3 Vragenuur: Vragen Huizing

Vragen van het lid Huizing aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het feit dat de publieke omroep tussen de programma's door reclame maakt voor zijn eigen politieke standpunt met betrekking tot de bezuinigingen op de publieke omroep en zelfs oproept tot het ondertekenen van een petitie.

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van harte welkom. Ik zie dat hij onthand is, maar hij kan gelukkig wel praten. Fijn dat u hier bent.

De heer Huizing (VVD):

Voorzitter. Allereerst complimenten voor het feit dat de staatssecretaris hier aanwezig is. Ik heb namelijk begrepen dat hij nog behoorlijk veel pijn heeft. Ik vind het dus zeer dapper dat hij toch gekomen is.

Met de slogan "Onze programma's bezuinig je niet 1, 2, 3 weg" wordt er op de nationale televisie opgeroepen om een petitie te tekenen tegen bezuinigingen op de publieke omroep. Bepaalde programma's zouden anders namelijk van de buis verdwijnen. De VVD-fractie heeft zich hier behoorlijk aan geërgerd, omdat de spotjes feitelijke onjuistheden bevatten. Er wordt niet 100 miljoen extra bezuinigd bij de landelijke publieke omroep en de eerdere bezuiniging op de NPO is geen 200 miljoen. Bovendien wordt de suggestie gewekt dat programma's zoals Studio Sport en Spoorloos verdwijnen als de bezuiniging niet teruggedraaid wordt. Dit is onnodige bangmakerij.

Iedereen in Nederland ervaart de gevolgen van de maatregelen die noodzakelijk zijn om sterker uit de crisis te komen, ook de publieke omroep. Uiteraard heeft de publieke omroep het recht, daarover een opvatting te hebben en deze te ventileren. Dat kan hij en dat doet hij, net als ieder ander, door onder meer gesprekken met de politiek hierover te voeren en door volgende week woensdag een manifestatie op het Malieveld te organiseren. U bent allen welkom.

De publieke omroep misbruikt ook zendtijd om propaganda te maken voor zijn eigen organisatiebelang, niet via een journalistiek programma met de juiste feiten op een rijtje en met voor- en tegenstanders die aan het woord komen, maar via een reclamespotje. Hij doet dat op een manier en op een plek die geen enkel ander individu of organisatie in Nederland ter beschikking staat. Iedere andere belanghebbende in dit land zou zendtijd via de STER moeten kopen of uitgenodigd moeten worden in een televisieprogramma om dergelijke aandacht te krijgen.

De NPO predikt schaamteloos voor het eigen belang. Dit misbruik gaat ook nog eens gepaard met feitelijke onjuistheden en zonder hoor- en wederhoor. Dit is de publieke omroep onwaardig.

De voorzitter:

U moet echt gaan afronden, want de twee minuten zijn al om.

De heer Huizing (VVD):

Kan de staatssecretaris bevestigen dat de berichtgeving dat er 100 miljoen op de publieke omroep wordt bezuinigd, onjuist is? Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel er wel precies is bezuinigd in Rutte I en Rutte II?

Is de staatssecretaris het met me eens dat de zendtijd die de publieke omroep ter beschikking staat voor programmagerelateerde promo's en ledenwerving, oneigenlijk gebruikt wordt voor een politiek statement? Heeft de staatssecretaris middelen om dit bij te sturen?

Staatssecretaris Dekker:

Voorzitter. Allereerst richt ik even kort mijn woord tot u. Ik ken de mores in deze Kamer. Normaal gesproken dragen wij hier in vak-K een jasje. Ik heb nog wel een das kunnen vinden, maar een jasje was net iets te veel gevraagd met twee armen in een mitella. Ik hoop dat u daarvoor begrip hebt.

Laat ik in antwoord op de vragen van de heer Huizing direct met de deur in huis vallen. Ik kan en ik wil hier niet ingrijpen. Dat heeft met een paar dingen te maken, allereerst met de vrijheid van meningsuiting. Het staat iedereen in dit land vrij om zijn mening te ventileren, wat die mening ook is. Of iemand dit nu doet via een programma, via een spotje of in een betaalde advertentie, het kan op allerlei manieren. Ten tweede constateer ik dat het iedereen vrijstaat om daar een andere mening tegenover te plaatsen. Ik hoor de heer Huizing dat hier doen. Ik denk dat dit goed is, ook voor het debat.

Ook ik heb daarover een mening. Als ik kijk naar de spotjes, denk ik net zoals de heer Huizing dat het goed is als mensen even de feiten op een rijtje zetten. Bijvoorbeeld de bezuinigingen. Ik weet niet precies of die suggestie wordt gewekt, maar ik ben het met de heer Huizing eens dat er niet 200 miljoen plus 100 miljoen is bezuinigd op de Nederlandse publieke omroep. Het vorige kabinet heeft 200 miljoen bezuinigd op de mediabegroting, waarvan 127 miljoen op de publieke omroep. In deze kabinetsperiode-Rutte II gaat het in totaal om een bedrag van 100 miljoen op de totale mediabegroting, waarvan 45 miljoen direct terechtkomt bij de Nederlandse Publieke Omroep en de andere 55 miljoen elders: bij de regionale omroepen, het opheffen van het Mediafonds en het opheffen van de 2.42-omroepen. Volgens mij staat het ons vrij om hier aan te geven hoe het zit. De suggestie wordt gewekt dat programma's zouden verdwijnen, met een directe relatie tot datgene wat we hier besluiten over het totale budget voor de Nederlandse Publieke Omroep. Dat is ook geen een-op-eenrelatie. Uiteindelijk beslist de Nederlandse Publieke Omroep zelf over zijn eigen programma's, dus ook over de vraag of deze op de buis blijven of moeten verdwijnen.

Tot slot: mag dit zomaar? Uiteindelijk staat het de publieke omroep vrij om zijn zendtijd in te vullen. Wij hebben in dit land het goede gebruik, dat ook via de Mediawet zo is geregeld, dat de politiek niet ingrijpt in de inhoud van programma's. Daarbij behoort — en ook dat is zo geregeld in de Mediawet — enige zelfpromotie, in bepaalde mate. Je zou dit daar eventueel onder kunnen vatten. Het is dus steeds aan de Nederlandse Publieke Omroep om zelf de afweging te maken of datgene wat hij doet, echt nog juist en proportioneel is. Ik ben het ermee eens dat de Nederlandse omroep, in tegenstelling tot heel veel andere partijen, direct toegang heeft tot een vrij invloedrijk kanaal: via de televisie en radio naar de kijker en de luisteraar. Maar het is aan de omroep zelf om te bezien of hij daarbij nog verantwoord handelt.

De voorzitter:

Ook voor de bewindspersonen geldt dat zij zich aan de spreektijden moeten houden.

De heer Huizing (VVD):

Ik geloof niet dat we het nu hebben over een beperking van de vrijheid van meningsuiting. In mijn inleiding heb ik aangegeven dat het daar niet om gaat. Het gaat er niet om dat de publieke omroep niet het recht heeft om zijn mening te verkondigen. Het gaat hier om het oneigenlijk gebruik van een mogelijkheid om dat te doen, die niemand anders in dit land ter beschikking staat. En dan is het ook nog gelardeerd met de verkeerde feiten. Daarover is de staatssecretaris het gelukkig wel met mij eens.

Mijn tweede vraag aan de staatssecretaris is of hij toch niet bereid is om hierover in gesprek te gaan met de NPO. De VVD vindt dit spotje — en dat is overigens iets anders dan een programma — tendentieus en de NPO onwaardig en het zou hem sieren als hij dat spotje van de buis zou halen.

Staatssecretaris Dekker:

Ik heb uw opinie hierover gehoord. Op dit moment ben ik niet bereid om dat gesprek aan te gaan. Ik vind dat iedere kijker en luisteraar kritisch moet zijn en zelf van die spotjes moet vinden of hij ze de moeite waard vindt of niet. Er zit ook een knop op de afstandsbediening, waarmee je het toestel kunt uitzetten. We hebben in dit land ook een publieke omroep om enige discussie te genereren. Daarin is die publieke omroep volgens mij nu heel goed geslaagd.

De voorzitter:

U mag nog heel kort reageren, maar dat hoeft niet.

De heer Huizing (VVD):

Het gaat mij niet om het al dan niet kunnen uitzetten van de televisie, het gaat mij erom dat je nu eenrichtingsverkeer hebt en dat er tot nu toe heel weinig discussie is in journalistieke programma's. Blijkbaar is de NPO de enige zender van deze boodschap en dat betreur ik.

De heer Verhoeven (D66):

De VVD heeft zich geërgerd aan een uitzending of spotje van de publieke omroep en wil daar zo snel mogelijk van af. Mag ik de reactie van de staatssecretaris zo samenvatten dat hij ondubbelzinnig zegt dat de politiek niet gaat over de inhoud van de uitzendingen van de publieke omroep en dat hij zich eigenlijk verre houdt van deze rare suggestie van de VVD? Is dat een goede samenvatting van zijn antwoord?

Staatssecretaris Dekker:

U hoeft mijn woorden niet samen te vatten. De kijker en de luisteraar via de radio kunnen mijn woorden volgens mij heel goed begrijpen. Ik heb gezegd dat we een wet hebben in dit land, evenals het heel goede gebruik dat wij als politiek niet interveniëren in de inhoud van televisie, of het nu gaat om programma's of spotjes. Dit laat onverlet dat je daar wel een mening over mag hebben. Nou, de heer Huizing heeft een mening en die is luid en duidelijk. Hij heeft ook het volledige recht om die te laten horen, waar en wanneer hij wil.

De heer Segers (ChristenUnie):

Allereerst wil ik de staatssecretaris beterschap wensen. De ChristenUnie is een warm pleitbezorger van een pluriform en sterk omroepbestel. Vanuit die positie kun je je een licht kritische vraag veroorloven, en die luidt als volgt: worden de kosten die met deze campagne zijn gemoeid, betaald uit verenigingsgeld of uit de middelen die de omroepen uiteindelijk vanuit de belastingbetaler ter beschikking worden gesteld?

Staatssecretaris Dekker:

Naar ik heb begrepen, zijn de kosten die gemaakt zijn voor het maken van de spotjes betaald uit verenigingsgeld en gebruikt de publieke omroep de ruimte die zij heeft om bijvoorbeeld programma's aan te kondigen — dus dan gaat het om de zendtijd — ook om die spotjes uit te zenden.

De heer Klein (50PLUS):

Voorzitter. Ik kan natuurlijk niet achterblijven om ook de staatssecretaris beterschap te wensen, ook om te zorgen dat hij straks zijn schouders eronder kan zetten ten behoeve van een sterke publieke omroep. Het antwoord van de staatssecretaris op de kleinzielige vragen van de VVD is helder. Mijn aanvullende vraag is de volgende. Er wordt in het spotje niet alleen gerefereerd aan het feit dat het zwaard van Damocles van de bezuinigingen boven de publieke omroep hangt, maar ook wordt daarin verzocht, een petitie te tekenen. Hoe beoordeelt de staatssecretaris die oproep?

Staatssecretaris Dekker:

Net zo goed als ik niet een oordeel wil uitspreken over de inhoud van de spotjes en de suggesties die erin worden gewekt en over de vraag of het allemaal wel 100% klopt of allemaal iets groter wordt neergezet dan het misschien is, wil ik ook hierover geen oordeel geven. Wij mogen volgens mij allemaal hier wat van vinden. Dat is onze persoonlijke opvatting en persoonlijke opinie. Ook ik heb als persoon misschien wel een opvatting hierover, maar die is hier voor dit huis minder relevant. Waar het om gaat, is mijn professionele en bestuurlijke lijn. Die is dat de publieke omroep een grote mate van vrijheid heeft als het gaat om de inhoud van de programma's en de oproepen die zij daarin doet. Dat geldt ook voor de oproep waaraan u refereert.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook namens deze kant beterschap.

Naar boven