4 Vragenuur: Vragen Geurts

Vragen van het lid Geurts aan de staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht "Ganzenakkoord van tafel".

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. In Nederland verblijven 's winters meer dan 2 miljoen ganzen. 's Zomers komen er zo'n 600.000 ganzen vakantie vieren. Dit aantal groeit. Dat deze miljoenen ganzen schade aanrichten, is algemeen bekend, niet alleen voor onze luchtvaart, maar ook in onze landbouw. Ze vreten gewassen op, zijn een belasting voor natuur- en watergebieden en bedreigen andere diersoorten. Ganzen zijn een plaag. Om deze problematiek tegen te gaan is vorig jaar een akkoord gesloten tussen zeven partijen, waaronder natuurorganisaties en het IPO. Dit akkoord is gisteren geklapt. Het akkoord voorzag in een schadevergoeding voor boeren, in het beheer van ganzen, omdat de aantallen de pan uitrijzen, en in winterrust voor de trekganzen.

Het akkoord tussen verschillende maatschappelijke partijen en het IPO is voordat het in werking zou treden uit elkaar gevallen, omdat provincies en boeren geen vertrouwen hadden in het effectief terugdringen van de populatie. Uit vorige week verschenen cijfers van Sovon blijkt dat het aantal ganzen sterk toeneemt en dat Nederland het ganzenwalhalla van Europa is. Het gevaar is nu dat elke provincie met verschillende regelingen komt. Landelijk beleid is nodig, want de gans stopt niet bij de provinciale grens. Boeren in verschillende provincies moeten op gelijke wijze worden behandeld. Daarom de volgende vragen.

Vindt de staatssecretaris deze situatie ook urgent en is landelijk beleid nodig? Is de staatssecretaris bereid om actie te ondernemen en een bemiddelaar te benoemen voor het akkoord? Wat gaat de staatssecretaris doen om de ganzen zo snel mogelijk effectief te beheren? Gaat de staatssecretaris er nu eindelijk voor zorgen dat ook CO2 gebruikt mag worden om ganzen te beheren?

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik dank de heer Geurts voor de vragen naar aanleiding van het bericht van gisteren, ook op de website van het IPO. Het is misschien goed om te zeggen dat ook ik met teleurstelling heb kennis genomen van het feit dat het niet gelukt is om draagvlak te houden voor het akkoord dat eigenlijk per 1 januari aanstaande al zou moeten ingaan. Nog in oktober jongstleden is de afspraak gemaakt dat de uitvoering volledig operationeel zou worden. Dat het geklapt is, heeft niet zozeer te maken met een gebrek aan vertrouwen bij de provincies — zo heb ik het althans begrepen — als wel met een gebrek aan vertrouwen bij LTO. Ik ben met de heer Geurts eens dat de situatie urgent is. Het is wel zo dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij de provincies ligt. Dat is onder mijn voorganger zo geregeld. Daarom vind ik dat de provincies in eerste instantie de handschoen moeten oppakken. Uiteraard ben ik bereid om daar waar dat nodig is te helpen, om ervoor te zorgen dat we aan de slag kunnen.

Op de laatste vraag van de heer Geurts kan ik zeggen dat vanaf naar ik meen 2012, dus ook door het vorige kabinet, stevig is ingezet op het beschikbaar krijgen van CO2. Aan onze inzet zal het niet liggen en heeft het niet gelegen.

De heer Geurts (CDA):

Ik begrijp uit de beantwoording van de staatssecretaris dat zij de situatie ook urgent vindt, maar dat zij daar geen acties aan verbindt. Zij laat het aan de provincies over. Dat vind ik zeer teleurstellend, want de chaos is nu compleet en de boer is de grootste verliezer. Ik vraag mij ook af waarom de staatssecretaris zo terughoudend is. Er is nu gewoon landelijke coördinatie nodig op dit onderwerp. Deze ganzen moeten teruggedrongen worden, anders wordt de plaag die de staatssecretaris zo meteen mag oplossen alleen maar groter.

Staatssecretaris Dijksma:

Het is niet zo dat wanneer we het beleid gedecentraliseerd hebben en de decentrale overheden er niet uitkomen, iedereen direct bij Den Haag moet aankloppen en zeggen: lossen jullie het dan maar op. Volgens mij heeft men destijds niet om die reden dit beleid gedecentraliseerd. Het zou ook onrecht doen aan de kracht van al die gedeputeerden die volgens mij wel degelijk in staat zijn om op hun niveau de problemen op te lossen. Ik loop er niet voor weg en heb dus in uw midden aangegeven dat ik zeer wel bereid ben om de helpende hand toe te steken. Die uitgestoken hand is er. Ik vind echter wel dat de provincies nu eerst moeten aangeven hoe zij verder willen gaan. Het is daar belegd. Ik hoor het graag van de provincies. Als het nodig is, ben ik van de partij.

De heer Geurts (CDA):

Het CDA is een partij die zo veel mogelijk het initiatief bij de samenleving wil neerleggen. Zo kent de staatssecretaris ons ook.

Staatssecretaris Dijksma:

Ja. Daarom, dus.

De heer Geurts (CDA):

Maar er zijn omstandigheden waarin de samenleving de overheid nodig heeft. Zo'n omstandigheid is op dit moment aan de orde. Ik heb heel concreet aan de staatssecretaris gevraagd: wilt u hier een bemiddelaar op zetten en proactief aan de partijen aangeven dat u de situatie serieus neemt en dat u die wilt helpen oplossen? Nogmaals het verzoek: wilt u, staatssecretaris, een bemiddelaar naar de provincies en de betrokken partijen sturen om dit probleem op te lossen?

Staatssecretaris Dijksma:

Het zou toch volstrekt unfair zijn als ik nu over de hoofden van de gedeputeerden heen in uw midden alvast ga vastleggen dat er door mij een bemiddelaar moet worden aangesteld, terwijl de gedeputeerden als eerste aan zet zijn om te bepalen hoe het verder moet? Als de heer Geurts met recht en rede zegt dat problemen die in de samenleving spelen, ook daar goed kunnen worden opgelost, zeg ik: heb ook vertrouwen, mijnheer Geurts, in uw eigen gedeputeerden. Ik heb dat vertrouwen. Als zij mijn hulp nodig hebben, sta ik er. Volgens mij gaan we het oplossen, maar moeten zij wel zelf de eerste stap zetten.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het ganzenakkoord is geklapt. De woordvoerder van LTO, Peter de Koeijer, stelt dat dit is gekomen door de radicale jagers die zijn achterban hebben opgejuind. Dat zijn zijn woorden. We zien dat de jagers straks in twaalf provincies vergunningen gaan vragen om op winterganzen te schieten. Winterganzen zijn beschermd. Ik vraag de staatssecretaris, gezien de vragen van de heer Geurts, om hier landelijk beleid op te maken. Het gaat om deze winter. Over twee weken is het zover. Dan kan het toch niet zo zijn dat al die mensen die ertegen zijn dat jagers zo'n vergunning aanvragen, twaalf procedures moeten starten bij provincies, voor een jacht die over veertien dagen gaat beginnen?

Staatssecretaris Dijksma:

Twee opmerkingen. De winterrust is inderdaad een van de belangrijkste mooie onderwerpen die in dat ganzenakkoord zat, een akkoord, overigens, waar mevrouw Thieme van meet af aan tegen was. Zij heeft gelijk dat het belangrijk is dat we het winterrustverhaal zo veel mogelijk overeind houden. Ik vertrouw er echter op dat ook in dit geval heel veel gedeputeerden bereid zullen zijn om daartoe afspraken te maken. Ik wil hen daarbij graag ondersteunen, maar ik zet niet de eerste stap. We hebben het beleid namelijk gedecentraliseerd. Dat betekent dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie echt op provinciaal niveau ligt.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De staatssecretaris heeft gezegd dat ze juist zo blij was dat er dankzij het ganzenakkoord een consistente en landelijke aanpak van het ganzenprobleem kon zijn. Nu is dat akkoord niet alleen van tafel, maar zet de staatssecretaris ook haar verantwoordelijkheid nog verder weg door te zeggen dat de provincies het allemaal zelf maar moeten oplossen. Dat vind ik vreemd. Er ontstaat rechtsongelijkheid en er zullen vele procedures in elke provincie volgen. Dat is niet goed voor de ganzen, maar ook niet voor de boeren. Ik vind dat ontzettend jammer, dus ik verzoek de staatssecretaris nogmaals om hierin landelijk het voortouw te nemen.

Staatssecretaris Dijksma:

Er zijn verschillende appreciaties mogelijk. Ik heb niet gezegd dat ik me er helemaal niet mee ga bemoeien. Ik heb gezegd dat het initiatief bij de provincies ligt. Dat lag het sowieso al. Uw Kamer heeft dat nog niet zo lang geleden om allerlei redenen bewust afgesproken. Misschien was niet iedereen het ermee eens, misschien u niet, maar een meerderheid wel. Dat betekent niet dat ik me ergens op het departement opsluit, de deuren gesloten houd en de telefoon niet opneem, om het even heel praktisch te schetsen. De provincies zijn nu aan zet. Zodra zij mijn hulp nodig hebben, weten zij me echt meteen te vinden.

