25 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De fractie van de SGP wenst geacht te worden op 22 september 2015 voor het amendement-Omtzigt (34220 nr. 10) te hebben gestemd. 

Ik stel voor om tot lid te benoemen in de tijdelijke commissie Breed welvaartsbegrip de leden Harbers, Nijboer, Pieter Heerma, Hachchi, Grashoff en Merkies. 

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik: 

  • -in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Dikkers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik: 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Van Raak tot lid in plaats van het lid Karabulut en het lid Karabulut tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Raak; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Ulenbelt tot lid in plaats van het lid Bashir en het lid Bashir tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Gesthuizen. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Leefomgeving naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 1 oktober 2015, met als eerste spreker de heer Geurts van het CDA. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Voortman van GroenLinks, die een verzoek heeft aan de Kamer. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb zelfs twee verzoeken. Afgelopen juni stelde ik vragen over mogelijke banden van twee IND-tolken met het regime van Eritrea. De staatssecretaris was glashelder: er was geen verband gebleken en maatregelen waren dus niet nodig. Wie schetst mijn verbazing toen ik vervolgens las dat de directeur van de IND zegt dat er juist wel maatregelen zijn genomen? Wie heeft nu gelijk, de staatssecretaris of de directeur van de IND? Daarover wil ik graag een debat voeren met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voorafgegaan door een brief. 

De heer Oskam (CDA):

Gelet op de gang van zaken steunen wij het verzoek. 

De voorzitter:

Beide verzoeken, dus de brief en het debat. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ook steun voor het verzoek. 

De heer Recourt (PvdA):

Steun voor het verzoek om een brief. Aan de hand van het antwoord bepalen wij of wij ook het verzoek om een debat steunen. 

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor een debat. 

De heer Azmani (VVD):

Steun voor een brief, nog geen steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, ik stel vast dat u niet de steun heeft van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat, maar wel brede steun heeft voor uw verzoek om een brief. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan zullen wij na die brief hier weer staan. In ieder geval krijgen wij eerst een brief. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Wij gaan direct door naar uw tweede verzoek. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn tweede verzoek gaat over een onderwerp op het gebied van sociale zaken. Afgelopen vrijdag hebben wij de kabinetsreactie op het ibo zzp ontvangen. GroenLinks vindt dit teleurstellend, want na een halfjaar praten, verandert er helemaal niets in de positie van zzp'ers. Wij willen hierover graag uitgebreid van gedachten kunnen wisselen met de minister van Sociale Zaken. Ik vraag daarom een debat aan. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Steun voor dit verzoek. 

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Steun voor het verzoek. Ik dacht dat mevrouw Voortman ook de minister van Economische Zaken wilde uitnodigen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat verzoek had ik nog niet gedaan, maar dat vind ik een goede aanvulling. 

De voorzitter:

Dat doet u dan nu. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun, al is het maar om ook te kunnen spreken over het feit dat de minister van Sociale Zaken in een reactie toch al weer een voorschot op verplichte regelingen nam. 

De voorzitter:

U steunt ook het verzoek om de minister van Economische Zaken daarbij uit te nodigen? Dat is het geval. 

De heer Anne Mulder (VVD):

In tegenstelling tot GroenLinks vinden wij het helemaal geen teleurstellende reactie. De zelfstandigenaftrek blijft. Wij willen graag een debat. 

De voorzitter:

U verzet zich ook niet tegen de aanwezigheid van de minister van Economische Zaken? 

De heer Anne Mulder (VVD):

Nee, graag allebei. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor beide verzoeken. 

De heer Ulenbelt (SP):

Ook steun. 

De voorzitter:

Ook voor de minister van EZ, zo interpreteer ik dat. 

Mevrouw Voortman, u hebt brede steun van de Kamer voor het houden van dit debat. Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat het een extra brief kan sturen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat hoeft niet, want er is een kabinetsreactie. Er is genoeg voer voor een debat. 

De voorzitter:

Dan zullen wij het stenogram niet doorgeleiden. Wij zullen wel laten weten dat twee ministers uitgenodigd worden voor dit debat, met vier minuten spreektijd per fractie. 

Ik geef het woord aan de heer Van Nispen van de SP. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Al sinds februari bestaat er een notitie van de politie, het Openbaar Ministerie en het NFI waaruit blijkt dat er meer geld en mankracht nodig zijn voor het NFI om de veiligheidsdoelstellingen van dit kabinet te halen. Het tegenovergestelde gebeurt echter: er wordt 13% bezuinigd. Met deze bezuiniging heeft een nipte Kamermeerderheid ingestemd, maar dat gebeurde voordat wij deze notitie kenden. Daarom moet hier opnieuw over gesproken worden en vraag ik een debat aan met de minister van Veiligheid en Justitie. Ik doe dit verzoek mede namens collega Oskam van het CDA. Gisteren heeft de ondernemingsraad het vertrouwen in de directeur van het NFI opgezegd. Het is dus van belang dat wij hierover snel een debat voeren, voorafgegaan door een brief van de minister van Veiligheid en Justitie, waarin op beide onderwerpen wordt ingegaan; dus zowel op de notitie als op de vertrouwensbreuk met het personeel. 

De voorzitter:

U zegt dat u dit debat snel wilt houden. Ik neem aan dat het ten minste voor de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie moet worden gehouden. 

De heer Van Nispen (SP):

Graag. 

De voorzitter:

Dat kan ik mij in dit geval voorstellen. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik wil graag een reactie van de minister. Ik steun de debataanvraag, temeer daar wij al een rondetafelbijeenkomst hebben gehad waaruit bleek dat de bezuinigingen echt consequenties hebben voor politie en Openbaar Ministerie en de effectiviteit van hun werk. Wij moeten hier zo snel mogelijk over debatteren. 

Mevrouw Helder (PVV):

Mijn fractie heeft al vaker gezegd dat die bezuinigingen moeten worden teruggedraaid. Nu ook het vertrouwen in de directeur is opgezegd, rechtvaardigt dat wel degelijk snel een apart debat. 

De heer Recourt (PvdA):

Wij hebben er recentelijk over gesproken, maar er is een nieuw feit dat zeker een brief rechtvaardigt. Ook op dit punt wil ik die reactie afwachten voordat ik kan instemmen met de aanvraag voor een debat. 

De voorzitter:

U stelt een tweefasenbeleid voor. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ook van mijn kant steun voor een reactie, maar die wil ik eerst secuur bestuderen. Daarna zien wij wel nader. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de brief, steun voor de debataanvraag. 

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor de brief. Dat debat bezien wij later. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Nispen, u hebt brede steun van de Kamer voor een brief in reactie op het krantenartikel en de andere uitgelekte berichten. De meerderheid van de Kamer wil tot na de brief wachten met het steunen van de debataanvraag. 

De heer Van Nispen (SP):

Dan zou ik die brief graag voor volgende week dinsdag 12.00 uur ontvangen. Dan kunnen wij de brief bestuderen en sta ik hier volgende week dinsdag waarschijnlijk weer in de regeling van werkzaamheden. 

De voorzitter:

Dat is uw goed recht. Wij zullen het vast op het lijstje noteren. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Koşer Kaya van D66. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ieder jaar een budgettenbende, ieder jaar onzekerheid voor de gemeenten. Ik wil zo snel mogelijk een debat over de verdeelsleutel, zeker nu de definitieve beschikkingen nog niet naar de gemeente zijn gegaan. Ze worden wel nog deze maand verstuurd, dus ik wil heel snel een debat. 

De voorzitter:

Het gaat over de verdeelsleutel sociale zaken voor het Gemeentefonds. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Steun. 

De heer Ulenbelt (SP):

Steun. Het moet ook heel snel. Om die reden ga ik het vanmiddag in de procedurevergadering van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de orde stellen. Wij moeten dit debat zo snel mogelijk met de minister voeren. 

De heer De Graaf (PVV):

Geen steun. Wat ons betreft kan het in een AO. 

Mevrouw Nijkerken-de Haan (VVD):

Geen steun. Eind oktober hebben wij een AO. Dat lijkt mij vroeg genoeg. 

De heer Kerstens (PvdA):

Geen steun. Wij kunnen een en ander bespreken bij het algemeen overleg dat direct na het reces gepland staat. 

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, ik concludeer dat de behoefte om erover te spreken aanwezig is, maar niet plenair. De meerderheid geeft aan dat zij het op een andere manier wil bespreken. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Het maakt mij niet uit of het in deze kamer of in een andere kamer gebeurt. Het gaat er mij om dat het debat zo snel mogelijk wordt gehouden. Als de leden straks in de procedurevergadering kunnen aangeven dat dit debat zo snel mogelijk plaatsvindt, voordat de definitieve beschikkingen naar de gemeenten gaan, dan zijn wij een heel eind. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Raak. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Sint-Maarten is het kleinste land in ons Koninkrijk. De parlementariërs daar krijgen het meeste geld, maar lijken het meest gevoelig voor omkoping. Zij wisselen voortdurend van kant. Dat is een van de redenen waarom wij nu niet één, maar twee regeringen op Sint-Maarten hebben. Morgen vindt de begrotingsbehandeling plaats van Koninkrijksrelaties. Ik wil graag een brief ontvangen van de minister van Koninkrijksrelaties, waarin staat wat hij vindt van de ontstane constitutionele crisis, hoe het mogelijk is dat de grondwet van Sint-Maarten zo slecht in elkaar zit dat dit soort situaties mogelijk is, hoe het komt dat de gouverneur niet bereid lijkt te zijn om een verzoek tot verkiezingen te steunen en of daarbij druk is uitgeoefend vanuit de Nederlandse regering in Koninkrijksverband. 

De voorzitter:

U vraagt om een brief te ontvangen voor aanvang van het debat morgen. 

De heer Van Raak (SP):

We beginnen om 14.30 uur. Als we de brief om 12.00 uur krijgen, kunnen we hem nog even lezen voor het begin van de begrotingsbehandeling. 

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek. 

De heer Fritsma (PVV):

Steun. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun, maar wel graag nog iets eerder, want we moeten ons daar echt op kunnen voorbereiden en de heer Van Raak noemt veel aspecten. Als de brief hier sneller kan zijn, heel graag. 

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie steunt het verzoek. 

Mevrouw Hachchi (D66):

We staan hier niet in de Staten van Sint-Maarten, dat wil ik nog even gezegd hebben, maar ik steun wel het verzoek om een brief voor de begrotingsbehandeling. 

De heer Bosman (VVD):

Soms voelt het wel alsof we in de Staten van Sint-Maarten zijn. Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

We zijn in ieder geval met veel meer in de Tweede Kamer. 

Mijnheer Van Raak, ik stel vast dat u ruime steun hebt voor uw verzoek. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, dan kunt u er morgen gelijk over spreken in het debat over de begroting. 

Ik geef het woord aan de heer Graus van de PVV. 

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Na alle wantoestanden bij Air France hoop ik dat ik het reeds door mij aangevraagde dertigledendebat over de toestanden tussen Air France en KLM mag omzetten naar een volwaardig plenair debat. Ik reken daarbij op de steun van de collega's, zeker na alle middeleeuwse toestanden die er inmiddels zijn ontstaan, die grote gevolgen kunnen hebben voor onze KLM. Ik vraag u om dat debat zo spoedig mogelijk in te plannen, gezien het belang van het debat en het nationale belang van de KLM. 

De heer Krol (50PLUS):

Voor het te laat is. Graag steun. 

De heer Geurts (CDA):

Steun. 

De heer Monasch (PvdA):

Wij hebben gisteren allemaal de taferelen in Parijs gezien. Op dit moment praat de Franse premier Valls met de directie van Air France over hoe het verder moet gaan. Het lijkt mij verstandig dat wij die ontwikkelingen afwachten en dat er een brief komt van de staatssecretaris zodra duidelijk is hoe die maatregelen worden ingevoerd. Dan kunnen we op basis van die brief bepalen hoe we hierover verder discussiëren met elkaar. Eerst moeten we de feiten hebben en weten wat daar precies gaat gebeuren. 

De voorzitter:

Eerst een brief en dan kijkt u verder. 

De heer Smaling (SP):

Van harte steun voor het verzoek. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Steun voor een brief en op basis van de brief kunnen we bepalen of we een debat moeten houden. 

De heer Bisschop (SGP):

De lijn die collega Monasch uiteenzet, lijkt ons een uitstekende. 

Mevrouw Visser (VVD):

Daar sluit ik mij bij aan, maar die brief zou dan wel voor de begrotingsbehandeling naar de Kamer gestuurd moeten worden. Dan kunnen we dit punt daar nog bij betrekken of bij het VAO Luchtvaart. De heer Graus geeft terecht aan dat wat gisteren is gebeurd, onacceptabel is. Graag voeren wij daarover dan de discussie. 

De voorzitter:

De begrotingsbehandeling vindt plaats in de eerste week na het reces, als ik het goed heb. 

Mijnheer Graus, u hebt brede steun van de Kamer voor een brief waarin wordt ingegaan op de problematiek. Het verzoek is — en ik neem aan dat ook dat brede steun heeft — om die brief zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen, zodat die op zijn minst betrokken kan worden bij de begrotingsbehandeling direct na het reces. Op dit moment hebt u niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor het omzetten van uw dertigledendebat in een plenair debat. 

De heer Graus (PVV):

Dat klopt. We wachten de brief even af. Het dertigledendebat blijft uiteraard staan. Mogelijk krijg ik na ontvangst van de brief alsnog de steun van de collega's om het debat in ieder geval wat te verruimen, al is het maar met één extra minuut spreektijd. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Graus. 

Het woord is aan de heer Groot van de Partij van de Arbeid. 

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. We hebben gisteren een baanbrekend rapport van de OESO gekregen over de wereldwijde aanpak van belastingontwijking. De kabinetsreactie daarop is hoopgevend, maar nog niet in alle opzichten overtuigend. Tegelijk zagen we gisteren bij Nieuwsuur hoe makkelijk het is om vermogen weg te sluizen naar belastingparadijzen. Dat heeft ook te maken met het ontbreken van een centraal aandeelhoudersregister in Nederland. Ik wil over al deze aspecten graag een debat voeren, ook met het oog op het Nederlandse voorzitterschap volgend jaar. Daarbij wil ik de OESO-rapportage bespreken en de maatregelen die Nederland zelf kan nemen. Vanwege de relatie met het centraal aandeelhoudersregister zou ik graag zien dat de minister van Justitie bij het debat aanwezig is. 

De voorzitter:

U verzoekt om steun voor een debat met de staatssecretaris van Financiën en de minister van Veiligheid en Justitie. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Collega Groot is een groot man, dus ik wil hem eens een keer steunen. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook D66 steunt het verzoek van harte. Voorafgaand aan het debat wil ik graag een brief van het kabinet ontvangen waarin wordt ingegaan op de vraag die de staatssecretaris weigerde te beantwoorden tijdens het vragenuur: is er genoeg capaciteit bij het functioneel parket en de FIOD om belastingontduiking echt op te sporen? 

De voorzitter:

Ik probeer praktisch te zijn. De staatssecretaris heeft een brief toegezegd met allerlei punten. Misschien moet hij dit eraan toevoegen. Het is altijd handig als zaken in één stuk staan. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat vind ik prima. Een helder ja of nee in die brief zou fijn zijn. 

De voorzitter:

Dat snap ik. Of de staatssecretaris dat ook snapt, weet ik niet zeker. 

De heer Van Raak (SP):

In de Kamer was er jarenlang een taboe op spreken over belastingontduiking en -ontwijking door de allerrijksten. Dat taboe is doorbroken; zo snel mogelijk een debat. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Steun voor het verzoek, want dan kunnen wij in het debat ook aangeven op welke punten Nederland al vooroploopt in het aanpakken van belastingontduiking en -ontwijking. 

De voorzitter:

Mijnheer Groot, u hebt steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van het debat. Het verzoek van de heer Van Weyenberg is om de tijdens het vragenuur toegezegde brief uit te breiden met één punt. Ik neem aan dat u daarmee akkoord gaat. 

De heer Groot (PvdA):

Ja. Het lijkt mij heel goed om dit te combineren en dit punt op te nemen in de al toegezegde brief. 

De voorzitter:

Dan plannen wij het debat zodra het stuk binnen is, met vier minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Jadnanansing. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. Vandaag is de langverwachte brief over de rekentoets binnengekomen. Heel graag wil ik daarover zo snel mogelijk in debat, om de onzekerheid weg te nemen en duidelijkheid te brengen voor alle mensen in het onderwijs. 

De heer Van Meenen (D66):

Ook mijn fractie wil dat. Er staat al een debat gepland over toetsing en de rekentoets. Ik stel voor om dat debat zo spoedig mogelijk te houden. Wellicht is er daartoe morgenavond een mogelijkheid, want ik weet van mijn collega Bergkamp dat zij kan leven met enig uitstel van het debat over de burgerparticipatie. 

De voorzitter:

Dat is een nieuw verzoek, dat niet is aangemeld voor de regeling van werkzaamheden. U steunt in ieder geval het verzoek van mevrouw Jadnanansing. Eigenlijk vraagt u om het debat over nut en noodzaak van toetsing in het onderwijs en de rekentoets, aangevraagd door de heer Grashoff, welk debat als nummer 2 op de lijst staat — hij heeft heel lang op dit debat moeten wachten — nu snel in te plannen. 

De heer Van Meenen (D66):

Dat klopt. Ik had mij ook aangemeld voor de regeling omdat ik dit punt wilde inbrengen. Nu mevrouw Jadnanansing al heeft gezegd dat zij graag een debat wil, slaan wij de handen ineen. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Wij slaan de handen ineen. 

De voorzitter:

Perfect. 

De heer Van Meenen (D66):

Voor de tweede keer vandaag. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Het moet niet gekker worden. 

De heer Rog (CDA):

Na maanden van gedraal, geharrewar en gekonkel hebben leerlingen en leraren er recht op om zo snel mogelijk duidelijkheid te hebben over deze vermaledijde rekentoets. Wat mij betreft dus steun voor het verzoek om een debat morgenavond in dit huis. 

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat zo snel mogelijk in te plannen. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het is een mooie dag voor het onderwijs. Laten wij snel een debat voeren om de gehele rekentoets uit het eindexamen te halen. 

De voorzitter:

Mijnheer Grashoff, u wilt het door u aangevraagde debat snel ingepland zien. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik ondersteun van harte het pleidooi van mijn collega Van Meenen om het volledige debat snel in te plannen. Wij kunnen alles dan in samenhang bekijken. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor een snel debat. 

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij goed om het debat zo snel mogelijk te voeren, zodat aan het onderwijsveld zo snel mogelijk duidelijkheid wordt verschaft. Steun dus. 

Mevrouw Lucas (VVD):

Steun voor het verzoek, ook voor het verzoek van de heer Van Meenen om de twee debatten samen te voegen en zo snel mogelijk in te plannen — het liefst morgenavond — en de beide bewindspersonen voor het debat uit te nodigen, want vooral in het mbo is er veel mis. 

De heer Beertema (PVV):

Steun voor het debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Jadnanansing, ik concludeer dat er brede steun is voor het zo snel mogelijk inplannen van het al eerder aangevraagde debat. Ik zal laten weten wanneer het debat gevoerd kan worden. Het gerucht gaat dat er morgenavond ruimte in de agenda is. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Dat zou fijn zijn. 

De voorzitter:

Dat bericht is nog niet anders tot mij gekomen dan in de vorm van een gerucht. Ik weet ook niet of het van de agenda halen van dat debat kan steunen op een meerderheid van de Kamer. Dat kan ik dus nu niet toezeggen. Ik kan wel toezeggen dat ik dit debat snel zal inplannen. 

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Heel graag zo snel mogelijk. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Meenen, hiermee is uw verzoek komen te vervallen, neem ik aan. Wij gaan dus door met het verzoek van mevrouw Van Veldhoven. Het woord is aan haar. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik doe een vooraankondiging van een VSO over de Wereldbank. Wij wachten nog op de antwoorden van de minister op vragen die in het schriftelijk overleg zijn gesteld. Mochten de vragen voldoende beantwoord worden, dan kan het VSO weer van de agenda af, maar ik vond het netjes om de vooraankondiging in ieder geval alvast te doen. 

De voorzitter:

Het gaat om een nog deze week te houden VSO. Is dat inclusief stemmingen, eveneens deze week? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja. 

De voorzitter:

Dan hoop ik dat de brief er op een zodanig moment is dat dit nog te realiseren is. Ik zal doorgeven aan de regering dat wij de brief zo snel mogelijk willen hebben. Ik doe dit door het stenogram van het gedeelte van de vergadering met het verzoek om de brief met de antwoorden zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, door te geleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Van Vliet. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voorzitter. Een tijd geleden was de Kamer het erover eens dat wij een plenair debat zouden voeren over de financiële aspecten van het borgingsstelsel, als een soort sluitstuk op de uitkomsten van de parlementaire enquête Woningcorporaties. Nu hoor ik dat de minister voor Wonen en Rijksdienst met een Algemene Maatregel van Bestuur gaat komen, naar ik meen eind oktober. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij voordien in deze zaal nog een richtinggevend debat zouden voeren. Mijn verzoek is dus om dat debat in te plannen, in overeenstemming met de minister, voordat de AMvB er is. Dan kunnen wij daaraan namelijk nog richting geven met zijn allen. 

De voorzitter:

Ik ga het verzoek voorlezen zoals u het hebt aangemeld voor deze regeling van werkzaamheden: "De heer Van Vliet verzoekt het debat op hoofdlijnen over de financiële kaders van het WSW spoedig in te plannen". 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Vóór de AMvB. 

De voorzitter:

Voor de ... 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voor de Algemene Maatregel van Bestuur die eraan komt. 

De voorzitter:

O, ik dacht dat u APB zei! Toen dacht ik: dan hebben wij nog wel even de tijd! 

De heer Koolmees (D66):

Steun. 

De heer Van der Linde (VVD):

Steun. Wij hebben dit indertijd afgesproken. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Dank u zeer. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ook steun van de Partij van de Arbeid. 

De heer Bashir (SP):

Ook namens de SP-fractie steun. 

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij een goede zaak. Steun. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, u hebt brede steun van de Kamer voor dit verzoek. Wij gaan natuurlijk proberen om het te honoreren. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Geweldig, mevrouw de voorzitter. Dank u wel. 

De voorzitter:

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 16.28 uur tot 16.30 uur geschorst. 

Voorzitter: Elias

Naar boven