26 Regeling van werkzaamheden vervolg

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • -maandag 22 juni 2015 van 10.00 uur tot 14.00 uur, van de vaste commissie voor Defensie over de Veteranennota 2015.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over onderwijs aan ernstig meervoudig gehandicapte kinderen van de lijst af te voeren.

Ik stel voor, de parlementaire enquête naar de opzet en werking van het stelsel van woningcorporaties te beëindigen en de leden van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties decharge van hun werkzaamheden te verlenen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden. De heer Van Vliet zit nog in de zaal.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 32851, nr. 15; 32851, nr. 16; 31409, nr. 76; 28286, nr. 787.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Bevolkingsdaling/Krimp, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 16 april, met als eerste spreker het lid Van Vliet.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jasper van Dijk van de SP-fractie. Ik verzoek de leden in de zaal een beetje stil te zijn.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Vorige week zagen we een uitzending van EenVandaag waarin naar voren kwam dat het ministerie van Defensie een zwarte lijst zou hanteren voor journalisten. Het moet niet gekker worden. Ik vraag daarom een debat aan met de minister van Defensie.

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik spreek mijn steun uit voor het verzoek om een debat, maar ik zou het onderwerp daarvan willen verbreden naar de wijze waarop Defensie omgaat met journalisten en politici. Daarover heb ik meerdere vragen gesteld. We hebben na lang wachten in antwoord op onze vragen recentelijk een brief ontvangen. De schriftelijke antwoorden zijn echter anders dan wat de minister de afgelopen keren in debatten heeft gezegd. Er is dus echt noodzaak tot een debat, maar het onderwerp daarvan moet wel breder zijn dan alleen de zwarte lijst.

De heer Teeven (VVD):

Het moet ook niet gekker worden: voor dit soort dingen nog een debat aanvragen als een brief van de minister volstrekt duidelijk is ... Volstrekt geen steun voor een debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik wil het omgekeerde zeggen van wat de vorige spreker zei: van harte steun voor dit verzoek van collega Van Dijk.

De heer Knops (CDA):

Allereerst een brief lijkt mij zeer toepasselijk.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Segers (ChristenUnie):

Daarbij sluit ik mij aan: een brief, en daarna kijken we verder.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Een brief: steun.

De voorzitter:

Wel of geen steun, mevrouw Eijsink? O, alleen voor een brief. Helder.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Ik zei letterlijk: "Een brief: steun."

De voorzitter:

Sorry, ik hoorde het niet.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dit is opmerkelijk, want die brief is eind vorige week al gestuurd. Er staat alleen helemaal niets in. Alles wordt ontkend. Juist daarom moeten we een debat voeren.

De voorzitter:

Maar daarvoor hebt u geen meerderheid.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is dan het lot van ondergetekende.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer van de SP-fractie.

De heer Roemer (SP):

Mevrouw de voorzitter. Al meer dan een week houdt de coalitie ons bezig met een intern debat over de opvang van asielzoekers. Dat terwijl de Tweede Kamer het kabinet al duidelijk heeft gemaakt hoe een en ander moet gaan gebeuren. Wat ons betreft dient het kabinet die duidelijke Kameruitspraak gewoon uit te voeren. Ondertussen vindt het echte drama plaats op de Middellandse Zee. Mannen, vrouwen en kinderen verdrinken. Allemaal hebben we de beelden gezien. Die gaan door merg en been. Het valt te hopen dat de coalitie de laatste dagen niet alleen gestoeid heeft over de eigen problemen, maar dat er gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing voor de mensen die nu de hulp nodig hebben om aan de verdrinkingsdood te ontsnappen. Daarom wil de SP deze week nog een debat met de premier over de redding, de opvang en het terugkeerbeleid van vluchtelingen in Nederland en daarbuiten.

