13 Noten Schriftelijke antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen gesteld in de eerste termijn vande behandeling van de begroting van Koninkrijksrelaties (33400-IV).

Noot 1 (zie item 11)

Schriftelijke beantwoording vragen begrotingsbehandeling H IV

VVD

Vraag

Deelt u de mening dat als de juridische verplichting tot betaling voor Nederland vastligt met betrekking tot de samenwerkingsprogramma's, ook de plicht tot samenwerking door Curaçao en Sint Maarten vastligt? En dat op het moment van niet-samenwerken dit als contractbreuk gezien kan worden en dit Nederland ontslaat tot verplichting van betaling?

Antwoord

Het is in dit verband goed om allereerst op te merken dat de laatste betaling van Nederland ten behoeve van de samenwerkingsprogramma's van Curaçao en Sint Maarten dit jaar plaatsvindt. De gelden die tot nu toe zijn overgemaakt zijn voor een groot deel verplicht en uitgegeven. Een deel van de middelen is nog niet gespendeerd maar is wel in contracten met derden vastgelegd. Terugtrekken van die gelden zou leiden tot juridische conflicten en projecten die halverwege worden gestopt. Dit leidt tot ernstig kapitaalverlies. Die beslissing zal ik dus niet licht nemen. Zolang Curaçao en Sint Maarten zich wat betreft de samenwerkingsprogramma's aan de afspraken houden is daar ook geen aanleiding toe.

Vraag

Graag een reactie van de minister over mijn zorg dat de Koninklijke Marechaussee immigratiezaken alleen nog maar in de backoffice in Sint Maarten kan afhandelen. Hierdoor ontstaat het risico dat veel mensen illegaal Sint Maarten kunnen binnen komen en die weg kunnen gebruiken om illegaal toegang te krijgen tot Nederland?

Antwoord

De verantwoordelijkheid voor de rechtshandhaving en dus ook de douane en de grensbewaking is belegd bij de autonome landen.

Nederland ondersteunt daarin door onder meer KMar-medewerkers vanuit de flexibele pool beschikbaar te stellen. De KMar opereert daarbij onder het gezag van de Ministers van Justitie van de landen. De KMar heeft op Sint Maarten juist de afgelopen tijd een belangrijke bijdrage geleverd in het inrichten van de backoffice op de luchthaven. Zij delen daarin hun kennis en ervaringen in de opsporing in het grens- en vreemdelingentoezicht met lokale medewerkers en dragen zorg voor vervolgonderzoeken om aan te leveren bij het plaatselijke OM.

Vraag

Waarom is de werkgroep interlandelijk verkeer nog niet bij elkaar gekomen?

Antwoord

Nederland is voorzitter van deze werkgroepen en heeft herhaaldelijk de andere landen uitgenodigd om de problematiek van het interlandelijke verkeer van goederen en personen in kaart te brengen. Alleen Aruba heeft tot nu toe op de uitnodigingen gereageerd. Daarom heeft de minister van Immigratie en Asiel begin september nog een brief aan de betrokken ministers gezonden met het dringende verzoek om hun medewerking te verlenen.

Ook op een daarop volgende uitnodiging heeft alleen Aruba gereageerd. M.n. Curaçao heeft zich altijd verzet tegen gezamenlijke afspraken op dit terrein.

Ik vind dit een onwenselijke situatie en acht het van groot belang dat de afspraken die tijdens de Koninkrijksconferentie zijn gemaakt ook worden nagekomen. Hierop wordt van Nederlandse zijde steeds aangedrongen.

Vraag

De VVD wil dat er haast wordt gemaakt dat het Cft inzicht krijgt in de overheidsnv’s.

Antwoord

De financiën van de overheids NV’s zijn inderdaad zorgelijk en hebben grote invloed op de financiële gezondheid van het land Curaçao. Op grond van de Rijkswet financieel toezicht dienen de besturen van de landen uiterlijk 6 weken na afloop van ieder kwartaal te rapporteren aan het Cft over de uitvoering van de implementatieplannen ter verbetering van het financieel beheer. Het college kan aanbevelingen doen ten aanzien van de implementatieplannen en het financieel beheer. Hieronder vallen ook de overheidsnv’s. En dat heeft het College ook op het netvlies en rapporteert daarover aan de rijksministerraad.

PVV

Vraag

Hoe komt geld aan Curaçao weer terug naar Nederland?

Antwoord

De middelen die Nederland ter beschikking stelt aan Curaçao staan in het teken van 1) schuldsanering en 2) de waarborgfunctie en 3) het samenwerkingsbeleid.

