2 Vragenuur: Vragen Voordewind

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Voordewind aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, bij afwezigheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het niet handhaven van de alcoholwet in Katwijk.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De discussie over de verhoging van de alcoholleeftijd van 16 naar 18 jaar speelt al heel veel jaren. De ChristenUnie heeft dit bepleit vanaf 2006. In de zomer van 2012 heeft de ChristenUnie het initiatiefwetsvoorstel ingediend, samen met de SGP, het CDA en de Partij van de Arbeid. Dit wetsvoorstel is in juni van dit jaar aangenomen, met brede steun, ook door de Eerste Kamer. Het zal per 1 januari 2014, dus over vier weken, ingaan. Anderhalf jaar na die indiening en bekendmaking pleit de gemeente Katwijk voor een overgangsregime voor jongeren van 16 en 17 jaar.

Daarover heb ik de volgende vragen:

1. Nu de gemeenteraad de burgemeester steunt in een overgangsregeling, vraag ik de regering wat zij gaat doen richting Katwijk om hen alsnog en wederom tot de orde te roepen.

2. Is de regering bereid, indien Katwijk blijft weigeren om de wet te handhaven, om hen een aanwijzing te geven?

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor haar beantwoording van deze vragen. Gaat uw gang.

Minister Bussemaker:

Voorzitter. De heer Voordewind verwijst naar een debat dat vorige week in de gemeenteraad van Katwijk heeft plaatsgevonden. Misschien is het goed om aan te geven dat al voordat dat debat had plaatsgevonden, er contact is geweest tussen staatssecretaris Van Rijn en de burgemeester van Katwijk. De staatssecretaris van VWS heeft de burgemeester gevraagd om de overgangsregeling die men in Katwijk wilde maken, in te trekken. De burgemeester heeft aangegeven dat hij een bepaalde handhavingsstrategie heeft en daarin prioriteiten wil stellen.

Naar aanleiding van het debat in de gemeenteraad en van het eerdere gesprek met de staatssecretaris heeft de burgemeester van Katwijk zelf al vastgesteld dat die overgangsregeling niet verstandig is. Hij schrijft aan de gemeenteraad; ik citeer uit de brief van de burgemeester: "Hij (de heer Van Rijn) heeft erop gewezen dat de term "overgangsregeling" misverstanden oproept en onjuist is. Ik ben dat met de staatssecretaris eens. Er is sprake van een handhavingsstrategie en handhavingsprioriteiten. Ik zal de regeling daarop aanpassen."

Dat betekent dat de overgangsregeling van de baan is. Dat betekent ook dat de burgemeester niet tot de orde geroepen hoeft te worden, te meer omdat staatssecretaris Van Rijn na dat debat in de gemeenteraad nog contact heeft gehad met de burgemeester van Katwijk. Daarbij is nog een keer vastgesteld dat er vanaf 1 januari 2014 geen alcohol geschonken en verkocht zal worden aan jongeren, dat iedereen zich aan de wet heeft te houden, ook in Katwijk, maar dat de handhaving wel een verantwoordelijkheid is van de gemeente en dat een burgemeester daarin handhavingsprioriteiten kan stellen, maar niet iets wat tot nieuw beleid leidt.

Kort gezegd, de burgemeester van Katwijk hoeft niet tot de orde geroepen te worden, want hij heeft zijn overgangsregeling ingetrokken. Met die gegevens is ook een aanwijzing niet aan de orde.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank aan de minister voor haar beantwoording. De burgemeester heeft inderdaad gezegd, dat heb ik ook uit de media begrepen, dat die overgangsregeling nu niet meer van toepassing is. Het ware beter geweest als hij dat helemaal niet in de media had gebracht. Tegelijkertijd zegt hij dat de handhaving voor 16- en 17-jarigen geen prioriteit voor Katwijk zal hebben, als het gaat om de horeca. Dan zitten we hier een semantisch spelletje te spelen. De overgangsregeling gaat niet door, maar hij gaat tegelijkertijd niet of nauwelijks handhaven. Dat kan toch niet de prioriteit zijn? Dat mogen we toch niet laten gebeuren, door een burgemeester en wethouders die zich gewoon aan de wet moeten houden?

Daarom vraag ik wat de minister concreet gaat doen, op het moment dat blijkt dat de burgemeester en de wethouders alsnog de hele handhaving aan hun laars lappen en dus geen prioriteit geven aan die 16- en 17-jarigen. Is de minister ook bereid om de VNG op te dragen, gezien het mogelijke sneeuwbaleffect, om een brief te sturen aan de gemeentes, om duidelijk te maken dat handhaving hoort bij de wet en dat niet handhaven bij 16- en 17-jarigen in die overgangsfase niet van toepassing is?

Minister Bussemaker:

Het ligt net een slag ingewikkelder dan de heer Voordewind stelt. Duidelijk moet zijn dat iedereen zich aan de wet dient te houden en dat de wet ook gehandhaafd moet worden. Handhavingsprioriteiten vaststellen is echter iets anders. Ook niet iedereen die door het rode licht rijdt, wordt altijd en overal beboet. Als een burgemeester de afspraak heeft gemaakt met de horeca dat er überhaupt geen alcohol verkocht mag worden, hoeft er minder gehandhaafd te worden. De betrokken burgemeester, laat ik ook dat zeggen, voert op dit punt een streng beleid en is bereid om het hier vastgestelde beleid te volgen. Op sommige onderdelen is hij zelfs strenger, door bijvoorbeeld jongeren onder de 18 jaar na 22.00 uur niet meer in de cafés toe te laten. Nogmaals, een burgemeester mag handhavingsprioriteiten stellen, maar dat mag er niet toe leiden dat daar een generaal pardon of een algemeen beleid uit voortvloeit dat strijdig is met de hier vastgestelde wet. Staatssecretaris Van Rijn kennende, blijft hij deze zaak heel goed volgen en zal hij ook duidelijk zijn tegen gemeenten als zij ook maar enigszins van zins zijn om de wet te ontduiken. Dat is echter iets anders dan pragmatisch omgaan met de handhaving. De handhaving is gedecentraliseerd sinds 1 januari jongstleden en ook daarmee hebben wij rekening te houden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Wij moeten ons geen zand in de ogen laten strooien door het gebruik van woorden als "wij gaan minder prioriteit geven aan". In eerste instantie heeft de betrokken burgemeester te kennen gegeven dat hij niet wilde handhaven. Nu is hij teruggefloten door de staatssecretaris — wij hebben daar waardering voor — en komt hij met zwakkere teksten. Ik ga ervan uit dat als de wet niet gehandhaafd wordt door deze burgemeester of andere burgemeesters, de staatssecretaris dan alsnog komt met een aanwijzing. Ik vraag dus om alsnog via een brief aan de VNG, die naar alle gemeenten gestuurd wordt, aan te geven dat er gehandhaafd moet worden, dat er geen overgangsregime mag plaatsvinden en dat er dus ook geen sprake mag zijn van een freeriders-for-all wat de handhaving voor 16- en 17-jarigen betreft. Kan de minister toezeggen dat een dergelijke brief via de VNG gestuurd zal worden naar alle gemeenten en kan de minister ons hierover informeren voor het kerstreces?

Minister Bussemaker:

Wij kunnen natuurlijk allerlei brieven sturen, maar de vraag is of dat nodig is. De staatssecretaris van VWS heeft in het geval van Katwijk vastgesteld dat de overgangsregeling is ingetrokken en dat de burgemeester en de gemeente van zins zijn om zich aan de wet te houden, maar dat de handhavingsprioriteiten daar liggen. Het zou dus overbodig zijn als wij daarover een brief sturen. Voor zover ik de gegevens ken, is er bij de gemeenten brede bereidheid om de hier vastgestelde wet uit te voeren. Als daar aanleiding toe is, zal de regering daarop toezien. Ik begrijp dat er ook schriftelijke vragen van de PvdA-fractie liggen, dus misschien kan de staatssecretaris er, met meer kennis dan ik op dit moment heb, meer over zeggen. Voor zover ik weet, is er nu geen aanleiding om tot een grote brievenactie over te gaan. Wel zullen wij nauwlettend in de gaten blijven houden hoe het in Katwijk en andere gemeenten na 1 januari 2014 zal gaan.

De heer Van der Staaij (SGP):

De door de minister geschetste lijn aangaande de contacten van de staatssecretaris met de burgemeester vind ik helder: geen overgangsregeling, een handhavingsstrategie is wel mogelijk, mits het geen vrijbrief is voor een groep. Alle gemeenten worstelen straks met de vraag hoe zij moeten omgaan met de groep 16- en 17-jarigen. Daar is speciale aandacht voor nodig, zoals ook gedeeld wordt in de wet. Zou het niet goed zijn als er, ook in overleg met de VNG, toch gestreefd wordt naar een zo uniform mogelijke omgang met de betrokken groep, ook op het vlak van de handhaving? Zou de regering daar met de VNG over willen nadenken en de Kamer daarover willen rapporteren?

Minister Bussemaker:

Ik zal dat aan staatssecretaris Van Rijn meegeven. De vraag is wel of het echt nodig is. Naar ik begrepen heb, hebben de branches die te maken hebben met het hanteren van een leeftijdsgrens, de Koninklijke Horeca Nederland en het CBL, de koepel voor de supermarkten, laten weten de leeftijdsgrens gewoon te zullen handhaven. Men is daar klip-en-klaar over. Wij weten ook dat het kan afhangen van de lokale situatie en de afspraken die een gemeente heeft gemaakt met de supermarkten en de horecaondernemers hoe zwaar er gehandhaafd moet worden. Dus om er nu een uniforme afspraak over te maken is iets waarvan ik zeg dat het nog maar de vraag is of dat in een grote stad dezelfde afspraak moet zijn als in een klein dorp met misschien een heel andere populatie. Dat is toch ook een beetje de ruimte die je de gemeente moet geven. Ik zal in ieder geval uw zorg aan de staatssecretaris overbrengen en dan moet hij beoordelen of er nog verdere actie richting de VNG nodig is.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar komst naar de Kamer ter vervanging van haar afwezige collega's van VWS.

Naar boven