23 Milieuraad

Aan de orde is het VAO Milieuraad (AO d.d. 04/03). 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg bleek dat een afspraak binnen de Europese Unie om hormoonverstorende stoffen uit te faseren lijkt te worden gefrustreerd. De staatssecretaris komt nog met informatie. Zij heeft gezegd "ik duik erin", maar ik heb alvast een motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat afgesproken is om binnen de Europese Unie alle hormoonverstorende stoffen uit te faseren en om eind 2013 criteria daarvoor te presenteren; 

constaterende dat blijkt dat er inderdaad criteria zijn opgesteld, maar dat deze onder zware lobbydruk van de producenten van deze stoffen niet zijn gepresenteerd door de Europese Commissie; 

verzoekt de regering, druk op de Europese Commissie uit te oefenen om de opgestelde criteria zo snel mogelijk om te zetten in een beleidsaanpak voor een snelle uitfasering van hormoonverstorende stoffen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 550 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Europese Commissie binnenkort een besluit neemt over een aanvraag voor toelating van de teelt van een genetisch gemanipuleerde maissoort; 

constaterende dat er zowel vanuit de lidstaten als vanuit het Europees Parlement grote tegenstand is tegen deze mais; 

constaterende dat er op korte termijn regels van kracht worden op grond waarvan een lidstaat een nationaal verbod op teelt van gentechgewassen kan instellen; 

verzoekt de regering, een verbod voor te bereiden op de teelt van het genetisch gemodificeerde maistype 1507 in Nederland, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 551 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

wijzende op de ambitie van de regering om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw fors te verminderen; 

constaterende dat de aanvragen die momenteel voorliggen voor de teelt van gentechgewassen in de EU stuk voor stuk gaan over hetzij herbicideresistente gewassen, hetzij gewassen die zelf een bestrijdingsmiddel aanmaken; 

constaterende dat er op korte termijn regels van kracht worden op grond waarvan een lidstaat een nationaal verbod op teelt van gentechgewassen kan instellen; 

verzoekt de regering, in het toegezegde afwegingskader voor het nemen van beslissingen over de teelt van gg-gewassen op Nederlands grondgebied op te nemen dat herbicideresistente gewassen en gewassen die zelf een bestrijdingsmiddel aanmaken, worden uitgesloten van teelt in Nederland, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 552 (21501-08). 

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft de vragen van de PvdA-fractie op adequate wijze geadresseerd in het overleg dat wij hebben gevoerd. Toch wil ik een motie indienen. Het is namelijk zo dat er heel veel CO2-reductie tot stand kan worden gebracht met relatief eenvoudige maatregelen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Brazilië door ontbossing in het Amazonegebied te reduceren sinds 2005 meer CO2-reductie tot stand heeft gebracht dan alle landen in de EU gezamenlijk; 

overwegende dat in de aanloop naar de klimaattop in Parijs het verminderen van klimaatvervuiling maximaal en kostenefficiënt moet worden aangepakt; 

verzoekt de regering, een extra inspanning te leveren om door middel van bilaterale en multilaterale overeenkomsten met minder ontwikkelde landen klimaatvervuiling tegen te gaan, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 553 (21501-08). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er vanuit de EU een nieuw voorstel zal komen inzake de circulaire economie; 

verzoekt de regering, zich binnen de EU, wanneer het gaat om de nieuwe voorstellen voor een circulaire economie, hard te maken voor het bevorderen van investeringen en het wegnemen van belemmeringen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 554 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de lasten voor het midden- en kleinbedrijf als gevolg van de REACH-verordening te hoog zijn; 

overwegende dat dit de werkgelegenheid schaadt; 

verzoekt de regering, de lasten als gevolg van REACH aan de kaak te stellen in de EU; 

verzoekt de regering voorts, nader onderzoek te doen naar de kosten van REACH die alle bedrijven gezamenlijk maken; 

verzoekt de regering tevens, meer prioriteit te geven aan het terugbrengen van de lasten als gevolg van REACH en op korte termijn maatregelen te nemen om de lastendruk voor het midden- en kleinbedrijf te verminderen; 

verzoekt de regering ten slotte om de Kamer voor juli 2015 te informeren over de voortgang van dit dossier, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Remco Dijkstra en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 555 (21501-08). 