1) schuldsanering:

Met de middelen voor de schuldsanering zijn de schulden van het voormalig Land Nederlandse Antillen afgelost. Een deel van de schuldsanering betreft herfinanciering van schulden door Nederland.

2) de waarborgfunctie:

Deze middelen worden ingezet voor Koninkrijkstaken. Deze middelen blijven binnen de Rijksbegroting en worden beschikbaar gesteld voor Kustwacht en grensbewaking, recherchecapaciteit en rechterlijke macht. Het is aan de wetgever hoe deze middelen concreet worden ingezet.

3) samenwerkingsbeleid:

De middelen voor het samenwerkingsbeleid zijn sinds 2012 beëindigd. De uitvoering van een aantal programma’s, bijvoorbeeld het SEI, lopen nog door tot uiterlijk einde 2014. Zolang Curaçao zich aan de afspraken houdt wat betreft de samenwerkingsprogramma’s, doet Nederland dat ook. Terugtrekken van die gelden zou leiden tot juridische conflicten omdat de gelden in contracten met derden zijn vastgelegd.

Vraag

Is het kabinet overtuigd van de noodzaak om vestigingseisen te stellen aan mensen uit de andere delen van het Koninkrijk. Zo niet, waarom niet?

Antwoord

Op de Koninkrijksconferentie in 2011 is afgesproken een werkgroep in te stellen die de problematiek van het interlandelijke verkeer van goederen en personen in kaart zou brengen.

Vraag

Is het kabinet bereid om – gelet op de criminaliteit en overlast die wordt veroorzaakt – te doen wat nodig is, namelijk criminele Antillianen uit te zetten?

Antwoord

Criminaliteit wordt bestreden, bestraft en vervolgd, ongeacht door wie gepleegd. Daarmee wordt gedaan wat nodig is. Veroordeelde en bestrafte vreemdelingen kunnen worden uitgezet. De wet staat niet toe om veroordeelde en bestrafte Nederlanders Nederland uit te zetten of naar een ander deel van het Koninkrijk te zenden. Regeling van het personenverkeer binnen het Koninkrijk is voorwerp van initiatiefwetgeving in de Tweede Kamer en is ook aan de orde in de werkgroep interlandelijk personenverkeer.

Vraag

Hoe zit het met het zelfbeschikkingsrecht van Nederland? Kan Nederland eenzijdig de banden met Curaçao verbreken?

Antwoord

Het internationale recht kent het zelfbeschikkingsrecht – dat wil zeggen het recht om te beslissen om al dan niet de banden binnen het Koninkrijk te verbreken – toe aan oud koloniën zoals Curaçao, maar niet aan het oude moederland zoals Nederland.

Het initiatief ligt dus geheel bij Curaçao, en kan niet door Nederland worden genomen.

CDA

Vraag

Welke consequenties heeft een eventueel verzoek om onafhankelijkheid van Curaçao voor de status van de mensen daar?

Antwoord

Als Curaçao inderdaad uit het Koninkrijk zou stappen, is een heel pakket maatregelen en wetgeving nodig, onder andere wat betreft de nationaliteit en paspoort van het nieuwe land.

Toen Suriname onafhankelijk werd is de zgn. Toescheidingsovereenkomst vastgesteld. Daarin werd geregeld wie de Surinaamse en wie de Nederlandse nationaliteit had vanaf de eerste dag van het bestaan van het nieuwe land. De meest voor de hand liggende constructie is daar gekozen: de ene nationaliteit sloot de andere uit.

Vraag

Hoe kan het dat Curaçao onzorgvuldig omgaat met uitwisseling van belastinggegevens?

Antwoord

Nederland en Curaçao hebben een verdrag om belastinggegevens uit te wisselen. Voor de renseigneringsverzoeken van Nederland over Nederlandse belastingplichtigen in Curaçao geldt dat de meeste verzoeken zijn gehonoreerd door Curaçao. Daar resteren inderdaad nog wel een aantal verzoeken waar de banken niet aan meewerken. Curaçao heeft echter niet – zoals Nederland – de middelen om gegevens aanlevering door banken af te dwingen.

Vraag

Er is een commissie ingesteld die bekijkt hoe Aruba te ondersteunen in het invullen van een centrumfunctie in de regio. Hoe staat het hiermee?

Antwoord

Eind oktober 2011 hebben minister-president Eman en mijn ambtsvoorganger een samenwerkingsprotocol Aruba-Nederland ondertekend. Het doel van dit protocol is om een nieuwe impuls te geven aan de samenwerking tussen beide landen.

In vervolg hierop is begin dit jaar een adviescommissie in het leven geroepen met als doel de mogelijkheden van een strategisch partnerschap nader te inventariseren en concrete adviezen te formuleren over hoe op basis van gelijkwaardigheid een win-win situatie voor beide landen kan worden gerealiseerd.

Deze adviescommissie is ondanks herhaalde pogingen van Nederlandse zijde nog niet bijeen geweest.

SP

Vraag

Hoe staat het nu met de onafhankelijkheid? Kan de heer Wiels weigeren om een referendum uit te schrijven?

Antwoord

Het internationale recht schrijft niet expliciet een referendum voor, maar het moet wel duidelijk zijn dat onafhankelijkheid de wil van de bevolking is. In het Caribische deel van het Koninkrijk is het gebruikelijk om een referendum te houden om de volkswil te peilen over de gewenste status van het eiland.

Het is niet aan mij te beslissen of er een referendum moet komen. De Staatsregeling bepaalt dat bij landsverordening wordt beslist over het houden van een referendum; het is dus aan de regering en Staten van Curaçao om hierover te beslissen.

Vraag

Welke tekorten heeft het land Curaçao? Hoeveel geld is uit overheidsNV’s gehaald? En hoeveel moet Curaçao bezuinigen?

Antwoord

Ik zal in mijn eerste termijn aan deze vragen antwoord besteden. Ik kan wel het volgende aangegeven. De begroting van Curaçao heeft zowel in 2010 als in 2011 tekorten gekend. In 2010 bedroeg het totale tekort 105 mln, waarvan 50 mln in de periode tot aan 10–10-’10 en 55 mln in de eerste maanden na het verkrijgen van de landstatus. Samen met de tekorten van de sociale verzekeringsbank bedroeg het tekort in 2010 140 mln. In 2011 bedroeg het tekort van de overheid 180 mln, maar het tekort van de oudedagsvoorzieningen nog eens 125 mln zodat het totaal uit is gekomen op 305 mln.

In 2012 ten slotte verwacht de huidige interim-minister van Financiën een tekort van minstens 200 mln inclusief de tekorten van de Sociale Verzekeringsbank. Ik tel de tekorten van de SVB er bewust bij op, zodat het mogelijk is om deze cijfers te vergelijken met de cijfers die mijn Collega van Financiën jaarlijks aan u presenteert in de Miljoenennota. Het tekort 2010 bedroeg dan ongeveer 3% van het Nationaal inkomen, van 2011 ruim 6% en in 2012 ongeveer 4%. Blijkens de meest recente rapportage van de interim-regering in Curaçao is de daling van het tekort in 2012 voor een niet onbelangrijk deel te verklaren uit incidentele ontvangsten en door de effecten van de verplichtingenstop. Het incidentele karakter blijkt uit het feit dat zonder nader beleid het tekort oploopt tot ruim 10% in 2017.

D66

Vraag

Zijn alle aanbevelingen van het Committee for the Prevention of Torture (CPT) uitgerealiseerd? En is de minister bereid om het CPT te verzoeken een bezoek te brengen?

Antwoord

Uw Kamer wordt regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van het CPT door middel van de rapportages van de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (kamerstuk 31568, nr. 99). Helaas kan hieruit geconstateerd worden dat nog niet alle aanbevelingen zijn uitgevoerd.

Begin volgend jaar zullen de Gouverneurs opnieuw een rapportage laten opstellen over de implementatie en uitvoering van de te nemen verbeteringen na het bezoek van het CPT. Zodra ik deze heb ontvangen en de rapportages in de Rijksministerraad zijn besproken, zal ik deze zoals gebruikelijk aan uw Kamer aanbieden.

Hoewel het CPT tijdens haar reguliere bezoek aan het Koninkrijk de landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk niet heeft bezocht, staat het het CPT altijd vrij om een onaangekondigd bezoek te brengen aan de inrichtingen aldaar. Dit wordt slechts enkele weken van te voren aangekondigd.

Vraag

Kan de minister aangeven wanneer en op basis van welke criteria wordt besloten over de toekomst van het Recherche Samenwerkingsteam (RST)?

Antwoord

Door aanvaarding van het amendement Remkes c.s. (kamerstuk 32019, nr.99) is vastgelegd dat vier jaar na transitie zal worden bezien of de korpsen aan de overeengekomen criteria voldoen. Artikel 57a van de consensusrijkswet stelt dat het RST wordt voortgezet totdat een Gemeenschappelijke Voorziening Politie (GVP) door de landen is ingericht. In 2014 zal de consensusrijkswet politie worden geëvalueerd. Dan zal ook worden bezien of de beoogde GVP voldoende gestalte heeft gekregen om de taken van het RST over te nemen en of het RST dan al dan niet kan worden afgebouwd.

Vraag

Wat is de laatste stand van zaken van de schoonmaak van de olievervuiling op Curaçao en St. Eustatius? Komt er een juridische vervolging van de bedrijven Isla of NuStar? Kan de minister steun toezeggen aan Sint Eustatius bij de opruiming en het vervolgonderzoek? Hoe kan het toezicht op de veiligheid structureel verbeterd worden? Kan Nederland daarbij helpen via kennis of kunde? Is het voor de Onderzoeksraad voor veiligheid bijvoorbeeld mogelijk om een rol te spelen bij de verbetering van de veiligheid op de eilanden? Is Curaçao nog van plan om de zoutpannen voor te dragen voor internationale bescherming onder het Ramsar-verdrag? Zo ja, kan Nederland desgevraagd de voordracht met raad en daad ondersteunen?

Antwoord

Ik wil graag een onderscheid maken tussen de incidenten met olie op Curaçao en Sint Eustatius. Wat betreft Sint Eustatius verwijs ik u door naar de bewindspersoon van Infrastructuur en Milieu. Wat betreft Curaçao heb ik begrepen dat de olievervuiling in het natuurgebied van Jan Kok grotendeels is opgeruimd. Aangaande het juridisch aansprakelijk stellen van de olieraffinaderij voor de vervuiling heb ik begrepen dat daar vanuit de regering van Curaçao een voornemen voor is. Gegeven de regeringswissel weet ik niet of dat nog steeds het geval is. Indien er een verzoek voor ondersteuning vanuit de regering van Curaçao komt zal ik daar serieus naar kijken. Ik weet niet wat thans de stand van zaken is wat betreft de voordracht van Curaçao van het natuurgebied van Jan Kok als Ramsar-gebied. Dat is aan de regering van Curaçao.

Vraag

Waarom is de taakstelling nog niet ingevuld? Wanneer wordt deze wel ingevuld en wordt de Kamer hierover geïnformeerd? Heeft de minister hier over al overleg gevoerd met de eilanden? Kan de minister toezeggen dat dit niet ten koste gaat van het Gemeenschappelijk Hof en het Openbaar Ministerie?

Antwoord

Ik zal in 2013 besluiten hoe de taakstelling van € 2 miljoen zal neerslaan op de instanties die worden gefinancierd vanuit artikel 1, de waarborgfunctie. Momenteel wordt bekeken welke gevolgen een mogelijke taakstelling zal hebben op de verschillende instanties. Uitgangspunt hierbij is dat het niet ten koste zal gaan van de operationele inzet. Een definitief besluit hierover is aan de orde bij de begroting 2014.

De mogelijke taakstelling is aan de orde geweest in het Kustwachtpresidium en de beleidsgroep RST. In beide gremia zijn alle landen vertegenwoordigd.

Vraag

Hoe gaat het met de kinderen in het weeshuis van de I Can foundation op Sint Maarten?

Antwoord

De verantwoordelijkheid voor het weeshuis op Sint Maarten betreft de verantwoordelijkheid van het autonome land Sint Maarten. Overigens hebben de fractievoorzitters tijdens hun gezamenlijke reis naar het Caribische deel van het Koninkrijk in oktober 2011 zelf een bezoek gebracht aan het weeshuis.

Christen Unie

Vraag

Hoe gaat Nederland volgend jaar (1 juli 2013) 150 jaar afschaffing van de slavernij te herdenken?

Antwoord

Ik verwijs u naar het antwoord van staatssecretaris Zijlstra op 3 juli dit jaar aan Kamerlid Dibi van D66 over dit onderwerp. De staatssecretaris gaf toen aan dat het Kabinet met de gemeente Amsterdam overlegt hoe die jaarlijkse herdenkingen van de afschaffing van de slavernij in het Oosterpark kunnen worden voortgezet.

Vraag

Wat bedoelde de minister toen ze zei dat de vorming van het interim-kabinet een goede zaak was omdat dat de democratie van de meerderheid was?

Antwoord

De Christenunie vroeg mij om uitleg wat ik bedoelde met de woorden dat de vorming van het interim-kabinet een goede zaak was omdat dat de democratie van de meerderheid was. Ten aanzien van die vraag verwijs ik graag naar mijn brief van 23 oktober jl. met betrekking tot de installatie van het interim-kabinet en de rol van de Gouverneur daarin op verzoek van mevrouw Hachchi.

Vraag

Kloppen de cijfers ter zake de staatsschuld van Aruba en in hoeverre wordt hierin slagvaardig opgetreden?

