Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 79, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 79, item 7 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude (33482).
De voorzitter:
Ik heet de minister van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune en de mensen thuis.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De heer Litjens (VVD):
Voorzitter. Wij bespreken vandaag twee herindelingen. Allereerst bespreken we de herindeling van Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude. Hierna bespreken we de herindeling in een deel van Friesland.
Wij constateren dat de herindeling die we nu bespreken, prachtig van onderop tot stand is gekomen en dat zij gaat leiden tot een gemeente die robuust is en die in staat hoort te zijn om de taken die bij haar worden neergelegd, ook in de toekomst, na de decentralisatieoperaties, naar behoren uit te oefenen, ten behoeve van burgers, bedrijven en verenigingen. Wij hebben uitvoerig gesproken, ook in de procedurevergadering, over de vraag wat hiermee te doen. De procedure hebben we allemaal kunnen volgen. De VVD heeft geconstateerd dat er sprake is geweest van een keurige ARHI-procedure, waarbij aan alle voorwaarden is voldaan. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat hiermee aan de wens van de inwoners en de gemeenteraden van de drie betrokken gemeenten wordt voldaan. Wij wensen de nieuwe gemeente dan ook veel succes met haar werk in de toekomst.
De heer Van Raak (SP):
Hoe weet de heer Litjens dat de bevolking hiermee instemt? Is hij langs de deuren gegaan? Heeft hij een enquête gehouden of heeft hij het de mensen gevraagd?
De heer Litjens (VVD):
Dat is het mooie van ons systeem. Wij hebben een vertegenwoordigende democratie, op grond waarvan gemeenteraden worden gekozen. Deze gemeenteraden maken de besluiten die zij nemen kenbaar aan de burgers en zij vragen de burgers ook of zij daar iets over willen zeggen. De draagvlakpeilingen en -metingen worden door gemeentebesturen gedaan, zoals in de ARHI-procedure wordt voorgeschreven. In die procedure is niet voorgeschreven op welke wijze dat moet gebeuren. Wij gaan ervan uit dat de gemeenten dat op een nette manier hebben gedaan. Wij hebben geconstateerd dat de volksvertegenwoordigingen van de drie gemeenten in grote meerderheid hebben ingestemd met deze herindeling. Dat is voor de VVD-fractie voldoende.
De voorzitter:
Mijnheer Van Raak, tot slot.
De heer Van Raak (SP):
Er zijn wel inspraakavonden en dergelijke geweest, maar ik heb niet gezien hoe de bevolking is geraadpleegd. Als de heer Litjens zegt dat de bestuurders het ermee eens zijn, dan moet ik hem gelijk geven. Hij zegt echter ook heel nadrukkelijk dat de bevolking het ermee eens is. Dat moet hij nu toch terugnemen, want wij hebben de bevolking niets gevraagd.
De heer Litjens (VVD):
Ik neem niets terug. Wij hebben aan de wens van drie gemeenteraden voldaan door de ARHI-procedure te starten. Voor de VVD-fractie voldoet deze ARHI-procedure aan alle voorwaarden. Wij hebben voorts geconstateerd dat aan de wens van de inwoners van de drie hierbij betrokken gemeenten wordt voldaan. Die wens is uitgesproken door een volksvertegenwoordiging; zo werkt dat. Ik weet dat de heer Van Raak daar anders over denkt, maar zo zit de wereld in elkaar.
De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. De gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude stonden bij aanvang niet te trappelen bij de beoogde samenvoeging. Toen wij wat rondbelden bij fracties in die buurt, zei een van de bij de besluitvorming betrokken raadsleden: als wij alles van tevoren hadden geweten, hadden wij niet voorgestemd. De zo geroemde vrijwilligheid moet dus niet voetstoots worden aangenomen op basis van raadsstemmingen.
Voor mijn fractie resteert het beeld dat de gemeenten bij de start van de samenwerking niet juichten, maar nu constateren dat zelfstandig blijven geen optie is en het inslaan van een ander traject niet meer gewenst is. Het draagvlak in de gemeenten verschilt, maar men wil nu vooral de energie gebruiken om het beste ervan te maken. Dat is zeer te prijzen. Het is aan het nieuwe gemeentebestuur om die energie goed te benutten. De nieuwe gemeente is prachtig gelegen en kan het Groene Hart groen houden. Diverse dorpen zijn bezorgd over het behoud van hun identiteit en zij vragen zich af of de economische vitaliteit in de kernen genoeg in beeld blijft. De nieuwe gemeente zal daar werk van moeten maken. Ik wens de nieuwe raad en het nieuwe college daarbij graag alle goeds toe.
Welk beeld heeft de minister van het handelen van de provincie bij deze herindeling, ook in bredere zin? Ook in zijn visiedocument Besturen in samenhang, dat wij aanvankelijk vanavond zouden bespreken, maar op een later moment aan de orde zal komen, gaat het daarover. Wij krijgen dit signaal vaker. De minister wil meer slagkracht voor de provincie aan het eind van het traject, maar dat levert soms klachten op bij lokale bestuurders, want het maakt de procedures soms wat weinig transparant. Mocht de minister dat erkennen, dan ben ik benieuwd wat hij daarmee zal doen.
Gelet op de huidige stand van zaken wil de ChristenUnie-fractie deze samenvoeging niet blokkeren. Wij zullen derhalve het voorstel steunen.
De heer Bosma (PVV):
Voorzitter. Ik had mij, net als vorige week trouwens, opgemaakt voor een avondje "bestuurlijke samenhang", maar de spanning wordt tot het maximum opgedreven. Als troostprijs mogen we praten over beide samenvoegingen. Ik heb begrepen dat dit een beetje pro forma is, omdat wij geacht worden om deze voorstellen te behandelen. Dat doen wij graag.
De signalen die wij hebben ontvangen uit de drie gemeenten die wij nu bespreken, zijn gemengd. Ik heb gesproken met mensen die hier bedenkingen over hebben, maar ik heb geen flauw idee of de mensen met wie ik spreek, enigszins representatief zijn voor de inwoners van de gemeenten. Samen met collega Van Raak stel ik vast dat de bevolking op geen enkele manier rechtstreeks is geraadpleegd. De bestuurders waren aanvankelijk enthousiast en dus is dit gebeurd.
Ik ben in het algemeen niet overtuigd van de voordelen van bestuurlijke fusies en enorme samenscholingsoperaties. Er wordt vaak geschermd met het argument dat een fusie geld oplevert omdat daarmee geld wordt bespaard, maar ik weet niet of dat zo is. Ik hoor graag van de minister of hij dit in kaart kan brengen en of hij bedragen of percentages kan noemen.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Mevrouw de voorzitter. Het is bekend dat het CDA er zeer aan hecht dat bij herindelingen de wens van de mensen zelf een rol speelt. Wij hebben begrepen dat deze herindeling de wens is van de gemeenten, de bestuurders, maar wij hebben van onze volksvertegenwoordigers in de gemeente gehoord dat de herindeling ook de wens is van de mensen zelf. Mevrouw Fokke en ik zijn op uitnodiging daarheen gegaan. Daar is, ook in de media, aandacht aan besteed. Er was geen enkele negatieve weerklank in de zin dat wij iets niet zouden moeten doen. Dat vind ik altijd een belangrijk signaal, want zodra we een kant opgaan waar mensen het niet mee eens zijn, ontploffen de mailboxen. In dit geval was daar helemaal geen sprake van; er was louter enthousiasme. Het is goed dat wij hier vervolgens over spreken, zij het heel kort. Het is ook meer een vorm van beleefdheid jegens de gemeenten om dit niet af te doen als een hamerstuk, maar om dit toch even te noemen.
Dit geeft de gelegenheid om twee punten aan de orde te stellen. De rekenkamers van de gemeenten slaan toch een beetje alarm over het feit dat het met de lasten niet de goede kant opgaat en dat de gemeentelijke lasten sterk zullen toenemen. Daarop krijg ik graag een reactie van de minister, want dit baart ons zorgen. Ik heb begrepen dat er grote verschillen zijn en dat de lasten naar het hoogste niveau worden getrokken. Dat levert in de toekomst natuurlijk wat minder draagvlak op.
Ook omdat wij vaak over herindelingen spreken, vind ik het daarnaast belangrijk dat er zorgen zijn over het uittreden uit bestaande gemeenschappelijke regelingen. Gemeenten hebben soms zeer verstandige vormen van samenwerking, waarmee zij moeten stoppen omdat er op een andere manier wordt samengewerkt. Wij krijgen steeds meer signalen dat daarmee zeer hoge kosten gemoeid kunnen zijn. Wij horen graag van de minister wat daaraan te doen valt.
De heer Schouw (D66):
Mevrouw de voorzitter. Herindeling is natuurlijk geen doel op zich, maar een middel om vitale en gezonde gemeenten te krijgen. De D66-fractie toetst dit soort processen op drie elementen: hoe is het proces verlopen, wat vinden we van de inhoud en is er nog gedoe? Ik moet zeggen dat deze herindeling een voorbeeld is van hoe het allemaal zou moeten. Mijn fractie zegt dus veel dank aan alle sleutelfiguren in dit hele proces, want het is volgens het boekje verlopen. We wensen hun ook heel veel succes.
Ik heb nog wel een vraag, want deze nieuwe gemeente wordt straks ook geconfronteerd met bijvoorbeeld de effecten van het sociaal akkoord. Die vraag wilde ik eigenlijk vanavond stellen, maar ik vind het belangrijk om dat nu te doen. Ik vraag minister Plasterk of hij de effecten van het sociaal akkoord wil meenemen in het al eerder door deze Kamer gewenste onafhankelijke onderzoek naar de decentralisaties voor gemeenten, opdat we er ook voor kunnen zorgen dat deze nieuwe gemeente in de toekomst gezond kan blijven.
De heer Van Raak (SP):
Voorzitter. Dit is een herindeling zoals de minister die wil. Meer dan 100.000 mensen, een heel grote gemeente Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude, en de bestuurders zijn enthousiast. Wij weten alleen niet of de bevolking enthousiast is. Ik moet daarnaar raden. Wij hebben weinig protest gehoord. Uit Friesland hebben wij dat wel gehoord. Die herindeling zullen wij straks behandelen. Het zou toch veel handiger zijn als gemeenten onderzoek doen onder de burgers om na te gaan of de plannen voor herindeling ook op hun steun kunnen rekenen. De lokale democratie is immers van de bevolking en niet van de bestuurders.
Ik wijs erop dat Rijnwoude nog niet zo oud is. In 1991 zijn Benthuizen, Hazerswoude en Koudekerk aan den Rijn samengevoegd. Nu wordt de gemeente weer met andere gemeenten samengevoegd. Is het dit dan zo'n beetje? Toen ik de stukken las, vroeg ik mij ook af: waarom eigenlijk? Welk probleem wordt nu met deze herindeling opgelost? De minister zegt dat de gemeenten in de toekomst allerlei nieuwe taken krijgen. De heer Schouw sprak al over het sociaal akkoord en ik wil daar nog wel het zorgakkoord aan toevoegen dat vandaag wellicht wordt besproken. Die leveren allemaal nieuwe taken op voor de gemeenten. Is dat nu de reden om hier zo'n supergemeente in te richten? Welke problemen worden hiermee opgelost?
Ten slotte constateer ik dat de herindeling per 1 januari 2014 moet ingaan. Dit betekent dat in november van dit jaar herindelingverkiezingen moeten plaatsvinden. In maart 2014 zijn de reguliere gemeenteraadsverkiezingen. Waarom kan deze herindeling niet een halfjaar later worden ingevoerd? Dan kunnen de verkiezingen gewoon meelopen met de reguliere verkiezingen.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. De SGP staat in het algemeen gereserveerd tegenover herindelingen, behalve als die herindelingen van onderop komen. Nu is het altijd lastig om aan te geven wat van onderop komt en wat toch een beetje door druk van buitenaf tot stand komt. In deze herindeling heeft de provincie een activerende rol gespeeld. Als ik naar het resultaat kijk, kan ik zeggen dat dit een herindeling is die de SGP volstrekt acceptabel vindt.
Het is ook niet helemaal waar dat de bevolking niet is gehoord of geraadpleegd. Ik weet in ieder geval dat in een kern in Rijnwoude een enquête is gehouden. Er zijn fracties die eraan hechten om dat een referendum te noemen, maar het was een soort enquête. De uitslag van die enquête is door het betrokken gemeentebestuur ook volledig meegewogen in de besluitvorming. Nu kan het zijn dat voor dit specifieke dorp een enquête is gehouden omdat de fractievoorzitter van de SGP daar woont, maar ik denk eerlijk gezegd dat dit daar los van staat. Het is gewoon een kwestie van zorgvuldigheid geweest. De vraag is gesteld of Benthuizen bij Zoetermeer of bij de nieuwe gemeente zou moeten gaan behoren.
Samengevat is dit een soort modelprocedure voor herindeling die op de steun van de SGP kan rekenen. De zorgen die zijn uitgesproken betreffen met name de twee kleinste deelnemers aan deze fusie: Rijnwoude en Boskoop. Er is een zekere beduchtheid voor aantasting van de karakteristiek van de eigen kernen. Ook daarin voorziet overigens wel het document dat de minister vanavond zou hebben besproken met de Kamer. Nadrukkelijk oog voor kernenbeleid is een krachtige basis voor een succesvolle herindeling.
Ook leeft er nog enige zorg over de relatie stad en platteland. Alphen is in feite een grote stad. Blijft er voldoende oog voor de belangen van beide plattelandsgemeenten? Die zaken kunnen wij hier nu niet oplossen, maar het leek mij goed om daar de vinger bij gelegd te hebben.
De voorzitter:
Dit was de eerste termijn van de Kamer. Ik heb begrepen dat de minister direct kan antwoorden. Ik geef graag het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Minister Plasterk:
Voorzitter. We bespreken vandaag een wetsvoorstel; een wetsvoorstel tot samenvoeging van de drie gemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude. In mijn eerste zin ligt al een antwoord besloten op de vraag van de heer Bosma, namelijk of dit een pro-formabespreking is. Nee, dit is een wetsvoorstel. Het is uiteindelijk aan deze Kamer en vervolgens natuurlijk aan de Eerste Kamer om te besluiten of dit voorstel wordt ondersteund. Diverse sprekers hebben gezegd dat de procedure heeft voldaan aan datgene wat in de Wet algemene regels herindeling, de Wet ARHI, is voorgeschreven. Dat heeft ertoe geleid dat de drie betrokken gemeenten akkoord zijn met deze herindeling. Een enkeling zei dat dit een bestuurdersakkoord zou zijn. De gemeenten zijn echter akkoord en daarmee is de volksvertegenwoordiging – en het woord zegt het al: die vertegenwoordigt het volk – in iedere van die drie gemeenten hiermee akkoord. Dat is geen directe democratie, maar het is de indirecte democratie die wij in ons land kennen.
Er zijn een aantal procedurele vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Ik wil die kort langslopen. Laat ik bij de start zeggen dat deze gemeenten het voornemen hebben om door deze fusie op een aantal beleidsterreinen beter te kunnen handelen, in het belang van de burgers. Zelf noemen zij met name als agenda voor deze te vormen gemeente het ruimtelijk, economisch en maatschappelijk gebied en het behoud van een open, groen en landelijk profiel. Overigens zouden na de fusie in deze gemeente 106.000 mensen wonen.
Er is gevraagd of er niet een referendum zou moeten worden gehouden. De ARHI-procedure schrijft dit niet voor. Inderdaad is in Rijnwoude, in de kern Benthuizen, wel een referendum gehouden. De opkomst was 80% en 70% van de mensen die hebben meegedaan, heeft vóór deze fusie gestemd. Dit is dus slechts bij een deel van de partners gebeurd, maar het is goed om dat aan te tekenen.
De heer Segers vroeg naar de rol van de provincie in deze procedure. Formeel heeft de provincie in de herindelingprocedure minimaal de rol dat Gedeputeerde Staten een herindelingadvies opstelt, met daarbij een zienswijze. Dit wordt naar de minister gestuurd. Vaak vatten provincies hun rol ruimer op en hebben ze ook een entamerende en regisserende rol. Ik geloof dat de provincie dit al zo'n tien jaar geleden heeft aangekaart. Ik vind het positief dat de provincie die ruimte, de bevoegdheid die zij heeft om te regisseren, neemt. Dat kan mensen bij elkaar brengen. De provincie is natuurlijk in de positie om enigszins van bovenaf naar haar gemeenten te kijken en na te denken over wat goede verbanden zouden zijn. Er moet worden voorkomen dat er restgemeenten overblijven, dus het belang bij een fusie is groter dan alleen dat van de betrokken gemeenten. De provincie kan bekijken of een en ander leidt tot een samenhangend geheel, ook in het kader van andere plannen. Ik vind het dus prima dat de provincie dat doet, zeker als dit in harmonie gebeurt en gemeenten vervolgens akkoord gaan. Ik denk dat aan alle eisen van die procedure is voldaan. Als ik eerlijk ben, betekent dit ook dat de Kamer redelijk prangende argumenten zou moeten hebben om niet vóór zo'n van onderop geïnitieerde herindeling, waarmee alle drie de gemeenten akkoord gaan, te zijn. Maar uiteindelijk is het natuurlijk een wet en resteert een bevoegdheid bij de Tweede Kamer. Ik ben blij met de brede steun die ik in eerste termijn hoorde. Ik loop nog een aantal specifieke vragen langs. De heer Bosma vroeg of ik kan taxeren wat een en ander uiteindelijk in financiële zin aan winst zou kunnen opleveren voor de betrokken gemeenten. Het budget dat de gemeenten krijgen, blijft natuurlijk afgestemd op het aantal inwoners, laat daar geen misverstand over bestaan. Mochten er voordelen zijn, dan komen die ten goede aan de gemeente zelf. Het is moeilijk om te schatten, omdat je er ook bij moet betrekken of de gemeente na de fusie betere diensten kan leveren aan de inwoners. Het is niet eenvoudig om dit alleen in een bedrag uit te drukken. De doelstelling van deze fusie was niet primair financiële winst, maar het beter kunnen vervullen van de taken. Uit onderzoek dat in Denemarken is gedaan over een langere periode, komt de indruk naar voren dat de winst in financiële zin na dergelijke herindelingen in de orde van grootte van 8 à 10% ligt, als gevolg van vermindering van administratiekosten, bestuurskosten en dergelijke. Het blijft echter moeilijk om dit definitief in kaart te brengen, omdat men ook andere dingen gaat doen van het geld dat men dan niet besteedt aan administratie. Je mag ervan uitgaan dat die andere dingen een betere bestemming betreffen vanuit het oogpunt van de burgers.
Mevrouw Van Toorenburg vroeg of dit zou leiden tot stijging van de lasten. Ik ben het ermee eens dat je mag hopen dat de lasten voor de burgers niet te veel stijgen. Het is op zichzelf genomen natuurlijk een onderdeel van de gemeentelijke autonomie om daarover een besluit te nemen binnen de bandbreedte die voor een aantal terreinen geldt. Voor de ozb, bijvoorbeeld, geldt een macronorm. Het is echter aan de volksvertegenwoordiging in de nieuwe gemeente om de lasten vast te stellen.
De gemeenten hebben afspraken gemaakt over het betalen van de ontvlechtingskosten van de uittreding uit de gemeenschappelijke regeling. Dat is ook nodig, omdat de overhead door minder resterende gemeenten moet worden verdeeld. Ik ga daarop niet ingrijpen, omdat het uiteindelijk gaat om afspraken tussen gemeenten onderling. Maar mevrouw Van Toorenburg heeft gelijk dat dit soort afwikkelingsaspecten wel het gevolg kan zijn van een dergelijke herindeling, als men uit een gemeenschappelijke regeling treedt.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Uit de decentralisatiebrief heb ik begrepen dat de minister graag inzet op congruente samenwerkingsverbanden. Dat is ook wel logisch wanneer mensen samenwerken. Het betekent echter wel dat het niet meer zo is dat er heel af en toe kosten worden gemaakt voor uittreding uit een gemeenschappelijke regeling, maar dat het echt een serieus probleem begint te worden. Alle gemeenten die wij spreken, komen daarop terug. Zij willen graag die congruente samenwerking, maar dan moeten zij uit een aantal regelingen treden. Dat loopt vreselijk in de papieren. Daarom vraag ik de minister, om dit bij de VNG aan de orde te stellen, in de trant van: hoe gaan wij daar in de toekomst mee om, gelet op de wens om straks meer congruente samenwerkingsverbanden te hebben?
Minister Plasterk:
Dat lijkt mij een logisch onderwerp om aan de orde te stellen in het kader van de besprekingen die wij sowieso met de VNG voeren over die samenwerkingsverbanden.
De voorzitter:
Ik ga ervan uit dat de Kamer daarover dan ook wordt geïnformeerd.
Minister Plasterk:
Ja, en ik stel mij voor dat wij dit doen als onderdeel van de rapportage die sowieso komt over de gesprekken met de VNG op dit punt.
De heer Schouw sloeg een bruggetje, zoals hij het uitdrukte, naar een onderwerp dat naar ik aanneem binnenkort aan de orde komt, zodra het de Kamer behaagt om mijn visienota te bespreken. Dit betreft de effecten van het sociaal akkoord. Ik zoek even naar een manier om een antwoord te geven dat specifiek in de context van de fusie van deze drie gemeenten in Zuid-Holland past. Laat ik alvast zeggen dat de effecten van het sociaal akkoord natuurlijk niets veranderen aan het eindplaatje van de decentralisaties, maar wel aan het tempo en de regie daarvan. Ik kom daarop nader terug bij de Kamer.
De heer Schouw (D66):
Ik schroomde al om dit erbij te slepen, maar binnenkort hebben wij twee weken reces. Ik weet niet of ik dan straks te laat ben met mijn verzoek aan het kabinet om de gevolgen van het sociaal akkoord mee te nemen in het onafhankelijke onderzoek dat wij eerder hebben afgesproken. Ik kan bijvoorbeeld morgen via de procedurevergadering wel iets in gang zetten, maar ik zou het eigenlijk gewoon bij de minister willen laten, in de zin dat hij, als hij het een goed idee vindt, daarover een brief aan de Kamer stuurt. Dan hebben wij dat in elk geval geregeld.
Minister Plasterk:
Dat lijkt me een heel redelijk verzoek. Kunnen we het zo doen dat ik de Kamer bij dezen toezeg dat ik het aan de orde stel in de context van het onderzoek? Dan hoef ik de Kamer daarover ook geen brief meer te sturen en kunnen we het op deze manier vaststellen.
De heer Van Raak (SP):
Om misschien wat ruis van de lijn te halen: bij de procedurevergadering van vorige week heb ik dat al gevraagd. Ik heb daar ook brede steun voor gekregen. Het is dus al geregeld. De minister weet het al. Ik zeg dat om te voorkomen dat we allerlei extra wielen aan de fiets hangen.
De voorzitter:
Twee wielen aan de fiets zijn over het algemeen voldoende. Soms zijn er zijwieltjes nodig, maar ik geloof niet dat de minister die nu nodig heeft.
Minister Plasterk:
Ik begrijp dat 55-plussers binnenkort wel een helm moeten dragen, maar met de zijwieltjes is het weer anders.
Ik ben reeds in mijn inleiding ingegaan op het punt van het referendum. Ik heb nog eens benadrukt dat het bij de gemeenten niet alleen om bestuurders gaat, maar ook om volksvertegenwoordigers.
De heer Bisschop sprak geheel naar mijn hart toen hij het had over het belang van het kernenbeleid. Ik ben maandag op werkbezoek geweest in Groningen. Ik heb gezien hoe belangrijk het is dat, juist in landelijke gemeenten die nu ontstaan uit diverse kernen, activiteiten worden ontplooid die het leven daar goed maken en goed houden. Die activiteiten berusten voor een groot deel op vrijwilligerswerk. Daar ben ik het geheel mee eens. De visienota die wij, deo volente, binnenkort gaan bespreken, start ook met een hoofdstuk over bewonersparticipatie. Daar is dit een belangrijk onderdeel van.
Ik sluit af met mijn dank voor de vrij brede steun voor dit wetsontwerp. Ook ik wens de bestuurders, bewoners en volksvertegenwoordigers van de betrokken gemeenten veel succes en wijsheid toe in de nieuw te vormen gemeente Alphen aan den Rijn.
De voorzitter:
Ik dank de minister voor zijn antwoorden in eerste termijn. Is er behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De stemmingen vinden morgen aan het einde van de vergadering plaats.
De algemene beraadslaging wordt gesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-79-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.