Ik kijk naar de staatssecretaris. Zij vraagt om een korte schorsing voorafgaand aan haar beantwoording. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Ik begin bij de eerste motie. Wij werken aan een richtlijn volgens een pragmatische aanpak. Ik deel de intentie van de motie volledig, maar ik stuit wel op twee termen, "alle hormoonverstorende stoffen" en "snelle uitfasering". Daar wordt het wel spannend. Als het allemaal heel snel moet, heb ik moeite met de motie. Als het de bedoeling is om te stimuleren dat wij op pragmatische wijze die richting op gaan, delen wij hetzelfde uitgangspunt. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Als de staatssecretaris zenuwachtig wordt van "snel" en "alle", word ik zenuwachtig van "pragmatisch". Dat is namelijk precies waar de discussie nu over gaat. De staatssecretaris heeft toegezegd dat zij in de artikelen van The Guardian zal duiken, waarin gerapporteerd wordt dat er wel degelijk stukken van ambtenaren zijn waardoor wij aan de slag hadden kunnen zijn, maar dat die onder tafel zouden zijn gehouden. Ik ben bereid om mijn motie aan te houden totdat die informatie tot ons komt. Ik hoop dat de staatssecretaris de oorspronkelijke doelen wel vasthoudt. Die waren namelijk niet pragmatisch; het doel was het uitfaseren van alle hormoonverstorende stoffen. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-08, nr. 550) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Mansveld:

Dank u. Ik denk dat mevrouw Ouwehand en ik samen een heel eind komen. 

In de tweede motie wordt mij gevraagd om een verbod op de teelt van maistype 1507 voor te bereiden. Op 14 juni 2014 heeft de Kamer de regering verzocht om haar actief te betrekken bij het opstellen van een nationaal afwegingskader voor de teelt van ggo's op Nederlands grondgebied. Met de ingediende motie geeft mevrouw Ouwehand aan dat de uitkomst van de toepassing van dat afwegingskader wat haar betreft al vaststaat, namelijk een verbod. Het lijkt mij dat de Kamer geen behoefte heeft aan een afwegingskader waarbij op voorhand duidelijk is welke afweging daaruit komt. Een afwegingskader heeft het woord "afwegen" in zich. Vanuit dat perspectief zie ik tegenstrijdigheid tussen deze motie en de motie van 14 juni. Op die grond ontraad ik de motie. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik kan mij voorstellen dat de staatssecretaris zegt dat wij dat afwegingskader nog vast moeten stellen. Is zij het wel met de Partij voor de Dieren eens dat een scherp afwegingskader bij een eventuele toelating — ik hoop niet dat die er komt — een goede test zou zijn om te bekijken of het juridisch houdbaar is en of wij inderdaad al onze criteria kunnen inzetten om zo'n maissoort die wij niet willen, van ons grondgebied te weren? Ik ben bereid om ook deze motie aan te houden, maar kan de staatssecretaris toezeggen dat het, als wij dat afwegingskader scherp hebben, goed is om meteen één casus te nemen om te bekijken of het werkt? 

Staatssecretaris Mansveld:

Nu is mais 1507 een wat lastige casus, want daarover heeft de Europese Commissie zich niet uitgesproken. Er is nog een aantal andere overgangsdossiers. Ik denk dat wij keurig rechtaan een afwegingskader moeten vaststellen en een overgangsregeling moeten toepassen op een aantal dossiers. Daarna moeten wij in alle nieuwe gevallen het afwegingskader toepassen. Het geval van mais 1507 is op dit moment nog zwevende in die zin dat de Europese Commissie zich daarover nog moet uitspreken. Ik heb in dit dossier één ding duidelijk: wij moeten nergens op vooruitlopen en stap voor stap precies doen wat wij met elkaar hebben afgesproken. Ik ontraad dus de motie. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Is de staatssecretaris in staat om op dit moment een kabinetsstandpunt ten aanzien van deze maissoort te formuleren? 

Staatssecretaris Mansveld:

Het huidige kabinetsstandpunt is een "ja, mits"-beleid. Naar aanleiding van wat er de afgelopen maanden in het kader van ggo's besproken is, zijn er in dezen een aantal uitstapjes gemaakt, in die zin dat de Kamer een motie heeft ingediend om mais 1507 te verbieden. Het is nog niet duidelijk wat de Europese Commissie van mais 1507 vindt. Ik weet nog niet eens wat de Europese Commissie gaat besluiten. Het is dus lastig om daarop vooruit te lopen. Ik heb gezegd dat ik het belangrijk vind dat wij een afwegingskader opstellen en dat voor de overgangsdossiers de overgangsperiode wordt gehanteerd. Het is onduidelijk of mais 1507 een overgangsdossier is en of het überhaupt een dossier wordt, simpelweg omdat na tien, twaalf jaar nog steeds niet duidelijk is of het wel of niet toegelaten wordt. 

De voorzitter:

Dank u wel. Gaat u door met de beantwoording, minister. 

Staatssecretaris Mansveld:

In de motie op stuk nr. 552 wordt de regering verzocht, in het toegezegde afwegingskader voor het nemen van beslissingen over teelt van gentechgewassen op Nederlands grondgebied op te nemen dat herbicideresistente gewassen worden uitgesloten. Dat is wel ingewikkeld, want in een afwegingskader zet je de afwegingen. Naar aanleiding van die afwegingen neem je vervolgens een besluit. In het afwegingskader opnemen dat bepaalde zaken al worden uitgesloten, is ingewikkeld. Daarvoor is het afwegingskader niet bedoeld. Daarom ontraad ik deze motie. 

In de motie op stuk nr. 553 vraagt de heer Vos om extra inspanningen. Ik zie deze motie nadrukkelijk als ondersteuning van mijn beleid. Als ik kijk naar bijvoorbeeld Brazilië, dan zie ik een land dat koploper is in de wereld bij het toepassen van hernieuwbare energie. Tegelijkertijd zie ik dan een land dat een aantal complexe sociaaleconomische problemen kent. Volgens mij is het belangrijk dat juist met dit soort landen de dialoog wordt aangegaan, niet alleen bilateraal, maar ook multilateraal. De heer Vos en ik zouden hierover volgens mij een avondvullend programma kunnen opstellen. Ik zie deze motie als ondersteuning van beleid en ik laat het oordeel erover aan de Kamer. 

In de motie van de heer Dijkstra op stuk nr. 554 gaat het over de circulaire economie, het hardmaken voor het bevorderen van investeringen en het wegnemen van belemmeringen. Mijn reactie is: ja, ja, ja. Dit is ondersteuning van beleid. Volgens mij is dit precies wat we graag willen. Het gaat om hoge ambities met vermindering van regels. Het gaat om effectieve regels. It makes it work. Investeringen zijn belangrijk, want de circulaire economie is de economie die wij graag zien, is de economie van de toekomst. Deze motie is dus ondersteuning van beleid. Ik laat het oordeel erover aan de Kamer. 

De volgende motie van de heer Dijkstra, op stuk nr. 555, gaat over REACH. De heer Dijkstra heeft mij daarmee voor een aantal vragen gesteld. Ik heb recentelijk een brief naar de Kamer gestuurd over kosten van REACH. Ik begrijp dat die brief in een AO geagendeerd zal worden en ergens in de komende weken zal worden besproken. De heer Dijkstra vraagt om nader onderzoek. We hebben echter al onderzoek gedaan. Het is dus de vraag wat in dit verband nader onderzoek is, naast het bestaande onderzoek. Ik ben op dit moment van mening dat er voldoende onderzoek is gedaan, maar mocht er meer onderzoek nodig zijn, dan wil ik daarover graag in debat gaan. Als de heer Dijkstra een aantal zaken noemt die hij graag zou laten onderzoeken, dan wil ik daarover graag met hem in debat gaan. Gezien het geplande AO en de brief die ik de Kamer hierover al heb gestuurd, kan ik deze motie echter niet goed plaatsen. In zo'n situatie heb ik altijd de neiging om te vragen of de motie kan worden aanhouden totdat het AO is gehouden. Dan kunnen we over de wenselijkheid van aanvullend onderzoek gewoon breed van gedachten wisselen. De heer Dijkstra kent immers mijn doelen voor REACH: laagdrempelig, goed, zo min mogelijk regels en zo min mogelijk kosten. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het klopt dat dit onderwerp geagendeerd was bij de bespreking van de Milieuraad. Het komt straks ook weer terug. Ik stel voor dat we er dan uitgebreider met elkaar over spreken en dat we dit wat nader specificeren. Ik houd de motie daarom aan. 

Staatssecretaris Mansveld:

Dank u wel. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Remco Dijkstra stel ik voor, zijn motie (21501-08, nr. 555) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Ik stel vast dat hiermee alle moties door de staatssecretaris zijn besproken. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Wij zullen volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties. Vanavond is er geen vergadering in verband met de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Morgen vergadert de Kamer om diezelfde reden niet. 

Naar boven