Antwoord

Aruba heeft een andere positie in het Koninkrijk dan Sint Maarten en Curaçao. Met de Sint Maarten en Curaçao is in het kader van 101010 een consensusrijkswet Financieel toezicht vastgesteld. Van financieel toezicht op Aruba is geen sprake. Het is mij wel bekend dat Aruba schoon schip heeft gemaakt met de achterstanden in de opstelling en de beoordeling van de jaarrekeningen. Zo concludeert de Algemene Rekenkamer van Aruba in het beoordelingsrapport van de jaarrekening 2011 dat er op vele terreinen vooruitgang moet worden geboekt zoals het nakomen van wettelijke termijnen begrotings- en verantwoordingscyclus en de uitholling van het budgetrecht. Dat laat onverlet dat ook Aruba in financieel opzicht voor een stevige opgave staat.

Vraag

In hoeverre ziet de minister de mogelijkheid om Sint Maarten een tijdelijke capaciteitsinjectie te geven?

Antwoord

Deze mogelijkheid bestaat al, hiervoor heeft mijn ambtsvoorganger de meerkostenregeling in het leven geroepen. Met Sint Maarten is hierdoor overeengekomen dat Sint Maarten extra personeelskosten voor personeel dat wordt aangetrokken van buiten het land (meestal Nederland) bij de minister van BZK achteraf kan declareren tot 1 november 2013. Deze regeling is bedoeld om het personeelsbudget van Sint Maarten in de transitiefase en de jaren daarna niet extra te belasten met de kosten van duurder personeel dat in het kader van de uitvoering van de plannen van aanpak in korte tijd moet worden aangetrokken.

GroenLinks

Vraag

Bepaalt de bevolking van Curaçao in een referendum dat een aantal partijen op Curaçao wil houden of zij onafhankelijkheid wil of niet? Of is het zo’n rommeltje op Curaçao dat wij daarvoor geen bestuurlijke verantwoordelijkheid kunnen nemen? En als dat zo is, wat gaan we dan doen om dat samen met de dan regerende coalitie op Curaçao op te ruimen?

Antwoord

Curaçao zal niet onafhankelijk worden tegen de wil van de bevolking van Curaçao. Als duidelijk is geworden, bij voorbeeld door een referendumuitslag, dat de bevolking onafhankelijkheid wenst, kan de volgende stap worden gezet. Strikt juridisch gezien is wijziging van het Statuut vooraf niet nodig. Maar om de overgang naar onafhankelijkheid soepel te laten verlopen is het wel wenselijk het Statuut eerst te wijzigen. Daarnaast moet dan nog veel meer worden geregeld, zoals de boedelverdeling tussen Curaçao en de andere landen van het Koninkrijk, een nieuwe zetel voor het Gemeenschappelijk Hof en de Procureur-generaal, een voorziening voor de Centrale bank van Curaçao en Sint Maarten, de gevolgen van het verkrijgen van een nieuwe nationaliteit, de gevolgen voor Caribisch Nederland, overgangsrecht, etc. Ook moet Curaçao natuurlijk een hoop interne voorbereidingen treffen.

Vraag

Kan en wil de minister de ontwikkeling van de prille democratie op Curaçao versterken, en zo ja, hoe?

Antwoord

Nederland ondersteunt de landen Curaçao en Sint Maarten op het gebied van het openbaar bestuur door middel van het samenwerkingsprogramma Institutionele Versterking en Bestuurskracht (IVB). De uitvoering van het programma loopt nog tot eind 2014. Ik ben van mening dat met dit programma de ontwikkeling van het bestuur en de democratie op Curaçao door Nederland voldoende wordt ondersteund. In 2011 is een tussenevaluatie van het IVB programma aan uw Kamer aangeboden.

SGP

Vraag

Wat is het toekomstperspectief van Sint Maarten nadat de meerkosten regeling op 1 november 2013 is beëindigd.

Antwoord

De meerkostenregeling was nadrukkelijk bedoeld voor Sint Maarten om tijdelijk personeel uit het buitenland te kunnen inhuren, die konden ondersteunen bij het opbouwen het land. Momenteel wordt hier bij verschillende organisaties uitvoering aan gegeven, van een deel van deze organisaties kunt u dit volgen via de rapportages van de Voortgangscommissie. Sint Maarten is zelf verantwoordelijk voor de opbouw van het land en zal hier in haar begroting dan ook rekening mee moeten houden. Als de regeling op 1 november 2013 afloopt, staat het Sint Maarten vrij om deze mensen in dienst te houden indien dit gewenst is, zij zullen echter dan zelf de volledige kosten voor haar rekening moeten nemen.

Naar boven