5 Vragenuur

Vragen van het lid Van Tongeren aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de start van vervoersmaatschappij Arriva die in vier gebieden het trein- en busvervoer overgenomen heeft van Connexxion.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Vanmorgen stonden duizenden mensen in de kou op de bus te wachten; mensen die naar hun werk wilden, mensen die misschien naar een sollicitatiegesprek gingen of scholieren die deze week hun proefwerkweek hebben. Dat was gisteren zo en het was vandaag zo. Van de verantwoordelijke busmaatschappij Arriva hoorden wij dat dit nog wel twee weken kan duren. Ik wil graag van de staatssecretaris weten hoe zij dit nu beoordeelt. Keurt zij dit af? Is dit nu het beeld dat wij voor Nederland voor ogen hebben van het marktsysteem voor het openbaar vervoer? Dit kabinet heeft terecht de doelstelling om in 2020 16% schone energie te hebben in Nederland. Vervoer moet daarin een groot aandeel leveren. Daarmee kom je uit op schoon openbaar vervoer. Dan is het wel nodig dat het aantrekkelijk is en betrouwbaar. Als dit aanbesteding na aanbesteding gebeurt, verliezen de Nederlandse reizigers nog meer hun vertrouwen in het openbaar vervoer. Wij zijn nog maar net bekomen van de grote en terechte klachten over de Beneluxtrein die verdwijnt, en dit komt er onmiddellijk bovenop. Het gaat niet zomaar om één klein deelgebiedje, het betreft bijna half Nederland. Vijf van onze provincies zijn getroffen. Ik zou dus ook graag willen weten of de staatssecretaris direct contact heeft opgenomen met de provincie of de verantwoordelijke vervoersautoriteiten. Heeft zij al aangedrongen op een veel snellere oplossing dan die twee weken?

Staatssecretaris Mansveld:

Voorzitter. Dank voor de vraag. Ik begin met duidelijkheid: wij gaan hier niet over. Mevrouw Van Tongeren zegt terecht: u bent mede verantwoordelijk voor het systeem. De verantwoordelijkheid voor het regionale openbaar vervoer is echter gedecentraliseerd naar de provincies en de stadsregio's. Dat is al elf jaar zo en alle partijen onderkennen dat het heel vervelend is dat deze operatie heeft geleid tot onduidelijkheid voor de reizigers. Mevrouw Van Tongeren verwijst ook naar het radio-interview. Wat er gebeurd is maakt duidelijk dat de overname van een concessie een zeer complexe situatie is. Daarin is er van de ene op de andere dag een nieuwe vervoerder. De ene avond rijden er nog bussen van firma a en de volgende ochtend rijden er bussen van firma b. Het materieel moet worden ingeregeld en de mensen moeten worden ingeregeld. Bovendien kun je niet oefenen, want dan rijdt je voorganger nog. Ook de dienstregeling zelf vergt nog het nodige aan inregelen. Op de radio werd het voorbeeld van Leiden aangehaald. Ik heb inderdaad direct contact opgenomen met de provincie Zuid-Holland. Ik heb begrepen dat er zeer korte lijnen zijn tussen de provincie en de vervoerder. Er is veel gedaan aan communicatie. De zaak wordt goed voorbereid en men is er goed mee bezig. Men denkt het snel op te lossen en is er positief over dat men voor de reiziger zo snel mogelijk een goede en betrouwbare dienstverlening kan realiseren. Waarom zeg ik dat wij er niet over gaan? Natuurlijk is het een verantwoordelijkheid voor ons allen, maar in dit geval betreft het de provincie en Arriva, en natuurlijk hebben wij direct contact opgenomen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wij hoorden zojuist minister Plasterk iets enthousiaster verantwoordelijkheid nemen voor zaken die ook door lagere overheden gebeuren, dus daartoe zou ik deze staatssecretaris ook graag willen uitnodigen. Het advies is eigenlijk: de landelijke regering gaat er niet over en de mensen moeten maar gewoon een thermoskan en een slaapzak meenemen en dan komt het uiteindelijk misschien wel goed. Is de staatssecretaris van mening dat er een vergoeding moet komen voor gedupeerde reizigers? Zou er niet een onderzoek moeten komen naar hoe het wel goed kan? In Waterland is er ook zo'n overgang geweest en daar lukte het wel. Sommige delen van Nederland kunnen dat. Zou het ook niet wat te maken hebben met de hoeveelheid geld? De Staat kan wel zeggen: er moet zoveel vervoer zijn, maar als het bedrag dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld in het kader van de decentralisatie steeds afneemt, dan is het logisch dat er minder openbaar vervoer is en dat het minder soepel loopt. Is deze staatssecretaris hier tevreden mee? Is dit een voorbeeld van hoe we het willen hebben? Of gaat deze staatssecretaris ingrijpen?

Staatssecretaris Mansveld:

Zoals ik al zei heb ik direct contact opgenomen met de regio Leiden. Ik heb al gezegd dat het inregelproblemen oplevert als je de ene avond nog het oude systeem hebt rijden, waarop er de volgende dag een volledig nieuwe organisatie moet staan. Dat is goed kortgesloten met de provincie en daar is duidelijk over gecommuniceerd met de mensen. Natuurlijk is het heel vervelend dat die inregeldagen er zijn. Ik trek dit niet direct door naar de brede discussie over decentralisatie. Wat mij betreft gaat het hier over het inregelen van een nieuwe vervoerder.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is heel fijn dat de staatssecretaris met één provincie contact opgenomen heeft. Misschien is er vandaag nog tijd om dat ook met de andere vier te doen. Ik vraag concreet naar best practices. In Waterland ging de overdracht immers wel goed. Wil de staatssecretaris ervoor zorgen dat een aanbesteding de volgende keer beter gaat? Wellicht moeten de criteria voor de aanbesteding landelijk aangescherpt worden, zodat er een plan is voor de overdacht en een overlap.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zei het al: de ene organisatie was tot en met de avond verantwoordelijk voor het vervoer en de volgende dag rijden er nieuwe bussen en moeten er nieuwe borden komen te staan. Alles moet ingeregeld worden. Dat duurt enkele dagen. Ik ga ervan uit dat de provincie dit oplost. Ik zie geen sanctionering of andersoortige bemoeienis van onze zijde hierin. Ik verwacht gewoon dat dit zo snel mogelijk wordt opgelost.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dat teleurstellend. De reiziger staat in de kou. Neem je thermoskan mee en je slaapzak, want het Rijk doet helemaal niets. Zelfs over het kijken naar best practices, die dan ingevoerd zouden kunnen worden, zegt deze staatssecretaris: daar begin ik niet aan. Het argument dat het overal zo loopt, klopt niet, want ik gaf het voorbeeld van Waterland. Daar waren er overlapdagen. Die kosten weliswaar geld, maar daar liep het wel goed. Ik roep de staatssecretaris nogmaals op om te zorgen voor een vergoeding voor de passagiers die ten onrechte in de kou hebben gestaan, en een onderzoek.

Staatssecretaris Mansveld:

Ik vind het lastig om mezelf te herhalen. Als er best practices zijn, is het aan de regionale vervoerders om onderling te bezien hoe men elkaars best practices kan gebruiken om de inregeling nog beter te laten verlopen.

De heer Bashir (SP):

De chaos waar de reizigers nu middenin zitten, is het zoveelste bewijs dat de marktwerking voor ellende en chaos zorgt. Het mooie is dat dankzij een wetsvoorstel van onder meer SP en de PvdA de grote steden niet meer hoeven aan te besteden. Zij kunnen ervoor kiezen om het vervoer aan hun eigen vervoersbedrijf te gunnen. Het lijkt de SP-fractie een goed idee om dat breder te trekken, zodat meer regio's er gebruik van kunnen maken en reizigers niet in de chaos belanden. Is de staatssecretaris bereid om in die richting mee te denken en ervoor te zorgen dat er in meer regio's de mogelijkheid komt om het ov onderhands aan te besteden of in te besteden?

Staatssecretaris Mansveld:

Het gaat hier niet om aanbestedingen en decentralisatie, maar om de inregeling van Arriva. Aanstaande donderdag ontmoeten wij elkaar enkele uren lang in een algemeen overleg hierover. Dan ga ik graag met de heer Bashir hierover in gesprek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Als ik de antwoorden van de staatssecretaris aan mevrouw Van Tongeren beluister, zegt zij: dit is een noodzakelijk kwaad. We kunnen ons allemaal voorstellen dat er wel wat dingetjes mis kunnen gaan, maar ziet de staatssecretaris geen enkele mogelijkheid om toch te proberen hier lessen uit te trekken om te voorkomen dat zoiets zich in de toekomst weer voordoet? Ziet de staatssecretaris geen enkele mogelijkheid om daar een positieve bijdrage aan te leveren?

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zei daar net al iets over tegen mevrouw Van Tongeren. Wellicht zijn er best practices waarbij sprake is van een overlap van dagen. Ik kan me voorstellen dat de vervoersmaatschappijen die een niet geheel vlekkeloze invoering hadden, in gesprek gaan met andere vervoerders om te bekijken of ze die best practices kunnen overnemen of gebruiken. Ik laat dat echter volledig bij de vervoerders zelf.

De heer Hoogland (PvdA):

In Leiden was het vanochtend 2°C, zag ik op mijn iPhone. De mensen hebben het daar dus koud gehad. Ik doe graag een suggestie. Ik weet dat de staatssecretaris het niet kan regelen, maar misschien kan ze, als ze de provincie nog eens spreekt, suggereren om de overdracht niet in december te doen maar in mei, juni of juli, want dan is het in ieder geval wat behaaglijker voor de reiziger die moet wachten. Daarnaast is de serieuze vraag: is de staatssecretaris bereid om de lessen die ze trekt uit het overleg met de provincie te delen met de Kamer, zodat we hier kunnen bekijken of de overdracht die plaatsvindt, beter kan zodat de reiziger er minder last van ondervindt?

Staatssecretaris Mansveld:

Ik zie dat alle vervoerders hun best doen om ervoor te zorgen dat de reiziger bediend wordt. Sterker nog, ze zijn er om de reiziger te bedienen. Als ze dat niet doen, zullen de reizigers niet worden verleid om het openbaar vervoer in te gaan, zoals mevrouw Van Tongeren ook al zei. Ik heb reguliere overleggen met deze organisaties. Die gaan niet geheel zonder geluid voorbij. Daarin wordt over een aantal zaken gesproken, bijvoorbeeld over het van elkaar leren en best practices. De suggestie van de heer Hoogland kan ook ter tafel komen. Ik ga daar echter niet op sturen.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw komst naar de Kamer. Ik begrijp dat u nog even blijft zitten om zo meteen bij de stemmingen aanwezig te zijn.

Naar boven