Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 81, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 81, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Van Weyenberg aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president over het bericht "Asscher wil loonkostensubsidie laagbetaalde arbeid".
De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Werken moet lonen. Iemand die gaat werken, moet er flink op vooruitgaan. Het verschil tussen hetgeen iemand een werkgever bruto kost en hetgeen de werknemer daar netto van overhoudt, moet veel kleiner zijn. Iemand voor wie een werkgever nu €11 per uur betaalt, houdt daar netto maar €7 van over. Dat maakt de aangekondigde ambitieuze belastinghervorming voor D66 buitengewoon urgent. Het probleem is echter dat de VVD en de Partij van de Arbeid die hervorming steeds vooruitschuiven. Het blijft bij vage plannen en gratis beloftes.
Ik was er dus blij mee dat minister Asscher dit weekend concrete voorstellen deed. Hij had het over een belastingverlaging voor werkenden met een laag inkomen en voor werkgevers die hen in dienst nemen. Dat werd ook wel tijd, want een jaar geleden, op 14 april 2014, deed deze minister exact hetzelfde voorstel. Wanneer gaat dit nu echt gebeuren? Ik wil voorkomen dat we hier in april 2016 weer staan. Er zijn in dit land 650.000 mensen werkloos. We moeten er dus voor zorgen dat die lastenverlichting er eindelijk eens gaat komen.
Van deze minister vraag ik vandaag boter bij de vis. Ik heb daarom de volgende drie vragen voor hem. Ik neem aan dat minister dit weekend namens het hele kabinet sprak en dat er dus een concreet plan ligt. Kan de Kamer dat plan deze week ontvangen? Hoeveel lastenverlichting kunnen werkenden en werkgevers precies tegemoetzien? Ik hoor graag de concrete bedragen. Hoe wordt dit eigenlijk betaald? De minister gaat toch niet de belasting voor mensen die net iets meer verdienen, verhogen om dit te betalen?
Minister Asscher:
Voorzitter. Ik dank de heer Van Weyenberg voor zijn vragen. Het Centraal Planbureau heeft dit weekend een omvangrijk rapport gepubliceerd waarin het laat zien hoe je met verschillende instrumenten de arbeidsmarkt kunt verbeteren. Dat is ook nodig, want dit kabinet wil meer werkgelegenheid. Het wil met name iets doen aan het probleem dat aan de onderkant van onze arbeidsmarkt het verschil tussen loonkosten en hetgeen mensen verdienen zo groot is geworden dat mensen die baan niet krijgen en niet in dienst worden genomen. Uit het rapport van het Centraal Planbureau blijkt dat het mogelijk is om daar iets aan te doen. Het kabinet heeft als uitgangspunt: gelijkmatige inkomensverdeling en economische groei en banengroei. Er is een aantal maatregelen dat beide dingen mogelijk maakt. Daar zijn wij positief over. Het past ook precies in de ambitie van het kabinet om met een herziening van het belastingstelsel, waarbij het gaat om verschuiving en verlichting, een verlaging van de lasten op arbeid mogelijk te maken zodat er weer meer mensen aan het werk komen en een fatsoenlijke baan op de arbeidsmarkt vinden. Zoals de Kamer weet, heeft het kabinet beloofd om voor de zomer voorstellen te doen voor die herziening. Dit was al aangekondigd bij de brief over de stelselherziening van de staatssecretaris van dit najaar. In dit rapport van het Centraal Planbureau wordt nog maar eens bevestigd dat mensen erop vooruit kunnen gaan en meer loon ontvangen en dat het meer banen kan opleveren als wij de belasting op een andere manier gaan heffen. Dat is precies wat wij nodig hebben.
De heer Van Weyenberg (D66):
Ambities, ambities. Ik vind het vooral vaag. De minister deed concrete voorstellen dit weekend. Ik heb hem daarmee gecomplimenteerd. Daar kunnen we mee verder. Maar nu ik vandaag vraag om hoeveel miljard het gaat en wat het concrete plan is, neemt de minister gas terug. Blijkbaar is dat plan er niet. Ik stel hem die vragen dus nogmaals. Ik krijg daar graag een helder antwoord op, want praatjes vullen geen gaatjes. Ik dacht dat het kabinet vaart ging maken. 1 mei moeten de stukken naar Brussel. Daar staan deze plannen dan vast in. Ik vraag nogmaals aan de minister: staan ze er nu wel of niet in?
De minister heeft het alleen over mensen met lage inkomens. Het is goed om die groep lastenverlichting te geven, maar gaat de minister er ook voor zorgen dat mensen met een middeninkomen de hoognodige lastenverlichting krijgen? Iemand die netto €11 verdient, kost een werkgever immers ook nog €20 per uur. Meer werken of carrière maken levert heel weinig op door de hoge belastingdruk. We hebben al heel wat nivelleringsfeestjes gehad. Maar gaat de minister er nu voor zorgen dat het eindelijk feest wordt voor de lage inkomens en de middeninkomens? Komt hij alsnog met een concreet plan? Door deze antwoorden krijg ik het gevoel dat het mooie ideeën en mooie ambities waren, maar dat er nog steeds geen concreet plan ligt.
Minister Asscher:
Dat maakt mij des te dankbaarder voor deze vraag van de D66-fractie. Het Centraal Planbureau heeft het niet over vage dingen, maar heeft concreet bekeken wat zou kunnen werken. Twee dingen springen er echt uit. Het ene is loonkostensubsidie of een afdrachtvermindering voor de werkgever, met name bij de lage inkomens omdat daar het verschil zo groot is. Het Centraal Planbureau heeft berekend dat dit banen oplevert. Dat levert meer banen op dan andere maatregelen, zonder dat de inkomensongelijkheid toeneemt. Het tweede dat je ziet in de tabel van het Centraal Planbureau, is dat het extra banen oplevert als je de arbeidskorting, dus het geld dat je aan mensen teruggeeft, groter maakt en je daarbij richt op de mensen die het niet zo breed hebben. Ik ben heel blij met die concrete punten. Daar kan het kabinet mee aan de slag. De timing was al bekend bij de heer Van Weyenberg, voor vandaag en na vandaag. Voor de zomer komt onze staatssecretaris met voorstellen voor de stelselherziening. Dit is daar buitengewoon belangrijk in.
Ik ben juist heel blij met wat de heer Van Weyenberg zegt, en dan niet zozeer vanwege de adjectieven die hij gebruikt. Ik ben blij dat hij zegt: wij zijn hiervoor. Dat is mooi, want het kabinet zoekt naar een breed draagvlak voor die stelselherziening, waarbij op zoek wordt gegaan naar meer werk. Wij verwelkomen het dat D66 daar zo positief over is.
De heer Van Weyenberg (D66):
De minister kan nog meer retorische trucjes toepassen, maar de kern van mijn vraag is: waar is dat plan voor lastenverlichting? De minister heeft het een jaar geleden beloofd. Hij belooft het ook vandaag, maar het plan ligt er niet. Ik ben dus helemaal niet enthousiast. Aangezien er 650.000 werklozen zijn, willen mensen nu die plannen voor lastenverlichting zien. De minister kan altijd op de steun van mijn fractie rekenen als de lasten worden verlaagd met een groot en ambitieus pakket. De minister heeft afgelopen weekend weer mooie woorden gesproken, maar de daden blijven vandaag helaas wederom uit. Dat is heel teleurstellend. De minister zegt dus eigenlijk: we geven het wel aan de lage inkomens maar niet aan de middeninkomens. Dat heb ik hem net horen zeggen. Het lijkt mij geen goed idee, dus ik hoop dat ik de minister verkeerd heb begrepen.
Minister Asscher:
De heer Van Weyenberg hoopt helemaal niet dat hij mij verkeerd heeft begrepen; hij wil mij graag verkeerd begrijpen, want dat past in deze vragenronde. Hij vraag mij wat ik van die plannen vind. Welnu, het zijn goede plannen. Door de werkgever die mensen in dienst neemt wat extra geld terug te geven, zorg je ervoor dat er meer banen komen. Door mensen wat meer in hun portemonnee te geven, zorg je er ook voor dat er meer banen komen. Daar is het kabinet voor. Daarom werken wij aan die stelselherziening. De timing daarvan was en is hier bekend. Voor de zomer komen wij met voorstellen. Wij kunnen iedere week vaststellen dat het nu nog niet zover is en daar heel teleurgesteld over zijn. Ik lees tussen de regels door dat D66 enthousiast is, maar het ingewikkeld vindt om dat tot uitdrukking te brengen. Volgende keer beter.
Mevrouw Karabulut (SP):
Wij waren getuige van een stukje politiek theater van de zijde van D66, dat met veel passie alle kabinetsplannen die tot verarming, koopkrachtverlies en banenverlies hebben geleid, tot nu toe heeft gesteund. Dat maar even voor de notulen. Dan over de voorstellen van het Centraal Planbureau zelf. Het CPB zegt dat het 7.000 banen zou opleveren wanneer 700 miljoen, dus €100.000 per baan, aan werkgevers zou worden gegeven. Ik kan mij niet voorstellen dat de minister hier enthousiast van wordt. Eerder zou ik het dwaas willen noemen. Deelt de minister deze mening en is hij van plan om ervoor te zorgen dat mensen dit geld gewoon in de portemonnee krijgen, zodat het besteed wordt en dus de binnenlandse bestedingen aantrekken en er op die manier daadwerkelijk meer banen bij komen?
Minister Asscher:
Het gaat hier natuurlijk over de discussie hoe je het belastingstelsel zo inricht dat het meer werk oplevert. Daar is het kabinet mee bezig. Dat wil de Kamer ook. Dan heeft het dus zin om lagere lasten te heffen op arbeid en hogere op andere punten, en om specifiek te kijken naar de loonkosten bij de lage inkomens. Het Centraal Planbureau laat nu zien — dat is volgens mij winst — dat je dit kunt doen en dat het extra werkgelegenheid oplevert. Ook laat het CPB zien dat het niet leidt tot grotere inkomensongelijkheid, zoals een aantal van de andere maatregelen. Dat is positief. Wij kijken naar ons belastingstelsel. Je kunt het dus zo veranderen dat het meer werk oplevert. Dat is ook de ambitie van dit kabinet.
De heer Kerstens (PvdA):
De fractie van de Partij van de Arbeid is blij met de inzet van deze minister van Sociale Zaken, die moet leiden tot mensen die meer in hun loonzakje overhouden en tot werkgevers die gemakkelijker mensen kunnen aannemen. Deze inzet moet dus tot meer banen leiden. Volgens mij gaat het ook helpen in de strijd tegen schijnzelfstandigheid, zodat minder mensen worden gedwongen om tegen heel slechte arbeidsvoorwaarden werk te verrichten. De concrete vraag die ik aan de minister heb is de volgende. De belastingherziening moet worden betaald. Nu weten wij dat een aantal partijen in de Kamer zegt: laten wij dan nog maar wat geld bezuinigen op de sociale zekerheid of op de zorg. Ik zou van de minister graag horen dat dit in ieder geval niet zijn intentie is.
Minister Asscher:
Het kabinet heeft heel duidelijke uitgangspunten. Wij willen een fatsoenlijke arbeidsmarkt en wij willen extra werkgelegenheid. De herziening van het belastingstelsel is daarop gericht. Die zal altijd moeten bestaan uit een deel verschuivingen en een deel lastenverlichting. De staatssecretaris en de minister van Financiën hebben dat steeds aangegeven. Die ruimte ontstaat nu ook. Wij zien dat het economisch beter gaat met Nederland. Dan is het wel zaak om dat te vertalen, zodat iedereen het ervaart. Het is zeker waar dat wij goed moeten letten op de onderkant van de arbeidsmarkt, want anders zien wij juist daar verdringing via zzp-constructies of verdringing door arbeidsmigranten te weinig te betalen. Er zijn allerlei vormen, terwijl er goed werk te doen is. Je kunt daar wat aan doen door de werkgever te helpen die de mensen wel een baan wil aanbieden. Daar staat dit kabinet voor. De staatssecretaris is op dit moment aan het werk met de plannen. Hij consulteert de Kamerfracties daarover. Hij is van plan om voor de zomer bij u terug te komen.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-81-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.