5 Vragenuur: Vragen Bergkamp

Vragen van het lid Bergkamp aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het testen van drugs op festivals. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Afgelopen week werden we opgeschrikt door het tragische bericht dat er tijdens het Amsterdam Dance Event drie mensen zijn overleden, waarschijnlijk als gevolg van xtc-gebruik. Het onderzoek loopt nog. Wat we wel zeker weten, is dat het kabinet een zero-tolerancebeleid voert en daarmee de ogen sluit voor de praktijk. Drugs in de taboesfeer houden, wegduwen en denken dat het niet bestaat zijn geen oplossingen. Want er worden nu eenmaal drugs gebruikt tijdens feesten. Drugsgebruik is ook van alle tijden, wat je er ook van vindt. D66 vindt dat we er vooral realistisch mee om moeten gaan. Daarmee willen wij ook dat er meer beleid komt dat gericht is op de volksgezondheid om de gezondheidsrisico's zo veel mogelijk te beperken, al blijven mensen natuurlijk in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Een mogelijkheid is het opnieuw toestaan van testen tijdens feesten. Dat was gebruikelijk in de jaren negentig, maar het is sinds 2002 niet meer mogelijk. Het biedt natuurlijk geen 100% zekerheid, maar het biedt wel de mogelijkheid om slechte pillen eruit te halen en om nog twee keer na te denken voordat je dat pilletje inneemt, want degenen die behulpzaam waren op de testlocaties hadden ook een belangrijke functie als het ging om voorlichting. 

Naast de testen op locaties lijkt het D66 goed om breder te gaan kijken wat er nodig is om veilig uit te gaan. Daar hoort bijvoorbeeld ook bij dat water makkelijk verkrijgbaar is. Nu denkt iedereen dat je water uit de kraan kunt halen, maar op heel veel feestlocaties is dat heel erg lastig. Water is vaak heel erg duur en vaak is het bijvullen van een flesje op de WC verboden. Dat vind ik eerlijk gezegd echt te gek voor woorden. Ik krijg graag een reactie van de minister op deze punten. Ik hoop dat zij kan aangeven, wat zij voor mogelijkheden ziet om, als het gaat om preventie en voorlichting, het huidige beleid te verbeteren. 

Minister Schippers:

Voorzitter. Het overlijden van drie personen tijdens het Amsterdam Dance Event, vorige week, is een heel trieste zaak. Het NFI heeft van twee personen vastgesteld dat hun overlijden druggerelateerd was. Deze incidenten hebben geleid tot een forse discussie over de veiligheid van dergelijke feesten, het laten testen van drugs en drugscontroles. Het allerbelangrijkste argument, even los wat je er principieel of ideologisch van zou vinden, is dat een sneltest op een festival niet geschikt is om stoffen of doseringen te signaleren die een acuut gevaar voor de gezondheid vormen. Wat de test alleen kan doen, is dat zij de aan- of afwezigheid van de werkzame stof van de pil, bijvoorbeeld xtc, aantoont. Maar niet de kwantiteit, niet de sterkte van de pil en ook niet de combinatie met andere riskante grondstoffen. Als je zo'n test al toe zou laten, creëer je schijnveiligheid. Dat is een heel belangrijk argument om zo'n test niet toe te staan. 

Mij is gevraagd of ik niet breder moet gaan kijken naar veilig uitgaan. Dat gebeurt, want de staatssecretaris heeft daarnaar een onderzoek uitgezet. Wat komt er allemaal kijken bij veilig uitgaan? Dat is ontzettend belangrijk om te zien, wat de risicofactoren zijn waarop je daadwerkelijk moet inspringen bij dat uitgaan. Dat onderzoek loopt momenteel. Het lijkt mij goed om de uitkomsten daarvan af te wachten, opdat wij ons beleid — we doen overigens al heel veel aan voorlichting — daar eventueel op kunnen aanpassen. Het gaat om een onderzoek van het Trimbos-instituut, in het kader van het programma Veilige en Gezonde Horeca en Evenementen. Het is een onderzoek naar mogelijke verschuivingen in de jongerencultuur. Dat lijkt mij een belangrijk onderzoek. Als dat er is, kunnen we zien of we dingen anders moeten doen dan we ze nu doen. Overigens vind ik op voorhand testen, met de informatie dat die testen schijnveiligheid bieden, al geen optie. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik schrik toch wel een beetje van het antwoord van de minister over de testen. Het is mogelijk om je pillen van tevoren te testen op testlocaties, die dezelfde methodieken gebruiken waarmee in de jaren negentig al drugs op feesten werden getest. Als de minister dit schijnveiligheid noemt, dan maak ik mij grote zorgen, want dat zijn precies dezelfde testen die nu ook op testlocaties worden gebruikt. Daarbij wordt gekeken naar het merkje, de kleur, de grootte van de pil; ook wordt er een zuurtest uitgevoerd. Vervolgens wordt een en ander vergeleken met de pillen in de database van het laboratorium. In de jaren negentig was het mogelijk om 85% van die pillen te determineren. Als het mogelijk is om van tevoren je pillen te testen met methodieken die al in de jaren negentig gebruikelijk waren, begrijp ik werkelijk niet waarom je je pillen nu niet mag testen op een feest. Dat is mijn belangrijkste vraag aan de minister, die de staatssecretaris vervangt. Verder vind ik het goed dat er een breed onderzoek naar veilig uitgaan komt. Wat is echter de concrete visie van de minister op preventie en voorlichting? Kunnen we daar niet veel meer mee doen? Is de minister bereid om in ieder geval op verzoek van D66 het bestaande beleid ten aanzien van drugsvoorlichting en de effectiviteit daarvan te herijken en te bekijken of het nog wel van deze tijd is? Dit is een liberale minister die geen taboes schuwt, ook niet bij drugs. Ik hoop dat zij met open vizier wil onderzoeken of ons huidige drugsbeleid qua preventie en voorlichting effectief genoeg is. 

Minister Schippers:

Er wordt wel veel gedaan aan preventie. Dat gebeurt op allerlei manieren, via websites, filmpjes, spotjes et cetera. Dat is het beleid dat wij tot nu toe voeren. Is dat voldoende? Naar aanleiding van het onderzoek kunnen wij dat verder invullen. Die sneltesten kunnen alleen bepalen of er actieve bestanddelen, bijvoorbeeld xtc of MDMA, in zitten. Ze kunnen niet bepalen hoeveel actief bestanddeel er in zit, dus of het een te zware pil is, en ook niet wat de overige samenstelling is. Misschien zit er wel gif of andere rotzooi in. Dat kan zo'n test allemaal niet determineren. Dat geeft dan toch schijnveiligheid? Zo'n sneltest kan dus maar heel beperkt testen. Wel hebben we testpunten die verbonden zijn aan de instellingen voor verslavingszorg. Naar die testpunten kun je je pillen brengen. Een onderdeel van het Trimbos-instituut neemt monsters in en in een lab wordt bekeken of het om veilige drugs gaat. Naar aanleiding van dit soort dancefestivals, waar van alles misgaat, kan eventueel extra labcapaciteit worden opengesteld, zodat er meer drugs kunnen worden getest. Dat verloopt echter via de weg van die testservice en niet via de sneltesten. Die bieden slechts een heel klein beetje informatie. Dan is er dus sprake van goedkeuring door de overheid of de testende organisatie, terwijl er nog gif en allerlei andere rotzooi in kan zitten waar mensen ernstige gevolgen van kunnen ondervinden. Dat moet je gewoon niet willen. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Het verhaal van de minister klopt niet. Het is mogelijk om van tevoren je pillen te testen op testlocaties. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van dezelfde testmethode als in de jaren negentig op de feesten, namelijk de sneltest. Er wordt gekeken naar de kleur en de merkjes. Er wordt een klein testje gedaan en vervolgens wordt een vergelijking gemaakt met de pillen die getest zijn in het laboratorium. Uit die vergelijking kun je opmaken voor welke pillen je zeker het advies moet geven om ze niet in te nemen. Daar zit het verschil. De minister geeft ook aan dat er heel veel gebeurt qua preventie. Alleen, de vraag is: is het effectief? 

Minister Schippers:

Ik verval in herhaling, maar de vraag van mevrouw Bergkamp is ook een herhaling. De sneltesten geven heel beperkt aan wat je van die pil zou kunnen weten. Zij zijn veel te beperkt om er daadwerkelijk enig veiligheidsgevoel — voor zover je dat bij dit soort pillen al kunt hebben — aan over te houden. Je kunt weliswaar heel snel bepaalde kenmerken van een pil herkennen, maar om echt te weten wat er in een pil zit moet je hem via die testservice van de speciale afdeling van het Trimbos-instituut laten testen. Die kan aangeven wanneer te hoog gedoseerde pillen in omloop zijn. Middels informatievoorziening aan de mensen die naar die dancefeesten gaan, kan de testservice ook aangeven: pas op voor die en die pil. Maar dat kan eigenlijk alleen goed via die testservice. De sneltesten zijn zeer gebrekkig en geven dus schijnveiligheid. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Er vallen drugsdoden tijdens een festival. En waar gaat het debat hier over: moeten we niet gaan testen? Is dat niet bizar? Moet je niet zeggen: we hoeven helemaal niet te testen, xtc is gewoon troep, het is harddrugs en verboden, gooi die pillen weg en stop ermee! Wat zijn dat voor festivals waarop je een pilletje moet slikken om het naar je zin te hebben? Moeten er geen andere voorwaarden aan dit soort evenementen gesteld worden? 

Minister Schippers:

Ik heb deze vraag willen beantwoorden even los van het principiële debat of we dit moeten willen. Al zou je dit willen, dan is het nog zo gebrekkig dat je schijnveiligheid creëert. Het is dus geen oplossing, ook al zou je het willen. En natuurlijk zit er een heel principieel debat achter. Is dit wel een uitgaanscultuur die wij willen in dit land? Daarbij geldt wel dat drugs van alle tijden zijn en het heel moeilijk is om ze tegen te gaan. Als kabinet vinden we dat je ze wel moet tegengaan en niet zomaar moet accepteren dat dit gebeurt. Los van het principiële debat wil ik hier echter helder stellen dat deze sneltesten, als je voor testen bent, schijnveiligheid bieden en geen oplossing zijn, terwijl ze vaak wel als oplossing gepresenteerd worden. 

Mevrouw Rebel (PvdA):

De testen bieden een beperkte veiligheid; dat deel ik met de minister. Door duidelijk op festivals aan te geven dat er een moment is om te testen, kan vervolgens echter ook aan preventie en voorlichting worden gedaan. Naar aanleiding van deze drie doden, overigens op 350.000 bezoekers, ontstaat wel een discussie. Ik pleit er dus voor om in het onderzoek dat de minister noemt, ook te kijken naar de momenten waarop we de groepen die gebruiken, zo goed mogelijk bereiken wat betreft preventie. Wordt dat meegenomen in het onderzoek? 

Minister Schippers:

Er is een uitgaansonderzoek gedaan onder mensen die veel uitgaan, en er wordt gekeken naar trends. Zijn daar wijzigingen in? Natuurlijk kunnen we op een gegeven moment vaststellen dat we tijdens een festival bijvoorbeeld informatiepunten moeten inrichten. Ik denk dat dit een heel goed idee is, alleen zou ik eerst willen kijken naar het onderzoek: zijn er aanknopingspunten waarop we het effectiever kunnen doen dan nu? Het signaal dat er steeds meer xtc en andere pillen geslikt worden in het uitgaansleven, komt namelijk niet uit één onderzoek maar uit verschillende onderzoeken. Dan moet je gaan bekijken of er geen betere aanknopingspunten zijn waarop we veel preventiever aan de slag kunnen dan we blijkbaar tot nu toe doen. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven