moeten worden voortgezet. Ik kan op dit moment niet exact inschatten wat Tusk, de voorzitter van de Europese Raad, voornemens is te gaan doen op dit punt in de Raadsbijeenkomst van donderdag. Dat heb ik niet precies paraat. Gezien de stand van het debat kan ik mij voorstellen dat er nog wel een tweede ronde nodig is om hier helemaal uit te komen. We moeten heel precies bezien wat we doen met het vierde punt, de vier jaar pauze bij inward benefits. Het lijkt ingewikkeld om het daarover eens te worden, omdat dan mogelijk sprake is van discriminatie ten opzichte van niet-Engelse staatsburgers. We moeten nagaan of we in dezelfde sfeer wellicht naar alternatieven kunnen zoeken. 

Mevrouw Maij zei dat het kabinet in de GA schrijft … Wat is de GA? Oh, de geannoteerde agenda. In de geannoteerde agenda schrijft het kabinet dat sommige landen ervoor hebben gepleit dat de Europese Raad nieuwe voorwaarden stelt aan de infrastructuurprojecten. Mevrouw Maij vroeg om welke landen en projecten het dan gaat. Dat heeft te maken met Nord Stream 2. Sommige lidstaten hebben er per brief voor gepleit dat de Europese Raad nieuwe voorwaarden stelt aan de aanleg van nieuwe infrastructuur. Wij vinden dat de constructie en exploitatie van nieuwe infrastructuurprojecten moeten voldoen aan de huidige EU-wetgeving, bijvoorbeeld op het gebied van internemarktregels en milieueisen, zodat je een helder, transparant en vooraf verifieerbaar toetsingskader behoudt, wat essentieel is voor de investeringszekerheid. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Excuses, door de GA was ik even van slag, maar ik wil nog een vraag stellen over het vorige punt, over de arbeidsmarkt in het Verenigd Koninkrijk. Ik heb gesproken over het arbeidsmobiliteitspakket. Op dat punt zouden we, als we het goed vormgeven, misschien een aantal van de zorgen van de Britten kunnen wegnemen. 

Minister Rutte:

Ja, dat klopt. Wij denken ook dat dat zou kunnen helpen. Tot nu toe is het nog niet zo goed gelukt om de Britten er superenthousiast over te krijgen, maar daar werken we wel aan; ook minister Asscher van Sociale Zaken doet dat. Ik ben het overigens totaal eens met mevrouw Maij op dit punt. Wij willen namelijk niet alleen een diepere, maar ook een eerlijkere interne markt. Die combinatie is belangrijk voor de politieke balans in Europa en omdat zij inhoudelijk noodzakelijk is. De markt moet dieper gaan; ik noemde net al de punten digitaal, diensten en energie. De markt moet ook eerlijker. Minister Asscher is erin geslaagd om dat onderwerp op de Europese agenda te krijgen: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plek is een tekst die de voorzitter van de Commissie heeft overgenomen. Wij willen dat de Commissie dat pakket, wanneer het gereed is, zo spoedig mogelijk in het komende halfjaar presenteert. We streven ernaar — daar spreken we ook over met de Commissie — dat dit arbeidsmobiliteitspakket nog tijdens ons voorzitterschap wordt behandeld. Ik heb er vorige week nog over gesproken met Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Commissie. Wij denken inderdaad dat dit kan helpen bij de discussie over het binnenboord houden van de Britten. Dat ben ik met mevrouw Maij eens. 

Mevrouw Maij (PvdA):

De minister-president zegt dat hij hierover heeft gesproken met de Commissie. Wij kregen vorige week te horen dat het mobiliteitspakket misschien uitgesteld zou worden, maar nu begrijp ik dat het toch nog in de komende maanden rond gaat komen en onze kant op zal komen. Klopt dat? 

Minister Rutte:

Wij doen onze uiterste best daarvoor. Ik kan geen garanties geven, maar alles is erop gericht dat we de komende maanden echt forse stappen zetten. 

Ik kom op PNR. Daarover zijn ook vragen gesteld. Dat is wel een herhaling van het hele debat over de Staat van de Unie, maar dat mag natuurlijk. Alle vragen hierover en de antwoorden daarop staan inderdaad bijna letterlijk in het stenogram van het vorige debat. Op 10 december is er een brief gestuurd in reactie op vragen van de Eerste Kamer over de risicoprofielen. De kern van de zaak is de volgende. We weten dat de Foreign Terrorist Fighters soms een reis opknippen: zij reizen dan via een andere EU-lidstaat. Die methode gebruiken deze terroristen steeds vaker om onder de radar te blijven. Er is afgesproken dat de lidstaten zelf invulling kunnen geven aan de regeling over het intra-Europese PNR-systeem. In de Raad hebben de lidstaten afgesproken om hierin gezamenlijk op te trekken, omdat je alleen op die manier de toegevoegde waarde van zo'n PNR-systeem maximeert. En ook tegenover het delen van de gegevens staan wij constructief. Wij hebben ook ingestemd met de opname van intra-EU PNR. Dat is ook besproken in het AO JBZ-Raad van 2 december, voordat die instemming in de Raad van 3 en 4 december is gegeven. Wij hebben het er ook vorige keer over gehad, maar toen was de heer Koenders degene die de vragen beantwoordde bij de Staat van de Unie. Ik denk dat dit echt een onderwerp van groot belang is omdat het gaat over de positie van deze terroristen en hoe je ze kunt traceren op het moment dat ze gebruikmaken van een reis die ze opknippen. Dan zul je dit soort instrumenten moeten hebben, altijd kijkend naar proportionaliteit en privacy; ik snap het en dat doen we ook allemaal. Maar het is echt een opsporingsinstrument dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan het onderkennen van de reisbewegingen van die terroristen, maar ook natuurlijk van zware criminelen en hun netwerken. 

Tot slot de vraag van de heer Omtzigt over MH17. Ik kan hem zeggen dat de antwoorden op de Kamervragen op zeer korte termijn worden verzonden. 

Daarmee meen ik alle vragen te hebben beantwoord. 

De voorzitter:

Bijna, hoor ik van de heer Verhoeven. Er is een vraag blijven liggen. Mijnheer Verhoeven, kort graag. U heeft ook een tweede termijn. 

De heer Verhoeven (D66):

Een tweede termijn zeker, maar ik heb pas twee vragen gesteld. 

De voorzitter:

Maar heel veel interrupties geplaatst. 

De heer Verhoeven (D66):

Over PNR heb ik twee vragen gesteld waar ik nog steeds geen antwoord op heb gekregen: in geen enkele brief, in geen enkel eerder debat en ook niet nu van de minister-president in deze ronde. 

De voorzitter:

Welke vraag? 

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb vandaag ook een motie aangenomen gekregen, over de positie van de Tweede Kamer met betrekking tot informatieverstrekking. Er is geleidelijk een andere positie ingenomen in het proces maar de Kamer is daar niet vooraf over geïnformeerd. Waarom is dat niet gebeurd? Gaat het kabinet dat voortaan bij andere zaken wel beter doen? Dit is namelijk echt een verandering zonder de Kamer te informeren. 

Ten tweede, de hamvraag die ik net in mijn bijdrage ook heb gesteld, gaat over het verplicht uitwisselen door de nationale inlichtingendiensten van gegevens als cruciale schakel in het pakket die niet genomen is. Waarom heeft Nederland dat laten passeren? Deze minister-president heeft de mond vol van het willen aanpakken van criminaliteit, terrorisme, enzovoorts. Dit is een cruciale schakel in het pakket. Die zit er nu niet in. Het kabinet gaat niet verder dan alleen maar zeggen: dat gaan we bevorderen in ons voorzitterschap. Dat is echt een gemiste kans. 

Minister Rutte:

Ik ga proberen de heer Verhoeven te bedienen. Ik zeg er wel bij dat dit niet op de agenda staat van de Europese Raad. Dit is dus een beetje een debat dat niet alleen over de Europese Raad gaat maar ook over alle andere zaken. Maar dat kan, en ik probeer waar het kan ook antwoord te geven. Een enkele keer heb ik bij de vraag van mevrouw Gesthuizen verwezen naar een collega, maar hier ga ik het proberen omdat ik hier wel munitie heb. 

Om te beginnen de informatiedeling. Dat is een belangrijk punt, die is niet verplicht. Dat betekent dat lidstaten zelf controle houden over hun gegevens. Het is volstrekt helder dat het succes en de toegevoegde waarde van de PNR-richtlijn natuurlijk valt of staat met informatiedeling. Daaraan hechten wij bijzonder. Het gaat er dan om dat per verzoek een zorgvuldige afweging wordt gemaakt. De uitkomst staat voorop, zodat je komt tot een situatie waarin je uiteindelijk alle beschikbare informatie ook zo compleet mogelijk kunt verkrijgen. Ik kan hier melden dat tijdens het Nederlandse voorzitterschap de uitwisseling van gegevens prioritair door Nederland op de agenda staat voor wat betreft de uitwerking van deze PNR-afspraken, zowel in de informele als in de formele JBZ-Raad en ook nog via een hoog ambtelijk seminar. Dus ik kan hier nog niet garanderen dat het lukt, maar ik kan wel zeggen dat Nederland met de heer Verhoeven hier aan dezelfde kant van het touw trekt en probeert er alles aan te doen. 

Een andere vraag is hoe nu de besluitvorming is gegaan. Ik denk dat je moet vaststellen dat een belangrijk punt in alle discussies, ook in de Kamer, het waarborgen van de gegevensbescherming was. Om die reden zouden wij ook terughoudend in de verschillende discussies. Uiteindelijk konden wij instemmen met de compromisteksten over de PNR-richtlijn omdat wij van mening zijn dat deze nu juist voldoende sterke waarborgen voor gegevensbescherming bevatten. Dat was altijd een belangrijk punt van de Kamer. Wij menen dat dat nu zo is. Daarover is inmiddels ook een debat gevoerd, ik meen zelfs met de Kamer, of dat vindt zeer binnenkort plaats, waarin ook Ard van der Steur, de minister van Veiligheid en Justitie, dit heeft toegelicht. Ik ben nu door alle munitie op dit punt heen, dus als de heer Verhoeven meer wil weten, kom ik er in tweede termijn op terug. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik kom dan zelf in tweede termijn terug op de wijze waarop ik denk dat het verstandig is. Nu leest de minister-president de brief nog een keer voor. Die heb ik natuurlijk gewoon goed gelezen. Inderdaad: niet verplicht, prioriteit, dus de minister-president ziet het belang. Maar waarom heeft Nederland ingestemd met een pakket dat aan de ene kant heel ver gaat, over intra-EU-vluchten enzovoorts, maar dat aan de andere kant een cruciale schakel betreft, namelijk de verplichte uitwisseling? Hoe ver is Nederland gegaan om te zorgen dat dat er wel in kwam? Ik waardeer de inzet van de minister-president waar het gaat om het bevorderen, het stimuleren en het prioriteren, zoals hij net allemaal heeft gezegd. Maar waarom heeft Nederland dit laten gebeuren? Want in de ogen van D66 is dit de cruciale schakel bij het aanpakken van terrorisme. 

Minister Rutte:

Ik heb een vermoeden en ik denk dat het goed verklaarbaar is, maar ik laat mij nog even precies ambtelijk adviseren op dat punt. Nederland zei ja, terwijl er op het punt van de informatiedeling nog geen nadrukkelijke verplichting in staat. De vraag is: waarom is Nederland dan toch akkoord gegaan? Ik laat nog even precies uitzoeken hoe dat zit en kom daar in tweede termijn op terug. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik dank de minister-president voor de antwoorden op de vele vragen die zijn gesteld. Ik ben blij met de hoofdlijnantwoorden van de minister-president over de grenswacht. Ik vind dit niet een goed onderwerp voor een discussie over soevereiniteitsoverdracht; het gaat gewoon om het bewaken van de buitengrenzen. Daar ben ik het helemaal mee eens. De tekst waarop ik doelde met betrekking tot uitspraken van de minister-president waren van het Europe Agency. Dat is een persbureau dat gewoon heeft opgeschreven dat minister-president Rutte tegen Jean Claude Juncker zou hebben gezegd dat dit een prioriteit was van het Nederlandse voorzitterschap. Ik kan hem dat zo dadelijk overhandigen, maar er zijn echt uitspraken van het persbureau opgetekend. Die heb ik gewoon letterlijk, maar ik heb ze helaas op mijn Kamerbankje laten liggen, en heb ze dus niet hier. Maar ik kan ze straks wel overhandigen. Graag krijg ik een reactie op die optekening door het persbureau. 

Wat Jordanië en Libanon betreft ben ik blij dat een en ander nu wel steeds de inzet is van het kabinet. D66 heeft vaker gezegd, al in april van dit jaar: maak die landen nu partnerlanden. Dat wordt nu gedaan. Dan kan ik wel een beetje zuur doen over het feit dat destijds moties van D66 zijn afgestemd, maar het zit nu eenmaal niet in mijn karakter om daar zuur over te doen. Ik benoem het alleen even. 

Ik krijg graag nog antwoord op de openstaande vraag hoe het precies is gegaan met het PNR en waarom Nederland daarmee akkoord is gegaan. D66 vindt het echt een verkeerde inzet om niet volledig en vol in te zetten op gegevensuitwisseling. Laat dat echt gezegd zijn. 

Ik ben blij met het antwoord van de minister-president over Rusland. Die helderheid is belangrijk, want anders krijg je weer iets in de trant van: misschien toch een klein beetje bewegen hier en dus een beetje marchanderen daar. Dat gebeurt nu niet. Dank daarvoor. 

Tot slot over de minister van Buitenlandse Zaken. Het debat verviel een klein beetje in een soort grappenmakerij, maar ik wil er toch wel graag voor zorgen dat wij niet in de situatie komen dat wij over een paar maanden zeggen: tjonge jonge, de minister van Buitenlandse Zaken — en Europese Zaken in dit geval — kan het eigenlijk op een aantal punten helemaal niet bolwerken, waardoor wij kansen laten lopen. Laten wij dat dan wel samen in de gaten houden, want ik vind het een serieuze zorg. 

Tot zover, voorzitter. 

Minister Rutte:

Geen motie? 

De heer Verhoeven (D66):

Excuus. Ik breng mijn aangehouden motie over de grens- en kustwacht in stemming. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. De premier is vrij behendig over een aantal grote problemen heengestapt in de eerste termijn. Ik dank hem wel hartelijk voor al zijn antwoorden. Er zijn inderdaad heel veel vragen gesteld. Ik dank hem hartelijk voor zijn toezegging om mijn vragen over de FMO en de goedgekeurde klimaatprojecten, ingediend door ontwikkelingslanden, door te geleiden naar zijn collega. 

Ik heb nog twee opmerkingen te maken, over de situatie in Turkije en de situatie in Libanon. Ook heb ik nog een derde opmerking, over de bewaking van de buitengrenzen. Maar laat ik met het laatste beginnen. Ik ben het niet eens met mijn collega van D66, die zegt dat het niet gaat om een overdracht van bevoegdheden en dat er geen soevereiniteitskwestie aan de orde is. Volgens mij is dat wel het geval. Ik vind het jammer dat wij nu nog niet dat diepergaande debat met de premier hebben kunnen aangaan, maar dat komt dan hopelijk zeer snel. Wat mij betreft is het iets wat wij zo snel mogelijk in de Tweede Kamer moeten bespreken, omdat het gaat om een stap die op lange termijn ook voor Nederland en voor andere Europese landen zou kunnen gaan gelden. 

Dan kom ik op de zekerheden die mensen hebben die in Turkije verkeren. Ik heb vandaag gehoord dat de waarborgen dat de mensenrechten van mensen niet geschonden worden, op dit moment onvoldoende zijn. Wat wij hebben zien gebeuren en wat ook door Amnesty is opgetekend in een rapport dat onlangs mocht verschijnen, baart zorgen. Mij baart het in ieder geval grote zorgen. Het feit dat de Europese Unie meer gaat leunen op Turkije om zijn verantwoordelijkheid te nemen en vluchtelingen tegen te houden, meer in Turkije te houden of zelfs terug te sturen, doet mij mijn wenkbrauwen wel fronsen. Ik ben er allerminst gerust op. Tot slot. De premier sprak mij tamelijk direct aan in zijn antwoord op een vraag van mij bij interruptie. Hij vroeg zich af welke oplossing ik dan voor ogen heb voor die 1,5 miljoen mensen die in Libanon verkeren. Dat doet er niet zo heel erg toe. Ik wil het hebben over realistische oplossingen. Ik kan het niet uitstaan als er in deze Kamer steeds wordt gedaan alsof de oplossing voor het Europese vluchtelingenprobleem zou liggen bij de landen in de regio van Syrië, terwijl er heel duidelijk wordt aangegeven, nota bene zelfs door een VN-gezant, dat de oplossing daar juist niet gevonden kan worden. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De EU lost niets op en maakt bestaande problemen alleen maar erger. Dat geldt ook voor de huidige asielcrisis. Desondanks gaat de premier vrolijk verder met het weggeven van bevoegdheden aan de EU. Nu dreigt hij zelfs de zeggenschap over onze eigen grenzen weg te geven. Dat mag niet gebeuren. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de EU voorstelt om alle lidstaten te kunnen dwingen de bewaking van de eigen nationale grenzen uit handen te geven aan een Europees grensagentschap; 

van mening dat de soevereiniteit van ons land hierdoor ernstig geweld wordt aangedaan; 

verzoekt de regering om nimmer in te stemmen met voorstellen die de macht om de eigen Nederlandse grenzen te bewaken uit handen kunnen geven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Fritsma en Wilders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1067 (21501-20). 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik ben blij dat de minister-president heeft gezegd dat de hotspots het komende halfjaar een prioriteit van dit kabinet zullen worden. Het is belangrijk om de mensen op een humane manier op te vangen. Ook is het goed te weten dat maatschappelijke organisaties worden ingeschakeld om in Turkije voor de vluchtelingen te zorgen. 

Ik heb een motie over de Europese kustwacht. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat volgens het voorstel voor een Europese grens- en kustwacht de Europese Commissie het besluit kan nemen om het Europese agentschap in uiterste instantie zonder toestemming van een lidstaat te laten ingrijpen in de nationale grensbewaking; 

overwegende dat hierbij in feite sprake is van soevereiniteitsoverdracht van lidstaten naar de Europese Commissie; 

overwegende dat er ook andere middelen bestaan om de grensbewaking op orde te brengen, waaronder het instellen van strengere (binnen)grenscontroles of de mogelijkheid om een lidstaat (tijdelijk) uit te sluiten van het Schengenverdrag; 

verzoekt de regering, de Kamer binnen drie weken een BNC-fiche toe te sturen over het migratiepakket en over alle andere voorstellen en om binnen de Europese Raad geen onomkeerbare stappen te nemen wanneer het gaat om de overdracht van bevoegdheden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Van 't Wout en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1068 (21501-20). 

De heer Van 't Wout (VVD):

Voorzitter. Dank aan de minister-president voor zijn antwoorden en met name ook voor zijn glasheldere uitleg over de plannen met betrekking tot resettlement. Daar kan dus echt wel sprake van zijn als alle andere zaken met Turkije zijn geregeld, zoals het opdrogen van de vluchtelingenstroom en het terugnemen van mensen. 

We hebben het veel gehad over de Europese grenswacht. Er is begrijpelijkerwijze veel discussie geweest over de vraag of de Commissie ergens mag ingrijpen. Ik markeer aan de andere kant toch ook wel dat het pakket uit nog heel veel andere dingen bestaat waar nu grote overeenstemming over lijkt te bestaan, terwijl nog niet zo heel veel jaren geleden mijn fractie te horen kreeg dat je niet mocht praten over Fort Europa als ze over dat soort dingen sprak. Maar goed, dat is dan weer de winst. 

Ik kom te spreken over de brexit. We hebben bij de Staat van de Unie een beetje vergelijkbaar debat gevoerd als ik voerde met mevrouw Maij over het punt van de sociale zekerheid in het Verenigd Koninkrijk. Ik weet dat de premier ermee bezig is, maar ik denk echt dat dit punt cruciaal is. Mijn inschatting van de campagne en het referendum is dat dit een van de belangrijkste onderwerpen kan zijn voor de Britse burgers wat betreft tastbaarheid. Op zichzelf snap ik de problematiek die de Britten hier voor zichzelf aansnijden en zien. 

Tot slot. Wij hebben een mooi debat gehad bij de Staat van Unie. Ik heb toen gezegd dat we de interne markt moeten versnellen en dat als het niet snel genoeg gaat met z'n 28'en, we eens moeten kijken of we niet in een wat kleiner verband al daarin voorop zouden kunnen lopen. Ik vraag de minister-president om her en der in zijn informele contacten tijdens deze Europese Raad al een zaadje daarvoor te planten. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Voorzitter. Ik dank de premier voor de beantwoording van de vele en diverse vragen. Tijdens deze Europese top zullen veel diverse onderwerpen aan bod komen. 

De premier heeft de verzekering gegeven dat het arbeidsmobiliteitspakket er het komend halfjaar zal komen en dat de Nederlandse regering daaraan prioriteit zal geven tijdens het Nederlandse voorzitterschap. Wij vinden dat goed, vooral omdat dit een geste richting de Britten kan zijn en een aantal van hun problemen met de arbeidsmarkt en met de mobiliteit op de Europese arbeidsmarkt zou kunnen wegnemen. 

De premier heeft aangegeven welke bijdrage Nederland aan de hotspots heeft geleverd, waarvoor dank. Ik heb ook gevraagd welke bijdrage andere landen daaraan hebben geleverd. Ik kan mij voorstellen dat de premier dat nu allemaal niet precies kan beantwoorden, maar ik vroeg dat omdat wij aan andere landen ook veel vragen. De premier begon daarover in zijn stukje over migratie. Turkije moet zich aan de afspraken houden, zei hij letterlijk. Ik ben dat met hem eens, maar wij moeten ons ook aan onze eigen afspraken houden. Daarom breng ik dat punt nog een keer op en vraag ik de premier om dat in het kader van zijn eigen voorzitterschap op te pakken. Wij moeten niet alleen aan anderen vragen om hun steentje bij te dragen. Wij moeten als Europese lidstaat ook zelf ons steentje eraan bijdragen dat die hotspots straks functioneren en dat wij er over een halfjaar niet nog steeds maar twee of drie hebben. Al die verschillende hotspots op de Griekse eilanden en Italië moeten inderdaad gaan functioneren. 

Dat zal ook helpen bij het verder invullen van de Europese grens- en kustwacht. Zoals de heer Van 't Wout ook al zei, is het een breed pakket. Wij weten niet precies wat erin zit en zullen het goed behandelen in de Kamer. Hopelijk krijgen wij binnen drie weken een BNC-fiche daarover, zoals de heer Voordewind in zijn motie heeft gevraagd. Ik hoop dat daarin ook het puntje van de implementing decision wordt uitgewerkt, dat voor mij nog steeds een beetje ongemakkelijk was. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt, die zijn motie nog aan het bijwerken is. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Het klopt dat ik mijn motie aan het bijwerken ben. Dat is op zich een heel vervelend signaal. Het is niet alleen een signaal dat dit Kamerlid weleens wat aan de late kant is. Het is ook een signaal dat wij niet serieus bezig zijn met het plan, als de stukken om 17.00 uur hier aankomen en wij om 19.00 uur iets moeten vinden over herverdelingsmechanismen met Jordanië en met Turkije, met het verschil dat het eerste plan een aanbeveling is, het tweede nog in de planfase zit en het derde een verordening is — voor de mensen thuis: dat is dwingende Europese wetgeving — en we moeten begrijpen wat die tien documenten betekenen. Ik neem dat mijzelf ook gewoon kwalijk. Op deze manier kunnen wij niet omgaan met deze zeer serieuze crisis is. Het is inderdaad de Europese Commissie; de minister-president zegt dat terecht. Het is echter wel de reden waarom ik in eerste termijn vroeg of die documenten er een week voor zo'n top kunnen zijn, zodat wij weten waarover wij het hebben. Dat is echt het minste. 

Ik heb een aantal punten. De mensenrechtendialoog met Turkije is separaat van het toetredingsproces, maar niet voor het CDA. Hoe kun je die twee dingen separaat zien? Een officieel document van de Commissie, de brief van de heer Juncker aan de Turkse regering over de deal, is nog geheim. Come on! 

Wij zijn het eens over de sancties van Minsk. Wel kom ik zo met een motie over MH17. Ik wil die Kamervragen wel beantwoord hebben, maar na 500 dagen wil ik die gegevens hebben. 

Ik heb nog niets gehoord over de pensioenunie. Wordt die uitgesloten met de kapitaalmarktunie? 

Ik heb geen antwoord gehad op de vraag over het Five Presidents' Report. De regering, met minister Dijsselbloem, neemt daarin afstand van de plannen van president Dijsselbloem. Hebben wij de langetermijnplannen in zijn plan goed begrepen of niet? Wat gebeurt er met de uitslag van het referendum in de Oekraïne? Dat is een technische vraag waarop ik een technisch antwoord wil hebben en dat mag ook schriftelijk. 

Voorzitter, dan vervolg ik met de twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat noch Rusland, noch Oekraïne, noch enig ander land primaire radargegevens en satellietbeelden van het neerschieten van de MH17 beschikbaar gesteld heeft aan de OVV; 

constaterende dat deze beelden waarschijnlijk het meest directe bewijsmateriaal vormen voor het vaststellen zowel van de oorzaak als van de schuldvraag van de crash; 

constaterende dat alle landen, zowel onder ICAO-regels als onder de VN-Veiligheidsraadresolutie, verplicht waren om alle radargegevens te bewaren en beschikbaar te stellen aan de onderzoekers, maar dat niemand de gegevens (nog) had; 

verzoekt de regering om in EU-verband beide landen te verzoeken om beschikbare gegevens van de aanslag publiekelijk beschikbaar te stellen en daarmee hun internationale verplichtingen na te komen; 

verzoekt de regering voorts, binnen twee maanden het resultaat hiervan terug te koppelen naar het Nederlandse parlement, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1069 (21501-20). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat op Europees niveau gesproken wordt over een toelatingsschema van in Turkije verblijvende vluchtelingen; 

overwegende dat niet helder is wat de status is van deze mogelijke afspraken en gestelde voorwaarden ten aanzien van de herverdeling over de Europese lidstaten van deze vluchtelingen vanuit Turkije en in het vervolg daarop ook vanuit Libanon en Jordanië; 

verzoekt de regering, voordat ingestemd wordt met plannen van de Commissie over vluchtelingen de Kamer daarover te informeren, inclusief de daarmee gepaard gaande (financiële) consequenties, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt en Keijzer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1070 (21501-20). 

De heer Omtzigt (CDA):

De grammaticale fout zal ik herstellen, maar dit is dus wat er gebeurt als we het met dit tempo doen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de tweede termijn van de zijde van de Kamer. 

De vergadering wordt van 22.13 uur tot 22.24 uur geschorst. 

Minister Rutte:

Voorzitter. Ik heb nog een paar dingen. Ik zeg mevrouw Maij toe dat we wat andere landen doen op het gebied van hotspots betrekken, bij de volgende voortgangsbrief JBZ. Ik zeg tegen de heer Van 't Wout dat de minister Van Buitenlandse Zaken en ik in onze reactie op het AIV-advies zullen terugkomen op wat wij hebben toegezegd in het debat over de Staat van de Unie op het punt van een koplopersgroep ten aanzien van de interne markt. Wij kijken daar met grote belangstelling naar. 

Ten aanzien van de PNR-richtlijn zeg ik tegen de heer Verhoeven dat het niet verplichtend zijn niet betekent dat het vrijblijvend is. Bij een inkomend verzoek moet een afweging worden gemaakt over wat er met die informatie wordt gedaan en of die informatie wordt gedeeld. Dat moet altijd mensenwerk zijn. Dat is niet anders dan bij andere gegevensuitwisselingsinstrumenten. Het belangrijkste punt is dat de richtlijn wel ingaat op gegevensuitwisseling tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en Europol. De richtlijn specificeert op welke wijze gegevensuitwisseling plaatsvindt en welke waarborgen voor gegevensbescherming daarbij in acht moeten worden genomen. Daar is afgelopen dinsdag in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer nadere informatie over gegeven door minister Van der Steur. 

Er is ook gesproken over de kapitaalmarktunie ten aanzien van de pensioenunie. Die pensioenunie is hier niet aan de orde. De Commissie zet in op de ontwikkeling van gestandaardiseerde individuele pensioenproducten die grensoverschrijdend uitgevoerd kunnen worden in de context van de derdepijlerpensioenen. In tegenstelling tot de tweede pijler bevat die zoals bekend pensioenen buiten de arbeidsrelatie, zoals levensverzekeringen. Voor Nederland is van groot belang dat de tweedepijlerpensioenen geen onderdeel van de discussie worden. 

Ten aanzien van het Five Presidents' Report kan ik melden dat de Kamer onze kabinetsappreciatie heeft kunnen lezen op de verschillende onderdelen van het rapport. Die is ook namens de minister van Financiën gegeven, en de voorzitter van de eurogroep. Er zit dus geen enkel licht tussen de appreciatie van de minister van Financiën en die van de rest van het kabinet. Het is immers een product waaraan alle presidenten hebben bijgedragen. Dat betekent niet dat ze alle vijf alle onderdelen evenveel steunen. Het gaat in zo'n geval natuurlijk om een compromis. Dat is onvermijdelijk. 

Dit waren mijn antwoorden op de verschillende vragen die zijn gesteld. Dan kom ik op de moties. De motie op stuk nr. 1067 van de leden Fritsma en Wilders ontraad ik, waarbij ik verwijs naar het debat. 

Het dictum van de motie op stuk nr. 1068 is ondersteuning van beleid en kan ik aanbevelen. Ik wil wel even scherp krijgen hoe het zit met de laatste overweging. Daar staat op zich een statement of fact in, namelijk dat er ook andere middelen zijn. Als ik het zo mag lezen dan is het helemaal akkoord, als het maar niet voorsorteert op dat het dat dan ook moet zijn. Wij gaan conform het dictum die beoordeling geven. Ik wil echter voorkomen dat het statement of fact meer is dan dat. Ik zie de verschillende indieners knikken. Ik ben gerustgesteld. Met die interpretatie beveel ik de motie aan. 

De heer Verhoeven wil zijn motie opnieuw in stemming brengen. Ik zou hem opnieuw willen vragen om die aan te houden en te wachten op het oordeel van het kabinet over het voorstel van de Europese Commissie. Ik verwijs dus naar de vorige motie op dit punt. 

De motie van de heer Omtzigt op stuk nr. 1070 verzoekt de regering om de Kamer te informeren voordat wordt ingestemd met de plannen van de Commissie over een verdeling van vluchtelingen. Die kan ik, net als de motie van de leden Voordewind, Van 't Wout en Gesthuizen die ik net heb behandeld, aanbevelen. Dat gaan we namelijk doen. Dat waren we van plan. 

Wat betreft de motie op stuk nr. 1069 van de heer Omtzigt verwijs ik naar mijn antwoord, namelijk dat zeer binnenkort de Kamervragen worden behandeld. Ik wil de motie voor dit moment ontraden dan wel de heer Omtzigt aanbevelen om haar aan te houden totdat de Kamervragen zijn beantwoord. Dat zal, zoals ik zei aan het einde van mijn beantwoording in eerste termijn, zeer binnenkort gebeuren. Hiermee meen ik de moties te hebben behandeld. 

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb nog het citaatje. Ik had het papiertje dat ik nu voor me heb, net niet bij me. In het artikel van het persbureau staat het volgende. Dutch prime minister Mark Rutte has informed Commission president Jean-Claude Juncker that the new regulation will be one of the priorities of the Dutch Presidency of the Council of the EU in the first half of 2016. Dit schrijft persbureau Agence Europe. 

Minister Rutte:

Van dat gesprek is verder geen mededeling gedaan naar de media. Ik heb hierop ook al gereageerd in de eerste termijn. Ik heb de heer Juncker medegedeeld dat wij natuurlijk met grote belangstelling naar alle voorstellen van de Commissie kijken en dat wij zullen proberen om die op een fatsoenlijke manier door alle raadsformaties te loodsen, maar dat voor het Nederlandse voorzitterschap prioritair zijn migratie en terreurbestrijding; ik herhaal wat ik in de eerste termijn ook al zei. Bij de aanpak van migratie willen we de aantallen migranten naar beneden brengen. Een andere prioriteit voor Nederland is de markt, zowel diep als fair. Beide aspecten zijn dus belangrijk. Equal pay for equal work is dus belangrijk, maar we richten ons ook op de versterking van de verschillende markten die nu suboptimaal functioneren. Ik heb ook gezegd dat we ons realiseren dat het te continueren lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk een belangrijk onderwerp zal zijn. Ik weet dus niet waar dit vandaan komt, mijnheer Verhoeven. 

De heer Verhoeven (D66):

Oké, dat is helder. Ik ga er misschien ooit nog achter komen. De minister-president veralgemeniseert het dus enigszins. Wanneer zal dan het antwoord komen van het kabinet? Dat vraag ik om de termijn te kunnen inschatten. Ik moet kunnen beoordelen wanneer ik dan eindelijk, ooit een keer, die motie in stemming kan laten brengen. Deze motie wordt immers op deze manier wel een cliffhanger. Het is een zware motie. De kans van slagen neemt in de loop van de tijd toe. Ik wil haar eigenlijk indienen op het moment dat de kans het grootst is dat zij wordt aangenomen, want ik vind dit echt een belangrijk punt, ook al omdat dit al zo vaak wordt gezegd. 

Minister Rutte:

Dit refereert dus aan de motie waar de namen van de heer Voordewind, de heer Van 't Wout en mevrouw Gesthuizen onder staan. Wij gaan dat zo snel mogelijk doen, maar ik denk niet dat het voor de kerst zal lukken. Ik vermoed dat we hiermee begin januari een heel eind zijn. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb nog een vraag over de motie over de MH17. Kan de minister-president toezeggen dat er bij de beantwoording van de Kamervragen ook een inhoudelijk oordeel over de motie wordt gegeven en wordt aangegeven in hoeverre zaken dan wel mogelijk zijn? 

Minister Rutte:

Pf. Ik heb mij voorbereid op zaken uit de Europese Raad, niet op vragen over de MH17. Ik weet het dus gewoon niet. Laat ik zeggen dat ik dit verzoek van de heer Omtzigt zelf ambtelijk, en vervolgens ook politiek zal doorgeleiden naar de ministers die deze vragen beantwoorden, zodat de motie betrokken wordt bij de beantwoording van die vragen. Ik kan echter niet toezeggen dat die antwoorden dan ook voldoen aan waar de heer Omtzigt op hoopt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, maar ik stel hier bewust deze vraag. Ik hoop natuurlijk van harte dat dit uitgevoerd kan worden. Ik wil echter ook graag horen welke punten wel of niet kunnen worden uitgevoerd. Na 500 dagen wachten is namelijk de tijd om druk uit te gaan oefenen om die radargegevens te krijgen, volledig aangebroken. Die is volledig aangebroken. Die gegevens hadden er een week na het neerschieten van de MH17 al moeten zijn. 

Minister Rutte:

Goed. Ik snap het. Ik moet het antwoord op deze vraag echter even schuldig blijven omdat ik me er niet op heb voorbereid. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat de motie wordt doorgeleid naar degene die de vraag beantwoordt. Die motie kan dan worden betrokken bij de beantwoording van de vragen. Daarbij kan ik echter niet toezeggen dat alles wat in de motie wordt beoogd, ook in die beantwoording van de vragen wordt meegenomen. Dat kan ik simpelweg niet toezeggen omdat ik dat nu niet paraat heb. 

De voorzitter:

Wil de heer Omtzigt, dit gehoord hebbend, de motie aanhouden? Morgen gaan we erover stemmen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, ik houd de motie op dit moment aan. Ik hoop echter van harte dat de antwoorden nog deze week komen. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Omtzigt stel ik voor, zijn motie (21501-20, nr. 1069) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de andere ingediende moties zullen we morgen stemmen. Ik dank de minister-president, zijn ambtelijke ondersteuners en de Kamerleden. 

Naar boven