Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 16, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 16, item 4 |
Vragen van het lid Tanamal aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "Verzekeringsartsen: UWV handelt in strijd met wet".
Mevrouw Tanamal (PvdA):
Voorzitter. De PvdA heeft grote zorgen over de schendingen van de privacy van zieke werknemers. We hebben daar al diverse keren met elkaar over gesproken. Wij hebben zelfs een rondetafel georganiseerd over schendingen van de privacy van zieke werknemers door arbodiensten. Ook het UWV maakt zich hieraan schuldig. De Partij van de Arbeid heeft de minister daar vorig jaar vragen over gesteld. Een van deze vragen had betrekking op de werkwijze van de medewerkers ziekteverzuim. De werkwijze ten aanzien van de klanten die zich ziek meldden, zou worden aangepast, zo werd ons verzekerd. Gegevens die betrekking hebben op werkhervatting en verzuimduur mogen worden uitgevraagd. Ongevraagde verstrekte medische informatie wordt niet geregistreerd. Dezelfde werkwijze wordt gevolgd door de re-integratiebegeleider. De verzekeringsarts neemt zijn verantwoordelijkheid voor het ziekteproces. Dat alles moet passen binnen het opslaan van medische gegevens gebaseerd op de richtlijn van het College bescherming persoonsgegevens.
Nu lijkt het erop dat UWV-medewerkers toch medische informatie vragen. De Partij van de Arbeid maakt zich daar ernstige zorgen over. Dit is in strijd met de privacy van zieke werknemers. Verzekeringsartsen van het UWV zijn van mening dat het in strijd is met de wet wanneer medewerkers telefonisch bepalen hoe lang het ziek zijn gaat duren aan de hand van een lijst aandoeningen. Het UWV heeft daar zelf een heel andere mening over. Zij is van mening dat het niet onder het medisch beroepsgeheim valt. De Partij van de Arbeid vindt het zorgelijk dat het UWV en haar verzekeringsartsen het hierover niet met elkaar eens schijnen te zijn.
Is het gebruik van een lijst met aandoeningen in strijd met de wet? Wordt de privacy van zieke werknemers geschaad? Welke maatregelen kan de minister nemen om ervoor te zorgen dat het UWV en de verzekeringsartsen het met elkaar eens worden over de vraag of iets wel of niet onder het medisch beroepsgeheim valt?
Minister Asscher:
Voorzitter. Mevrouw Tanamal vraagt hier terecht aandacht voor. Dat deed ze een jaar geleden al. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid zorgvuldig omgaat met persoonsgegevens, helemaal in het bijzonder met extra gevoelige gegevens: de medische gegevens. Een jaar geleden hebben wij afgesproken dat alleen mensen die daartoe bevoegd zijn — dat zijn verzekeringsartsen of mensen die daar specifiek voor zijn opgeleid en die onder het beroepsgeheim vallen — medische informatie mogen vragen en verwerken en dat mensen die spontaan vertellen dat ze griep hebben of iets anders, te horen krijgen dat dat niet verwerkt wordt door de telefonist, omdat hij daar niet toe bevoegd is.
Het artikel in de Volkskrant lijkt erop te wijzen dat dit door elkaar loopt. Ik zal UWV daarop aanspreken. Ik wil opheldering over de vraag of dat incidenteel gebeurd is of structureel. Ik wil dat men zich houdt aan de gemaakte afspraken en aan de wet. Dat betekent dat je iemand aan de telefoon hebt die bevoegd is als verzekeringsarts of die is gemandateerd op grond van de wet, die medische vragen mag stellen en verwerken, of niet. Dat betekent ook dat een lijst met 60 aandoeningen gebruikt mag worden door een verzekeringsarts — dat is waarschijnlijk heel verstandig — en niet door mensen die die bevoegdheid niet hebben.
Ik zal eerst opheldering vragen, dan bezien of dat moet leiden tot nadere maatregelen en daar de Kamer over informeren.
Mevrouw Tanamal (PvdA):
Zoals vorige keer ook al aan de orde is gekomen, blijken dossiers nog steeds heel makkelijk toegankelijk te zijn voor UWV-medewerkers. Die mogen alleen worden ingezien door medewerkers met een medische bevoegdheid. Het UWV toetst periodiek zijn eigen werkwijze. Soms vraagt het daarbij advies aan derden, zoals aan professor Gevers naar aanleiding van de privacyschendingen bij medische dossiers. Professor Gevers heeft toen een aantal maatregelen geadviseerd. Als het goed is, zouden die geïmplementeerd worden in december 2013. Is dat voorstel geïmplementeerd? De minister zei toen een groot voorstander te zijn van die aanbevelingen over hoe het UWV zichzelf toetst. Hoe kan het dat dossiers van zieke werknemers nog steeds inzichtelijk zijn voor medewerkers, terwijl hier geen afgeleid medisch beroepsgeheim geldt? Wat gaat de minister doen om de privacy van zieke werknemers goed te beschermen?
Minister Asscher:
Deze vraag hangt samen met de vorige. Op het moment dat je bevoegd bent om medische vragen te stellen en die informatie te verwerken, bijvoorbeeld over wat voor ziekte iemand heeft, dan ben je ook bevoegd om dat te raadplegen. Dat dossier kan onder strikte voorwaarden gedeeld worden met mensen die daartoe bevoegd zijn. Een gewone medewerker zonder die bevoegdheid mag dat soort informatie niet inzien. Dat is een gevolg van de wettelijke bescherming van persoonsgegevens, in dit geval de bijzondere persoonsgegevens, de medische gegevens. UWV moet zich daar dus aan houden. Ik ben blij met het Volkskrantartikel, want dat lijkt inderdaad te wijzen op iets wat niet in orde is. Nogmaals, ik zal opheldering vragen over de vraag of die afspraken geschonden zijn en of men zich aan de wet heeft gehouden. Als dat niet het geval is, zal ik ook vragen of dit een incident is geweest of dat het structureel speelt. In mijn melding aan de Kamer zal ik ook gewag maken van hoe we de bescherming van de medische privacy zullen waarborgen voor iedereen die in contact staat met het UWV. Daar gaat het hier namelijk over. Het gaat over iemand, die WW-gerechtigd is en zich ziek meldt, over iemand met een tijdelijk contract die ziek is of over een uitzendkracht.
Mevrouw Tanamal (PvdA):
De vragen hebben inderdaad met elkaar te maken. Waar het mij vooral om ging, is dat ons werd verzekerd dat UWV die maatregelen in 2013 zou implementeren. Wij, en de werknemers die zich ziek meldden, voelden ons daardoor gerustgesteld. Nou blijkt echter ofwel dat het feit dat het geïmplementeerd is door iedereen genegeerd wordt, ofwel dat die implementatie niet uitgevoerd is. Ik zou dit ook nog graag van de minister willen weten, zodra hij contact met het UWV heeft gehad. Ook het feit dat het UWV en verzekeringsartsen niet met elkaar in overeenstemming kunnen komen over wat wel of niet onder het beroepsgeheim valt, vind ik een beetje treurig. Daar zou ik ook de aandacht van de minister voor willen vragen.
Minister Asscher:
Dat is ook de reden dat ik van UWV wil weten hoe structureel dit is. Ik wil weten of de twee gevallen die in de Volkskrant beschreven worden, kloppen en, zo ja, of die een topje van de ijsberg zijn of dat dit veel vaker voorkomt. Daarnaast staat voor mij buiten kijf dat welke ziekte iemand heeft, bij uitstek valt onder het medisch beroepsgeheim. Dat wil niet zeggen dat het niet onder voorwaarden gedeeld mag worden met andere mensen voor wie dat beroepsgeheim geldt, bijvoorbeeld met iemand die daartoe is opgeleid. Het is echter wel degelijk een beroepsgeheim. Als een arts aan mevrouw Tanamal zou vertellen wat voor ziekte iemand heeft, dan valt dat onder het beroepsgeheim. Daar kan geen misverstand over zijn. Maar nogmaals, nadat ik UWV om opheldering heb gevraagd, zal ik de Kamer daar ook over berichten. Als er dan nog vervolgvragen zijn in die zin of men de implementatie structureel heeft waargemaakt en of er goed wordt omgegaan met die adviezen, dan kunnen we daar een debat over voeren. Maar de eerste vraag is: is dit inderdaad gebeurd zoals in de Volkskrant staat? De woordvoering in het Volkskrantartikel lijkt dat te bevestigen. Dat maakt me extra kribbig. De tweede vraag zou vervolgens zijn of dit een incident is geweest of dat dit structureel speelt. En een derde onderwerp is dat we een jaar geleden andere afspraken hebben gemaakt, naar aanleiding van de Kamervragen van mevrouw Tanamal.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Het UWV legt werkgevers boetes op van een jaar loondoorbetaling als de werkgever zich niet aan de regels houdt bij re-integratie van een werknemer na ziekte. Is de minister het met de VVD-fractie eens dat het niet zo kan zijn dat het UWV aan werkgevers die boete van een jaar het inkomen doorbetalen oplegt, terwijl het zelf niet het goede voorbeeld geeft door zich te houden aan de regels waarop het zelf toezicht houdt?
Minister Asscher:
Ik vind dat aan de overheid, en dus ook aan het UWV, de hoogste zorgvuldigheidseisen mogen worden gesteld. Dat betekent dat de bescherming van persoonsgegevens in goede handen moet zijn, zeker van gevoelige persoonsgegevens. Daarom vond ik het een jaar geleden een belangrijke kwestie. Er werden Kamervragen gesteld en we hebben afspraken gemaakt. Daarom neem ik dit ook hoog op. Ik ben het zeer met de VVD-fractie eens dat het in strijd is met het rechtvaardigheidsgevoel als de een die zich niet aan de regels houdt, daar soms een heel zware prijs voor moet betalen, terwijl dat voor de ander niet zo zou zijn. Of dat het geval is, moeten we nog even afwachten. Ik wil UWV wel een kans geven om opheldering te geven. Ik zal de Kamer daarover informeren; ik ben daar streng over.
De voorzitter:
Nee, mevrouw Schut, uw fractie heeft al twee vragen gesteld. We houden het hierbij.
Ik dank de minister voor zijn komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-16-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.