3 Nationaal Actieplan Mensenrechten

Aan de orde is het VAO Nationaal Actieplan Mensenrechten (AO d.d. 24/6). 

De voorzitter:

Ik heet minister Plasterk van harte welkom. Als eerste geef ik het woord aan mevrouw Voortman namens de fractie van GroenLinks. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zal mij kortheidshalve beperken tot de teksten van twee moties. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de samenwerking tussen overheden op het terrein van de mensenrechten binnen Nederland nog flink verbeterd kan worden; 

constaterende dat het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk is voor de coördinatie van het mensenrechtenbeleid binnen Nederland en het Nationaal Actieplan Mensenrechten; 

overwegende dat de geloofwaardigheid en de effectiviteit van het Nederlandse buitenlandbeleid versterkt worden door de mensenrechten in Nederland voldoende aandacht te geven; 

verzoekt de regering, in overleg met maatschappelijke organisaties een coördinator mensenrechten binnenland aan te stellen, gericht op de coördinatie en mainstreaming van mensenrechten binnen de overheid, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 13 (33826). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het kabinet niet in staat is een tijdpad te verschaffen voor de ratificatie van de optionele protocollen bij het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR), het Verdrag inzake de rechten van het kind en het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap; 

verzoekt de regering, de Kamer te informeren over de problemen die de regering heeft bij de facultatieve protocollen en welke weg zij bewandelt om tot oplossingen te komen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 14 (33826). 

In mijn papieren staat dat ik nu het woord zou geven aan de heer Segers namens de ChristenUnie, maar die zie ik niet in de zaal. De heer Taverne heeft nul minuten spreektijd gereserveerd. Ik geef daarom het woord aan mevrouw Koşer Kaya namens de D66-fractie. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ook ik dien twee moties in. Ik zal geen inleiding geven omwille van de tijd. De inhoud van de moties is duidelijk. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties coördinerend minister is voor binnenlandse mensenrechten, maar geen doorzettingsmacht heeft; 

overwegende dat wetgeving altijd dient te voldoen aan mensenrechtelijke bepalingen; 

overwegende dat het ministerie van Veiligheid en Justitie alle wetten op hun rechtstatelijke en bestuurlijke kwaliteit toetst en zonder akkoord daarop het voorstel altijd onderwerp van bespreking in de ministerraad wordt; 

verzoekt de regering, een grondrechtentoets door de minister van BZK in te voeren die soortgelijk is aan de wetgevingstoets die door het ministerie van V en J wordt verricht, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 15 (33826). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het verzochte overzicht van internationale aanbevelingen aan Nederland op het gebied van mensenrechten meer dan een jaar te laat naar de Kamer gestuurd is; 

overwegende dat het voor de parlementaire controle op de uitvoering van internationale aanbevelingen op het gebied van mensenrechten nodig is, zicht te hebben op de uitvoering van deze aanbevelingen; 

verzoekt de regering, per aanbeveling aan het overzicht toe te voegen wat de huidige status van de uitvoering is, wat de komende stappen zijn en wanneer de aanbeveling geheel opgevolgd zal zijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Koşer Kaya. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 16 (33826). 

De heer Bosma heeft zich ingeschreven voor een spreektijd van nul minuten. Mevrouw Van Toorenburg is niet aanwezig. Wij wachten even tot de minister alle moties heeft. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Ik ga kort in op de vier ingediende moties. In de motie op stuk nr. 13 wordt geconstateerd dat het van belang is dat het mensenrechtenbeleid gecoördineerd wordt binnen Nederland — het kabinet onderstreept dat — en dat er daarom een coördinator moet worden aangesteld. Dat komt mooi uit, want die staat hier: ik ben coördinerend minister voor de mensenrechten binnen Nederland. Dat doe ik niet allemaal zelf. Er is een buitengewoon competent ambtenarenteam dat die coördinatie uitvoert en ondersteunt. Ik denk niet dat het dienstig is om hiervoor een nieuwe instantie in te stellen. Daarom ontraad ik deze motie. 

In haar motie op stuk nr. 14 verzoekt mevrouw Voortman de regering, de Kamer te informeren over de problemen die de regering heeft bij de facultatieve protocollen. Dit is een onderwerp met een lange geschiedenis. In de Eerste Kamer is hierover eerder een motie ingediend, waarin aan de collega's van BZ en Justitie, die over de verdragen gaan, is gevraagd of zij een tijdpad konden geven. Zij hebben toen gemotiveerd aangegeven waarom dat nog niet mogelijk was. Ik wil parallelle discussiecircuits hierover voorkomen en het voortouw laten waar het ligt. De collega's hebben namens de regering gezegd dat de regering zich nog beraadt op de uiterste consequenties opdat we, wanneer een verdrag getekend wordt, kunnen zeggen dat we volledig in compliance zijn als land en in overeenstemming daarmee handelen. Dat laatste ligt nog in de boezem van het kabinet, met name bij de genoemde collega's. Ik zou het daar willen laten en ontraad dus deze motie. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De minister geeft aan dat het kabinet zich nog op de consequenties beraadt. Daar is natuurlijk een heel uitgebreid onderzoek naar gedaan, ook in opdracht van het ministerie van OCW. Dat onderzoek ligt er al een hele tijd. De consequenties zijn dus helder. Maar het is in ieder geval voor ons als Kamer niet inzichtelijk wat nu precies de problemen zijn die het kabinet hiermee heeft. We weten wat de consequenties zijn. Geef ons nu ook de informatie over de specifieke problemen die het kabinet ermee heeft. Dan weten we waarover we het hebben. Dan snappen we wellicht ook waarom het zolang duurt en kunnen we misschien ook meedenken over een oplossing. 

Minister Plasterk:

Ik ben het eens met mevrouw Voortman dat de consequenties helder zijn. Nu ligt de bal bij het kabinet om te bezien of die consequenties acceptabel zijn en of het uitvoerbaar is. De boodschap is helder dat er vanuit de Kamer is aangedrongen op spoed. Ik zou het voorstel niet willen steunen om per punt de problemen te inventariseren van iets wat in de boezem van het kabinet ligt. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is een simpel informatieverzoek. Welke problemen heeft het kabinet en welke weg gaat het bewandelen? Dat is het enige wat ik vraag. Dat lijkt mij een heel simpel verzoek dat je als Kamerlid aan de regering kunt doen. Zo'n verzoek zou de regering toch moeten inwilligen? 

Minister Plasterk:

Het is wel een simpel verzoek, maar het is uiteindelijk een verzoek om informatie over het beraad in het kabinet. Vandaar mijn antwoord. 

In de motie op stuk nr. 16 van mevrouw Koşer Kaya wordt de regering verzocht om een grondrechtentoets in te voeren. Die toets is er al. Bij iedere wet is er een grondrechtentoets. Die wordt inderdaad door het ministerie van BZK uitgevoerd. De motie is dus overbodig. Daar wordt in het advies soms verschillend mee omgegaan, maar ik denk dat het eigenlijk voldoende zou moeten zijn dat ik bevestig dat die grondrechtentoets inclusief de mensenrechtentoets er is. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De minister gaf zelf zojuist aan dat hij de coördinerend minister is. Nu probeer ik hem een instrument in handen te geven waardoor hij ook met die mensenrechten aan de slag kan. En nu hoor ik hem zeggen dat dit eigenlijk al mogelijk is. Ik geloof echter niet dat dit hetzelfde is als wat V en J aan mogelijkheden heeft. Ik noem bijvoorbeeld het uitvoeren van een bestuurlijke toets. Ik vraag de minister om hetzelfde voor de minister van BZK mogelijk te maken. 

Minister Plasterk:

Ik bedank mevrouw Koşer Kaya voor die steun, maar die toets is er ook. Zij reikt mij dus een instrument aan dat ik al heb. Ik kan inderdaad een grondrechtentoets uitvoeren. Ik voer die ook uit. Als de conclusie vervolgens is dat het voor de grondrechten geen acceptabel voorstel is, dan wordt dat ook gesignaleerd. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dat geldt dus ook voor alle mensenrechtenregels die vanuit Europa naar Nederland komen? Voor die regels heeft de minister een vergelijkbare toets als die van de minister van Veiligheid en Justitie? 

Minister Plasterk:

Ja, dan trek ik aan de bel. Dan zeg ik: dit kan niet volgens de grondrechten. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De minister spreekt over aan de bel trekken. Dat is wat anders. Wordt die toets ook eerst uitgevoerd? Daar gaat het om. 

Minister Plasterk:

Ja, die wordt gedaan. Ik signaleer dus bij de behandeling dat we de toets hebben gedaan en dat het voorstel daar niet aan voldoet. 

Ik kom te spreken over de motie op stuk nr. 17. Ik heb net even overleg gepleegd, want het verzoek heeft ook consequenties voor de uitvoering. Er zijn een kleine 500 internationale aanbevelingen, die allemaal leiden tot een kabinetsreactie. In de motie wordt echter gevraagd om per aanbeveling aan het overzicht toe te voegen wat de huidige status is, wat de komende stappen zijn en wat het tijdpad is. Onze schatting is dat de uitvoering daarvan minimaal drie fte met zich zou brengen. Ik ontraad dus die motie. Nogmaals, we reageren afzonderlijk op iedere aanbeveling met het standpunt van het kabinet. Als er reden is om door te vragen over een van die aanbevelingen, kan dat natuurlijk. Maar als we dat systematisch over de hele breedte gaan doen, ontstaat er grote drukte. Daar hebben we eenvoudigweg ook niet de capaciteit voor. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dan is het een kleine moeite om al die brieven die kennelijk toch naar de Kamer komen, met informatie over de stand van zaken, of iets afgerond is en welke stappen er nog gezet zullen worden, in een overzichtelijke lijst te zetten, zodat we de controle daarop ook goed kunnen uitvoeren. 

Minister Plasterk:

De brieven gaan toch al naar de Kamer, dus dat zal niet veranderen. Maar ik lees het zo dat er gevraagd wordt om van alle aanbevelingen systematisch overzichten te maken over de status van de uitvoering, de komende stappen en het tijdpad. Dat kost naar schatting ruim drie fte. Dat ontraad ik. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Nu precies. Een van de belangrijkste taken van een Kamerlid is het controleren van het kabinet. Dus ofwel komt niet over al die aanbevelingen een brief naar de Kamer en dan is het ingewikkeld om dat allemaal opnieuw te bekijken, ofwel over al die aanbevelingen komen er brieven naar de Kamer en dan is het geen moeite om die in een lijst te zetten, zodat we een overzicht hebben dat wij goed kunnen bijhouden en wij het kabinet kunnen controleren. 

Minister Plasterk:

Misschien praten we langs elkaar heen. Die lijsten met overzichten van aanbevelingen gaan al naar de Tweede Kamer. De Kamer is dus volledig geïnformeerd en kan daar ook op acteren. Ik had begrepen dat de motie om meer vroeg. Als mevrouw Koşer Kaya tevreden is met de lijsten die naar de Kamer gaan, ben ik daar blij om, maar dan is er ook geen reden om de motie aan te nemen. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De motie is heel duidelijk. Het gaat niet alleen om het overzicht maar ook simpelweg om het antwoord op de vraag wat de stand van zaken is, welke stappen nog moeten worden gezet en wanneer het wordt afgerond. 

Minister Plasterk:

Dan heb ik het goed begrepen. Dan gaat het dus verder dan het overzicht dat nu naar de Kamer gaat. Dat kost drie fte. Ik ontraad dat. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dan zijn we hiermee gekomen aan het eind van dit VAO. De stemmingen zijn dinsdag 22 september. Ik dank de minister. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven