8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Van Tongeren/Van Gerven (26956, nr. 149) en de aangehouden motie-Van Veldhoven (26956, nr. 152) en over de brief van de commissie voor de Rijksuitgaven over de verantwoordingsstukken over de uitvoering van de rijksbegroting 2013 (31865, nr. 53).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het debat over spoorveiligheid bij vervoer van gevaarlijke stoffen van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Dik-Faber/Van Veldhoven (33400-A, nr. 86); de motie Dik-Faber/Van Tongeren (33400-XII, nr. 36); de motie-Dik-Faber (33400-XII, nr. 35); de motie Dik-Faber (31793, nr. 72) en de motie Dik-Faber/Agnes Mulder (31239, nr. 159).

Ik stel voor om toe te voegen aan de agenda het VAO Nationaal Techniekpact 2020 naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 5 september 2013, met als eerste spreker de heer Beertema van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij zijn in deze Kamer al een tijd aan het praten over de luchtkwaliteit en vooral over de lucht die de mensen in grote steden inademen. De steden zijn hier verantwoordelijk voor, maar de luchtkwaliteit daar wordt ook ernstig bepaald door het verkeer op de rijkswegen. Recentelijk zijn er metingen — echte metingen, dus geen berekeningen — gedaan waaruit blijkt dat de lucht echt veel vuiler is dan in Europees verband toegestaan. Nederlanders ademen dus veel vuilere lucht in, krijgen daardoor meer gezondheidsklachten en leven korter dan andere Europeanen. Ik verzoek om daarover een debat te houden.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren verzoekt om steun voor het houden van een debat over schone lucht bij steden.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dit is een heel belangrijk onderwerp. Daarom heeft D66 er ook meteen schriftelijke vragen over gesteld. Wij willen de antwoorden graag afwachten voordat wij bepalen op welke wijze wij verdergaan met dit onderwerp. Nu verlenen wij dus nog geen steun voor het debat. Wij wachten eerst de antwoorden op de schriftelijke vragen af en dan kijken wij verder.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik vermoed zomaar dat de antwoorden niet naar tevredenheid zullen zijn, dus ik steun het verzoek om een debat alvast.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor een brief naar aanleiding van het onderzoek, naast de vragen die al gesteld zijn. Ik denk dat we daarna moeten bekijken hoe we dat debat voeren. Dat kan ook in een nog te plannen algemeen overleg over luchtkwaliteit.

De voorzitter:

Er was nog geen brief gevraagd. Ik neem aan dat u bedoelt met "steun voor een brief" dat u een brief vraagt naar aanleiding van …

De heer Van Gerven (SP):

Ja.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie vindt dit een heel belangrijk onderwerp. We hebben er ook vaak aandacht voor gevraagd. Ik kan het verzoek om een debat goed steunen. Dat kan plenair zijn, maar ik vind het ook prima als het in de vorm van een AO wordt gehouden. We kunnen daar in de procedurevergadering op terugkomen.

De voorzitter:

Ik noteer nu dat u steun geeft voor dit debat.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ieder persbericht van Milieudefensie leidt tot Kamervragen en debatverzoeken van mevrouw Van Tongeren. Er staat in mijn agenda al een AO gepland. Daarbij kunnen we het heel goed hebben over luchtkwaliteit, gebakken lucht, alles wat u wilt.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer Leenders (PvdA):

Steun voor eerst een brief. Dan kunnen we daarna altijd nog kijken of het in een AO kan.

De voorzitter:

Geen steun voor dit debat dus.

De heer De Graaf (PVV):

Geen steun voor het debat.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun voor het debat, wel voor de brief. Laten we het daarna maar beoordelen. Ik denk dat een AO sneller is dan het plenaire schema.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, ik stel vast dat u geen steun hebt voor het houden van een debat, maar een aantal partijen heeft wel om een brief verzocht. Dan wordt verder bekeken hoe hiermee om te gaan. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is wederom aan mevrouw Van Tongeren, voor een tweede verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb een tweede verzoek. Voor de vakantie is er een discussie geweest in deze plenaire zaal over een te houden debat over het energieakkoord. Het energieakkoord gaat over miljarden aan investeringen, werkgelegenheid voor honderdduizenden mensen en langjarig beleid voor het bedrijfsleven. Het is dus heel erg belangrijk. Ik stel de Kamer voor om een hoofdlijnendebat te voeren over dit onderwerp, met minister Kamp en een tweede minister, en om dat op vrij korte termijn te doen. Vervolgens kan er in alle vakcommissies bij de begrotingen op gedetailleerd niveau over gesproken worden. Ik vraag steun aan mijn collega's om dat spoedig in te plannen.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor het houden van een hoofdlijnendebat over het energieakkoord.

De heer Paulus Jansen (SP):

Steun, ook voor de betrokkenheid van de ministers van Financiën en van Economische Zaken bij dat debat. De SP-fractie dringt erop aan dat wij dat hoofdlijnendebat hebben gevoerd voor 8 oktober, als de wetgevingsdebatten over deelaspecten beginnen.

De voorzitter:

Steun voor dit verzoek dus.

De heer Jan Vos (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid is verguld met het energieakkoord en met het harde werk dat is verricht door veel mensen in de Nederlandse samenleving en overigens ook door het kabinet. Wij vinden het een uitstekend idee om daarover te debatteren, maar één minister lijkt mij genoeg. De minister van Economische Zaken is de meest aangewezen persoon. Het kabinet spreekt immers met één mond?

De voorzitter:

U geeft steun voor het houden van een hoofdlijnendebat.

De heer Jan Vos (PvdA):

Met dien verstande dat één minister mij afdoende lijkt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is een heel belangrijk onderwerp. D66 steunt graag het verzoek om een hoofdlijnendebat. Het energieakkoord bevat een aantal blokken. Het lijkt ons daarom logisch dat de bewindspersonen die verantwoordelijk zijn voor die blokken, er ook bij zijn om de vragen van de Kamerleden te beantwoorden. Dan denk ik zeker ook aan minister Blok, naast minister Kamp. Ik denk dat het logisch is dat de minister met de overkoepelende financiële verantwoordelijkheid, die zo bepalend is geweest voor de contouren van dit akkoord, er ook bij is.

De heer Leegte (VVD):

De vaste Kamercommissie heeft gevraagd om een technische briefing over het energieakkoord. Daarnaast is er op 7 oktober een wetgevingsoverleg over energie, waarin wij het zullen hebben over het energieakkoord. We kunnen altijd nog kijken of er na het wetgevingsoverleg vragen overblijven voor een ander debat, dus ik geef nu geen steun aan dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek. Ik denk dat het vergadertechnisch wel zo efficiënt is om eerst de hoofdlijnen door te spreken met de ministers die erbij betrokken zijn geweest; bij voorkeur zelfs met drie ministers, maar als het bij twee ministers blijft, is dat geen bezwaar. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft een sterke voorkeur voor de aanwezigheid van minister Blok. Mijn voorstel is om het debat te voeren voor het wetgevingsoverleg over energie, zodat we dan op de details kunnen ingaan. Het is wel zo wenselijk om de hoofdlijnen eerder te bespreken.

De voorzitter:

Minister Blok is de minister voor Wonen en Rijksdienst, en u wilt hem graag erbij.

Mevrouw Klever (PVV):

Wij steunen het verzoek voor een debat met minister Kamp. Als daar eventueel andere ministers bij gevraagd worden, vinden wij dat ook prima.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Steun voor een debat. Wij zijn het helemaal eens met de lijn van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie steunt het verzoek. Gezien de inhoud van het energieakkoord en omdat het meerdere ministeries raakt, vind ik het erg belangrijk dat in ieder geval de minister van Economische Zaken en de minister voor Wonen bij het debat aanwezig zijn.

De heer Klein (50PLUS):

Bij een WGO is maar één minister betrokken. Het is dus logisch dat we eerst met meerdere bewindslieden plenair spreken over de hoofdlijnen van het Nationaal Energieakkoord. Ik steun graag het verzoek van GroenLinks.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun voor het verzoek. Wat mij betreft is het voldoende om het debat met de minister van Economische Zaken te doen. Hij is namelijk verantwoordelijk voor energie.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, ik stel vast dat u brede steun hebt voor het houden van een debat. Er was een gemengd verlangen in de Kamer met betrekking tot de vraag wie erbij aanwezig moet zijn, maar ik heb genoteerd dat het naast de minister van Economische Zaken ook gaat om de minister van Financiën en de minister voor Wonen en Rijksdienst. Ik zal dit verzoek in zijn totaliteit overbrengen aan het kabinet, dat natuurlijk zelf gaat over zijn uitnodigingenbeleid. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Bij mijn eerste aanvraag voor dit debat is een spreektijd van vijf minuten vastgesteld. Ik stel voor om voor de timing van het debat te bekijken hoe dit past in de agenda van de bewindslieden. Laten we daar nog een kleine marge in houden. Als we pas volgend jaar januari kunnen debatteren met deze drie bewindslieden, heb ik liever een debat met minister Kamp en minister Blok. Lukt het met alle drie, dan heeft dat de grote voorkeur.

De voorzitter:

U bedoelt de minister van EZ en de minister voor Wonen en Rijksdienst. U bent bereid om flexibel te zijn als het eerder kan.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het is van belang om hier snel over te spreken. Ook de volgorde is van belang. Dat hebben verschillende woordvoerders gezegd. Nu weet ik dat de vaste commissie voor Economische Zaken voor het plannen van het WGO misschien ook nog kan uitwijken naar eind oktober. Misschien is dat iets wat u kunt meenemen in de totale planning. Verder geef ik het graag in uw handen.

De heer Leegte (VVD):

Ik aarzel even over de conclusie. Volgens mij hebben de Partij van de Arbeid en de VVD gesproken over één minister. Er is dus geen meerderheid voor meerdere ministers.

De voorzitter:

Dat hoeft ook niet. Er wordt een verzoek gedaan van de Kamer aan het kabinet. Dat kan ook door één Kamerlid worden gedaan. Het verzoek wordt in zijn totaliteit vervat in het stenogram, dat naar het kabinet gaat. Uiteindelijk gaat het kabinet erover wie het afvaardigt naar een debat. Dit zal ook onderdeel zijn van het hele stenogram.

Mevrouw Van Tongeren, u wilde ook nog vijf minuten spreektijd hebben. Wat mij betreft is dit verzoek een volkomen nieuw verzoek tot het houden van een hoofdlijnendebat. Eerder ging het verzoek over …

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

… een debat over hetzelfde SER-akkoord. Misschien kunnen we het afronden op vierenhalve minuut?

De voorzitter:

Doorgaans komt het daar al op neer. We laten vier minuten per fractie staan. We zullen proberen het zo snel mogelijk in te plannen, afhankelijk van de agenda van de diverse bewindspersonen. Ik hoop dat ik nu compleet genoeg ben geweest. Nogmaals: ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De regering is bezig met het overhevelen van zorgzwaartepakketten naar de zorgverzekeraars. Dat stond in de hoofdlijnenbrief. Op 5 september stond op de site van Per Saldo dat men nu de gedachte heeft om het zzp voor mensen met psychiatrische stoornissen weer over te dragen naar gemeenten. Voor het CDA is het inmiddels volstrekt onduidelijk. Ik neem aan dat dit ook geldt voor de mensen die het betreft. Daarom het verzoek om een debat met staatssecretaris Van Rijn.

De voorzitter:

Verzoek tot het houden van een debat met de staatssecretaris.

Mevrouw Agema (PVV):

Het is niet alleen onduidelijk, het is ook ongehoord. Deze mensen zitten niet voor niets in een instelling. Het gaat om mensen met zeer ernstige beperkingen. Ik zou dan ook niet willen dat ze naar de zorgverzekering of naar de gemeenten worden overgeheveld en daarbij hun recht op zorg verliezen. Dus daarom steun voor dit verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil het verzoek ook zeker steunen. Het lijkt mij bovendien heel zinvol dat wij nadere informatie krijgen. De plannen rond het extramuraliseren — ik vind het een vreselijk woord — van de lage zzp's, wat eigenlijk gewoon neerkomt op het op straat zetten van mensen met een lage zorgbehoefte die in een instelling verblijven, zijn inmiddels al zo'n tien keer veranderd. Niemand weet nog hoe het zit. De zorgkantoren weten het wel; die oefenen druk uit op al die instellingen om mensen maar op straat te zetten, terwijl wij niet geïnformeerd zijn. Dus graag een debat maar ook graag nadere informatie.

De heer Klein (50PLUS):

Het lijkt ons ook zeer wenselijk om eerst als Kamer die informatie te krijgen zodat we op basis daarvan een goed debat kunnen hebben. We steunen overigens het verzoek van mevrouw Keijzer om een debat.

De heer Kuzu (PvdA):

Geen steun voor het verzoek. Laten we alles in volgorde doen. Als de wens van het CDA is dat er duidelijkheid wordt verschaft, dan kan dat ook door middel van een brief. Ik heb overigens begrepen dat die brief al is toegezegd.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun voor het debat. We vinden het een heel belangrijk onderwerp. Daarom hebben we ook gevraagd of de staatssecretaris met een brief kan komen om te kijken hoe die omgaat met kwetsbare groepen in de AWBZ, de Zorgverzekeringswet en de Wmo. Op basis daarvan hebben we afgesproken om te kijken naar de mogelijkheid om een hoorzitting te houden over specifiek dit onderwerp. Dus laten we het daarvan laten afhangen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks voor het verzoek om een debat, dat wat ons ons betreft dan ook voorafgegaan wordt door een brief.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek en voor de brief.

De heer Van Veen (VVD):

Geen steun voor het verzoek. Als het goed is, is er een brief van de staatssecretaris onderweg over het doelgroepenbeleid. Laten we die brief rustig afwachten.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Agema nog een nabrander heeft.

Mevrouw Agema (PVV):

Het verzoek om een brief kwam na mijn bijdrage. Als er een brief komt, kan er dan ook een verklaring komen van de staatssecretaris waarin hij duidelijk ingaat op de effecten van het extramuraliseren van zzp 1 tot en met 3 en het sluiten van de instellingen, waarvoor ook het CDA getekend heeft?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het gaat niet alleen over de lagere zzp's maar ook over de hogere zzp's. Ik begrijp dat er voor mijn verzoek geen steun is van een meerderheid, maar dat er wel voldoende steun is voor een dertigledendebat. Dan moet het maar zo. Ik begin onderhand wel een klein beetje het gevoel te krijgen dat er wat geleurd wordt met deze groep langs de verschillende instanties in Nederland en daar is die groep echt te kwetsbaar voor.

De voorzitter:

U hebt inderdaad steun voor een dertigledendebat. Dat zal ik noteren. De spreektijd per fractie is drie minuten. Er is ook een breed geuite wens voor een brief. Dus ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Siderius van de SP.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Gisteren heeft het Nibud een onderzoeksrapport gepresenteerd over het inkomensverlies van chronisch zieken en gehandicapten als gevolg van de kabinetsmaatregelen. De uitkomsten zijn echt ontluisterend. Een jonggehandicapte die in een instelling woont, gaat er netto €2.000 op achteruit en een alleenstaande met een klein pensioen netto €1.600. Mensen met een chronische ziekte of handicap kiezen daar niet voor, die willen ook een normaal bestaan maar dat kan gewoon niet met een lege portemonnee. Deze plannen moeten daarom voor Prinsjesdag van tafel. Daarom wil ik een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks is erg geschrokken van het Nibud-rapport. Dus steun voor het verzoek van mevrouw Siderius. Ik kan mij voorstellen dat we ook de staatssecretaris van VWS vragen om aanwezig te zijn bij dat debat, omdat het hierbij ook gaat om een gevolg van een aantal inkomensondersteunende regelingen die grotendeels worden afgeschaft.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Langzamerhand wordt de stapeling van allerlei maatregelen steeds duidelijker met toch wel heel negatieve gevolgen. Dus steun voor het verzoek om een debat, zeker ook in aanwezigheid van staatssecretaris Van Rijn, aangezien het wel zijn beleid is dat tot uitvoering komt.

De voorzitter:

De staatssecretaris van VWS.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik herinner er graag aan dat er nog een uit te voeren motie van het CDA en D66 ligt waarin staat dat het kabinet met Prinsjesdag alle gecumuleerde inkomenseffecten in beeld moet brengen, maar ook wij vinden dat het rapport duidelijk tot vragen leidt, zodat wij ons kunnen aansluiten bij de vorige sprekers. Dus steun voor een debat, maar dan ook graag met de staatssecretaris van Volksgezondheid.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook de fractie van de ChristenUnie geeft steun aan het verzoek. De cijfers vallen echt heel zwaar voor chronisch zieken en gehandicapten, nog los van alle maatregelen die waarschijnlijk in de toeslagensfeer genomen zullen worden. Dat zullen wij horen op Prinsjesdag. Wij geven dus zeker steun aan dit verzoek om een debat.

De heer Klein (50PLUS):

Ook de fractie van 50PLUS verleent steun aan het verzoek, zeker vanwege de stapeling. Het lijkt mij verstandig dat ook de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij het debat aanwezig is.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

De VVD-fractie geeft geen steun aan het verzoek om een debat. Binnenkort, bij de algemene beschouwingen, zullen wij brede discussies houden over de koopkracht. Als er dan nog niet voldoende over het onderwerp gediscussieerd is, zijn alle individuele begrotingsbehandelingen daar ook nog een prima podium voor.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Op dit moment verleent de PvdA-fractie ook geen steun aan het verzoek om een debat. Op Prinsjesdag krijgen wij alle gegevens over de koopkracht. Ik kan mij best voorstellen dat wij, net als vorig jaar, nog een apart debat voeren over de koopkracht, maar het lijkt mij wel dat wij dat dan na Prinsjesdag moeten doen.

De voorzitter:

Op dit moment verleent u dus geen steun aan het verzoek.

De heer De Graaf (PVV):

De fractie van de PVV verleent wel steun aan het verzoek om een debat, al maakt dat niet heel veel uit, geloof ik.

De voorzitter:

Mevrouw Siderius, u hebt niet de steun van een Kamermeerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Siderius (SP):

Dat is teleurstellend, want chronisch zieken en gehandicapten verdienen duidelijkheid. Ik vind met name de reactie van de Partij van de Arbeid teleurstellend. Ik wil mijn verzoek om een debat graag omzetten in een aanvraag voor een dertigledendebat, als dat kan. Wat ons betreft, kan de staatssecretaris van VWS daarbij aanwezig zijn.

De voorzitter:

Ik zie de heer Roemer bij de interruptiemicrofoon staan. Mijnheer Roemer, als u op dit punt nog iets wilt zeggen, zal ik even wachten met het trekken van een conclusie.

De heer Roemer (SP):

Blijkbaar kan er vanuit het kabinet gelekt worden als een zeef. Heel het land is in rep en roer, met name over dit onderwerp. De coalitie wil tegenhouden dat erover gedebatteerd kan worden, terwijl er nu antwoorden moeten komen. Mevrouw de voorzitter, ik doe een dringend beroep op u om de belangen van de oppositie mee te laten wegen en het dertigledendebat deze week te laten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik zal het debat noteren. De spreektijd zal drie minuten per fractie bedragen.

Het woord is aan de heer Potters.

De heer Potters (VVD):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag las ik in Trouw dat bepaalde gemeenten de moed hebben opgegeven om langdurig werklozen uit een uitkering te krijgen. Veel mensen zijn hard op zoek naar een baan. Gemeenten kunnen niet het bijltje erbij neergooien, terwijl zij wel 2 miljard euro ontvangen voor dit doel. De VVD heeft, door middel van een motie van het lid Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, al eerder aandacht gevraagd voor de negatieve effecten van vrij verkeer van personen en heeft de minister opdracht gegeven om dit bespreekbaar te maken. Wij willen dan ook van beide bewindspersonen een nadere uitleg over de vraag hoe het mogelijk is dat er aan de ene kant Nederlanders werkloos thuiszitten op de bank terwijl er wel werk voorhanden is, en er aan de andere kant Roemenen en Bulgaren komen om deze arbeidsplaatsen in te vullen.

De voorzitter:

De heer Potters vraagt steun voor het houden van een debat.

De heer Heerma (CDA):

Mijn fractie steunt het verzoek.

De heer Kerstens (PvdA):

Mijn fractie steunt het verzoek, niet omdat zij van mening is dat er heel veel luie bijstandsgerechtigden op de bank zitten, dat gemeentes en werkgevers niet deugen en dat mensen uit Polen en Bulgarije hier de banen komen inpikken, maar wel omdat wij met de staatssecretaris en de minister willen spreken over oplossingen. Ik heb er al een paar aan de hand gedaan. Die herhaal ik in het debat graag. Mijn fractie steunt het verzoek om een debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat, niet omdat ik het bij voorbaat geheel eens ben met de heer Potters, maar wel omdat ik het goed vind om daarover te discussiëren. Ik wil wel graag voorafgaand aan het debat een brief waarin staat wat de resultaten zijn die zowel het huidige kabinet als het vorige kabinet hebben geboekt met het naar de tuinbouw leiden van mensen uit de bijstand en hoeveel van die banen nu — gelukkig maar — door mensen uit Oost-Europa worden vervuld omdat de aardbeien en tomaten anders zouden staan te verrotten.

De heer De Graaf (PVV):

De partij van de heer Potters heeft zelf bijgedragen aan de komst van de Roemenen en Bulgaren en wenst daar niets aan te doen. Dat geldt ook voor het door de heer Potters gesteunde kabinet. Mijn fractie verleent wel steun aan het verzoek om een debat.

De heer Ulenbelt (SP):

Wij hebben binnenkort een uitvoerig algemeen overleg over arbeidsmigratie. Volgens mij kan dit probleem daar sneller en beter aan de orde worden gesteld. Dat is altijd het argument van regeringspartijen, dus dat houd ik de heer Potters voor. Overigens discussieer ik graag met hem. In een AO komt het echt sneller aan de orde. Dat hebt u ook weleens tegen mij gezegd, voorzitter.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks kan zich helemaal aansluiten bij wat de heer Ulenbelt net heeft gezegd. Als dit onderwerp echt zo belangrijk is, dan moet het inderdaad in een AO worden besproken.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat dus.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Volgens mij sluit het een het ander niet uit. Het is een belangrijk onderwerp, al zullen wij op onderdelen met de heer Potters van mening verschillen hoe wij het moeten gaan oplossen, maar het lijkt mij reden genoeg om ook een debat te steunen.

De voorzitter:

Mijnheer Potters, u hebt steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Ik zal het gaan inplannen, met vier minuten spreektijd per fractie. Er is door een aantal leden ook om een brief verzocht, dus ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet zodat u ook een brief hebt tegen de tijd dat wij hierover gaan praten.

De heer Potters (VVD):

Dank u wel!

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Het afgelopen weekend verschenen in de media berichten dat de korting op de thuiszorg voor volgend jaar met een bedrag van 89 miljoen mogelijk van de baan is. Als dat zo is, dan zou dat natuurlijk goed nieuws zijn voor gemeenten en voor iedereen die is aangewezen op die zorg. Nu gaan wij vanavond spreken over de kortingen op de thuiszorg. De ChristenUnie vraagt, vooruitlopend op dat debat, een brief van de staatssecretaris waarin hij ingaat op de berichtgeving uit het afgelopen weekend in de kranten.

De voorzitter:

Voor vanavond 19.00 uur wilt u een brief.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ja.

De voorzitter:

Mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik zou graag willen dat de staatssecretaris in die brief ook ingaat op het goede nieuws dat deze bezuiniging niet doorgaat omdat de wetgeving er nog niet is. Ik zou daarin ook graag van hem horen of hij voornemens is om de rest van de wetgeving, waarin volgend jaar 610 miljoen wordt bezuinigd, ook in te trekken. Als één wet er niet moet komen, dan is het deze wet wel.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun voor het verzoek. Wij zijn ook benieuwd hoe de staatssecretaris dit gat in de begroting gaat dekken.

Mevrouw Keijzer (CDA):

In dit geval berichtgeving door de staatssecretaris zelf over die 89 miljoen, want daarover hebben wij het dan. Ik denk dat het heel goed is dat hierover duidelijkheid zal worden gegeven en dat niet weer wordt verwezen naar Prinsjesdag. Dus steun voor het verzoek.

De heer Kuzu (PvdA):

Vanavond vindt inderdaad het debat plaats. Steun van de PvdA-fractie voor een brief daarover.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

Mevrouw Leijten (SP):

Dit soort dingen lekken maar er niet over willen spreken in de Kamer vinden wij al twee weken achterhaald. Steun voor deze brief, maar dan betrekken wij die vanavond wel bij het debat en dan neem ik geen genoegen met het antwoord dat wij het daar pas volgende week over mogen hebben.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. "Minister van Defensie, het is vijf voor twaalf". Dat was de titel van een artikel van Harm de Jonge, een van de voormannen van de officierenvereniging, gericht aan het adres van de minister van Defensie. Hij constateert dat het draagvlak voor bezuinigingen weg is en, veel erger nog, dat het personeel geen vertrouwen heeft in de politieke leiding van dit kabinet en van de minister van Defensie. Zeker als wij mensen op gevaarlijke missies onder de politieke verantwoordelijkheid van onze minister moeten uitzenden en als het vertrouwen weg is, is dat een heel ernstige situatie. Ik wil graag een reactie van de minister op dat artikel. Ik vraag een debat aan. Ik wil verder graag de brief ontvangen voor donderdag 12.00 uur.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor een debat en voor een brief.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Als je doelen en je ambities te ver uiteen gaan liggen, dan gaat de zaak knellen. Dus ik steun een brief. Een debat kan altijd daarna nog.

De voorzitter:

Wel steun voor de brief, geen steun voor het debat.

Mevrouw Hachchi (D66):

Helaas hebben wij de minister vandaag niet tijdens het vragenuur hierover kunnen spreken. Dan waren er denk ik meteen heel wat vragen beantwoord. Steun voor de brief. Ik voeg daaraan graag de vraag toe of de minister erop kan ingaan hoe haar personeel betrokken werd en wordt bij het schrijven van een visie, waar zij al bijna een jaar mee bezig is. Op basis van die brief gaat mijn fractie bepalen of wij een debat steunen of dat wij dat gaan koppelen aan een ander debat.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Bij de SGP is de steun voor de bezuinigingen op Defensie allang verdwenen. Het is een zorgelijke ontwikkeling. Van harte steun voor de brief en voor het debat.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt zowel het verzoek om een brief als het verzoek om een debat.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Steun voor een brief. Nog geen steun voor een debat. Wij zullen eerst de brief afwachten.

De heer Verheijen (VVD):

Steun voor de brief. Vooralsnog geen steun voor het debat. Wij wachten eerst de brief af.

De heer Knops (CDA):

Deze ellende is voor een groot deel voortgekomen uit het feit dat we nog steeds geen beleidsbrief hebben over de toekomstvisie van Defensie. Die brief wil ik het liefst eerst hebben. Ik denk dat de heer Segers dat verzoek ook steunt. Daarna mag wat mij betreft ook die andere brief komen. Dan bekijken we wel of een debat nodig is.

De voorzitter:

Op dit moment is er dus nog geen steun voor het debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dan onderstreep ik het verzoek om een brief voor donderdag 12.00 uur, zodat ik donderdag bij de regeling van werkzaamheden eventueel alsnog een debat kan aanvragen. Of ik zal mijn verzoek omzetten in het verzoek om een dertigledendebat, maar dat zien we donderdag wel.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

Naar boven