De heer Bisschop (SGP):

Collega Geurts noemde Nederland het walhalla van de ganzen, gezien het grote aantal dat hier vertoeft. Ik denk dat Nederland voor te weinig ganzen een walhalla is. En even ter toelichting: het walhalla gaat zo'n beest pas binnen nadat het doodgeschoten is.

De voorzitter:

Uw vraag is?

De heer Bisschop (SGP):

Aangezien deze overeenkomst geklapt is en het probleem urgent is, vraag ik of de staatssecretaris, zonder de provincies direct voor de voeten te lopen, op zo kort mogelijke termijn de mogelijkheid biedt om ganzen te jagen en te verjagen, ook in de winterperiode. Zij kan dat bijvoorbeeld heel praktisch doen in de nota van wijziging op de nieuwe natuurwet, die aanstaande is.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat ga ik niet doen.

De heer Bisschop (SGP):

Mijn tweede vraag…

De voorzitter:

Nee. U had eigenlijk al uw tijd al in een vraag gestopt, maar goed.

De heer Bisschop (SGP):

Waarom niet?

Staatssecretaris Dijksma:

Omdat over dit onderwerp het akkoord onder andere ging. Als ik het deed, zou ik het klappen van het akkoord als het ware belonen met een wijziging van wetgeving. Eerlijk gezegd lijkt mij dat volstrekt het verkeerde signaal.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik heb de staatssecretaris namens mijn fractie al op 16 april jongstleden vragen gesteld over de economische schade van bijna 100 miljoen euro die wild ons land toebrengt, nog los van de gevaren en de veiligheidsrisico's voor de luchtvaart. Ik constateer dat verschillende partijen van mening zijn dat er onvoldoende "tools" zijn om deze ganzenproblematiek aan te pakken. Mijn fractie staat erachter dat het beleid gedecentraliseerd is, dus dat begrijp ik. Toch roep ik de staatssecretaris op om voor voldoende "tools" te zorgen, zodat de provincies ermee aan de slag kunnen en wij de provincies erop kunnen aanspreken. Dan wordt in ieder geval de veiligheid in de luchtvaart gegarandeerd en de economische schade beperkt.

Staatssecretaris Dijksma:

Ook hier wil ik twee dingen over zeggen. De ganzenproblematiek rondom de luchthaven is echt een ander verhaal. Daarvoor geldt ook allang een ander bestrijdingsregime. Het G7-akkoord gaat daarover echt niet. Dat hebben we volgens mij goed geregeld. Het ganzenakkoord is niet geklapt vanwege een gebrek aan "tools", in uw woorden, maar vanwege een gebrek aan vertrouwen tussen de partijen. De instrumenten zijn er. Je moet ze alleen wel met elkaar willen oppakken. Dat is niet gedaan, wat heel erg jammer is. Ik hoop dan ook van harte dat we in staat zijn om het alsnog in de benen te krijgen. Volgens mij willen heel veel mensen dat. Uiteindelijk zijn namelijk vooral de boeren het grootste slachtoffer. Daar heeft mevrouw Lodders volstrekt gelijk in. In het akkoord zat voor deze groep een veel hogere en grotere schadevergoeding dan straks kan worden uitgekeerd.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie is er net zoals iedereen teleurgesteld over het klappen van het ganzenakkoord. Ik kan mij aansluiten bij de vragen van mevrouw Lodders en mevrouw Geurts, excuus, mijnheer Geurts over een min of meer coördinerende rol van het Rijk, juist omdat er zo veel partijen bij betrokken zijn. De indruk die ik eigenlijk wel heb, is …

De voorzitter:

Uw vraag? Ik heb de indruk dat er rondom dit akkoord heel veel emotie zit over het afschieten van ganzen en dat die het akkoord wellicht heeft ondergraven, in ieder geval daartoe heeft bijgedragen. Wat gaat de staatssecretaris doen om tegemoet te komen aan de emotie rondom het beheer en afschot van ganzen?

Staatssecretaris Dijksma:

Allereerst een grote blijk van waardering en dank voor het vertrouwen dat u kennelijk allemaal in mij hebt dat ik het zou kunnen lijmen. Ik zal mijn gebruikelijke nuchterheid altijd inzetten, ook hier. Ik probeer dat ook in de beantwoording te doen door heel precies te zijn: waar zit het niet goed en wat moet men doen? Mijn advies aan provincies, aan LTO en aan alle betrokken natuur- en milieuorganisaties is om weer aan tafel te gaan. Nogmaals, als zij mij daarbij nodig hebben, ben ik erbij. Dat is echt het probleem niet. Het initiatief moet wel ergens anders vandaan komen, want overrulen past gewoon niet in een bestuurssituatie waarin je deze kwestie een tijdje geleden al ergens anders hebt belegd.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank voor uw komst naar de Kamer vandaag.

Naar boven