5 Vragenuur

Vragen van het lid Recourt aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de minister van Veiligheid en Justitie, over het bericht dat rechters zonder wettelijke basis stille bewindvoerders benoemen.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Nederland verkeert in een economische crisis; dat kan niemand zijn ontgaan. De werkloosheid loopt hard op. In mei van dit jaar zijn 796 bedrijven failliet gegaan volgens het CBS. Dat is dan nog zonder de eenmanszaken. Dat zijn dus ook heel veel banen. We moeten alles doen om mensen aan het werk te houden.

Uit Het Financieele Dagblad van afgelopen zaterdag bleek dat rechters en advocaten hun steentje bijdragen. Zij helpen om mensen aan het werk te houden door zogenaamde stille bewindvoerders te benoemen. Dit werkt. Internationaal werkt het en nationaal zijn ze heel tevreden. Er is alleen één probleem: het mag niet van de wet, het kan nog niet volgens de wet. We hebben begrepen dat de wet in aanbouw is en dat eraan wordt gewerkt. Dit najaar wordt het wetsvoorstel in consultatie genomen. Dat betekent dat externe deskundigen erover gaan. Daarna gaat de Tweede Kamer erover en daarna de Eerste Kamer. Dat duurt echter te lang. Het duurt echt te lang, want wat mij betreft telt iedere dag.

Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook wat hij gaat doen om te regelen dat deze wet zo snel mogelijk in werking treedt, in ieder geval op dit punt, om de rechters en advocaten te helpen. Hoe gaat hij de goede praktijken bevorderen en dus de banen van vele mensen redden?

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank de heer Recourt voor zijn vragen over dit onderwerp. De minister is natuurlijk al langere tijd bezig met dit onderwerp. De heer Recourt heeft terecht gezegd dat als een faillissement van een onderneming aanstaande is, degene die vermoedelijk tot curator wordt benoemd alvast gaat kijken hoe de gezonde delen van het bedrijf kunnen doorstarten. Het is ook heel belangrijk dat dit gebeurt. Op dit moment wordt een en ander inderdaad al ingevuld door advocaten en anderen die proberen de bedrijven te redden. Het is waar dat dit volgens de wet niet kan. Daarom zijn er een aantal wetsvoorstellen in consultatie gegeven. Drie van de zes wetsvoorstellen zijn al in consultatie gegeven. De minister heeft eind 2012 toegezegd dat er een voortgangsrapportage zal komen. Die komt nog voor het zomerreces naar de Kamer toe.

Waar praten we over? We praten over zes deelwetten die betrekking hebben op het civielrechtelijk bestuursverbod, de modernisering van het strafrechtelijk faillissementsrecht en het faillissementsakkoord. De pre-pack wordt daarin wettelijk opgenomen, evenals de stille bewindvoering. We praten over de continuïteit van ondernemingen; dat is heel erg belangrijk. Het gaat ook om de versterking van de positie van de curator. Die positie moet je wel versterken, want met zulke stille bewindvoerders kun je vaker oplopen tegen de actio pauliana. Dat betekent dat je daar ook iets voor moet regelen. Tot slot noem ik de modernisering van de faillissementsprocedures. Daarbij zullen we meer gebruikmaken van digitalisering. Dat zijn de onderwerpen waar het om gaat.

De minister probeert een en ander met de nodige voortvarendheid aan de Kamer aan te bieden. We zullen dus ook bezien of de consultatietermijnen van deze zes deelwetten kunnen worden bekort. Ik ben het echter met de heer Recourt eens dat het zeer belangrijk is dat dit zo snel mogelijk een wettelijke basis krijgt.

De heer Recourt (PvdA):

Ik realiseer mij dat een flink aantal elementen in de Faillissementswet zullen worden gewijzigd. Maar dit is er eentje die wellicht toch iets meer urgentie heeft dan de andere elementen. Het gaat om deelwetten. Kunnen we niet voor elkaar krijgen dat dit element voorrang krijgt, bijvoorbeeld via verkorte termijnen of via een amendement op een andere wet? Er zijn allerlei trucs om te bewerkstelligen dat zo'n element zo snel mogelijk als wet wordt aangenomen, tenminste als de Kamers het ermee eens zijn; daar ga ik even van uit. Kan de staatssecretaris hier nog op reageren?

Staatssecretaris Teeven:

De heer Recourt heeft gelijk. Het onderwerp heeft de grootste urgentie. Oorspronkelijk zou dit hele proces in november worden aangeboden aan de Kamer. We proberen het nu daadwerkelijk veel sneller aan te bieden. We zullen bekijken of consultatietermijnen kunnen worden verkort. De urgentie is volstrekt helder, maar we zitten wel met een aantal dingen die we eerst moeten regelen.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb nog een aantal korte vragen. Kan de staatssecretaris wat meer concreet maken wanneer dit wettelijk geregeld is? Wat is het gevolg voor de huidige praktijk, waarbij nog geen sprake is van een wettelijke basis? Eigenlijk is hierbij dus sprake van een schemergebied. Kan dat nog nadelige gevolgen hebben voor de bedrijven waar zo'n stille bewindvoerder aanwezig is? Kortom, wat is de consequentie van het feit dat er nog geen wet is voor de huidige praktijk?

Staatssecretaris Teeven:

Ik begin met de laatste vraag. Zeker als er sprake is van onzorgvuldig handelen rondom een faillissement of, sterker nog, van frauduleus handelen rondom een faillissement, kunnen grote problemen ontstaan rondom die stille vennoot. Dat is een van de redenen waarom een van die deelwetten ook een versterking van de positie van de curator inhoudt.

Ik kom op de tweede vraag. De minister denkt de zaken in oktober bij de Kamer te kunnen aanbieden. We moeten ook niet over één nacht ijs gaan. Ik denk dat dit heel belangrijk is.

De heer Recourt (PvdA):

Ik wacht het af. Ik had in mijn achterzak een initiatiefwetsvoorstel voor als het niet snel genoeg zou gaan. Als in oktober een en ander naar de Kamer komt, kan ik daar niet heel veel tegenoverstellen. Ik wacht het dus af. Mocht het toch worden vertraagd, dan geef ik dit als waarschuwing mee.

De heer Schouw (D66):

Ik ben het met de staatssecretaris eens dat we niet over één nacht ijs moeten gaan. Maar ik ben het zeer eens met collega Recourt: laat het kabinet zich ervoor inspannen om het in september naar de Kamer te sturen. Mijn vraag gaat over de preferente schuldeisers. De positie van preferente schuldeisers, bijvoorbeeld de Belastingdienst, is namelijk een groot probleem voor de herfinanciering van banken. Gaat het kabinet daar ook wat aan doen?

Staatssecretaris Teeven:

De positie van preferente schuldeisers zit niet in deze deelwetsvoorstellen. Dat is een ander onderwerp, maar we zullen dit zeker gaan bezien. We moeten het ook bespreken met de andere bewindslieden die op dat vlak verantwoordelijk zijn.

De voorzitter:

Dank. De volgende vragen zijn ook voor de staatssecretaris. Hij blijft dus nog even zitten.

Naar boven