6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op: 

  • -woensdag 10 december van 10.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten) (33981); 

  • -woensdag 17 december van 10.00 uur tot 13.00 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht in verband met het wettelijk regelen van de verbetertermijn voor zeer zwakke instellingen die bestaan uit basisscholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (33796). 

Ik stel voor om bij het debat over de Najaarsnota 2014 spreektijden te hanteren van: 

  • -12 minuten voor VVD en PvdA; 

  • -10 minuten voor SP, CDA, PVV en D66; 

  • -7 minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP en PvdD; 

  • -5 minuten voor 50PLUS; 

  • -3,5 minuut voor Groep Kuzu/Öztürk en Groep Bontes/Van Klaveren; 

  • -2 minuten voor Klein en Van Vliet. 

Voorts stel ik voor om bij het debat over de agenda van de Europese top spreektijden te hanteren van: 

  • -10 minuten voor VVD en PvdA; 

  • -7 minuten voor SP, CDA, PVV en D66; 

  • -5 minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP en PvdD; 

  • -4 minuten voor 50PLUS; 

  • -2,5 minuut voor Groep Kuzu/Öztürk en Groep Bontes/Van Klaveren; 

  • -1,5 minuut voor Klein en Van Vliet. 

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda van de Kamer: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure in verband met de concentratie van de Europese betalingsbevelprocedure (32834); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD) (34024); 

  • -het wetsvoorstel Bepalingen omtrent de toepassing in Aruba, Curaçao en Sint Maarten van beperkende maatregelen met het oog op de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid of de bevordering van de internationale rechtsorde dan wel de bestrijding van terrorisme, vastgesteld in het kader van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie (Rijkssanctiewet) (34009) (R2035). 

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het VAO Stelselherziening/Transitie Jeugdzorg, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, van de agenda af te voeren. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Ten aanzien van de Groep Kuzu/Öztürk en de PvdA-fractie benoem ik: 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Öztürk tot lid in plaats van het lid Arib; 

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Vermeij; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Kuzu tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Tanamal; 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Servaes; 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Günal-Gezer. 

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Kuiken tot lid in plaats van het lid Maij; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Vermeij tot lid in plaats van het lid Tanamal. 

Ik stel voor om toe te voegen aan onze toch al volle agenda: 

  • -het VAO Verslavingszorg naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 december, met als eerste spreker mevrouw Bruins Slot van het CDA; 

  • -het VAO Dierproeven naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 december, met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de PvdD; 

  • -het VAO Jaarverslagen Nationale ombudsman over 2012 en 2013 naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 december, met als eerste spreker de heer Schouw van D66; 

  • -het VAO Eurogroep/Ecofin-Raad naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 december met als eerste spreker de heer Omtzigt van het CDA. 

Het laatste VAO komt nog heden op de agenda, inclusief stemmingen. Dat heeft natuurlijk te maken met de Ecofin-Raad zelf. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Albert de Vries. 

Daartoe wordt besloten. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Voorzitter. Ik wil nog een keer rappelleren in verband met de beantwoording van vragen die ik samen met mijn collega Kuiken op 16 september heb gesteld over het bericht dat TenneT het tracé voor de 380 kV-leidingen in West-Brabant plotseling heeft verlegd. Er is op 28 oktober een brief gekomen, waarin uitstel werd aangekondigd. In die brief stond dat half november het antwoord zou komen. Het is nu december. Vorige week hebt u geconcludeerd dat het kabinet gevraagd zou worden om die brief voor afgelopen dinsdag 12.00 uur te sturen. Ik heb die brief niet aangetroffen. 

De voorzitter:

Dan spreken wij nu af dat ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleid naar het kabinet en dat, mochten de vragen dinsdag nog niet zijn beantwoord, u ze als mondelinge vraag kunt stellen tijdens het mondelinge vragenuur. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Prima. Dank u wel. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Gisteravond had Nieuwsuur een uitzending waarin weer duidelijk werd dat een flink aantal groepen mensen tussen wal en schip dreigen te vallen. Zij krijgen geen duidelijkheid over de vraag waar zij hun zorg vandaan moeten halen. Daarom doe ik hierbij namens de CDA-fractie het verzoek om een debat met de staatssecretaris van VWS, voorafgegaan door een brief. 

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor het houden van een debat. 

Mevrouw Siderius (SP):

Dat debat is al gepland, namelijk op volgende week donderdag, 11 december. De roep om een debat is dus niet echt nodig. Wij willen wel ondersteunen dat de antwoorden op onze schriftelijke vragen, over onder andere de vergeten groep, nog deze week naar de Kamer worden gestuurd. Die vragen zijn al een maand geleden ingediend en we hebben daar nog geen antwoord op ontvangen. Het zou mooi zijn als die antwoorden deze week nog komen. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Wat mij betreft bespreken we dit inderdaad volgende week tijdens het al ingeplande debat. Ik besef dat de staatssecretaris niet zo gemakkelijk kan ingaan op individuele gevallen, zoals we die gisteravond in Nieuwsuur zagen. Een brief, gestuurd vóór dat AO, waarin wat reflectie plaatsvindt op wat we gisteren in Nieuwsuur zagen, kan echter wel op warme steun van de VVD-fractie rekenen. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb geen behoefte aan een debat, vanwege dat lange AO van volgende week. Ik steun het voorstel van de VVD-fractie om een brief met een reflectie op deze casuïstiek te vragen. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. We hebben volgende week een zes uur durend AO, juist omdat zo veel onderwerpen zich nu aandienen. Wel steun ik de vraag om een brief van de staatssecretaris. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik steun ook de opmerkingen van de vorige sprekers: geen extra overleg maar wel een brief. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor een brief. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, ik stel het volgende voor. Ik stel vast dat de Kamer al heeft afgesproken om volgende week zes uur lang te debatteren over dit onderwerp, en dat ze daarom niet nog een extra debat wil aanvragen. Er is wel behoefte aan een — ik zal het woord herhalen — "reflectie" op de uitzending van gisteren. Ik stel voor dat we aan het kabinet vragen dat die reflectie hier uiterlijk dinsdag om 12.00 uur is. Zo heeft het kabinet tijd om een deugdelijke reflectie te schrijven en hebt u voldoende tijd om die reflectie mee te nemen in de voorbereiding van het debat op 11 december. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Daarbij heb ik twee opmerkingen. In dat AO moeten alle decentralisaties en de Wet langdurige zorg aan de orde komen. Mijn voorstel is om er dan een uur aan te plakken, want zo langzamerhand hebben we onvoldoende tijd. 

De voorzitter:

Dat spreken we niet af in de regeling van werkzaamheden en dat ga ik ook nu niet doen. Dat moet u echt via de procedurevergadering doen. Ik begrijp dat u al zes uur met elkaar zult praten. Wat u er verder mee wilt doen, moet u echt in de procedurevergadering bespreken. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is goed, voorzitter, dat zal ik doen. Mijn tweede opmerking is dat het gebruikelijk was dat er een inventarisatieronde werd gehouden vanuit de griffie over welke vragen er beantwoord moeten worden. Graag zou ik het op die manier georganiseerd zien. 

De voorzitter:

We zijn uitgekomen op een soort tussenvariant. Als u behoefte hebt aan een inventarisatie, doen we dat zo. Ik zal het stenogram evengoed doorgeleiden naar het kabinet, zodat het weet dat het verzoek om de brief eraan komt. Ik zal aan de griffier van de commissie vragen om uw vragen te inventariseren en om dat vandaag nog te doen, zodat de brief er dinsdag om 12.00 uur kan zijn. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dank u wel. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Er is vandaag een rapport uitgekomen van het SCP waaruit blijkt dat het voor mensen met een verstandelijke beperking of een licht verstandelijke beperking steeds lastiger wordt om mee te doen in de maatschappij. Dat begint al in het onderwijs. Het is te grootschalig met te weinig structuur. Daardoor missen deze mensen ook de aansluiting op de arbeidsmarkt. Dat is zorgelijk, want daardoor komen meer mensen met een verstandelijke beperking terecht in de zorg. Dat is volgens mij iets wat wij niet zouden moeten willen. Deze mensen kunnen dus niet participeren in de zo geliefde participatiesamenleving van onze premier. Daarom willen wij graag in het komende jaar, dus na oud en nieuw, een debat voeren met de premier over dit onderwerp en over de uitwerking van de participatiesamenleving voor mensen met een licht verstandelijke beperking. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het is een zeer kwetsbare groep en dit biedt grote aanleiding voor een debat. Dat steunt mijn fractie dus. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik hoor minister-president Rutte constant uitspraken doen die wat gemakkelijk overkomen als het gaat over de zorg, ook in Trouw van 1 december weer, over crowdfunding voor mensen die zorg nodig hebben. Ik denk dat het heel goed is om de minister-president eens te vragen, naar de Kamer te komen om met hem daarover te debatteren. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Als je dat rapport leest, is het inderdaad zeker een debat waard. Ik aarzel er even over met wie we dat zouden moeten voeren. Ik zou dus in eerste instantie een reactie van het kabinet op dat rapport willen afwachten. Vervolgens kunnen we dan bekijken met wie we het moeten voeren. 

De voorzitter:

U steunt op dit moment een debat dus niet en wacht liever de reactie van het kabinet af. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Hoewel je niet discussieert bij een regeling van werkzaamheden, neem ik eerst afstand van de woorden die mevrouw Keijzer de minister-president in de mond legt. Verder steunt mijn fractie dit specifieke debat niet. Over allerlei zaken rond participatie gaan wij praten, bijvoorbeeld over het VN-verdrag voor mensen met een beperking. Daarbij kan dit prima terecht. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, een punt van orde ... 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Wolbert. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Mijn fractie steunt op dit moment een debat niet en wacht graag de reactie van het kabinet op dit rapport af. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, we gaan niet in debat. U kunt een persoonlijk feit maken — ik zou niet weten waarover — maar we gaan niet in debat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat was ook niet mijn bedoeling, voorzitter. Ik wil alleen maar aangeven dat ik net citeerde uit Trouw van 1 december. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, daar is een persoonlijk feit niet voor bedoeld. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor een brief. 

De voorzitter:

Mevrouw Siderius, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief van het kabinet met een reactie op het rapport, zo begrijp ik. Een aantal leden hebben aangegeven dat ze daarna willen bekijken op welke wijze en met wie ze het willen bespreken. 

Mevrouw Siderius (SP):

Ja, voorzitter. Ik zie dat een aantal fracties in de Kamer zich nog niet heeft uitgesproken. Het zou mooi zijn om te bekijken of ik misschien dan toch een meerderheid kan krijgen voor een dertigledendebat. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik verleen steun voor een brief en een reactie op het rapport. Dan kijken we verder. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat dus. 

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij heel goed om een brief te vragen van het kabinet, maar ik geef geen steun voor het debat. 

De heer Klein (Klein):

Ik verleen steun voor een brief, maar op dit moment niet voor een debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Siderius, u hebt de steun van 30 leden. 

Mevrouw Siderius (SP):

Oké, dan heb ik zelf niet goed gerekend. Dat is mooi. Ik wil dan graag een dertigledendebat op de lijst laten zetten. Dank u wel, voorzitter. 

De voorzitter:

Dat zal ik doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik dacht nu het woord te geven aan mevrouw Dik-Faber, maar die is er niet. Ik geef het woord dus aan de heer Segers, die het opneemt voor zijn collega. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik maakte even een interessant rondje voor de interruptiemicrofoon, voorzitter! 

Voorzitter. Ik zie dat er net vier VAO's zijn toegevoegd aan de agenda. Ik kan voor enige verlichting zorgen. Dat doe ik namens mijn collega Dik-Faber. Het gaat om het VAO Decentrale energie, dat wat ons betreft van de agenda kan worden afgevoerd. 

De voorzitter:

Dat kan niet zomaar. U hebt daarvoor wel de steun van de meerderheid van de Kamer nodig, mijnheer Segers, want de agenda is al vastgesteld. Ik moet dus even kijken. 

De heer Leegte (VVD):

Ik verleen steun. Bij het WGO hebben we al die dingen besproken, dus ik geef hieraan ruim steun. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Gisteravond is er tijdens het debat een aantal interessante moties ingediend. Wat ons betreft is er dus geen bezwaar. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik steun het verzoek. Bij het WGO Energie en gisteravond zijn er heel wat moties ingediend. 

Mevrouw Klever (PVV):

Steun. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ook steun van de Partij van de Arbeid. 

De voorzitter:

De Kamer steunt het verzoek, mijnheer Segers. Het VAO Decentrale energie gaat van de agenda af. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Thieme, die haar collega mevrouw Ouwehand vervangt in de regeling van werkzaamheden. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Mijn collega en de GroenLinks-fractie verzoeken de Kamer om het VSO over schaliegas dat voor vanavond gepland staat, uit te stellen in afwachting van de stemmingen van aanstaande dinsdag. Gisteravond hebben wij gesproken over onder andere schaliegas en wij willen de stemmingen op dit punt graag afwachten. Het lijkt dan ook logischer om de discussie over het plan-MER nadien pas weer te voeren. 

De voorzitter:

Ook voor dit verzoek geldt dat de steun van de meerderheid nodig is. 

De heer Leegte (VVD):

Als het voor de kerst is, dus als het wordt verschoven naar volgende week, kan ik het steunen. Als dat niet lukt, zeg ik dat we het vanavond zouden moeten doen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het lijkt mij een heel logisch verzoek, gezien de moties die gisteravond zijn ingediend. Ik begrijp van mevrouw Thieme dat het volgende week zou kunnen. Dat lijkt mij dan ook tegemoetkomen aan de wens van de heer Leegte. 

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor het verzoek. 

De heer Klein (Klein):

Die motie is een beetje typisch. Dat moet eerst maar worden uitgezocht tussen de VVD en de Partij van de Arbeid. Ik heb het over de motie-Samsom/Van Ojik. Het is dus volstrekt logisch om dat eerst maar even af te wachten voordat we het VSO houden. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Ik geef steun aan het verzoek, onder dezelfde voorwaarden als de heer Leegte stelde, dus dat het dan volgende week op de agenda komt. 

Mevrouw Siderius (SP):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Er is steun van de meerderheid om het voor vanavond van de agenda af te halen, mevrouw Thieme. Ik ga me inspannen om het volgende week, voor de kerst, op de agenda te plaatsen. Meestal lukt dat ook wel. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Oké, dank u wel. Ik dank de leden voor de steun. 

Dan heb ik nog een rappel. 

De voorzitter:

Uw tweede verzoek. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mijn tweede verzoek. Op 5 september, morgen dus drie maanden geleden, hebben wij vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en aan de staatssecretaris van Economische Zaken over de dolfijnenslachtingen door Japan en de Faeröer, alsmede over het plan van Japan om de walvisjacht weer te hervatten. Dat is inmiddels dus al drie maanden geleden. Wij verzoeken de ministers en de staatssecretaris om de antwoorden zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven