3 Vragenuur: Vragen Kooiman

Vragen van het lid Kooiman aan de minister van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over het bericht dat rechters aangeven dat de maatregel om mensen die hun boete niet kunnen betalen op te sluiten, zijn doel voorbij is geschoten.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Een paar maanden geleden heb ik mij vrijwillig laten opsluiten in de gevangenis Nieuwersluis; niet omdat ik iets misdaan had, maar meer omdat ik, als woordvoerder voor gevangeniswezen en veiligheid en politie, vond dat ik moest weten hoe dat is. Als ik daar één woord aan vuil mag maken, dan is dat het woord "verschrikkelijk". Het is verschrikkelijk geweest. Heel veel vrouwen die daar zitten, kunnen dat beamen.

Nu had ik gedacht dat ik in die vrouwengevangenis zou zitten met de grootste criminelen die er in Nederland zijn. Ik zou nou niet willen zeggen dat dit tegenviel, maar ik was wel geschokt over dat het feit zo veel vrouwen mij vertelden dat zij in die gevangenissen zaten omdat ze een boete hadden openstaan en geprobeerd hadden om een betalingsregeling te treffen, maar dat niet gelukt is. Deze vrouwen vertelden mij dat zij opeens door de politie van hun bed werden getrokken en dat zij hun kinderen moesten achterlaten zonder überhaupt in staat te zijn om een goede opvang voor hen te regelen. Zij vertelden hoe zij als een crimineel werden opgenomen, hoe zij zich moesten uitkleden, hoe zij werden gevisiteerd en hoe zij toen achter slot en grendel zaten. Zo gaan we dus om met mensen die hun boetes wel willen betalen, maar dat niet kunnen.

Ik heb het met name over de groep die wel wil betalen, maar die dat niet kan. Want, laten we wel zijn, als mensen wel kunnen betalen, moeten zij hun boete gewoon betalen. Punt uit. Mijn mailbox blijft echter volstromen met mails niet alleen van vrouwen, maar ook van mannen die echt betalingsproblemen hebben. Jaarlijks wordt die groep mensen die voor de rechter moeten verschijnen omdat zij hun boete niet kunnen betalen of voor wie dit lastig wordt, steeds groter. Het gaat nu om 200.000 mensen.

Ook rechters zeggen nu, zoals u al zei voorzitter, dat zij het nut er niet van inzien om mensen op te sluiten als zij hun boete niet kunnen betalen. Een plek in detentie kost de overheid immers enorm veel geld. In de tijd dat iemand vastzit, kan die niet werken en dus ook niet werken om die boete te betalen. Mensen verliezen vaak ook hun baan als ze in detentie zitten. Rechters zeggen dat zij hier onnodig veel tijd aan kwijt zijn, dus dat kost de overheid eigenlijk alleen maar meer geld.

Ik heb gelijk een oplossing en dus ook een verzoek aan deze minister: regel nou per direct een mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen bij het Centraal Justitieel Incassobureau.

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Kooiman voor de gestelde vragen. Ik kan daarop het volgende zeggen; ik heb dat ook al in een AO gedaan. Het uitgangspunt is dat een opgelegde boete moet worden betaald. Het kan immers niet zo zijn dat mensen ongestraft kunnen wegkomen met overtredingen. Mevrouw Kooiman heeft het over de personen die werkelijk wel willen betalen, maar dat niet ineens kunnen. Voor die groep onderzoeken de staatssecretaris en ik op dit moment samen met het OM en het CJIB de mogelijkheid van termijnbetalingen. Dat heb ik toen ook gezegd. De precieze randvoorwaarden worden op dit moment nader onderzocht en dat onderzoek is medio 2014 gereed. Daarnaast wordt kritischer bekeken, ook naar aanleiding van de uitspraken van rechters, welke zaken voor een vordering tot gijzeling in aanmerking komen. Ook daar hebben we het eerder over gehad. De dossiers voor de rechter zullen worden uitgebreid en daarin zal het OM, meer dan nu het geval is, beter onderbouwen waarom er sprake is van iemand die wel kan, maar niet wil betalen. Voor personen die niet meewerken aan de betaling van hun verkeersboete is de inzet van dwangmiddelen, waaronder gijzeling en de buitengebruikstelling van het voertuig, opportuun. Zoals al was aangekondigd komen de staatssecretaris en ik op al deze maatregelen over enkele weken, ruim voor het zomerreces, bij de Kamer terug.

Mevrouw Kooiman (SP):

De reden dat ik hier sta is dat de SP hier al jaren aandacht voor vraagt, ondanks de eerdere toezeggingen van de minister en staatssecretaris. Ik vraag hier om een oplossing voor de mensen die mij nu mailen, voor de mensen die nu in de problemen zitten met hun betalingen. Voor die groep wordt nu mogelijk geen oplossing gerealiseerd. Ik vraag de minister dus om coulance. Hij geeft al aan dat het Openbaar Ministerie verder wil kijken naar de mogelijkheden voor iemand die wel wil betalen maar dat wellicht niet kan. Maar ik vraag ook om uitbreiding van de pilot die nu draait bij het Centraal Justitieel Incassobureau, dus om de groep die nu mogelijk van een betalingsregeling gebruik kan maken uit te breiden. Ik kan alle mailtjes die ik ontvang wel door blijven sturen, maar ik zou graag aan meer mensen die mogelijkheid bieden.

Minister Opstelten:

Ik houd vast aan wat ik net heb gezegd. We kijken langs de lijnen die we hebben aangegeven voor de mensen die wel willen maar niet kunnen, en naar de nadere motivering van het OM in zijn standpunten naar de rechter. Daarnaar doen we nu onderzoek. We komen voor het hele palet van vragen met een brief over enkele weken. Dat is aanstaande. Ik denk dat mevrouw Kooiman naar degenen die haar mailen moet terugseinen dat wij met een standpunt richting de Kamer komen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voor iemand die morgen van zijn bed gelicht kan worden, is dat natuurlijk helemaal geen oplossing. Voor moeders die hun kinderen willen blijven zien en hun baan willen behouden, is dit geen oplossing. Mag ik de minister erop wijzen dat elke dag in detentie €242 kost? Dat kost de Staat ook een hele hoop geld. Ik vraag hier al jaren aandacht voor. Een paar weken is misschien nog wel te overzien, maar dit biedt geen oplossing voor de mensen die dat nu nodig hebben. Echt het enige wat ik vraag, is om de huidige pilot iets uit te breiden met mensen die daar nu behoefte aan hebben.

Minister Opstelten:

Dit is een herhaling van zetten, maar die creëert duidelijkheid. Ik luister naar mevrouw Kooiman. Zij kan tegen de mensen die haar hebben gemaild zeggen dat er mede dankzij haar, andere leden van de Kamer en met name de staatssecretaris — ik zou het prettig vinden als mevrouw Kooiman hem niet vergeet in haar bericht — een onderzoek loopt. We zullen daar rekening mee houden en over enkele weken komt er duidelijkheid over.

De heer Recourt (PvdA):

Niet alleen de SP heeft gevraagd om een oplossing voor de mensen die wel willen maar niet kunnen betalen, dus ook de Partij van de Arbeid wacht die brief graag af. Gelukkig worden mensen niet zomaar opgepakt, maar is het altijd de rechter die moet beslissen of er gijzeling mogelijk is. Ik neem aan dat de rechter geen gijzeling toestaat in zaken waarin hij constateert dat mensen niet kunnen betalen. Kunnen we in de brief niet een tussenstap opnemen? Ik denk aan het volgende: een taakstraf. Als de rechter constateert dat er wel geld is maar mensen niet willen betalen, dan moeten we niet meteen naar het zwaarste middel grijpen — namelijk detentie, dat kost heel veel en levert niemand wat op — maar eerst een tussenstap zetten door een taakstraf mogelijk te maken.

Minister Opstelten:

Dat is niet het voornemen van de staatssecretaris of van mij. Daar hebben we een aantal redenen voor. Ik sta hier op voorhand niet positief tegenover. De wetgever heeft er juist voor gekozen om in dergelijke gevallen te gijzelen. De Wet Mulder kent het instrument taakstraf niet. Bovendien geldt dat de uitvoeringslasten voor met name de reclasseringsorganisaties dusdanig zijn dat die niet in verhouding staan tot het effect van de maatregel. Dat wil ik meegeven. Een gijzeling kan immers maximaal zeven dagen duren. Dit zou leiden tot relatief kortdurende taakstraffen. Dat leidt tot te veel werk met te weinig effect. Ik denk dat dit in een nutshell mijn afwegingen zijn.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Recourt. Bij een gijzeling wordt de boete nog niet kwijtgescholden, dus het kost de overheid veel meer dan wanneer je überhaupt aan een taakstraf zou denken, met kwijtschelding. Bovendien krijgt de samenleving daar nog iets voor terug.

Ik hoorde de minister ook zeggen dat de dossiers worden uitgebreid door het Openbaar Ministerie, zodat de rechter een bepaalde maatregel kan nemen. Wat betekent dat nu eigenlijk voor het Openbaar Ministerie en voor de rechterlijke macht? Er komen nu ontzettend veel zaken voor, terwijl er allerlei bezuinigingen plaatsvinden, met name bij het Openbaar Ministerie. Ten koste van wat voor belangrijke zaken gaat dit dan?

Minister Opstelten:

Dit gaat totaal niet ten koste van welke belangrijke zaken dan ook. Het is een wens van de rechterlijke macht dat dit gebeurt. De uitspraken zijn bekend. Een heldere motivering is voor een rechter ideaal, want dan is ook veel duidelijker waar hij een uitspraak over moet doen. Het OM zegt ook dat het dit moet doen in de zaken waar het om gaat. Dit heeft geen consequenties. De staatssecretaris en ik kunnen ook niet even van achteruit de keel meedelen dat het OM dat vanaf nu moet doen. Dat is een situatie die vanzelf ontstaat door de uitspraken van de rechterlijke macht.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden. We zien u straks nog een keer terug in het vragenuur.

Naar boven