8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de brieven van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake een parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel Richtlijn vermoeden van onschuld en aanwezigheid bij strafproces (COM (2013) 821) (33832, nr.1) en bij het EU-voorstel Richtlijn rechtsbijstand bij vrijheidsbeneming en bij procedures inzake Europees aanhoudingsbevel (COM (2013) 824) (33833, nr. 1).

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Tellegen tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 33605-XIII, nr. 15; 33400-XIII, nr. 117; 33400-XIII, nr. 118; 33400-XIII, nr. 115; 33400-XIII, nr. 116; 21501-32, nr. 681; 33400-VI, nr. 110; 32813, nr. 31; 31389, nr. 111; 31389, nr. 108; 21501-32, nr. 752; 33400-XIII, nr. 109; 33400-XIII, nr. 113; 33400-XIII, nr. 114; 33400-XIII, nr. 106; 31389, nr. 97; 33400-V, nr. 159 (was nr. 119); 31389, nr. 103; 31389, nr. 101; 31389, nr. 95.

Tevens deel ik mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 31389, nr. 122; 33590, nr. 18.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Dierziekten en antibioticagebruik naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 15 januari, met als eerste spreker het lid Thieme van de Partij voor de Dieren;

  • -het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 28 november 2013, met als eerste spreker het lid Kooiman van de SP.

Het woord is aan mevrouw Keijzer. Zij is de enige spreker in de regeling van werkzaamheden. Daarna gaan we meteen door met het debat inzake de pgb-tarieven.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Vorig jaar om deze tijd was de VNG niet tevreden over het voorgenomen kabinetsbeleid op het gebied van thuiszorg. De VNG wilde nee kunnen zeggen tegen haar kwetsbare burgers. Ik heb toen al gezegd dat ze dan beter nee konden zeggen tegen het kabinet. Nu hebben ze dat eindelijk gedaan. Twee derde van de gemeenten heeft aangegeven de uitvoering niet te zien zitten en onder de gestelde voorwaarden onvoldoende zorg te kunnen leveren aan hun kwetsbare burgers. De staatssecretaris bagatelliseert dit en zegt dat het allemaal wel goed zal komen als ze eenmaal de nieuw Wmo hebben gelezen. Voor het CDA is het echter een signaal, een onheilspellend signaal.

De voorzitter:

En wat wilt u?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Daarom verzoek ik de staatssecretaris, de Kamer een brief te sturen waarin hij uitlegt wat een en ander betekent. Vervolgens zou ik graag met de staatssecretaris over deze brief debatteren.

De voorzitter:

Eerst een brief en dan een debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

De VNG komt hierover deze week nog nader te spreken. Over dat gesprek zal er eerst duidelijkheid moeten zijn. Ik steun het verzoek om een brief. Afhankelijk van wat daarin staat, moeten we vervolgens bezien of een debat nodig is.

De voorzitter:

Steun voor een brief.

De heer Van Gerven (SP):

Ik denk dat het heel erg belangrijk is dat er volgende week een debat met de staatssecretaris komt over de vraag hoe we nu verder moeten gaan en over de consequenties van de toch massale afwijzing van wat ik "het bloedakkoord" zou willen noemen. Gelukkig is dat akkoord nu afgewezen.

De voorzitter:

Bloedakkoord?

De heer Van Gerven (SP):

Inderdaad, een bloedakkoord.

De voorzitter:

Betekent dat ook dat u het verzoek om een brief en een debat steunt? Dat is namelijk de vraag die voorligt.

De heer Van Gerven (SP):

Beide verzoeken steunen wij. Ik heb verder een aanvullend verzoek en wel om het debat volgende week te houden.

De voorzitter:

Het debat moet volgende week al worden ingepland. Toe maar!

De heer Bisschop (SGP):

Volgens mij moeten we het op een rustige manier benaderen. Het eerste wat er moet gebeuren, is dat de staatssecretaris ons een brief stuurt. Op basis daarvan en op basis van de nadere besluitvorming door de VNG kunnen wij vervolgens besluiten of we wel of niet een debat willen.

De voorzitter:

Steun voor de brief, maar vooralsnog niet voor een debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij goed om eerst even af te wachten wat de VNG morgen allemaal te melden heeft. We moeten eerst weten hoe de VNG het vervolg voor zich ziet. Ik hoop daar uiteraard ook een reactie van de staatssecretaris op te krijgen. Vervolgens moeten we bekijken op welke manier en waar we er in de Kamer over gaan spreken. Dus nu nog geen steun voor een debat.

De voorzitter:

En dus ook niet voor de brief?

De heer Van 't Wout (VVD):

Een brief vind ik prima, maar volgens mij kan die pas na vrijdag worden geschreven.

De voorzitter:

U bent een fideel mens.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Deze massale afwijzing kan niet anders dan leiden tot een wijziging van de wet en tot nieuw overleg tussen het Rijk en de gemeenten. Ik steun dan ook van harte het verzoek van mevrouw Keijzer.

De voorzitter:

Beide verzoeken, neem ik aan.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Uit de debatten van vanmorgen bleek al dat wat de gemeenten nu eigenlijk vinden, verschillend wordt geïnterpreteerd. Dat is de reden waarom de VNG morgen in een persconferentie zal uitleggen hoe het moet worden geduid. Het lijkt mij verstandig om eerst de feiten op een rij te krijgen en dat wij vervolgens een reactie van de staatssecretaris daarop krijgen. Wij steunen dus wel het verzoek om een brief. Daarna kunnen wij beoordelen of een debat nog nodig is of niet.

De voorzitter:

Die brief komt er, want daarvoor is een meerderheid. Voor het debat is echter geen meerderheid, mevrouw Keijzer. Het spijt me.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is helder: twee derde van de VNG-leden heeft nee gezegd. Mij is niet duidelijk waarop wij dan nog moeten wachten, maar ik zie dat het voor een aantal aanwezigen wel onduidelijk is.

Ik constateer dat er wel voldoende steun is voor een dertigledendebat. Ik verzoek u om dat toe te voegen aan de lijst. Wat mij betreft krijgt dit nog wel een staartje.

De voorzitter:

Toe maar. Wij hebben het debat bij dezen toegevoegd aan de lijst, met een spreektijd van drie minuten per fractie. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Tot zover de regeling van werkzaamheden. Wij gaan in één vloeiende beweging door — zodra de bewindspersoon er is — met het volgende debat. Ik leg een verwachtingsvolle toon in mijn stem in de hoop dat een deur opengaat waardoor de staatssecretaris naar binnen komt.

Naar boven