De voorzitter:

Wie hierover?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik steun het verzoek van de heer Roemer. Ik teken erbij aan dat er straks ook een debat wordt gevraagd door de heer Pechtold. Dat gaat over een deel hiervan. Het is de vraag of wij dat niet beter ook zouden kunnen voeren. Het is een debat over bed, bad en brood. Naar mijn oordeel is een debat over de aankomende top een ander debat. In ieder geval moet het debat dat de heer Roemer wil, worden gevoerd.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik neem een voorschot op het voorstel van de heer Pechtold. Ik zou het graag uit elkaar willen trekken en beide verzoeken willen steunen, dus zowel bed, bad en brood als de opvang van de vluchtelingen die over de Middellandse Zee komen.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Het zijn twee verschillende debatten. Over het voorstel van de heer Pechtold komen wij straks nog te spreken. Het verzoek van de heer Roemer om geïnformeerd te worden over het almaar voortslepende overleg binnen de coalitie over de bed-bad-broodregeling steun ik namens mijn fractie.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik wil ook graag beklemtonen dat het om twee verschillende onderwerpen gaat. Voor de opvang en het redden van mensen op de Middellandse Zee is later in de regeling een apart debat aangemeld. Ten aanzien van de bed-bad-broodkwestie wachten wij op een brief van het kabinet. De SGP heeft vastgesteld dat het kabinet er geen haastklus van maakt en er wat meer tijd voor nodig heeft. Wij wachten die brief af.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Pechtold (D66):

Ik steun collega Roemer in zijn verzoek om een debat over bed, bad en brood. Zodra het kabinet met een oplossing komt — en het neemt er de tijd voor — is de brief meer een formaliteit. Ik zou willen dat wij zo snel mogelijk deze week het debat plannen dat de heer Roemer aanvraagt.

De heer Wilders (PVV):

De heer Roemer spreekt over bed, bad en brood voor vluchtelingen, maar hij is abuis. Het gaat over illegalen, mensen die zijn afgewezen door de rechter, die hier niet mogen zijn en zo snel mogelijk het land uit moeten worden gezet. Het lijkt mij logisch dat wij de uitkomst van het beraad tussen de coalitiepartijen afwachten en dan snel een debat daarover voeren. Daarvoor heeft het geen enkele zin.

De voorzitter:

Geen steun dus.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De heer Roemer verzoekt nu om een debat over de bed-bad-broodregeling. Zolang er geen brief van het kabinet ligt, heeft dat niet veel zin. Op dit moment geen steun voor het verzoek.

De heer Azmani (VVD):

Daarbij kan de VVD zich aansluiten. Als er nog geen brief in de Kamer ligt, heeft het niet veel zin om het debat te voeren. Geen steun dus voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Roemer, er is op dit moment geen meerderheid voor het verzoek om een debat te houden. Er is gezegd dat er eerst een brief moet komen.

De heer Roemer (SP):

Als wij de media mogen geloven, zal er deze week sowieso een brief van het kabinet komen op basis van het inmiddels al bijna tien dagen durende overleg. Sommige partijen willen de debatten graag uit elkaar halen. Ik denk dat zulks in de praktijk heel lastig zal zijn. Het zal namelijk altijd in elkaar geschoven worden, omdat die zaken heel moeilijk uit elkaar te halen zijn. Misschien zal sowieso de tijd de aanvraag inhalen, want donderdag is er een top. Daarover zal de heer Pechtold straks een voorstel doen. Als het kabinet er niet uit is, krijgen wij sowieso twee debatten. Ik had liever de premier één keer naar de Kamer gehaald. Wij hebben in ieder geval deze week een debat over Europa en de grenzen en het tweede debat, dat er toch gaat komen, gaat dan over bed, bad en brood. Voor het geval de brief er ligt, meld ik mij vast aan.

De voorzitter:

U bent altijd van harte welkom.

Het woord is aan de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik sluit aan bij het verzoek van de heer Roemer om opheldering te krijgen over de uitvoering van de motie-Voordewind/Voortman. Wij hebben een uitstelbriefje gekregen. Wij wachten de brief en de oplossing van het kabinet af. Ik hoop dat die deze week komen. Dan kunnen wij daarover een debat voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhoeven van D66. Een beetje doorlopen …

(Hilariteit)

De voorzitter:

U bent zo jong en energiek, maar het gaat heel traag.

De heer Verhoeven (D66):

Na die snelle motiebehandeling ... U hebt helemaal gelijk.

Voorzitter. Vorige week vond de cybertop plaats: de Global Conference on Cyberspace. De minister van Buitenlandse Zaken heeft toen een voorstel gedaan om internationale afspraken te maken over cybersecurity om de vitale infrastructuur van landen te sparen. Een paar weken geleden is er ook een WRR-rapport uitgebracht over cybersecurity. Op het WRR-rapport komt automatisch een kabinetsreactie, zoals de collega's weten, maar ik zou die graag uitgebreid zien met een uitwerking van het voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken en wil vervolgens een debat over deze zaak voeren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor die uitbreiding en steun voor het debat.

Mevrouw Tellegen (VVD):

De VVD steunt de suggestie voor de uitbreiding. Ze steunt dus het verzoek om een brief. Laten we die eerst afwachten. Daarna kunnen we bekijken of we er een debat over moeten voeren.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

De Partij van de Arbeid steunt het verzoek om een brief en om een uitbreiding daarvan. Naar aanleiding van de brief kunnen we bekijken of daarna een debat of een AO nodig is, wat maar het snelste is en het beste uitkomt.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het verzoek van de heer Verhoeven.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Dat geldt ook voor GroenLinks: steun.

De heer Knops (CDA):

Steun voor de brief.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

Nog niet. Ik wacht de brief af. Die wordt dus uitgebreid met het voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken. Als die brief er ligt, sta ik hier weer.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag stond in het Algemeen Dagblad een artikel met als kop: "Chaos zorggeld voorspeld, Van Rijn negeerde pgb-alarm". De CDA-fractie wil heel graag daarover een debat voeren en wil ook een reactie van de staatssecretaris daarop in een brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil daarbij ook betrekken de resultaten van de ICT-audit en de uitbetalingsaudit. De staatssecretaris heeft die in het Kamerdebat van meer dan drie weken geleden toegezegd. Hij zei toen dat die binnen twee à drie weken hier zouden zijn. Dat lijkt me dus goed. Maar ik wil nog meer informatie hebben. Uit de voortgangsrapportage die de basis vormde voor het krantenbericht, blijkt dat er een maandelijkse realisatie is van de incidentele kosten maar ook van de reguliere uitvoeringskosten en dat er een maandelijkse realisatie is van de invoering van budgethouders en hun zorgovereenkomsten. Er is dus heel veel informatie beschikbaar die wij als Kamer niet kennen. De staatssecretaris moet ons niet steeds brokjes voeren zoals het hem uitkomt, maar gewoon al die voortgangsrapportages naar de Kamer sturen.

De voorzitter:

Zijn er meer Kamerleden die heel veel vragen hebben? Dan zou het namelijk via de griffier van de commissie moeten verlopen, zoals gebruikelijk is en zoals ook is afgesproken.

Mevrouw Leijten (SP):

Een punt van orde, voorzitter. Wij hebben vanmorgen geprobeerd om dit via de commissie te doen. Toen zijn wij naar deze microfoon verwezen door de VVD en de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Dat klopt. We hadden aanvullende vragen van mevrouw Keijzer. Die zijn tegengehouden door de VVD en de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Steunt u het verzoek van mevrouw Keijzer?

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik steun het verzoek van mevrouw Keijzer. Een brief hoef ik niet, want dat wordt toch weer een "holadijeebrief", waar we niks mee kunnen. Ik wil wel graag een reactie op de brief van de SVB die we hebben gehad, want ik wil graag weten wat er gedaan is met de punten die daarin worden genoemd.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Mevrouw Keijzer heeft het debat mede namens ons aangevraagd. Dat hadden we afgesproken. We steunen dus het verzoek om een debat. Ik wil ook heel graag een feitenrelaas, vanaf het moment dat de SVB de opdracht heeft gekregen tot nu. Dan hebben we alle informatie op een rij.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Steun voor een debat. Het lijkt mij ook goed dat de voortgangsrapportages van de SVB naar de Kamer worden gestuurd en dat de staatssecretaris die voorziet van een tijdlijn, zoals mevrouw Dijkstra heeft verzocht. Wanneer is wat gebeurd en welke acties zijn daarop ondernomen? Mijn vraag is of dat debat volgende week kan worden ingepland.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De GroenLinks-fractie steunt het verzoek om het debat volgende week in te plannen. Daarnaast doen wij het verzoek om ook de staatssecretaris van Sociale Zaken bij het debat uit te nodigen. Zij is verantwoordelijk voor zaken die de SVB betreffen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Wat de ChristenUnie betreft kan het debat doorgaan, graag volgende week. Wij hadden afgesproken dat mevrouw Keijzer het verzoek mede namens ons zou doen.

De gevraagde voortgangsrapportages kunnen wat ons betreft naar de Kamer. Ook de ChristenUnie vindt dat belangrijk. Dat geldt ook voor het feitenrelaas. Ik weet niet of die zaken elkaar kunnen overlappen. Ik heb veel behoefte aan die informatie, omdat ik zie dat er heel veel vragen in het land leven en er veel ongerustheid is. De gevraagde informatie kan helpen om duidelijkheid te verschaffen. Die moet dus echt naar de Kamer komen.

De heer Krol (50PLUS):

Ook ik had mevrouw Keijzer al schriftelijk laten weten dat wij het verzoek van harte steunen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun voor het verzoek. Ook steun voor het verzoek van mevrouw Voortman om de staatssecretaris van Sociale Zaken bij het debat aanwezig te laten zijn.

De heer Potters (VVD):

Steun voor het debat. Ik sluit mij aan bij mijn collega Van Dijk. Ook steunen wij het verzoek om de voortgangsrapportages naar de Kamer te sturen, voorzien van een tijdlijn. Wat mij betreft houden wij het bij staatssecretaris Van Rijn. Ik heb er geen behoefte aan om een andere staatssecretaris voor het debat uit te nodigen.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, een meerderheid van de Kamer steunt uw verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is mooi, voorzitter. Overigens maak ik tegenover mijn collega's mijn excuses. Ik kreeg van veel collega's terug dat zij mijn verzoek steunen. Ik dacht dus: dan krijgt iedereen de kans om het woord te voeren. Ik ben wat overvallen door de spoed bij de PvdA en de VVD, die het debat volgende week al willen voeren. Dat hoeft niet van mij.

De voorzitter:

O!

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik zal u vertellen waarom …

De voorzitter:

Nee, mevrouw Keijzer, wij gaan hier geen discussie voeren. U hebt een meerderheid voor uw verzoek. Het lijkt mij goed om te bezien of wij het debat volgende week kunnen plannen, met een spreektijd van vier minuten.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, maar ik hecht er toch aan om er iets over te zeggen. Er ligt nog een hele serie schriftelijke vragen van mij, waarop de staatssecretaris niet al te actief reageert. Die vragen wil ik wel eerst beantwoord hebben. Daarnaast heb ik begrepen dat er over dit onderwerp een rapport van de Rekenkamer aanstaande is. Wij moeten voorkomen dat wij volgende week met haastige spoed debatteren, terwijl nog niet alle informatie beschikbaar is. Daar schieten wij niets mee op.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Er is al een AO Pgb gepland na het meireces. Daarin kan een deel van de door mevrouw Keijzer gestelde vragen aan de orde komen. Het eigenlijke punt waarom het nu gaat, heeft een meer politieke component. Daarom wil ik het debat graag volgende week al voeren.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Ik sluit mij daar graag bij aan. Het debat is niet alleen bedoeld voor het verkrijgen van informatie. Het gaat ook om de vraag welke informatie wij al hadden moeten hebben. Dat kunnen wij niet uitstellen tot na het meireces.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik steun zeer het verzoek om een debat volgende week. Het lijkt mij heel goed dat de voortgangsrapportages die er al liggen, voorzien van een tijdlijn, naar de Kamer komen. Het zou mooi zijn als wij de rapportages vrijdag in ons bezit hebben, dan kunnen wij die in het komend weekend goed bestuderen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 heeft een voorkeur voor het volgende week voeren van het debat. Na het meireces hebben wij al een AO gepland, dus het debat moet zo snel mogelijk gevoerd worden.

De voorzitter:

Volgens mij zijn alle woordvoerders al aan het woord geweest en hebben zij hun steun kenbaar gemaakt. Dit is een soort tweede ronde.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik hecht eraan te zeggen dat wij graag vóór het meireces een debat willen. Anders wordt het echt te laat. En er staat al een AO gepland.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dan leg ik mij daar uiteraard bij neer. Het is fantastisch om te merken dat wij erover zullen spreken. Wij willen dan echter wel beschikken over de stukken die ik heb opgevraagd via mijn schriftelijke vragen. Voorzitter, ik doe een beroep op u om te bewerkstelligen dat wij die stukken daadwerkelijk ontvangen, want anders voeren wij een gemankeerd debat.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Keijzer. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jan Vos van de PvdA.

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Gisteren is bekend geworden dat 170.000 woningen in Groningen versterkt moeten worden om de risico's op aardbevingen voor de bevolking te mitigeren. Mijn fractie voert graag op zo kort mogelijke termijn een debat waarin over het desbetreffende rapport van gedachten kan worden gewisseld met het kabinet.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Van harte steun voor het verzoek om snel over dit onderwerp te spreken. Ik zou wel willen bekijken of we het kunnen samenvoegen met een debat dat er al staat, met wat extra minuten spreektijd, want het zou wel een substantieel extra onderdeel van dat debat zijn. Voor volgende week staat bijvoorbeeld een debat gepland, maar vlak voor de zomer zal er ook nog een debat over het gaswinningsbesluit komen. Als het bij een van die twee debatten kan worden gevoegd met drie minuten extra spreektijd, zou dat de voorkeur hebben van mijn fractie.

De heer Bosman (VVD):

Het is een belangrijk onderzoek. Er komen meer onderzoeken aan, ook ten aanzien van alle risico's en contourenlijnen. Mijn voorkeur zou zijn om die bij elkaar te doen, zodat we in één keer over alle risico's en problemen kunnen spreken.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor een debat. Het is een belangrijk onderwerp, waarover we snel moeten spreken. Mijn fractie steunt ook de suggestie van mijn collega van D66 om extra spreektijd toe te voegen als we het bij het debat van volgende week voegen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook steun voor het debat. De beslissingen die je uiteindelijk neemt, moeten op de goede cijfers zijn gebaseerd, dus ik zou het willen betrekken bij het debat dat we vlak voor de zomer gaan houden. Minister Kamp zei zonet bij de mondelinge vragen ook dat hij alle zaken er goed bij wil betrekken, en de juiste cijfers. Dat lijkt me dus het moment waarop het zou moeten gebeuren.

De heer Smaling (SP):

Steun voor het verzoek. Er staat wel heel veel op de agenda, dus als er wat aan elkaar gekoppeld kan worden, zou dat mooi zijn. Er staat van mij nog een dertigledendebat. Dat kan eraf als dit wordt gehonoreerd, maar wat verdere bundeling kan ook geen kwaad, gezien de agenda. Maar wij steunen het verzoek wel.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Ik heb geen bezwaar tegen het zoeken van een mogelijkheid om dingen te combineren, maar ik vind het een beetje te laat als dat debat in de laatste week voor het zomerreces plaatsvindt. Wij steunen dus het verzoek, maar wij willen dit debat niet pas vlak voor de zomer.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek. Wat mij betreft komt er een debat net voor de zomer, waarin alles bij elkaar komt.

Mevrouw Klever (PVV):

Wij steunen het debat, maar willen het wel graag samenvoegen met een van de debatten die we nog gaan voeren.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Er wordt steeds meer bekendgemaakt over de gebeurtenissen in Groningen. Wij steunen het verzoek, maar er moet een groot debat komen met alle gegevens die we nodig hebben om een goed besluit te nemen voor de Groningers.

De voorzitter:

Mijnheer Vos, er is steun voor uw verzoek. Het voorstel van mevrouw Van Veldhoven is om het samen te voegen, met extra spreektijden. Daarvoor is ook veel steun in de Kamer. Aan u nu het woord.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik zie twee voorstellen: volgende week of vlak voor het zomerreces. Ik kan niet goed beslissen wanneer we het dan inplannen. Wat mij betreft zijn beide opties doable. Na wat de minister heeft gezegd over de second opinion lijkt het mij raadzaam om die second opinion af te wachten en alsdan het debat in te plannen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Tijdens het mondelinge vragenuurtje heb ik een punt aangemeld voor de regeling. Dat is een van de twee debatten, waardoor nu de optie bestaat om dit ermee samen te voegen. Ik kan dat verzoek ook nu doen als u wilt, voorzitter.

De voorzitter:

Dan kunnen we het in één keer afhandelen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dan kunnen we meteen bekijken of er brede steun voor is en dan alles bij elkaar voegen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn fractie steunt dat ook: het debat volgende week houden en dan het huidige verzoek voegen bij het debat van voor de zomer. Maar dan moet het wel echt voor het zomerreces plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik hoor hier dat het debat voor de zomer nog niet is afgesproken. Dat maakt het ook ingewikkeld.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Vandaar mijn suggestie om mijn debat nu officieel in de regeling aan te vragen. Dan kunnen we het in één keer afhandelen.

De voorzitter:

Dus u handhaaft uw verzoek om toch bij de regeling …

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik laat het aan u, voorzitter. We kunnen hier ook morgen terugkomen, maar als u het …

De voorzitter:

Ik zou dat maar doen, want het is nu bijna niet meer te volgen, ook niet voor de mensen die meekijken. We komen hier morgen op terug. Het lijkt mij heel handig als de woordvoerders dit eerst goed afstemmen met elkaar.

Het woord is aan de heer Pechtold van D66.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Het is goed gebruik in deze Kamer om een top in Europa hier plenair voor te bespreken. Er is donderdagavond een ingelaste top over de vluchtelingenproblematiek in de Middellandse Zee, een zeer actueel onderwerp dat ons allemaal op het netvlies gegrift staat. Ik zou graag ter voorbereiding op die top een debat willen hebben met de minister-president en de staatssecretaris van V en J, die hierbij betrokken is. Ik zou voorafgaand aan dat debat een brief willen ontvangen waarin het kabinet ingaat op de nu door de ministers voorgestelde tien punten. Graag krijg ik in die brief beargumenteerd hoe Nederland daarin staat. Ook krijg ik graag een reactie op het getal van 5.000 door de andere lidstaten over te nemen vluchtelingen uit Italië. Dat is niet een van de tien punten, maar het zal wel als optie op tafel liggen. Ook wil ik dat alle andere voor te stellen zaken waarop het kabinet zicht heeft, in die brief aan de orde komen, opdat wij als Kamer het kabinet kunnen sturen richting die top.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mijn fractie heeft ook behoefte aan een debat. Voorafgaand daaraan ontvangen ook wij graag een brief.

De heer Fritsma (PVV):

Het is goed om te praten over alle problemen rond de Europese buitengrenzen en de oorzaken daarvan. Steun voor het verzoek dus. Misschien kan een AO dat voor donderdag op de rol staat, vervallen als we hier plenair over spreken.

De voorzitter:

Daar gaat de commissie zelf over.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Goed dat we hierover gaan spreken. Ik steun het verzoek van de heer Pechtold: een debat voorafgegaan door een brief. Dan kunnen we hier zo snel mogelijk over spreken. Het kan morgen of eventueel donderdagochtend.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt het verzoek van collega Pechtold. Ik begrijp dat die tien punten na de vergadering van gisteren geconcretiseerd worden met het oog op de top van donderdag. Ik sluit me dan ook graag aan bij het verzoek om de laatste informatie over die concretisering in de brief te krijgen. Dat zal qua timing nog even nauw steken, maar wij steunen het verzoek dus.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Afgezien van alle systematiek lijkt het me van belang om op zo kort mogelijke termijn geïnformeerd te worden, zodat we hierover nog deze week, voor de top, een goed debat met de premier kunnen voeren.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het verzoek van de heer Pechtold. Het is een belangwekkend onderwerp dat snel besproken moet worden.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook van harte steun voor het verzoek van de heer Pechtold. Wat ons betreft moet de kern van de brief de inzet op de top zijn. Daar moeten we het over hebben.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Steun voor het verzoek van de heer Pechtold op dit zo vreselijke onderwerp. Wat ons betreft mag het morgen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het debat. Het kan deze week nog, woensdag of donderdagochtend.

De heer Azmani (VVD):

Steun voor het debat en voor de brief. Wat mij betreft houden we het debat zo snel mogelijk. Ik kan me voorstellen dat we het morgen inplannen.

De voorzitter:

Mijnheer Pechtold, u hebt een meerderheid. We gaan kijken of dat debat zo snel mogelijk kan worden gepland. Het liefst morgen, heb ik begrepen, in verband met de datum waarop de bijeenkomst plaatsvindt.

De heer Pechtold (D66):

Dank. Een aantal collega's zei al dat het niet alleen gaat om een brief waarin de tien punten nog eens uitgelegd worden. Het gaat ons met name om de standpuntbepaling van de Nederlandse regering richting de top over al deze punten en over eventuele punten die er verder nog zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Pechtold (D66):

En de spreektijd?

De voorzitter:

Vier minuten.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn verzoek komt hierdoor te vervallen. Ik neem aan dat we indien nodig meteen na dat debat kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ja.

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Ik wil graag een brief van de regering over de vraag waarom zij het verslag van de Kievbriefing van 14 juli pas op 15 januari van dit jaar aan de Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft gestuurd. Waarom heeft dat zo lang geduurd? Daar wil ik graag een toelichting op. Verder wil ik weten of het Openbaar Ministerie en de Onderzoeksraad Voor Veiligheid alle relevante info inmiddels gekregen hebben van de regering.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor dit verzoek. Ik neem aan dat de heer Bontes die brief wil hebben voordat wij daar aanstaande donderdag een plenair debat over gaan voeren.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Zeker, dat is juist de belangrijkste reden.

De heer Geurts (CDA):

Ook wij steunen dit verzoek. Het kabinet moet garanderen dat het echt alles beschikbaar heeft gesteld.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel namens de SP-fractie.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Aanstaande donderdag hebben wij een algemeen overleg over het Non-proliferatieverdrag. U weet wel: dat verdrag dat de verspreiding van kernwapens tegengaat. Het gaat over een toetsingsconferentie en de Nederlandse inbreng daarbij. Ik wil graag een verslag van een algemeen overleg aankondigen. Dat kunnen we die avond pas voeren, want dat algemeen overleg duurt tot 18.15 uur. Ik wil dan ook die avond nog de stemmingen laten plaatshebben. Ik meld dit nu vast, omdat het nu nog meegenomen kan worden in de agenda voor de donderdagavond, plenair, maar ook van de collega's.

De voorzitter:

Wij zullen er in de planning rekening mee houden.

Tot slot is het woord aan mevrouw Thieme namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Uit onderzoek blijkt dat een kwart van de Nederlanders hepatitis E onder de leden heeft en dat dit voor bepaalde risicogroepen zelfs dodelijk kan zijn. Dit komt onder andere door het eten van varkensvlees, omdat in de Nederlandse veehouderij meer dan 50% van de varkens hepatitis E heeft. Vanavond zal er een televisie-uitzending over zijn van Brandpunt. Ik wil heel graag een brief van dit kabinet over de onderzoeken naar hepatitis E onder Nederlanders en daarna ook een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Volgens mij is er een gebrek aan onderzoek en zouden we juist aan het RIVM moeten vragen om dit in beeld te brengen en bij te houden. Op basis daarvan zouden wij graag een debat voeren. Wellicht kunnen we het zo doen dat we via de commissie vragen laten inventariseren …

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Leijten (SP):

… dan kan iedere fractie haar vragen formuleren. Als die antwoorden er zijn, kunnen we een debat houden. Ik wil dat debat wel steunen, maar wel op basis van een inventarisatie en beantwoording van de vragen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind het een goed voorstel om eerst de vragen te inventariseren en een brief van het kabinet te vragen. Ik wil dat eerst allemaal afwachten voordat we hierover het debat voeren.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun. Eerst een brief.

De heer Geurts (CDA):

Ik denk ook dat het een goede suggestie is van de SP-fractie om de vragen te inventariseren. Voorlopig geen steun voor het debat. Even een komma erbij: mevrouw Thieme heeft hierover in het verleden ook vragen gesteld. Het is op zichzelf niets nieuws. Dit is al langer bekend.

De heer Van Dekken (PvdA):

Het is een goed voorstel van de SP om eerst de vragen te inventariseren. Vanavond is ook de uitzending. We willen op korte termijn een brief over deze inderdaad ernstige situatie.

Mevrouw Lodders (VVD):

Vanavond eerst de uitzending, dan vragen inventariseren. Dat lijkt me de juiste volgorde. En op basis van de brief bepalen of een debat nodig is.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Eerst kijken, dan vragen stellen is ons altijd geleerd. Dus geen steun voor het verzoek, maar wel voor vrageninventarisatie daarna.

Mevrouw Klever (PVV):

Wij zien ook liever eerst de uitzending en dan een brief van de minister met de antwoorden op de vragen. En pas daarna willen wij kijken of een debat nodig is.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik zie dat er geen steun is voor een debat, maar wel voor de brief en de vragenronde via de commissie. Dat vind ik een uitstekend voorstel. Er ligt al wel een onderzoek. Het is niet zo dat ons geleerd is dat we eerst moeten gaan kijken naar een televisie-uitzending, zoals de heer Dijkgraaf zegt. Ons is geleerd om eerst onderzoeken te bekijken en die zijn er al. Daaruit blijkt — en dat zal vanavond in de uitzending van Brandpunt ook naar voren komen — dat er sprake is van een ernstige situatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven