Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 15, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | nr. 15, item 8 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het verslag van een schriftelijk overleg over tuchtrecht voor beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg ( 33000-XVI, nr. 194 ).
De voorzitter:
De leden hebben een spreektijd van twee minuten inclusief het voorlezen van moties.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. Excuses, want de SP-fractie had het tijdschema niet helemaal in de gaten en is daardoor verlaat, maar wij zijn er.
De SP-fractie dient een motie in. Wie het debat over het BIG-register en het vermelden van berispingen of waarschuwingen heeft gevolgd, zal niet verbaasd zijn over de inhoud ervan. Wij denken ook dat het een welkome verbetering is van wat wij met zijn allen in een heel goed en vruchtbaar debat hebben geconcludeerd en besloten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering, uitspraken van het tuchtcollege op te nemen in het BIG-register,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 8 (33400-XVI).
Mevrouw Bouwmeester heeft laten weten geen gebruik te maken van haar termijn.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Voorzitter. Ik dank de minister voor haar antwoorden. Op een aantal punten gaat zij echt werk maken van het tuchtrecht. Dat vind ik een prima stap van de minister.
Tijdens het algemeen overleg over de inspectie hebben wij het ook gehad over het college van medisch toezicht. Op het moment dat artsen een verslavingsproblematiek hebben en niet meer functioneren, kunnen zij voor dat college worden gebracht en ook uit hun taak worden gezet. Ik ben het met de minister eens dat dit college de afgelopen jaren een dode letter in de wet is geweest. Ik kan mij dan ook goed indenken dat zij overweegt om dit college op te heffen. Alleen zijn aan het functioneren van dit college wel een aantal bijzondere voorwaarden verbonden. Een voorwaarde is bijvoorbeeld dat zo'n zitting achter gesloten deuren kan plaatsvinden. Ook wanneer het gaat om verslaafde verpleegkundigen – wij zagen laatst weer een voorbeeld in de kranten – kan een arts in zo'n college zitting hebben. Het CDA zou graag zien dat wij die bijzondere voorwaarden borgen in de nieuwe wetgeving. Daarom heb ik toch nog even een motie opgesteld.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de IGZ het College van Medisch Toezicht afgelopen jaren sporadisch ingezet heeft;
constaterende dat de regering voornemens is om het College van Medisch Toezicht op te heffen;
constaterende dat bij het College van Medisch Toezicht altijd een arts in verband met verslavingsproblematiek zitting heeft en de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt;
verzoekt de regering, dat in de herziene wetgeving de specifieke waarborgen waarmee de procedure bij het CMT is omkleed, wettelijk gegarandeerd blijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins Slot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 9 (33400-XVI)
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Ik heb nog een vraag aan de minister. Met de openbaarmaking van de maatregelen rondom de arts wordt de plek waar de arts woont openbaar, maar niet zozeer de plek waar de arts werkt. Misschien ben ik de arts Jansen en werk ik in Amsterdam, maar woon ik in Purmerend. Dan is het heel lastig ...
De voorzitter:
Gaat u afronden?
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Ik ga afronden. Dan is het heel lastig voor een patiënt om op te zoeken of dit de desbetreffende arts Jansen is.
De voorzitter:
U moet echt afronden.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Ten tweede is het voor de arts natuurlijk ...
De voorzitter:
U moet echt afronden. U had twee minuten inclusief het voorlezen van moties. Ik heb gezegd dat u moest afronden. Ik heb u laten uitpraten, maar toen had u nog een zin. Dat gaan wij niet doen.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Volgende keer zal ik in komma's spreken.
De voorzitter:
Binnen twee minuten. Dat was de afspraak.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister Schippers:
Voorzitter. De afgelopen twee jaar zijn Kamer en kabinet gezamenlijk intensief bezig geweest met het tuchtrecht. En terecht, want eigenlijk zijn een heleboel dingen die misschien tien, twintig jaar geleden nog heel erg voor de hand lagen, nu wel achterhaald. Eigenlijk moet een patiënt die een arts moet kiezen, toch kunnen zien of een arts een berisping heeft gehad? Dat soort zaken hebben wij in goede samenwerking geregeld. Wij hebben ook geconstateerd dat mensen heel verschillend naar de Wet BIG kijken. Voldoet de wet nog wel aan de eisen die wij vandaag de dag stellen? Daarop zijn wij een intensief traject van onderzoek ingegaan. Eerst hebben wij de maatschappelijke verwachtingen onderzocht. Vervolgens hebben wij bekeken hoe wij de Wet BIG daarop konden aanpassen. Een van de zaken die wij geconstateerd hebben is de kwestie woonplaats-werkplek. Ik heb ook wel eens in het BIG-register gekeken en dat was het eerste wat mij opviel. Dat moet meegenomen worden, dus wij zijn nog niet klaar met de wet. Wij zullen er nog fors mee aan de slag moeten. De komende jaren zal er voor kabinet en Kamer nog behoorlijk wat werk liggen.
Wij hebben het BIG-register zo gemaakt dat, behalve de waarschuwing waar geen opzet is geweest en waar patiënten niet in gevaar zijn geweest, alle zaken te vinden zijn. De heer Van Gerven en mevrouw Leijten willen dat ik de uitspraken van het tuchtcollege opneem, maar in het overleg met de Kamer hebben wij het erover gehad dat je daarvoor (juridisch) geschoold moet zijn, al gaat het alleen maar om de taal. Niet iedereen kan zich daar doorheen worstelen en begrijpen wat er staat. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat wij een samenvatting geven van de redenen waarom iemand geschorst is of een berisping heeft gekregen. Die samenvatting is in helder Nederlands gesteld, zodat iedereen die daarnaar kijkt meteen begrijpt waarom het is gebeurd. Daaraan wil ik echt vasthouden. Wij willen de patiënten informeren over de redenen waarom iemand een berisping heeft gekregen. Dat moet in helder Nederlands, dat iedereen begrijpt. Je hoeft geen meestertitel te hebben om te begrijpen wat er staat. Nogmaals, in overleg met de Kamer is besloten om die samenvatting op te nemen en niet de uitspraak. Ik ontraad de motie.
De heer Van Gerven (SP):
Ik doe de minister een suggestie. Wij zijn het ermee eens dat die samenvatting een goede duiding is. Als wij het erover eens zijn dat transparantie en duidelijkheid in het belang zijn van goede zorg, zou het dan niet goed zijn om in de samenvatting een verwijzing naar de uitspraak op te nemen? Degene die dat wil, moet de uitspraak op de site van het tuchtcollege kunnen lezen.
Minister Schippers:
Die uitspraak is geanonimiseerd, inclusief de naam van de arts. Wij moeten ons doel goed in ogenschouw nemen. Wij willen dat mensen helderheid wordt geboden over wat er is gebeurd en waarom. Laten wij nu eerst eens bekijken of het functioneert, voordat wij er allerlei dingen aan gaan hangen en het weer heel ingewikkeld maken. Dit is al een hele inspanning: wij moeten de hele uitspraak vertalen naar voor mensen begrijpelijke teksten. Met de verandering in de wet voldoen wij volgens mij aan het doel.
De voorzitter:
Mijnheer Van Gerven, tot slot.
De heer Van Gerven (SP):
Het is een goede stap vooruit, maar met wat wij hebben besloten, wordt de anonimiteit toch al doorbroken. Het wordt genoteerd dat een berisping heeft plaatsgevonden en op grond waarvan dat is gebeurd. De uitspraken zijn tamelijk uitvoerig en zeer zorgvuldig opgesteld. Het kan een extra genuanceerd beeld geven. Ik geef de minister in overweging om dit toch te doen.
Minister Schippers:
Ik zie daarvan op dit moment de toegevoegde waarde niet in. We hebben een enorme stap gemaakt door het zo te doen. Ik ben er geen voorstander van om dat weer te koppelen. Wij verschillen daarover gewoonweg van mening, moet ik constateren.
In de motie van mevrouw Bruins Slot wordt geconstateerd dat de regering voornemens is, het College van Medisch Toezicht op te heffen. Dat is juist. In de motie wordt de regering verzocht, in de herziene wetgeving de specifieke waarborgen waarmee de procedure bij het CMT is omkleed, wettelijk te blijven garanderen. Ik ben van mening dat het behandelen van tuchtklachten door het tuchtcollege en het door het CMT oppakken van signalen over disfunctioneren door ziekte of verslaving, beter gebundeld kunnen worden in één instantie. Daarmee komt het CMT inderdaad te vervallen, waarmee de Wet BIG moet worden gewijzigd. Dat komt dus vanzelf naar de Kamer toe. We moeten kijken hoe het tijdpad voor de wijziging past in de prioritering. We hebben vrij beperkte capaciteit en heel veel ambitie. Ik denk dat het nieuwe kabinet moet kijken, hoe die prioritering verloopt. Dat lijkt me, in overleg met de Kamer, logisch. De wijziging die we voornemens zijn te doen, houdt in dat het achter gesloten deuren plaatsvindt, waarbij naast een verpleegkundige ook een arts aanwezig is. Die voorwaarden zitten dus in de voornemens; dat kan ik mevrouw Bruins Slot dus toezeggen.
Mevrouw Bruins Slot (CDA):
Met zo'n volmondige toezegging van deze minister – dank daarvoor – kan ik mijn motie gerust aanhouden. Dan kan ik over een maand of twee nog bedenken of ik haar intrek.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Bruins Slot stel ik voor, haar motie (33000-XVI, nr. 9 ) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Stemming over de moties vindt plaats volgende week dinsdag.
De vergadering wordt van 15.06 uur tot 15.15 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20122013-15-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.