4 Vragenuur: Vragen Van Vliet

Vragen van het lid Van Vliet aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht "Weekers beschuldigd van onjuist en onvolledig informeren Kamer over oldtimers".

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Het is mij een waar genoegen om na maanden hier weer eens te staan. Dat krijg je met die enquêtebusiness. Ik heb overigens uit betrouwbare bron vernomen dat staatssecretaris Weekers oldtimerbezitter is en dat deze discussie hem dus na aan het hart zou moeten liggen.

In het regeerakkoord staat dat PvdA en VVD de vrijstelling van wegenbelasting, ook wel motorrijtuigenbelasting genoemd, voor zogenaamde oldtimers zeer sterk willen beperken op grond van milieuaannames. Later kwam daar nog het budgettaire argument van een verhoogde belastingopbrengst bovenop. Op dit moment voorziet de wet waarin de motorrijtuigenbelasting is geregeld via het amendement-Van Vliet — jawel, dat is ondergetekende — nog in een staffel, namelijk een staffel die de fiscale faciliteiten voor oldtimers koppelt aan de leeftijd van het voertuig. Na 5 jaar zou het dan moeten oplopen van 25 naar 30 jaar alvorens je met een oldtimer vrijstelling motorrijtuigenbelasting zou kunnen claimen. Dit sluit ook aan bij internationaal aanvaarde normen dat je na 30 jaar kunt spreken van een oldtimer.

Uit berekeningen van het CBS en de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat na inwerkingtreding van het amendement-Van Vliet per 1 januari 2012 de import van oldtimers, met name die van jonge diesels, sterk is teruggelopen. Het belangrijkste argument voor de staatssecretaris om eerder dit jaar een deal te sluiten met verschillende autoclubs om de leeftijd van een oldtimer op te trekken naar 40 jaar was volgens hem juist de sterk toegenomen import van oldtimers. Daarvoor verwijs ik naar de brief van de staatssecretaris aan de Kamer van 15 april jongstleden. De Tweede Kamerleden die vervolgens met deze deal hebben ingestemd, hebben zich natuurlijk ook mede gebaseerd op de door de staatssecretaris bij die gelegenheid verstrekte gegevens. Dat leidt bij mij tot de volgende vragen aan de staatssecretaris, waarbij ik werd getriggerd door een artikel in Het Financieele Dagblad van afgelopen vrijdag. Waarom zijn de gegevens van het CBS en de RDW, toch niet de minste bronnen, niet verstrekt aan de Kamer, c.q. waarom zijn deze gegevens niet betrokken bij de debatten die de staatssecretaris eerder dit jaar met de Kamer is aangegaan?

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, u moet echt gaan afronden. Anders geef ik even tussendoor het woord aan de staatssecretaris.

De heer Van Vliet (PVV):

Nog een klein vraagje. Als genoemde autoclubs zich beetgenomen voelen door de staatssecretaris en deze deal die we hebben gesloten gaan opzeggen, is de staatssecretaris dan bereid het amendement-Van Vliet gewoon in stand te houden en een en ander in 2015 te evalueren?

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik ken de heer Van Vliet als een groot liefhebber van oldtimers. Meerdere mensen in dit huis hebben daarvoor warme belangstelling. Zelf heb ik er ook belangstelling voor. Ik was het dan ook eens met de Kamerleden die vorig jaar, toen het regeerakkoord was gesloten, hebben gezegd: probeer bij het uitwerken van de maatregel uit het regeerakkoord om de vrijstelling voor oldtimers helemaal te schrappen, zo veel mogelijk het rijdend cultureel erfgoed te ontzien. Daarover hebben wij met elkaar gediscussieerd en daar is een regeling uitgerold waar een groot deel van de Kamer zich in kan vinden. Ik ben gehouden om het regeerakkoord uit te voeren. De scherpe kantjes zijn ervan afgehaald. Het voorstel is uiteindelijk neergelegd in het Belastingplan, dat op dit moment door de Kamer wordt voorzien van een aantal vragen.

De heer Van Vliet vraagt waarom de gegevens van het CBS en de RDW niet zijn verstrekt aan de Tweede Kamer. Ik heb de Kamer de informatie verstrekt die mij op dat moment ter beschikking stond. Inmiddels zijn er nieuwe gegevens van het CBS beschikbaar. Ik zeg toe dat ik de gegevens die ik eerder heb verstrekt, zal actualiseren aan de hand van de cijfers die inmiddels bij de RDW, het CBS en de Belastingdienst bekend zijn. Kort gezegd komt het erop neer dat wij in de eerste helft van 2012 nog een toename van het aantal importen zagen. Vanaf het moment van de publicatie van het regeerakkoord kwamen de importen opeens stil te liggen. Dat is niet zo verwonderlijk. Als aangekondigd wordt dat op enig moment de vrijstelling zal vervallen, gaan mensen daarop anticiperen.

De heer Van Vliet (PVV):

Naar die actualisering ben ik erg benieuwd, want ik heb andere gegevens: de import liep namelijk al terug toen het amendement-Van Vliet in werking was getreden. Graag krijg ik hierop de visie van de staatssecretaris. Hoe wil hij reageren op het bericht in Het Financieele Dagblad van afgelopen vrijdag? Daarin beschuldigen sommige mensen de staatssecretaris ervan dat hij de Kamer onjuist en onvolledig geïnformeerd zou hebben op dit punt.

Uit onderzoek van de Stichting Autobelangen blijkt dat slechts 7% van de oldtimerbezitters die straks geconfronteerd worden met het wegvallen van de vrijstelling, in staat zal zijn om in zijn auto te blijven rijden. Dat betekent dat de geraamde belastingopbrengst, het budgettaire aspect, drastisch aan waarde verliest. Graag krijg ik hierop een reactie van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Weekers:

Ik begin met de laatste vraag. Het cijfer van 7% herken ik niet. Bij de raming van de opbrengst is wel met een aantal gedragseffecten rekening gehouden. Zou de vrijstelling in 2014 nog bestaan, dan zou deze gepaard gaan met een budgettaire derving van 220 miljoen. Dat zou in de jaren daarna nog wat verder oplopen als gevolg van de importen. In het regeerakkoord is rekening gehouden met het afschaffen van de vrijstelling, met een opbrengst van 153 miljoen. Dat geeft aan dat er rekening is gehouden met het feit dat sommige mensen hun auto zullen verkopen of hun auto zullen laten schorsen. Ik kan mij niet voorstellen dat straks nog maar 7% van de oldtimerbezitters met hun auto blijft rijden, want onder de oldtimerbezitters bevinden zich heel veel liefhebbers. In het compromis dat wij in het voorjaar hebben bereikt, hebben wij ervoor gezorgd dat auto's van 40 jaar en ouder vrijgesteld zullen blijven en dat auto's tussen de 26 jaar en de 40 jaar onder een overgangsregeling zullen vallen met een maximale motorrijtuigenbelasting van €120. Dat is toch zeer wel op te brengen.

De heer Van Vliet (PVV):

Inhoudelijk zal ik hierop terugkomen bij de behandeling van het Belastingplan, want daar staan deze vreselijke maatregelen in.

Ik kom even terug op de deal met de autoclubs. Als deze mensen zich straks beetgenomen voelen omdat zij een totaal andere perceptie van de cijfers hebben dan de staatssecretaris en als zij de deal opzeggen, waar staan wij dan?

Staatssecretaris Weekers:

Er is een afspraak gemaakt in het regeerakkoord als gevolg van het verzoek van de Kamer om daarin wat versoepeling aan te brengen. Ik ben met een aantal autoclubs om de tafel gaan zitten, wat uiteindelijk heeft geleid tot een compromis dat ook draagvlak heeft in de Kamer. Het is uiteindelijk aan de Kamer; de Kamer heeft het laatste woord. Ik heb overigens nog niet gehoord dat autoclubs nu een ander standpunt zouden hebben.

De heer Omtzigt (CDA):

De brief is van april van dit jaar. Toen was heel 2012 dus al afgelopen en het eerste kwartaal van 2013 ook. De staatssecretaris zegt nu dat hij toen nog niet wist dat in 2012 het aantal auto's was teruggelopen. Het aantal geïmporteerde auto's was met meer dan 50% teruggelopen. Dat was niet vanaf het moment van het regeerakkoord, ergens in oktober, maar vanaf het begin van het jaar. Ik heb dus maar één vraag voor de staatssecretaris: wanneer had hij deze cijfers en wanneer had hij de Kamer daarover moeten informeren?

Staatssecretaris Weekers:

Het staatje waaruit blijkt dat de import van oldtimers sterk is toegenomen, staat op bladzijde 4 van de brief van 15 april. Dat is tot en met 2011. De bron is het Planbureau voor de Leefomgeving. Op dit moment wordt door TNO gewerkt aan actualisatie van de cijfers. De Kamer zal die krijgen, nog voordat hier over het Belastingplan wordt gesproken. Dan heeft de Kamer dus alle informatie om uiteindelijk tot besluitvorming te komen.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik stelde één feitelijke vraag en er komt gewoon geen antwoord. Wanneer was de informatie, die op dagelijkse basis beschikbaar is — je moet een auto namelijk onmiddellijk registreren — bekend bij het ministerie? Wist het ministerie, wist de staatssecretaris in april 2013 dat de cijfers over 2012 zo dramatisch waren gedaald? Wanneer had hij dat kunnen meedelen aan de Kamer?

Staatssecretaris Weekers:

Volgens mij was het een feit van algemene bekendheid. De oldtimerbranche en de mensen die zich met dit thema bezighielden, hebben meteen na het uitbrengen van het regeerakkoord, waarin de vrijstelling voor oldtimers zou worden geschrapt, gezegd dat dit een dramatische invloed had op de import en dat de hele import was stilgevallen. Dat is helemaal geen verrassing, zou ik dus zeggen.

De heer Van Vliet (PVV):

Dat waren interessante vragen. Ik heb daar een aanvullende vraag op. Als het getal teruggaat van 220 miljoen naar 136 miljoen en als straks uit een evaluatie blijkt dat toch maar 7% van de oldtimerbezitters in staat is om de auto te blijven rijden, is de budgettaire opbrengst echt verwaarloosbaar. Dat is een schijntje, zeker als je kijkt naar de uitvoeringskosten bij de fiscus. Wat gaat de staatssecretaris doen als dat blijkt uit de evaluatie?

Staatssecretaris Weekers:

Daar loop ik nu niet op vooruit. Voor een ordentelijke behandeling van de wetgeving lijkt het me zinvol dat ik de Kamer voor de behandeling van het Belastingplan informeer over de meest actuele cijfers en dat we dan het debat verder met elkaar voeren.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik hoor hier grote woorden over een brief van 15 april. Daarin stond gewoon dat het ging om cijfers van 2011. Blijkbaar vonden we dat toen allemaal acceptabel; laten we dat gewoon even vaststellen. Nu hoor ik er allemaal opwinding over. Als de staatssecretaris nu toch gaat actualiseren, wat kunnen wij dan verwachten voor de behandeling van het Belastingplan en wanneer zal dat zijn? Het lijkt me goed om daarover helderheid te krijgen. In het verlengde daarvan vraag ik de staatssecretaris hoe vaak hij dit soort informatie krijgt over de ontwikkeling van aankopen.

Staatssecretaris Weekers:

De informatie over ontwikkelingen in de belastingontvangsten krijg ik periodiek, per kwartaal of per halfjaar. Ten aanzien van auto's wordt dit dus niet maandelijks bijgehouden en gerapporteerd. In elk geval is duidelijk dat in 2012 het aantal geïmporteerde dieseloldtimers meteen al terugliep, omdat de dieseltoeslag werd verhoogd. Dat kwam door het amendement van de heer Van Vliet. Het beeld van 2012 is dat er ongeveer tot het uitbrengen van het regeerakkoord nog behoorlijk wat import was, vooral van benzineauto's. Na het uitbrengen van het regeerakkoord zakte de import ineens helemaal in. Dat is niet zo verwonderlijk. Mevrouw Neppérus heeft ook nog gevraagd wanneer de actualisatie van de cijfers komt. Dat wordt op dit moment door TNO onderzocht. Ik verwacht die cijfers half oktober. Als het enigszins lukt, zal ik de antwoorden meenemen in het kader van de nota naar aanleiding van het verslag dat de Kamer ook ergens half oktober zal bereiken.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven