8 Water

Aan de orde is het VAO Water (AO d.d. 24/6). 

De voorzitter:

Ik heet iedereen, dus ook de minister van Infrastructuur en Milieu, van harte welkom. 

Het woord is aan de heer Geurts van het CDA. 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie was blij met enkele toezeggingen die zijn gedaan bij het algemeen overleg over water voor het zomerreces. Zo gaat er onder andere gekeken worden of boten groter dan 25 meter doorvaart kunnen krijgen door windparken. We zijn ook blij met het feit dat er een nieuw Bestuursakkoord Water aankomt. Wel vragen we de minister om innovatie in dat nieuwe bestuursakkoord een centrale rol te laten innemen. 

Dan heb ik een motie over de verzilting. Mijn fractie is niet tevreden over de verzilting. Niet dat die verzilting meer moet worden; we zijn niet tevreden over de antwoorden van de minister. We hebben het gevoel dat de minister iedereen in slaap sust met de woorden "het komt wel goed". We zijn daar niet zo zeker van en daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de drinkwatervoorziening in de deltabeslissing Zoetwater benoemd is als cruciale functie die beschermd moet worden; 

overwegende dat klimaatverandering en ingrepen in het watersysteem significante effecten hebben op de verzilting van de innamepunten voor de drinkwatervoorziening; 

overwegende dat drinkwaterbedrijven voor de juiste investeringsbeslissingen duidelijkheid moeten hebben over de zoutconcentratie bij de innamepunten op de lange termijn; 

verzoekt de regering, de voorspelde verzilting tot boven de wettelijke norm van 150 mg per liter bij innamepunten voor de drinkwatervoorziening aan de Lek, de Noord, de Nieuwe Maas, het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal te voorkomen, onder meer door juiste waterverdeling met behulp van onder andere stuwen en sluizen en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 40 (31710). 

Mevrouw Visser van de VVD-fractie ziet af van haar spreektijd. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. We hebben met deze minister een debat over water gehad op 24 juni. In de antwoorden op de vragen vanuit de Kamer over de Natuurambitie Grote Wateren verwees de minister vooral naar haar collega van Economische Zaken, en ze gebruikte zelfs de woorden dat ze daar "bij EZ over dromen". Misschien kan ik met de motie die ik nu indien de minister motiveren om met haar collega te dromen en een en ander vervolgens ook in resultaten om te zetten. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat in de Natuurambitie Grote Wateren wordt geschetst hoe we in de toekomst robuuste en toekomstbestendige natuur in de delta kunnen vormgeven; 

overwegende dat er grote samenhang is tussen waterbeleid en de natuurdoelen zoals geformuleerd in Natura 2000 en de Natuurambitie Grote Wateren, maar dat deze nog niet structureel aan elkaar zijn gekoppeld; 

verzoekt de regering, de doelen uit de Natuurambitie Grote Wateren te vertalen in concrete acties en aan te geven hoe deze acties worden gekoppeld aan beleid op het gebied van waterkwaliteit- en kwantiteit, zoals het Nationaal Waterplan en de deltaplannen Waterveiligheid en Zoetwater en Waterkwaliteit, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hachchi en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 41 (31710). 

Dan geef ik als laatste mevrouw Jacobi van de PvdA-fractie het woord. 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik hoop niet dat dit de laatste PvdA-fractie zal zijn. Dat is een grapje. Een beetje humor in de politiek moet kunnen. 

De voorzitter:

Heel goed, mevrouw Jacobi. 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

In een vorig debat is een motie aangenomen die ging over het meenemen van de waterkwaliteit in het Deltaplan. De minister heeft op dat punt goede toezeggingen gedaan waar we ook heel blij mee zijn. Ondertussen zijn er echter weer wat ontwikkelingen. Daarom hebben we een motie opgesteld die niets anders tot doel heeft dan het meegeven van een kader. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het Planbureau voor de Leefomgeving, de Europese Commissie en de Adviescommissie Water aangeven dat met de huidige inzet de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet worden gehaald; 

constaterende dat de minister heeft aangegeven in november 2015 met een uitvoeringsprogramma te komen om de Kaderrichtlijn Water-doelen te halen; 

overwegende dat de Kamer via de motie-Jacobi c.s. (34000-J, nr. 16) gevraagd heeft om een deltaplan Zoetwater en Waterkwaliteit met een samenhangende aanpak en onafhankelijke regie voor waterkwaliteit en voldoende zoetwater; 

verzoekt de regering, in het licht van het Nationaal Waterplan opvolging te geven aan de motie-Jacobi c.s. en de aanbevelingen uit de publicaties van het Planbureau voor de Leefomgeving, de Europese Commissie en de Adviescommissie Water en de relatie te leggen met het uitvoeringsprogramma van de Beleidsnota Drinkwater, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Hachchi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 42 (31710). 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik kan kort en krachtig reageren, want er zijn alleen moties ingediend. Verder zijn er weinig vragen gesteld. De eerste motie is die op stuk nr. 40 van de heer Geurts. Hij wil graag dat wij de voorspelde verzilting tot boven de wettelijke norm van 150 mg/liter — hij zei 150 mg, maar bedoelde "per liter", want anders zou het wel heel weinig worden — boven tafel houden en dat wij de Kamer informeren, mocht daar iets anders uit voortkomen. Met het Deltaplan Zoetwater en de daarbinnen in ontwikkeling zijnde instrumenten is het ook nadrukkelijke de bedoeling dat we voldoen aan de wettelijke normen voor drinkwater. Ik wil me nog niet vastleggen op de instrumentenmix, maar er wordt hier gesproken over onder andere stuwen en sluizen. Als ik de motie dus zo mag begrijpen dat er diverse instrumenten mogelijk zijn, zie ik haar als ondersteuning van beleid. Als die instrumenten beperkt zouden worden, moet ik de motie ontraden, maar zo lees ik haar niet. Ik zie de indiener knikken, dus ik denk dat het goed zit wat dat betreft. 

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Hachchi en mevrouw Jacobi op stuk nr. 41 over de Natuurambitie Grote Wateren en de reactie die ik daarop heb gegeven in het algemeen overleg. Laten we zeggen dat ik met de aanduiding dat het "een droom" is, niet bedoel dat een droom ook bedrog is, zoals in sommige liedjes wordt gesteld, maar wel dat het iets is dat je voor de toekomst in de gaten kunt houden. Als je dan ergens een keer een ingreep doet, kun je vervolgens ook rekening houden met streefbeelden. Zo moet de Kamer dat rapport lezen. Het rapport over de natuurambitie gaat over streefbeelden en niet over concrete doelen die gerealiseerd gaan worden op de korte termijn. Ik wil de Natuurambitie Grote Wateren nu ook niet omzetten in concrete acties en aangeven hoe die acties gekoppeld worden aan het beleid. Het is allereerst niet mijn portefeuille. Het is de portefeuille van mevrouw Dijksma, en ik begrijp dat ook de provincies hierin een leidende rol spelen. Wat dat betreft zit ik dan ook op de stoel van iemand anders. Dit laat onverlet dat het voor ons gewoon interessant is om te zien wat er mogelijk is in de toekomst. Soms kies je ervoor en soms doe je dat misschien niet. Het hangt er helemaal van af welk vraagstuk op tafel ligt. Ik ontraad deze motie dus. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 42 van mevrouw Jacobi en mevrouw Hachchi over het uitvoeringsprogramma Kaderrichtlijn Water; gaan we de doelen wel op tijd halen? In deze motie wordt verzocht om in het licht van het Nationaal Waterplan opvolging te geven aan de motie-Jacobi c.s. en de aanbevelingen uit de publicaties van het PBL, de Europese Commissie en de Adviescommissie Water en om de relatie te leggen met het uitvoeringsprogramma van de Beleidsnota Drinkwater. Voor het realiseren van schoon water kies ik voor een samenhangende aanpak zoals die ook is neergelegd in het advies uit juni van de Adviescommissie Water. Voor het uitvoeren daarvan heeft de adviescommissie drie stappen geadviseerd. Allereerst om de gezamenlijke opgave te benoemen, vervolgens om de gezamenlijke maatregelen te benoemen en tot slot om gezamenlijke afspraken over de benodigde middelen te maken. Op dit moment werk ik met de partners aan de stappen één en twee: het in kaart brengen van de opgave en het in kaart brengen van de maatregelen. Na afronding daarvan wil ik met hen spreken over hoe we dat vervolgens gaan financieren. De Kamer weet dat ik zelf ook budget daarvoor beschikbaar heb gesteld en de partners weten dat zij daarin zullen matchen. Zo bezien komt de vraag die in de motie besloten ligt, te vroeg. Ik vraag dan ook om de motie aan te houden, zodat we hierover komen te spreken nadat helderheid is verkregen over het maatregelenpakket. 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik snap niet dat de minister zegt dat de motie te vroeg komt. Ik wil alleen een kader meegeven voor het werk dat op dit moment gegeven wordt. Eigenlijk zegt de minister dat ze steunt wat er in de motie staat. Ik kan me dus niet voorstellen dat de motie te vroeg komt, want er wordt vooral gevraagd om dat kader mee te nemen. Dat was in de vorige situatie namelijk nog niet helemaal het geval. Ik heb het dus nog niet over de financiering, want ik weet dat dat de derde fase is. Ik verwacht dus eerder ondersteuning van een al eerder ondersteunde motie. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

De motie die mevrouw Jacobi eerder heeft ingediend, heb ik overgenomen en als ondersteuning van beleid beschouwd. Zij refereert in haar nieuwe motie echter ook aan de aanbevelingen uit de publicaties van PBL, Europese Commissie en de Adviescommissie Water. Daar staan diverse aanbevelingen in, waarvan sommige heel goed overgenomen kunnen worden maar andere misschien ook niet, omdat je samen met de andere partners met wie je het beleid vormgeeft, uiteindelijk ook tot een andere invulling kunt komen. Daarom wil ik mij daar niet op vastpinnen en zeg ik dat de motie te vroeg is ingediend. Mevrouw Jacobi hoort mij niet zeggen dat ik er helemaal niets aan vind en dat ik er daarom niets mee wil doen. Ik wil alleen even afwachten totdat het pakket maatregelen er ligt. Dan kan ik aangeven welke maatregelen en adviezen we wel en niet overnemen. 

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik zou me nog kunnen voorstellen dat ik een andere formulering gebruik die past bij de woorden van de minister. Ik ben benieuwd of de minister de motie dan wel ondersteunt. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Dan ben ik weer benieuwd welke andere woorden dat zullen zijn, maar volgens mij is het het belangrijkst om uit te spreken dat de waterkwaliteit gerealiseerd wordt en dat het vertaald wordt in concrete plannen. Wij doen dit in Nederland samen met provincies, waterschappen en regionale organen. Ik vind het lastig om als nationale overheid nu al vast te leggen welke kant het op moet gaan. Wat dat betreft vraag ik mevrouw Jacobi om wat geduld te hebben. Ik leg de motie niet terzijde. 

Mevrouw Hachchi (D66):

Ik wil graag nog even reageren op het oordeel van de minister over mijn motie op stuk nr. 41. In het dictum staat ook echt een verzoek aan de regering. De minister wijst dat meteen af door te zeggen dat wij daarvoor bij haar collega van Economische Zaken moeten zijn, maar het gaat met name om de koppeling tussen de acties en de plannen van Economische Zaken en de plannen van deze minister op het gebied van water. Deze plannen hoeven niet op iets te wachten en ik wil de minister daarom nogmaals wijzen op het feit dat het dictum aan de regering is gericht en dat ik van haar verwacht dat zij kijkt wat er mogelijk is bij de koppeling met de plannen van haar collega. De strekking van deze motie is helder genoeg. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik heb natuurlijk gelezen dat er "de regering" staat, maar tegelijkertijd hebben wij allemaal onze eigen portefeuille en verantwoordelijkheden. De commissies zijn in gesprek gegaan met de diverse bewindslieden over hun verantwoordelijkheden. Ik zou het bijvoorbeeld heel vervelend vinden om voor mijn collega Dijksma te besluiten dat haar Natuurambitie Grote Wateren omgezet moet worden in concrete acties. Wij zijn daar natuurlijk ook bij betrokken geweest. Wij kennen de plannen ook en wij betrekken ze bij de verdere ontwikkeling van de plannen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, zoals het Nationaal Waterplan of de Deltaplannen. Ik noem in dit verband het Volkerak Zoommeer en de discussie over zoet of zout. Dat is ook onderdeel van de Natuurambitie Grote Wateren. De Natuurambitie gaat echter veel verder en heeft dus eigenlijk een heleboel Volkerak-achtige plannen liggen. Het zou echt onmogelijk zijn om die allemaal op korte termijn te financieren of over te nemen in acties. Daar is geen geld voor en daar is ook niet op alle punten draagvlak voor. Ik zie het vooral als een document dat we kunnen gebruiken op het moment dat we ergens aan de slag gaan. Dat is een van de redenen waarom ik bijvoorbeeld struikelde over de woorden "concrete acties en aan te geven hoe deze acties worden gekoppeld". Dit onderwerp is behandeld in het debat met mevrouw Dijksma en naar mijn mening had de motie daar worden ingediend als de indieners van mening zijn dat het niet bij streefbeelden moest blijven, maar naar concrete acties moest gaan. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen wij over twee weken stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven