Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 10, item 26 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 10, item 26 |
Aan de orde is het VSO Fokbeleid (28286, nr. 818).
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken van harte welkom.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Voorzitter. Ik wil mij vooral richten op de illegale puppyhandel, want die moet echt een keer beëindigd worden. Er worden nog steeds puppy's op jonge leeftijd illegaal Nederland binnengebracht, zonder vereiste vaccinaties en registratie. Mensen die een puppy kopen, denken dat het allemaal veilig is, maar vervolgens komen ze er in de praktijk achter dat ze gedupeerd zijn. De puppy's hebben heel veel pijn en leed ondervonden. Het kabinet moet daarom nu echt actie ondernemen om illegale hondenhandel te voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld door het toezicht door de NVWA te versterken en meldingen van illegale handel in puppy's te laten opvolgen. Ik dien de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat puppy's ondanks het aangescherpte beleid nog steeds op te jonge leeftijd en zonder de vereiste vaccinaties en registratie op illegale wijze naar Nederland gebracht worden;
constaterende dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit lang niet alle meldingen van illegale hondenhandel oppakt;
overwegende dat het ontbreken van vaccinaties een gevaar voor de volksgezondheid kan opleveren en gebrekkig gesocialiseerde honden gevaarlijk kunnen zijn voor mens en dier;
overwegende dat deze puppyhandelaren gedupeerde kopers, dierenartsen en journalisten bedreigen;
verzoekt de regering, met een actieplan te komen om de illegale puppyhandel te beëindigen en zeker te stellen dat bedreigde personen worden gehoord en geholpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik dank de fractie van D66 voor het feit dat ze hier druk op zet. Het geval wil dat de Kamer van de illegale hondenhandel af wil. De staatssecretaris wil dat ook. Er is echter al om een actieplan gevraagd en daar wachten we nog op. Is D66 met de Partij voor de Dieren bereid om, in afwachting van de resultaten van dat actieplan, in elk geval meer capaciteit vrij te maken bij de NVWA? De handhaving is namelijk echt een beetje beneden de maat.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Het gaat met name om het toezicht, dat kennelijk niet voldoende kan worden opgepakt. Daar doel ik op als het gaat om het actieplan. Het is natuurlijk heel mooi als daarin kan worden meegenomen dat dit wordt versterkt.
De heer Graus (PVV):
Ik snap het niet goed. Ten eerste is er allang een actieplan toegezegd. Ten tweede heb ik motie op motie ingediend om de NVWA te versterken en om de dierenpolitie op volle sterkte te krijgen. Met name D66 heeft de dierenpolitie een steek in de rug gegeven. Ik begrijp er dus helemaal niets van.
De voorzitter:
De vraag is duidelijk.
De heer Graus (PVV):
Er zouden agenten van de dierenpolitie komen om hierop toe te zien. Eerst helpt D66 de dierenpolitie om zeep en nu spreekt het over de NVWA. De NVWA heeft met voedselproblemen en andere dingen al genoeg aan haar hoofd.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Volgens mij heeft de heer Graus zijn punt over de dierenpolitie weer gemaakt. Ik geloof ook dat hij geen vraag stelde. Daarom zal ik hier verder niet op ingaan.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik heb de motie nog niet gelezen, maar als ik haar goed begrijp wil D66 meer inzet van de NVWA realiseren met betrekking tot puppyhandel. Waar denkt D66 aan? Om hoeveel extra fte gaat het? Waar gaat D66 het geld vandaan halen?
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Het gaat erom dat de staatssecretaris in het actieplan handreikingen doet over wat hiervoor de beste manier is. Dit hoeft niet per se te gebeuren met extra mensen. Het kan ook dat hier binnen de NVWA wat meer aandacht aan kan worden besteed door te kijken hoe ze dit op een andere manier kan oppakken. Voor mij betekent dit nog niet meteen dat er mensen bij moeten. Eerst moet maar eens gekeken worden of het toezicht beter kan worden verankerd.
De voorzitter:
U wilde nog iets vragen, mijnheer Heerema?
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Ik wilde nog een vervolgvraag stellen, als dat mag.
De voorzitter:
Ga uw gang.
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Dank u wel.
We weten allemaal hoe zwaar en groot de druk op de NVWA is. Ik voorzie dat daar heel weinig verschuivingsmogelijkheden zijn. Volgens mij kan het niet anders dan dat er een enorme massa bij moet, want het gaat om 100.000 puppy's bij vele verschillende eigenaren per jaar. Het is onhoudbaar om daarop via de NVWA toezicht te blijven houden.
De voorzitter:
En uw vraag is?
De heer Rudmer Heerema (VVD):
Op welke manier denkt u te kunnen borgen dat wij hierin echt een stap kunnen zetten via de NVWA? Ik zie dat namelijk niet gebeuren.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Zoals het nu gaat, is het ook niet oké. Daarom is het voor ons van belang dat dit toezicht goed wordt vormgegeven. Als de staatssecretaris zegt dat er extra mensen bij moeten, hoor ik dat graag. Dan moeten wij dat ook voor elkaar krijgen, maar ik wil dat eerst van de staatssecretaris horen. Het is wel belangrijk dat de puppyhandel wordt aangepakt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Helaas is de illegale puppyhandel nog steeds een groot probleem. De Kamer heeft het kabinet gevraagd om in actie te komen. De staatssecretaris doet dat ook, maar wij moeten wachten op de resultaten van het actieplan. De Partij voor de Dieren blijft grote zorgen houden dat je het probleem niet oplost als je de onlineverkoop op Marktplaats niet aanpakt en als je de handhavingscapaciteit niet op orde hebt. In afwachting van het actieplan dien ik daarom de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de illegale hondenhandel in Nederland nog altijd floreert en dat jaarlijks 50.000 puppy's illegaal naar Nederland worden gehaald;
constaterende dat veel meldingen van illegale puppyhandel wegens capaciteitsgebrek niet door de NVWA in behandeling worden genomen;
verzoekt de regering, op korte termijn met een oplossing te komen om het capaciteitsprobleem van de NVWA op te lossen en de aanpak van illegale puppyhandel tot een prioriteit te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De Kamer is ook geen groot voorstander van het klonen van dieren. Er wordt gewerkt aan een Europees importverbod op gekloonde landbouwdieren, maar wij lazen in de Volkskrant — en de Partij voor de Dieren wees hier al eerder op — dat in Korea zelfs huisdieren worden gekloond. Er lijkt een gat in de wetgeving te zitten, want die dieren kunnen op deze markt in Nederland en Europa terechtkomen. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer het klonen van dieren heeft afgewezen en dat Europese regels over een importverbod van gekloonde landbouwdieren in de maak zijn;
constaterende dat in Korea huisdieren gekloond worden en dat deze gekloonde dieren op de Europese en Nederlandse markt terecht kunnen komen;
spreekt uit dat niet alleen de import van gekloonde landbouwdieren, maar ook die van huisdieren onwenselijk is;
verzoekt de regering, zich in te zetten voor een importverbod van gekloonde huisdieren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Graus (PVV):
Mijnheer de voorzitter. Ik kan heel kort zijn. Dank aan deze staatssecretaris van dierenwelzijn, die al heel veel heeft toegezegd; zo ook dat actieplan waar D66 nu plotseling mee komt. De staatssecretaris is daar allang mee bezig en wij moeten hier niet gaan dubbelen. Ik neig ernaar om mijn fractie voor het eerst te gaan adviseren om tegen die zogenaamd diervriendelijke motie te stemmen. Dank voor de toezeggingen.
Ik hoop dat de staatssecretaris van dierenwelzijn ervoor lobbyt dat de 180 taakaccenthouders die er wel zijn, fulltimers gaan worden, zoals ik dat nu ook heb geregeld in Bulgarije. Ik weet overigens dat dit bij haar collega ligt, bij de minister van Veiligheid en Justitie, dus dat hoeft de staatssecretaris mij dadelijk dus niet te vertellen. Laten wij een voorbeeld nemen aan een land dat ver achter ons zou moeten liggen, maar dat nu voorop gaat lopen wat dierenpolitie betreft. NVWA heeft namelijk andere zorgen aan het hoofd. Er zijn zo veel voedselschandalen en andere zaken! Dit is een zaak voor de dierenpolitie. Die moet terugkomen: liefst 500 man, maar als die 180 taakaccenthouders alleen al fulltimers worden, ben ik de gelukkigste man op deze aarde.
De heer Van Dekken (PvdA):
Voorzitter. Ik dien geen motie in, maar ik heb nog wel een feitelijke vraag aan de staatssecretaris van Economische Zaken. Is er bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit extra budget of personele capaciteit vrijgemaakt en specifiek geoormerkt voor de handhaving op de illegale handel? Dat is dus iets anders dan een verzoek om geld. Ik wil even weten hoe het zit met de prioritering in dezen. Dat was het.
De heer Bashir (SP):
Voorzitter. De SP maakt zich zorgen over de te kleine schedels bij dieren en over een gebrek aan vers bloed. Vandaar dat ik de volgende twee moties indien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat rasverenigingen van huisdieren met veel erfelijke aandoeningen (inclusief paardachtigen) hun leden voorschrijven om vers bloed in te mengen (ofwel outcross) indien dit gezondheidswinst oplevert,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om rasverenigingen van huisdieren (inclusief paardachtigen) te verbieden ziekmakende uiterlijke kenmerken — zoals te kleine schedels — voor te schrijven aan hun leden, zoals nu gebeurt in sommige rasstandaarden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van de termijn van de Kamer.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Dijksma:
Voorzitter. Het lijkt mij goed om te beginnen met iets te zeggen over de strijd tegen de illegale handel in puppy's. Wat doen we daar op het ogenblik al aan? Wat zijn de plannen voor de toekomst? Verder zal ik de moties die op dit punt zijn ingediend, van een oordeel voorzien.
Ik wil beginnen met te zeggen dat er volgens mij op dit vlak echt ook wel een grote verantwoordelijkheid ligt bij de consument zelf. Mevrouw Koşer Kaya zei: mensen kopen een puppy en denken dan dat het goed is. Dat lijkt mij eerlijk gezegd net iets te gemakkelijk. Als je een huisdier aanschaft, doe je dat weloverwogen. Ik hoop dat je dan ook goed onderzoek doet. Daarbij worden mensen tegenwoordig op de sites gewaarschuwd voor handelaren die het niet goed voorhebben met dieren. Mensen kunnen dus zelf ook wel het een en ander doen om zich ervan te vergewissen dat ze een puppy kopen van een deugdelijke fokker.
We zien echter ook dat de illegale handel in honden ernstig is. Dat heb ik natuurlijk ook meegekregen en ik maak me daar zorgen over. Er is volgens mij ook sprake van verwevenheid van die handel met andere vormen van criminaliteit. Ik zeg ook maar heel eerlijk dat dit daarmee niet alleen maar op het bord van de NVWA kan worden gelegd. Het gaat hierbij namelijk vaak om een aantal zaken die misschien wel om sterkere middelen vragen dan alleen maar om toezicht gericht op dierenwelzijn.
De motie van mevrouw Koşer Kaya is volgens mij wat ontijdig, want we hebben eerder natuurlijk al een actieplan voorgelegd. We hebben daarbij afgesproken dat we begin volgend jaar komen met een evaluatie van het huidige pakket maatregelen en dat we dan ook zullen aangeven of dat pakket voldoende is, of dat er misschien toch nog het een en ander moet gebeuren. Naar die afspraak hebben verschillende woordvoerders ook al verwezen. Ik moet hierbij wel de beschikbare capaciteit noemen. De NVWA werk samen met de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming en met de taakaccenthouders dierenwelzijn. Bij de NVWA hebben we hiervoor vier fte's beschikbaar. Er is een focus op die hondenhandel. Als de inspecteurs het gevoel hebben dat het gewoon niet pluis is, worden mensen nu ook veel meer proactief benaderd dan eerder het geval was, bijvoorbeeld via internet. Ik moet er echter ook bij zeggen dat als we binnen de huidige financiële kaders extra capaciteit zouden willen vrijmaken, dat onherroepelijk ten koste zal gaan van andere prioriteiten die ook belangrijk zijn. Ook de Europese Commissie doet onderzoek naar de handel in de EU. De resultaten van dat onderzoek komen ook in november of december beschikbaar. Die wil ik uiteraard ook graag bij mijn eigen afwegingen voor het beleid betrekken.
Mevrouw Koşer Kaya riep wat emoties op met haar motie. Dat begrijp ik wel. Enkele leden zeiden: dit hebben we toch allemaal al een keer met elkaar besproken? Nog even los daarvan vraag ik mevrouw Koşer Kaya om haar motie aan te houden. Laten we het debat hierover begin volgend jaar vervolgen. Ik zeg haar er echter bij dat ook dan makkelijke keuzes niet gemaakt zullen kunnen worden. De heer Graus zei dat de NVWA de handen al vol heeft aan een aantal andere kwesties. Daarin heeft hij volkomen gelijk. Als de Kamer ergens iets bij wil hebben, dan zal zij met mij ook de exercitie moeten doen waarbij wij bepalen waar het dan vanaf gaat.
De voorzitter:
Wat is het oordeel over de motie dus, staatssecretaris?
Staatssecretaris Dijksma:
Ik heb gevraagd om haar aan te houden. Als dat niet gebeurt, moet ik de motie ontraden.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Ik zal mijn motie aanhouden, maar ik wil de staatssecretaris toch nog twee dingen vragen. Hoe kan het dat we geen stap vooruitgekomen lijken te zijn, ondanks de maatregelen die inmiddels zijn genomen? Verder begrijp ik het uiteraard dat het uit de lengte of uit de breedte moet komen als we de NVWA willen versterken. Natuurlijk moeten we dat dan goed bekijken. Dat heb ik in een interruptie ook al gezegd. Kan de staatssecretaris er echter wel voor zorgen dat er bij de resultaten van de evaluatie die in november naar de Kamer worden gestuurd, ook specifiek op deze door mij nu gestelde vragen wordt ingegaan? Als dan blijkt dat de genomen maatregelen niet werken, kunnen we tegelijkertijd ook weten hoe we op een andere en betere manier stappen kunnen zetten.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Koşer Kaya stel ik voor, haar motie (28286, nr. 839) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Dijksma:
Die evaluatie komt niet in november. Dat is de Europese evaluatie. Onze evaluatie komt in het voorjaar, begin volgend jaar. En ja, daarin zullen wij uiteraard de twee vragen in beeld brengen die mevrouw Koşer Kaya stelt. De ene is: werkt het beleid? Daar is die hele evaluatie ook om te doen. De andere is: als dat niet zo zou zijn, wat zou er dan veranderd moeten worden en wat voor keuzes brengt dat met zich mee? Maar ik gaf alvast een winstwaarschuwing door erbij te zeggen dat dat geen gemakkelijke keuzes zal opleveren.
De voorzitter:
Het oordeel over de motie op stuk nr. 840, graag.
Staatssecretaris Dijksma:
Ontraden, om de redenen die ik net met de Kamer heb gewisseld. Dat was de motie op stuk nr. 840 van mevrouw Ouwehand.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Dijksma:
De motie-Ouwehand op stuk nr. 841 gaat over het importverbod van gekloonde huisdieren. Daar vallen twee dingen over te zeggen. Ja, het kabinet hanteert bij het klonen van dieren een "nee, tenzij"-principe. Mevrouw Ouwehand heeft ook gelijk dat wij heel nadrukkelijk de import van gekloonde landbouwdieren hebben willen verbieden en dat nu klaarblijkelijk een route ontstaat om dat eventueel met huisdieren wel te doen. Ik kan dat natuurlijk inbrengen in het Raadsoverleg, maar het is in mijn ogen geen heel urgent probleem. Daar moeten wij ook eerlijk over zijn. Dat schijnt tienduizenden euro's te kosten. Niet iedereen wil zijn eigen Fifi voor zo veel geld zomaar weer terugzien, want dat is nogal een investering. Maar het is een ethisch vraagstuk. Het is aan de Kamer om een oordeel te vellen over de vraag of ik hier een prioriteit van moet maken in de Europese inbreng. In die zin wil ik het oordeel over de motie aan de Kamer overlaten, maar ik heb ook nog een aantal andere onderwerpen op mijn agenda staan waar ik zelf van denk dat die wezenlijker zijn om mijn energie in te steken. Met die klankkleur zou ik haar …
De voorzitter:
Zou ik haar wat?
Staatssecretaris Dijksma:
"Oordeel Kamer" heb ik gezegd.
De voorzitter:
En Fifi is een willekeurig dier?
Staatssecretaris Dijksma:
Ja, dat is zomaar een dier. Soms gaat zelfs mijn fantasie op de loop.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik hink op twee gedachten. Aan ene kant lijkt de staatssecretaris te zeggen: inderdaad, je moet dat niet willen. Aan de andere kant blaast zij het wel erg op dat het ten koste zou gaan van andere dingen die zij zou kunnen doen in de Europese Landbouwraad. Die inschatting deel ik niet. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is of zij opnieuw kan beoordelen of het echt zo ingrijpend is als je dit op de agenda van de Europese Raad van landbouwministers zet in de zin van: jongens, wij zijn toch bezig met regels om de import van landbouwdieren te verbieden; laten wij de huisdieren niet vergeten; straks loopt het wel uit de hand; kunnen wij dit meenemen? Volgens mij duurt dat vijf minuten en hoeft dat niet te veel van haar kostbare tijd te kosten.
Staatssecretaris Dijksma:
Daar gaat het mij niet om, want de tijd is oneindig tot uw dienst. Het gaat meer om de vraag waar je vanuit Nederland je positie mee wilt bepalen en of je daadwerkelijk vindt dat je hiermee het debat moet domineren. Dat zou niet mijn keuze zijn, omdat ik op dit moment niet voorzie dat het tot een levendige import van gekloonde huisdieren zal leiden. Het is op dit moment vooral nog een theoretische mogelijkheid. Tegelijkertijd hebben wij van landbouwhuisdieren om heel goede redenen gezegd: wij willen het niet. In die zin wil ik het oordeel over de motie aan de Kamer overlaten. Maar ook hiervoor geef ik een winstwaarschuwing, want ik heb geen idee of dit op vruchtbare grond landt. Dat heb ik ook nog niet kunnen verkennen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 842.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat is de motie van de heer Bashir over het inmengen van vers bloed. Die wil ik ontraden. De sector heeft de verantwoordelijkheid om met alle instrumenten die tot zijn beschikking staan de dieren gezond te maken. Daar kan men DNA-techniek voor inzetten, de zogenaamde outcross, waar de heer Bashir ook over spreekt. Maar als wij zaken zo specifiek gaan voorschrijven, dan zal ik op een gegeven moment ook zo specifiek moeten gaan handhaven. Dat zie ik mijn dienst in alle eerlijkheid niet doen. Dat vind ik overvragen. Ik begrijp heel goed wat de heer Bashir zegt. Ik denk ook dat het verstandig is dat men dit soort middelen gebruikt, maar het is aan de sector om het goed op orde te hebben.
Ook de tweede motie van de heer Bashir, de motie op stuk nr. 843, wil ik ontraden.
De voorzitter:
"Ook willen ontraden" betekent dat u de motie op stuk nr. 842 ontraadt.
Staatssecretaris Dijksma:
Ja, dat had ik zojuist al gezegd. Sorry.
De voorzitter:
Dat heb ik misschien niet meegekregen.
Staatssecretaris Dijksma:
Nee, dat ligt aan mij.
De voorzitter:
Ik was ook een beetje afgeleid door het geluid van de overleggende parlementariërs. Gaat u verder.
Staatssecretaris Dijksma:
Ik ga niet over de rasstandaarden, maar als een individuele fokker dieren doelbewust zodanig fokt dat zij bijvoorbeeld mismaakt ter wereld komen, is zo'n fokker aan te spreken op basis van de huidige wet- en regelgeving, die recent in werking is getreden. Heel recent is een heel goede casus voor de rechter geweest, waarbij de rechter zo'n fokker heeft aangesproken. Ook om die reden is deze route overbodig en wil ik de motie ontraden.
De heer Bashir (SP):
Uiteindelijk gaat dit natuurlijk wel om dierenwelzijn. De staatssecretaris wijst op de verantwoordelijkheid van de individuele verenigingen, maar wanneer komt dan de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris aan de orde? Vaak gaat het immers om het voorkomen van zaken, want voorkomen is beter dan genezen. Als je die verenigingen duidelijk maakt dat het niet de bedoeling is dat dieren geboren worden met erfelijke aandoeningen of dat zij ziekmakende uiterlijke kenmerken hebben, denk ik niet dat die verenigingen staan te springen om door te gaan met die zaken.
Staatssecretaris Dijksma:
Natuurlijk hebben wij met elkaar heel veel inzet om tot een betere fok van dieren te komen. We doen ook allerlei wetenschappelijke onderzoeken naar bepaalde rassen waarbij relatief veel problemen voorkomen. Die onderzoeken worden ook voor een deel door het ministerie gefinancierd. We hebben dus een groot aantal stappen gezet om ook op dit terrein voortgang te boeken. Die verantwoordelijkheid is er dus, maar die is niet zodanig dat ik iets ga voorschrijven tot op het niveau van het specifiek vaststellen dat er bepaalde kenmerken of een bepaalde standaard moeten zijn. Dan zou ik immers ook op die wijze moeten handhaven. Dat is echt onbegonnen werk. Andersom: als er problemen zijn of als wij zien dat fokkers zich stelselmatig niet aan de bedoeling van de wet houden, kunnen wij ingrijpen of kunnen de mensen die de dieren hebben gekocht, heel succesvol hun recht halen, zoals we recent hebben gezien. Dat is ook heel goed, want dat moet een afschrikwekkend middel zijn voor al degenen die door op een heel onheuse manier te fokken met dieren, soms heel veel leed veroorzaken. Wij zijn het erover eens dat dat erg is en dat je daar van alles aan moet doen, maar dit moet wel op een manier worden georganiseerd die ook voor onze diensten nog te doen blijft.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris. Aanstaande dinsdag zal er worden gestemd over de ingediende moties.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-10-26.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.