9 RBZ-Handelsraad

Aan de orde is het VAO RBZ-Handelsraad (AO d.d. 30/4). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom. Van de zijde van de Kamer heeft een aantal deelnemers zich gemeld voor dit debat. De eerste spreker is mevrouw Thieme van de fractie van de Partij voor de Dieren. Zij heeft twee minuten spreektijd, net als de andere spreker, Jasper van Dijk van de SP. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Tijdens het debat heb ik de minister nog gevraagd of zij bereid is om de Canadese regering aan te spreken op het feit dat daar een gruwelijke zeehondenjacht plaatsvindt. Ik krijg nog graag een antwoord daarop. Ik hoop op een positief antwoord van de minister. Voor het geval dat dit niet zo is, dien ik echter de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er in Canada jaarlijks in het voorjaar honderdduizenden pasgeboren zeehonden worden doodgeknuppeld voor hun vacht; 

constaterende dat de EU sinds 2009 een verbod heeft op de handel in zeehondenbont; 

verzoekt de regering, de Canadese regering op te roepen de zeehondenjacht te beëindigen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1488 (21501-02). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er in het kader van het vrijhandelsakkoord tussen de VS en de EU (TTIP) onderhandeld wordt over regulatory cooperation bodies; 

constaterende dat het Europese beleid ten aanzien van risico's voor mens, dier en milieu berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen; 

constaterende dat er in de VS van uitgegaan wordt dat producten veilig zijn tenzij het tegendeel onomstotelijk is bewezen; 

overwegende dat de inzet van het kabinet is dat TTIP het niveau van bescherming van mens, dier en milieu niet mag aantasten; 

verzoekt de regering, zich ervoor in te zetten dat er geen sprake zal zijn van regulatory cooperation bodies op het gebied van regels ter bescherming van mens, dier en milieu, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1489 (21501-02). 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Verhoeven voor een korte vraag. 

De heer Verhoeven (D66):

Mevrouw Thieme dient nu allemaal moties in. Bij het debat had zij ook allemaal vragen. Stel dat dit soort moties wordt aangenomen of dat haar vragen zodanig beantwoord worden dat zij daar tevreden mee is, zou dat dan nog iets kunnen betekenen voor een verandering van het standpunt van de Partij voor de Dieren over het vrijhandelsverdrag? 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het vrijhandelsverdrag heeft enkel als doelstelling om multinationals alle ruimte te geven om over de hele wereld allerlei producten te verkopen aan mensen ongeacht wat dit betekent voor landen, consumenten, mensen, dieren of het milieu. Wij zijn niet voor een ongelimiteerde vrijhandelsnatie of een vrijhandelswereldorde. In die zin zien wij TTIP niet als een vooruitgang voor de wereld, maar wij proberen natuurlijk wel aan damagecontrol te doen. Als er dus mogelijkheden zijn om binnen zo'n verdrag als TTIP maatregelen te nemen waardoor de multinationals niet alle ruimte krijgen om zelfs ook regels vast te stellen of als wij kunnen voorkomen dat private rechtbanken worden opgericht, dan zullen wij daar zeker alles aan doen. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik dien drie moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat een deel van de TTIP-onderhandelingsteksten nog steeds niet ingezien kan worden door leden van de nationale parlementen; 

verzoekt de regering, zich in Europees verband in te spannen om alle relevante TTIP-documenten toegankelijk te maken voor nationale parlementariërs, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1490 (21501-02). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat toepassing van de regulatory cooperation body op provincie- en gemeenteniveau tot veel extra bureaucratie zal leiden; 

verzoekt de regering, zich uit te spreken tegen toepassing van regulatory cooperation op provincie- en gemeenteniveau, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1491 (21501-02). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat TTIP in potentie grote gevolgen heeft voor mens en milieu; 

constaterende dat de Europese Commissie verplicht is om een Trade Sustainability Impact Assessment te maken over nieuwe handelsverdragen; 

overwegende dat hiermee zowel de leden van de nationale parlementen als het Europees Parlement hun controlerende taak naar behoren kunnen uitvoeren; 

verzoekt de regering, er bij de Europese Commissie op aan te dringen de Trade Sustainability Impact Assessment zo spoedig mogelijk te publiceren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 1492 (21501-02). 

De voorzitter:

Ik stel vast dat wij een extra spreker hebben. Dat is de heer Verhoeven. Hij is eigenlijk een soort gastspreker. Hij neemt nu zijn tijd, want hij denkt dat hij heel veel spreektijd heeft. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Naar mijn mening hebben we een paar uur geleden een goed debat gevoerd onder andere over het vrijhandelsverdrag tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. Ik dank de minister voor haar beantwoording. Ik wil één vraag nog een keer stellen, omdat ik daar geen antwoord op heb gekregen aangezien we aan het eind van de vergadering heel snel moesten afronden. Het gaat om mijn vraag over het green goods initiative. De minister heeft daar wel iets over gezegd, maar mijn vraag ging over het volgende. Wat is de lijst van goederen die daaronder valt? Hoe wordt er naar de belangen van Nederlandse bedrijven gekeken? Worden de zorgen die in het kader van het vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten naar voren worden gebracht bijvoorbeeld over investeringsbescherming, ook meegenomen in de wijze waarop dit tot stand komt? 

Verder ben ik er blij mee dat de minister heeft aangegeven in ieder geval enthousiast te zijn over de suggestie van D66 om niet alleen door de SER de effecten van TTIP op de arbeidsomstandigheden door te laten rekenen, maar om ook het CPB te laten kijken naar bijvoorbeeld de economische groei en werkgelegenheid die daar al dan niet uit zou kunnen voortkomen en de toegang die het zou kunnen opleveren voor het midden- en kleinbedrijf. Ik zou het goed vinden als de manier waarop wij hierover praten veel meer gebaseerd zou zijn op feiten in plaats van op de spookverhalen die de afgelopen tijd de discussie gegijzeld hebben. Toch ben ik wel blij met het feit dat er de laatste tijd veel over dit onderwerp gesproken is zodat er ook steeds meer partijen en mensen over praten en het draagvlak uiteindelijk alleen al daardoor groter zou kunnen worden. 

Tot slot stel ik vast dat veel partijen in deze Kamer eigenlijk alleen maar zeggen: wij zijn sowieso, op voorhand, hoe dan ook, tegen deze samenwerking tussen de Verenigde Staten en Europa, terwijl die partijen ook steeds met heel veel vragen komen. Ik hoop dat die partijen door de antwoorden op al die vragen ook bereid zijn om steeds opnieuw weer onafhankelijk hun mening te herzien in plaats van zich helemaal vast te klampen aan een ooit ingenomen standpunt. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik ben blij dat D66 ook graag alle informatie over de effecten van TTIP boven tafel wil hebben. Het lijkt me verstandig dat we dan ook vanuit de Kamer aan het Planbureau voor de Leefomgeving vragen wat de effecten van TTIP zijn. Is de heer Verhoeven dat met mij eens? 

De heer Verhoeven (D66):

Dat lijkt me helemaal niet zo'n gekke suggestie van de Partij voor de Dieren. Ik ben bijna verbaasd. Dit is een goede toevoeging. Laten we naar alle onderdelen kijken waar het akkoord impact op zou kunnen hebben. Dan moeten de ruimtelijke kant ervan en de impact op de natuur zeker worden meegenomen. Ik vraag mevrouw Thieme wel of de Partij voor de Dieren bereid is om haar standpunt te heroverwegen als er iets positiefs uit zou kunnen voortkomen. 

De voorzitter:

We gaan even luisteren naar de minister. Zij kan nu reeds haar waardering van de moties geven. 

Minister Ploumen:

Voorzitter. Ik bedank de leden voor alle vragen en moties. Het doet me een beetje verdriet dat er maar liefst drie overbodige moties zijn ingediend. Ik zal dat per motie melden. De moties zijn overbodig omdat ik datgene wat erin wordt verzocht, al doe, al gedaan heb, al toegezegd heb of al uitgevoerd heb. 

In de motie van mevrouw Thieme op stuk nr. 1488 wordt de regering verzocht om de Canadese regering aan te spreken. Ik zeg dat heel graag toe, maar ik zeg ook tegen mevrouw Thieme dat ik niet per se optimistisch ben over de uitkomst daarvan. Zoals bekend, wordt er met enige regelmaat over dit onderwerp gesproken. Nederland dringt erop aan binnen de EU en ook bilateraal is het een onderwerp van gesprek. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik ben blij met deze toezegging en wil de motie intrekken. Ik wil eraan toevoegen dat steeds meer bedrijven in Canada aangeven dat zij geen zeehondenbont meer willen verkopen. Daar is dus ook sprake van een kentering. Ik hoop dat de minister zich gesteund voelt, niet alleen door de Kamer maar ook door de mensen in Canada, om er vol voor te gaan. 

De voorzitter:

Aangezien de motie-Thieme (21501-02, nr. 1488) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit. 

Minister Ploumen:

Ik ontraad de motie op stuk nr. 1489 van mevrouw Thieme om een paar redenen. We hebben er vanmiddag ook al een paar woorden over gezegd. Ten eerste, ik wil niet vooruitlopen op de onderhandelingen. Er ligt nu een voorstel waar ik grote zorgen over heb. Ik ga de voorwaarden hier niet herhalen, maar we willen eerst eens even kijken hoe daar in Brussel op wordt gereageerd. Ten tweede, we willen ook geen onnodige handelsbelemmeringen opwerpen. Ten derde, als er zo'n expertpanel komt, dan zou dat volgens ons alleen maar adviesrecht mogen hebben. Daarmee ontraad ik de motie, ook omdat die niet past bij de inzet zoals die door mij is verwoord. Die inzet is overigens wel in de geest van datgene wat bijna alle woordvoerders vanmiddag in het AO hebben gezegd. 

Ik ken de heer Van Dijk niet als een overbodig man, maar de motie op stuk nr. 1490 is echt overbodig. Oh nee, pardon, ik ben voorbarig. De motie op stuk nr. 1490 is helemaal niet overbodig. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Juist, ik dacht al! 

Minister Ploumen:

Ik doe dat al. Daarom is de motie natuurlijk wel een beetje overbodig. Ik zet me daar in Brussel en in de Verenigde Staten voor in. Ik heb er onlangs met leden van het Congres over gesproken. Ik zie de motie wel als ondersteuning van beleid, maar de heer Van Dijk en de Kamer weten dat ik hier voluit achter sta. Ik moet dus toch zeggen dat de motie een zekere overbodigheid heeft. 

De voorzitter:

Wat is het oordeel over de motie op stuk nr. 1490? 

Minister Ploumen:

Ik vind de motie overbodig. Laat ik zeggen dat ik het oordeel over de motie aan de Kamer laat. Dat doe ik omdat ik zo hartelijk ben. Anders zou ik zeggen: ontraden. 

De motie op stuk nr. 1491 van de heer Van Dijk gaat over de toepassing van een expertpanel op provincie- en gemeenteniveau. Het hoofdstuk dat hierbij aan de orde is, gaat over Europese en nationale wet- en regelgeving, en niet over provinciaal en gemeentelijk beleid. Dat heb ik vanmiddag ook al gezegd. Ik wil voor de zekerheid wel met gemeenten en provincies en hun belangenbehartigers hierover spreken, maar ook deze motie is overbodig. We doen het immers al. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik waardeer het zeer dat de minister het oordeel over de moties aan de Kamer laat, ook al zegt ze dat ze het al doet. Misschien kan ik nog een argument geven waarom het toch goed is om zo'n motie in te dienen. Ten eerste, ik krijg vanuit Brussel signalen dat het anders is, zeker als het om die motie over de gemeenten en de provincies gaat. Ten tweede, als de Tweede Kamer zo'n motie aanneemt, is dat voor de minister ook een steun in de rug bij de Handelsraad. Dan kan ze zeggen: kijk, mijn parlement heeft dit ook gezegd. Wellicht ter aanvulling! 

Minister Ploumen:

Dat is natuurlijk een buitengewoon redelijke suggestie van de heer Van Dijk. Ik wil het volgende voorstellen. Ik wil zelf graag in Brussel de check op de check doen. Ik wil kijken hoe men er daar tegen aankijkt. Ik rapporteer daar vervolgens over in mijn verslag van die vergadering. Mijn suggestie aan de heer Van Dijk zou zijn om de motie aan te houden. Hij kan vervolgens naar bevind van zaken handelen, want het is natuurlijk aan hem om de motie vervolgens wel of niet alsnog in te dienen. Ik wil echt een extra check doen, want volgens mijn informatie zal het echt niet de provinciale en gemeentelijke regelgeving betreffen. 

De voorzitter:

Maar? 

Minister Ploumen:

Als de heer Van Dijk van zo'n goede wil is, dan zou mijn suggestie aan hem zijn om de motie even aan te houden. 

De voorzitter:

Maar hij blijft zitten. Dan wil ik toch een oordeel over de motie horen. 

Minister Ploumen:

De motie is overbodig. Ik ontraad de motie op stuk nr. 1491 dus. 

De voorzitter:

U ontraadt de motie. Prima. 

Minister Ploumen:

In de motie op stuk nr. 1492 wordt de regering verzocht om er bij de Europese Commissie op aan te dringen dat de Trade Sustainability Impact Assessment zo spoedig mogelijk wordt gepubliceerd. Er ligt een conceptrapport. Dat is openbaar. Op basis van dat conceptrapport worden consultaties gehouden. Ik vind het belangrijker dat er een goed rapport komt dan dat er een snel rapport komt. De heer Van Dijk en ik zitten elkaar hier dus een beetje in de weg. Wat hij wil, gaat gebeuren. Er komt gewoon een goed rapport waarover uitvoerig geconsulteerd is. Ik ga niet aandringen op iets snels als dat leidt tot iets minder goeds. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 1492. 

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Van Dijk nog een korte vraag heeft. Ik verzoek hem om het kort en puntig te houden. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Mag ik even vaststellen dat de minister het oordeel over de motie op stuk nr. 1490 aan de Kamer laat? Zij zegt ten aanzien van de motie op stuk nr. 1491: liefst aanhouden en anders ontraden. In dat geval wil ik de motie op stuk nr. 1491 wel aanhouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jasper van Dijk stel ik voor, zijn motie (21501-02, nr. 1491) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik bedank de minister voor haar bijdrage. We stemmen hedenavond nog over de overgebleven moties. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven