Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 56, item 14 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 56, item 14 |
Aan de orde is het debat over de agenda van de Europese top (inclusief problematiek Griekenland).
De voorzitter:
We moeten een beetje tempo maken in dit debat, want met name de minister-president is aan tijd gebonden. We hebben afgesproken, daarmee rekening te houden.
De heer Irrgang (SP):
Voorzitter. Een nieuwe top en een nieuw akkoord. Opnieuw over Griekenland dit keer. Opnieuw is het ook te weinig om het Griekse schuldenprobleem daadwerkelijk op te lossen. In het gunstigste scenario zal de Griekse schuld in 2020 net boven de 120% van de totale omvang van de Griekse economie uitkomen. Dat is min of meer het niveau van de schuld toen de problemen in Griekenland begonnen. Het is dus geen oplossing. Mijn fractie begrijpt niet hoe dit kabinet kan volhouden dat dit wel het geval is. Gelooft de minister-president dat de Griekse schuld zo houdbaar wordt? De kans is levensgroot dat de 120% in 2020 niet gehaald gaat worden. De minister van Financiën neemt in zijn brief van 22 februari dan ook een voorschot op nog meer steun vanuit de publieke sector in Europa. Hij is er blijkbaar ook niet zo zeker van dat dit tweede pakket wel zal werken. Maar waarom, zo vraag ik de minister van Financiën, heeft hij er dan mee ingestemd? Wat hebben we aan een pakket waarmee de problemen niet worden opgelost en zelfs alleen maar worden verergerd en waar nog geld bij moet? En wat zijn de Grieken hiermee geholpen?
Toen de SP in mei 2010 voorstelde om de Griekse schuld te saneren had een afschrijving van 53,5% nog zin gehad. Dan was de schuld op een niveau van rond de 60% gekomen. Maar nee, dat was gevaarlijk en onverantwoordelijk was de reactie toen in de richting mijn fractie. Het besmettingsgevaar is nu minder, aldus de minister van Financiën. Met andere woorden: financiële instellingen hebben de tijd gehad om hun reserves aan te vullen en zich deels terug te trekken uit Griekenland. De Europese burger mag van de Europese regeringsleiders de rekening betalen, terwijl de bankiers letterlijk nog een zoethoudertje krijgen. Dat noemen wij pas gevaarlijk en onverantwoordelijk. Zeker, en dat zal blijken, als dit uiteindelijk het probleem ook weer niet oplost. De Europese leiders zorgen goed voor de Europese bankiers en slecht voor de Europese burgers. Griekenland, het land dat hier zogenaamd mee wordt geholpen, is nog wel het slechtst af. Het land lijkt van de sociale en economische klif geduwd en lijkt weinig andere opties meer over te hebben dan zelf te besluiten, uit de eurozone te stappen. Ik vraag de minister-president mede naar aanleiding van de uitspraken van een Duitse minister of dit soms de bedoeling is van deze aanpak.
Tot slot stel ik nog twee feitelijke vragen over Griekenland. Worden de nieuwe obligaties uitgegeven onder Engels recht, waarmee een noodzakelijke verdere sanering van de Griekse schulden veel moeilijker wordt gemaakt? Wat gebeurt er als minder dan 95% van de private schuldeisers wil meewerken?
Het is ook slecht gesteld met de Europese economie. De Europese Commissie verwacht dat Nederland na Griekenland, Spanje en Portugal in 2012 de slechtst presterende economie in de eurozone zal zijn. Een analist van de Wall Street Journal gaf in zijn bijdrage vorige week het probleem van Nederland treffend weer. De afgelopen decennia heeft loonmatiging ervoor gezorgd dat we meer concurrerend werden en een overschot hielden op de kapitaal- en handelsbalans. Het advies van de Wall Street Journal aan Nederland is dan ook om met die loonmatiging te stoppen. Dat is goed voor het oplossen van de private schulden, goed voor de economie en goed voor andere Europese landen die meer dienen te exporteren. Graag een reactie van de minister-president daarop.
Het begrotingspact dat tijdens deze top getekend zal worden, is een soort in beton gegoten Stabiliteits- en Groeipact. Het leidt in deze eurocrisis tot grootschalige krimp van economieën en het maakt het bijna onmogelijk voor Zuid-Europa om door groei van de export naar Noord-Europa hun economieën er weer bovenop te krijgen. Het zou daarom beter het Krimp- en Instabiliteitspact kunnen worden genoemd. Graag een reactie van de minister-president of deze benaming de lading niet beter dekt.Deze crisis ontstond niet door overheden die te veel geld uitgaven, maar door een gedereguleerde financiële sector die in ons gezicht ontplofte. Deze minister-president wil nu elders in Europa fors gaan dereguleren. Dat blijkt uit het zogenaamde Plan voor groei in Europa, dat de premier met elf andere conservatieve regeringsleiders heeft ondertekend. Over de voorgestelde deregulering van de dienstensector in Europa zei de premier vorig jaar dat de oorspronkelijke Dienstenrichtlijn in ere moest worden hersteld. Volgens dat voorstel zou bijvoorbeeld een Poolse loodgieter in Nederland aan de slag kunnen volgens Poolse arbeidsvoorwaarden en zich niet aan de Nederlandse cao's hoeven te houden. De minister voor EL&I bezwoer ons dat een gewenste aanpassing aan de Dienstenrichtlijn absoluut geen betrekking zou hebben op het wettelijk minimumloon en de arbeidsvoorwaarden. Komt het kabinet hier nu op terug? Als dat het geval is, moet de PVV-fractie geen meldpunt instellen, maar de politieke steun voor dit kabinet intrekken.
Het plan van de minister-president geeft in ieder geval het verkeerde signaal af aan de Europese Commissie, die binnenkort voorstellen zal doen over de Detacheringsrichtlijn en de verhouding tussen sociale rechten en de interne markt. Die verhouding is door een aantal uitspraken van het Europees Hof ernstig verstoord doordat de interne markt in bepaalde gevallen voorrang kreeg boven lokale cao's en het stakingsrecht. In het plan van de minister-president wordt met geen woord gerept van het versterken van sociale rechten. Deelt de minister-president de mening van de SP-fractie dat de sociale rechten moeten worden versterkt naar aanleiding van de uitspraken van het Europees Hof?
Tot slot staat ook het kandidaat-lidmaatschap van Servië op de agenda. De SP-fractie verwelkomt de recente stappen die zijn gezet naar het normaliseren van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië, maar ziet daarin nog onvoldoende garanties voor duurzame stabiliteit in Noord-Kosovo. Er is nog geen sprake van werkelijke normalisering. De wens is hier de vader van de gedachte. Zolang er geen zicht is op een duurzame oplossing voor de geschillen tussen Servië en Kosovo is het volgens de SP-fractie onwenselijk om Servië het kandidaat-lidmaatschap te verlenen. Wat is het standpunt van de Nederlandse regering hierover?
De heer Schouw (D66):
Voorzitter. Het is deze maand precies twintig jaar geleden dat de Europese Unie en de euro als idee werden geboren in het Verdrag van Maastricht. Dit verdrag legde de basis voor meer welvaart en stabiliteit in Europa. Nu, twintig jaar later, zien wij dat dit verdrag niet meer voldoende is om de 21ste eeuw in te gaan als een welvarend en sterk Europa. Wij zien dat de EU op een aantal cruciale domeinen in gebreke is gebleven. Ik denk bijvoorbeeld aan de begrotingsdiscipline, het bankentoezicht en de economischebeleidscoördinatie. Het is dus goed dat Europa, het kabinet en beide Kamers van dit land gezamenlijk optrekken om hier iets aan te doen.
Ik ga vandaag in op een aantal thema's. Mijn eerste thema is het begrotingspact. De fractie van D66 vindt het ontzettend belangrijk dat nu echt wordt afgesproken dat een begrotingstekort van 3% "het matje is". Hier moeten ook sancties met tanden bij komen. Een groot deel van het nieuwe verdrag, de overeenkomst, kon echter ook onder het sixpack en andere verdragen geregeld worden. Eurocommissaris Rehn heeft dit bevestigd. Mijn fractie heeft hierover een aantal vragen. Hoe brengen wij dit begrotingspact weer onder EU-recht? Daarover is een motie aangenomen. Het kabinet was er enthousiast over, maar waar is het implementatieplan? Krijgen wij hierover informatie?
Ook maakt mijn fractie zich zorgen over de verschillende juridische sporen. Hoe gaat het kabinet om, zo vraag ik belangstellend en beleefd, met de eventuele toekomstige waterscheiding tussen de Europese Unie, Engeland en Tsjechië en de eurozone? Hoe dichten wij dit gat? Wat is de constructieve bijdrage van Nederland hierin? Wat zijn de concrete acties van de Nederlandse regering om een parallelle structuur in de EU te voorkomen? Kunnen wij afspreken dat wij dit gat bijvoorbeeld binnen een jaar of twee proberen te dichten?
Wij zien in de praktijk direct een uitdaging: de benoeming van de voorzitter van de Europese Raad en de eurozonetop. Hoe verhouden deze twee zich praktisch tot elkaar? Deelt het kabinet de mening dat het uiteindelijk beter is om één gekozen Europese president te hebben die de functies van de heer Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, en de heer Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, combineert?
Ik dank het kabinet ervoor dat het heeft geprobeerd heel spoedig mijn vragen over de overdracht van soevereiniteit te beantwoorden. Ik vroeg mij af, of met dit begrotingspact geen nationale bevoegdheden worden overgedragen. Wat mij daarbij opvalt, is dat het kabinet eerst met een disclaimer komt en zegt: soevereiniteit is eigenlijk een rekbaar begrip dat niet met een schaartje te knippen is. Dit heeft echter wel geleid tot twee feitelijke vragen waar ik graag een wat preciezer antwoord op zou krijgen van de minister-president. Is de regel van de omgekeerde gekwalificeerde meerderheid nu wel of niet een aantasting van de soevereiniteit? Is de mogelijke gang naar het Hof een aantasting van de soevereiniteit? Voorts ontvang ik graag op dit punt een toezegging of het kabinet in het advies aan de Raad van State, dat zal worden gevraagd over het nieuwe verdrag of over het verdrag tussen de 25 lidstaten, expliciet zal ingaan op het punt van de soevereiniteit.
In het Europees semester wordt het economisch beleid van de EU-lidstaten afgestemd. De Europese Commissie heeft daarin vijf prioriteiten benoemd. Mijn fractie vindt dit buitengewoon goede prioriteiten, maar die leiden wel nog tot een aantal vragen. Welke duurzame hervormingen zullen er in Nederland plaatsvinden om te voldoen aan de vijf prioriteiten die de Europese Commissie heeft benoemd en die omarmd zijn door het kabinet? Wat is de doorwerking daarvan in Nederland? Welke hervormingen van het openbaar bestuur zal Nederland in het kader van het semester doorvoeren? Punt vijf is namelijk het moderniseren van het openbaar bestuur. Komen er nu nog extra dingen naast wat al is afgesproken in het regeerakkoord of blijft het daarbij? Er is enthousiasme, maar als het daarbij blijft, lijkt het een dode letter. In dit verband vraag ik ook nog aan het kabinet of de kritiek van de nationale rekenkamer op het ESM, namelijk dat de Europese rekenkamer geen toegang heeft tot het ESM, ter harte wordt genomen door het kabinet en of het daar ook wat aan gaat doen.
Servië is ook een belangrijk punt op de agenda. Wij constateren dat de EU-conditionaliteit langzaam maar zeker hervormingen in Servië teweegbrengt. Er is een akkoord met Kosovo over bilateraal grensverkeer en over de positie van Kosovo in regionale fora. Mijn fractie gelooft dat een "ja" de steun voor het EU-integratieproces in Servië versterkt, maar een vinger aan de pols blijft natuurlijk absoluut noodzakelijk.
Tot slot kom ik op Griekenland. Het tweede steunpakket van afgelopen zomer is bijna een feit. De onderhandelingen gaan langzaam en moeizaam. Steun aan Griekenland is echter nodig voor vertrouwen in de euro en vertrouwen in de eurozone. De maatregelen die de Grieken moeten nemen, trekken een zware wissel op het land. D66 steunt dan ook de inzet van Nederland in Europa om de implementatie nauwlettend te volgen, zeker omdat het akkoord een balancerende koorddanser is. Het gaat uit van een positief scenario: de implementatie van hervormingen moet goed gaan, de groei mag niet tegenvallen en de structuur van het land moet verbeteren. Dit alles vergt veel van Griekenland, maar natuurlijk ook van de trojka. Minister De Jager erkent dit, maar hij zegt dat extra steun niet wordt uitgesloten. Waarom wordt er dan niet meer afgeschreven op de Griekse schuld? Is het ook mogelijk om de Europese fondsen voor Griekenland te versnellen zodat geïnvesteerd kan worden in infrastructuur en onderwijs, natuurlijk in ruil voor hervormingen? Graag ontvang ik een reactie hierop.
De heer Dijkhoff (VVD):
De heer Schouw vroeg aan het kabinet om een actieplan om het nieuwe begrotingsplan communautair te maken. Ik snap de wens van de heer Schouw, maar kan hij mij dit uitleggen? In mijn visie is het namelijk zo dat dit pas zou kunnen als Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk meedoen. Blijkbaar ziet de heer Schouw het niet als een mission impossible. Hoe kan het begrotingspact zijns inziens meer communautair worden zonder dat die twee landen meedoen?
De heer Schouw (D66):
Dat is een belangrijke vraag, maar die moet ik echt doorgeven aan het kabinet. Er is hier een motie van mij aangenomen, die de heer Dijkhoff volgens mij ook gesteund heeft, om het landenakkoord in een communautair vat te gieten. Daar hebben wij vijf jaar de tijd voor. Ik zou dat graag versnellen. Bovendien zou ik graag een soort implementatieplan willen zien van de wijze waarop dit kan. Als er juridische obstakels zijn, hoor ik dat graag van het kabinet.
De heer Dijkhoff (VVD):
Dat is helder. Dan zijn er geen verrassingen, maar helaas ook geen briljante oplossingen voor de beren die ik op de weg zie. Voor de helderheid, als wij een motie ondersteunen, geldt dat alleen voor zover dat in de realiteit kan. Mocht het niet kunnen, dan houdt het snel op.
De heer Schouw (D66):
Volgens mij zijn wij het erover eens dat wij geen parallelle structuren willen in Europa. Wij willen één heldere structuur. Dat vergroot de slagvaardigheid van het beleid. Natuurlijk zijn er beren op de weg, maar het is aan het kabinet om die concrete problemen op te lossen. Wij spreken slechts een politieke wens uit. Ik ben blij dat de VVD het eens is met de wens van D66.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik hoor de heer Schouw zeggen dat D66 wel zorgen heeft over de impact van het verdrag, de begrotingsafspraken en het pakket voor Griekenland. Wij delen die zorgen. Wij hebben met name zorgen over het milieu en de bevolking aldaar. De heer Schouw zegt dat wij dit maar goed moeten volgen de komende jaren, maar wat stelt hij zich daarbij voor? Hoe kunnen wij voorkomen dat de bevolking eronder lijdt en dat het milieu in Griekenland naar de gallemiezen gaat als wij met deze trojka doorzetten?
De heer Schouw (D66):
Ik dacht dat ik mijn woorden zorgvuldig had gekozen. Ik zeg toch ook dat deze aanpak veel offers vraagt van de Griekse bevolking? Ik pleit ervoor en heb het kabinet gevraagd om te bekijken of wij de structuurfondsen die bedoeld zijn voor Griekenland, misschien naar voren kunnen halen, zodat wij naast de verplichte bezuinigingen en hervormingen die Griekenland krijgt opgelegd, ook in het land kunnen investeren. Dat is namelijk nodig; ik denk dat wij dat allemaal vinden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Laat ik het wat concreter maken. Dit debat draait voortdurend om de vraag wat de Europese afspraken zijn, of wij ons daaraan houden en hoe wij Griekenland eraan kunnen houden. Wij krijgen heel duidelijke waarschuwingen dat het pakket dat nu aan Griekenland wordt opgelegd, grote nadelen zal hebben voor natuur en milieu. Sterker nog, de Europese regels die de natuur moeten beschermen, zullen aan de kant worden geschoven. In Nederland pikt D66 dat niet, en terecht. D66 wil ook dat de Hedwigepolder onder water wordt gezet en wijst op de Europese afspraken die daarover zijn gemaakt. D66 lijkt het echter wel in orde te vinden als dat in Griekenland gaat gebeuren en komt met niet meer dan de vraag of wij dat de komende jaren een beetje in de gaten kunnen houden. Dat lijkt mij niet genoeg!
De heer Schouw (D66):
Prioritair is dat het huishoudboekje op orde komt. Dat geldt voor Nederland en voor de andere Europese landen. Dat is voor D66 echt prioritair.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
D66 en GroenLinks delen hun zorgen over de juridische en democratische houdbaarheid van het begrotingspakket. De heer Schouw heeft eerder aangegeven dat hij hierop tijdens het ratificatieproces heel scherp zal letten. Hij zal scherp letten op eventuele juridische voetklemmen en belemmeringen. Als het nodig is, zal D66 besluiten om ermee te stoppen en het pakket niet te ratificeren. Mijn vraag is hoe het dan verder moet. Als het kabinet dadelijk op 1 of 2 maart tekent, hebben wij het toch uit handen gegeven? Als dan twaalf landen het pakket ratificeren, gaan wij er hier toch niet meer over? Ik deel de terechte zorgen van de heer Schouw, maar hoe wil hij zijn plannen effectueren?
De heer Schouw (D66):
Dit is leuk geprobeerd, laat ik dat alvast meegeven, maar wij hebben tijdens een vorig debat een afspraak gemaakt: het kabinet tekent, voor eigen verantwoordelijkheid. Direct daarna zal het kabinet advies vragen aan de Raad van State en komen wij hier in een besluitvormingsproces terecht om te bekijken waar de pijnpunten in het verdrag zitten ten opzichte van de huidige EU-regelingen. Ik ben inmiddels weer een beetje verder. Zoals mevrouw Sap weet, hebben wij een expertmeeting georganiseerd. Wij hebben zelfs vanmiddag nog met de experts van de verschillende departementen gesproken over de juridische problemen die zouden kunnen voorkomen. Drie weken geleden vreesde ik grote juridische problemen. Die vrees is wat minder geworden nadat ik de verschillende experts heb geconsulteerd. Toch blijft mijn punt staan: mocht de komende maanden blijken dat wij heel grote juridische problemen krijgen met de twee verschillende verdragen, dan zullen wij natuurlijk ons mind opmaken. Mijn vrees is echter wel minder geworden.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik heb dezelfde expertmeetings bijgewoond. Mijn vrees is daardoor zeker nog niet minder geworden. Mijn vraag blijft de volgende. Stel dat uw vrees dadelijk weer groter wordt en dat die bewaarheid wordt, dan vraag ik mij af wat u nog in handen hebt om deze ontwikkelingen een halt toe te roepen. Hebt u het dan niet al weggegeven? Bent u met mij bereid om aan het kabinet voor te leggen hoe het dan verder moet? Zijn we in Nederland dan werkelijk afhankelijk van het feit dat twaalf andere Eurolanden het verdrag geratificeerd hebben? Heeft dit parlement dan niets meer te zeggen, of staat u dan nog steeds op uw rechten?
De heer Schouw (D66):
Het is een "als-dan"-vraag. Het is mooi om daarover te speculeren, maar ik heb in mijn eerste antwoord aangegeven wat volgens mij de afspraak is met het kabinet. Het kabinet tekent voor zijn eigen rekening en risico. Vervolgens behandelen de Tweede Kamer en de Eerste Kamer dat keurig netjes.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Schouw stapt heel gemakkelijk heen over de kritiek van gisteren van de Algemene Rekenkamer. Is hij met zijn partij nog steeds bereid om het ESM onvoorwaardelijk te steunen, ondanks alle kritiek van de Algemene Rekenkamer dat er extern onvoldoende verantwoordelijkheid wordt afgelegd over de bestede gelden en met de wetenschap dat Nederland zijn veto heeft ingeleverd en dat het vanuit dat permanente noodfonds ook niet meer over de bestedingen gaat?
De heer Schouw (D66):
Ik ben de heer Van Dijck buitengewoon dankbaar voor deze vraag. De heer Koolmees heeft mij er namelijk op gewezen dat ik nog eens heel nadrukkelijk aan de regering moet vragen hoe zij omgaat met de kritiek van de Algemene Rekenkamer op het ESM, met name op het punt dat de Europese Rekenkamer geen vinger achter het ESM kan krijgen. Wat dat betreft moet er wel iets gebeuren. Ik dacht dat ik dat punt in mijn inbreng had genoemd, maar het is goed om dat nog even te benadrukken. Voor een belangrijk deel delen wij dus die kritiek en ik hoor graag hoe het kabinet daarmee omgaat.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Resumerend zegt de heer Schouw dus dat hij de huidige tekst van het verdrag nooit zal accepteren, behalve als die gecorrigeerd wordt op in ieder geval het punt van de externe verantwoordelijkheid en, wat ons betreft, op dat van de zeggenschap? Dat vetorecht zou er wat ons betreft namelijk ook uit moeten. Heb ik dat goed geconcludeerd?
De heer Schouw (D66):
Ook dat is ontzettend leuk geprobeerd, maar dat is toch een conclusie bezijden de waarheid. De heer Van Dijck heeft een punt. Daarom heb ik het kabinet de vraag indringend gesteld. Dat was precies op het moment waarop de minister-president niet in gesprek was met zijn minister van Financiën, dus hij heeft dat heel goed gehoord.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Er zijn in het afgelopen jaar al heel wat momenten geweest waarop er moeilijke besluiten over de euro genomen moesten worden en vandaag is weer zo'n dag. Ongeveer 2 jaar geleden werd er een lening van 110 mld. aan de Grieken verstrekt om ervoor te zorgen dat Griekenland het hoofd financieel boven water kon houden. Twee jaar geleden konden we niet vermoeden dat we nu weer over een nieuwe lening zouden praten. Toen was de verwachting dat de Grieken genoeg tijd kregen om orde op zaken te stellen. Nu blijkt dat de situatie volstrekt anders is voor zowel de Grieken als voor de eurozone. De ChristenUnie-fractie heeft de afgelopen twee jaren steeds twee leidende principes gehad bij de keuzes die gemaakt moesten worden: bieden we de Grieken met de maatregelen daadwerkelijk perspectief en dragen ze bij aan de stabiliteit van de eurozone? In dat kader hebben wij al lang gepleit voor een forse herstructurering van de Griekse schuld in combinatie met hervormingen en een sterker sanctiemechanisme voor heel Europa.
Met het pakket dat nu voorligt, wordt een aantal stappen in de goede richting gezet. Er ligt eindelijk een concreet voorstel om de private schulden met 53,5% af te schrijven. Ook wordt er nog scherper ingezet op de naleving van gemaakte afspraken. De grote vraag bij het voorliggende pakket is of het de problemen voor Griekenland structureel oplost. De minister houdt wat dat betreft een slag om de arm. Hij geeft aan dat er risico's kleven aan het pakket. Wat is de risicoafweging van het kabinet geweest? De minister-president stelde enkele weken geleden zelf dat het niet onoverkomelijk is als Griekenland uit de euro treedt. Kennelijk is er dus sprake van een afweging in de balans tussen enerzijds het redden van de Grieken en anderzijds het failliet laten gaan van Griekenland en mogelijkerwijs het uittreden van dat land uit de euro. Welke afweging heeft het kabinet hierbij gemaakt, en op grond van welke overwegingen? Zet het kabinet koste wat het kost in op het behoud van Griekenland voor de eurozone of trekt het ergens een streep?
In het afgesproken pakket zit ook veel conditionaliteit, waaronder een significante bijdrage van het IMF. Wanneer is er volgens het kabinet sprake van een significante bijdrage? Zal Nederland, indien het IMF straks terughoudend is in de bijdrage die het wil leveren, dan niet over de brug komen? Wat is in elk scenario het maximale bedrag dat Nederland wil lenen via dit pakket?
Naast de herstructurering van de schulden door de private sector, zullen ook de Europese Centrale Bank en de centrale banken van de landen een bijdrage gaan leveren aan het houdbaar houden van de Griekse schuld. De winst op Griekse obligaties zal teruggesluisd worden naar het land. Hoeveel bedraagt dit concreet voor Nederland? Ook de renteopslag op de Griekse obligaties wordt verlaagd. Dit wordt gecompenseerd door de winstafdracht op het SMP. Het kan raar lopen. Vorig was er nog een tegenvaller bij de winstafdracht bij DNB en nu verwacht de minister een meevaller. Waarop is deze aanname gebaseerd? Als die winstafdracht tegenvalt, dan heeft dat toch alsnog consequenties voor de begroting?
De discussie over het hulppakket voor Griekenland kan niet los worden gezien van de grotere discussie over de vormgeving en de hoogte van het ESM. Zoals het kabinet weet, is mijn fractie altijd erg kritisch geweest over de beperkte rol die het nationale parlement heeft bij besluiten over bestedingen van het ESM. Gisteren uitte de Algemene Rekenkamer forse kritiek op de weinig transparante informatievoorziening en de beperkte externe controlemogelijkheden op de besteding van de middelen uit het ESM. Volgens de Algemene Rekenkamer raakt dit direct aan de legitimiteit van overheidshandelen in het algemeen en het draagvlak in de samenleving voor de uitvoering van het ESM in het bijzonder. Het gaat om de besteding van belastinggeld, die instemming vooraf en controle achteraf behoeft. Hoe duidt het kabinet de kritiek van de Algemene Rekenkamer?
Wat de ChristenUnie betreft moet de externe, publieke controle uiteraard geregeld worden, maar ook de parlementaire controle op de besteding van de middelen, met inachtneming van een snelle procedure indien die noodzakelijk is. Dat raakt immers het hoogste recht van de Kamer, het budgetrecht. Is de minister bereid te voorzien in zowel een vorm van formele instemming door het parlement met de besteding van de ESM-middelen vooraf als in de controle van de besteding van de middelen door een Europese rekenkamer achteraf?
In de marge van de Europese Raad zal ook het begrotingspact worden ondertekend. Mijn fractie kan zich in hoofdlijnen vinden in het verdrag. Tijdens de ratificatie zullen we hierop nader ingaan. Wel zien wij een risico in het feit dat er straks landen ondertekenen die er bij de ratificatie alsnog van afzien. De Franse geluiden zijn wat dat betreft niet hoopgevend. Ziet de minister dit risico ook? Hoe gaat hij voorkomen dat een aantal landen – dan denk ik met name aan Frankrijk – zich straks toch niet committeren aan dit verdrag? Hiernaast is onze indruk dat de golden rule onze Grondwet raakt, omdat het de parlementaire vrijheid inkadert om een begroting vast te stellen. In dat geval is instemming van twee derde van de Kamer met het voorstel voor de Wet houdbare overheidsfinanciën vereist. Onderschrijft het kabinet dit?
We moeten vandaag een keuze maken voor of tegen een nieuw hulppakket. Mijn fractie vraagt zich zeer af of dit pakket het uiteindelijke redmiddel voor Griekenland zal zijn. Tegelijkertijd zien wij ook de goede elementen in het pakket en weten wij dat géén steun verlenen eveneens grote consequenties heeft.
Wij hebben nog een aantal vragen gesteld waarop wij graag antwoord krijgen. Onze inzet is erop gericht dat de Grieken en de eurozone perspectief geboden wordt. Daarvoor moeten wij weten waarom het kabinet dit pakket beter vindt voor Nederland, voor de Grieken en voor Europa. Wij willen een overtuigend antwoord krijgen op die vraag, voordat wij de vrijmoedigheid hebben om hiermee in te stemmen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mevrouw Schouten stelt goede en terechte vragen. De ChristenUnie heeft er altijd een punt van gemaakt dat er voldoende moet worden afgeschreven op de schulden om de schuldhoudbaarheid op orde te krijgen. Wat gaat de ChristenUnie uiteindelijk doen als ze "nee" zou zeggen? Ik heb in de bijdrage van mevrouw Schouten namelijk één ding niet gehoord, namelijk een alternatief. Het punt is natuurlijk wel wat er op 20 maart gebeurt als je "nee"" zegt. Je kunt zeggen dat het nu niet genoeg is, maar dan moet je wel een alternatief bieden.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik heb die vraag bij het kabinet neergelegd. Het kabinet heeft kennelijk een afweging gemaakt dat het nu beter is om wel door te gaan en geld te geven. Daartegenover staat het scenario dat er niets gebeurt of dat er mogelijk een alternatief ligt. Ik wil graag van het kabinet weten welke afweging daarbij is gemaakt, zodat wij op grond daarvan onze afweging kunnen maken.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik ben oprecht geïnteresseerd in het alternatief dat mevrouw Schouten voor zich ziet. Als een meerderheid in dit parlement nee zou zeggen tegen het compromis, langs welke lijnen ziet mevrouw Schouten dan het alternatief tot stand komen?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ik wil eerst weten welke afweging is gemaakt. Ik herhaal wat dat betreft mijn antwoord. Ik wil ook weten welke alternatieven het kabinet heeft overwogen. Kennelijk heeft het kabinet dat gedaan, een balans opgemaakt en gesteld dat dit beter is. Dan wil ik van het kabinet graag horen welke eventuele afwegingen er zijn geweest.
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Namens de CDA-fractie zal mijn collega Blanksma straks spreken over Griekenland en het noodfonds. Er staat echter meer op de agenda van de komende Europese top. Daarover zal ik namens de CDA-fractie enkele vragen stellen aan de regering.
Ten aanzien van het Europees semester en de vijf prioriteiten zijn wij verheugd over de brief die onze minister-president mede met enkele andere collega's heeft gestuurd. Wij staan daar volledig achter. Wij staan ook achter de ondertekening van het begrotingspact.
Tijdens de komende top wordt ook gesproken over een aantal internationale topontmoetingen. De voorbereiding van de G20-top in Mexico zal ook besproken worden tijdens de komende Europese top. Helaas zal Nederland wederom niet aanwezig zijn, terwijl ons land toch de zestiende economie ter wereld heeft. Bovendien staat op de top in Mexico voedselzekerheid en verhoging van duurzame landbouwproductie hoog op de agenda. Nederland is de derde agrarische grootmacht ter wereld en heeft zeer veel expertise in huis over duurzame landbouwproductie. Kortom, het is een gemiste kans dat Nederland niet kan aanschuiven bij deze G20-top. Wij hopen dat de minister-president zich tijdens de Europese top actief zal inzetten om in ieder geval via Europa, zij het virtueel, mee te doen aan deze G20-top.
Tijdens de Raad zal ook gesproken worden over het zuidelijk nabuurschap en de Arabische transitie. Het CDA is zeer bezorgd over de rechten van vrouwen en over religieuze en seksuele minderheden. Wij vinden dat Europa duidelijke minimumvoorwaarden moet formuleren voor hulp aan deze regio. "More for more" en "less for less". De minister knikt, maar wij vinden dat wat te vrijblijvend. De landen in deze regio zullen hun minderheden moeten beschermen. "Less means nothing" moet het credo worden. De Europese Unie moet zich daarop nadrukkelijker presenteren. In de conceptbesluiten kan wat het CDA betreft de conclusie wel wat stelliger. Er staat nu "reconsidering support to governance". Wij zijn van mening dat in de besluitvorming best kan staan dat als regeringen niet voldoen aan deze Europese voorwaarden, er geen steun aan die regeringen wordt gegeven.
Hoe staat het overigens wat Egypte betreft met het initiatief tot een onafhankelijk onderzoek, waarop de minister van Buitenlandse Zaken heeft aangedrongen? Wij prijzen hem daarvoor. Het is goed dat hij daarop de nadruk heeft gelegd, maar welke consequenties heeft het als dit onafhankelijk onderzoek uitblijft?
De CDA-fractie waardeert de aanwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken de vorige week in Tunis op een bijeenkomst van de Vrienden van Syrië, maar in de verslagen draait het toch vooral om mevrouw Clinton en is mevrouw Ashton in geen velden of wegen te bekennen. De EU als buurregio is te weinig zichtbaar. De Syrian National Council wordt gezien als de legitieme vertegenwoordiger die in Syrië de vreedzame verantwoording moet nastreven. Kan de minister daar iets meer over zeggen? Wat gebeurt er in het post-Assadtijdperk? Als wij vinden dat Al-Assad moet opstappen, dan moeten wij ook duidelijk zijn over de vraag wat er daarna gebeurt, of de huidige nachtmerrie dan niet zal aanhouden.
Humanitaire corridors zijn wat ons betreft noodzakelijk, maar kunnen leiden tot het uiteenvallen van Syrië. Is dat niet al aan de gang? Nederland en Europa moeten concreter zijn in het aanbieden van medische hulp aan slachtoffers van de bloedbaden in Syrië. Nederland draagt nu via het WFP 1 mln. bij aan het Syrian Humanitarian Forum. Hoe wordt dit gecoördineerd. Komt het geld ook echt bij de hulpbehoevenden? Kunnen wij geen zwaargewonden in Nederland verzorgen?
Ik kom op Servië. Nederland kan instemmen met de kandidaatlidstatus van Servië, maar wij zijn wel van mening dat de start van de onderhandelingen over toetreding aan duidelijke voorwaarden ten aanzien van normalisering van de betrekkingen met Kosovo moet zijn verbonden. Kan de regering aangeven of daar door de Europese Unie concrete drempels voor worden ingebouwd?
Als laatste staat ook Schengen op de agenda. Nederland kan niet instemmen met toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de Schengenzone. Het CDA maakt zich groeiende zorgen over de uitzonderingspositie die Nederland op dit punt inneemt.
De voorzitter:
Dank u wel. Uw tijd is om.
De heer Ormel (CDA):
Ik heb nog één laatste zin. Wij willen van de minister-president horen wat deze positie betekent voor andere Europese dossiers zoals het groenboek gezinshereniging en de afdracht en de strategie daaromtrent.
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Voorzitter. De komende Eurotop zal naar verwachting vol in het teken staan van Griekenland, niet omdat Griekenland zo belangrijk is, maar uitsluitend en alleen om te zien of de regeringsleiders de eenheid in Europa kunnen vasthouden en welke prijs ze daarvoor bereid zijn te betalen, want de hele wereld kijkt mee. Griekenland is een zorgenkind en zal voorlopig een zorgenkind blijven. De prijs om dit zorgenkind aan zijn lot over te laten is ongekend hoog, voor Griekenland en voor de rest van Europa. Als wij niet de eenheid kunnen behouden, kun je de vraag stellen wat er gebeurt met landen als Portugal, Spanje en Italië. Het besmettingsgevaar is niet geweken. Een sterk economisch front dreigt dan uiteen te vallen. Dat is onwenselijk, met enorme negatieve gevolgen voor Nederland en de rest van Europa. Het CDA steunt de regering dan ook om alles op alles te zetten om de eenheid in Europa te waarborgen, met financiële hulp maar ook zeker met afdwingbare disciplines.
De ministers van Financiën hadden maar liefst veertien uur nodig om tot een voorlopig akkoord te komen over Griekenland. Dit duidt op een moeilijk en een heel zwaar bevochten akkoord, een fragiel bouwwerk en een moeilijke constructie waarbij niet één steen verplaatst kan worden, omdat anders instorting dreigt. De vele ingebouwde veiligheidskleppen duiden op weinig vertrouwen. Het gaat nu om implementeren. De Grieken zijn nu echt zelf aan zet.
In de brief van de minister staat dat dit pakket geen garantie geeft dat de problemen in Griekenland geheel zijn opgelost. Een grotere onzekerheid kan de minister het parlement niet meegeven. Als de problemen niet zijn opgelost, wat dan? Waar duidt de minister op? Ik wil daar graag een toelichting op hebben.
In het verlengde hiervan speelt ook de onzekerheid met betrekking tot de markttoegang. Het is onzeker of en wanneer Griekenland weer toegang heeft tot de financiële markten. Welke scenario's liggen hieraan ten grondslag? Wat kan dit betekenen voor mogelijk extra publieke steun?
Ik kom op de betrokkenheid van het IMF. De bijdrage van het IMF aan dit tweede steunpakket is onduidelijk. Een significante bijdrage is voor mijn fractie altijd voorwaarde geweest. Ook de Eurogroep stelt dit als voorwaarde. Met welk bedrag is nu in de schuldhoudbaarheid rekening gehouden? Wat kunnen wij verstaan onder substantieel? Graag wil ik hierop een toelichting van de minister.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Mevrouw Blanksma spreekt weer van besmettingsgevaar en zegt dat we moeten doorgaan met de Grieken te helpen. Een paar jaar geleden zei ze nog: we helpen de Grieken niet, maar we helpen onze pensioenfondsen en onze banken. Na de uitspraak van Neelie Kroes weten we allemaal dat er geen man overboord is als Griekenland de euro zou verlaten. De minister van Financiën heeft in het vragenuurtje nog een keer beaamd dat het zou kunnen. We zijn nu twee jaar verder, zei hij. De brandgangen zijn opgetrokken. Met andere woorden: vindt mevrouw Blanksma nog steeds dat we de Grieken moeten helpen om onszelf te helpen of is mevrouw Blanksma nu feitelijk echt de Grieken aan het helpen met onze belastingcenten?
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Ik denk dat ik heel helder in mijn inleiding heb gezegd dat de eenheid van Europa ons veel waard is. Als we Griekenland niet helpen en we daarmee het afbrokkelen van een economische eenheid en de eenheid in Europa creëren, dan is dat niet in het voordeel van Nederland en niet in het voordeel van Europa als geheel. Dus in totaliteit knokken wij voor de eenheid van Europa. En daar geloof ik nog steeds in.
De voorzitter:
Tot slot, mijnheer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Tot slot, kort. Mevrouw Kroes en deze minister hebben gezegd dat er geen man overboord is; Griekenland kunnen we laten afdrijven zonder die eenheid aan te tasten in Europa. De vraag aan het CDA is in dit verband: helpt u nu de Grieken met ons belastinggeld of bent u er nog steeds van overtuigd dat u onze pensioenfondsen, die allang weg zijn uit Griekenland, en onze banken, die allang weg zijn uit Griekenland, aan het helpen bent?
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Het solitair bekijken van alleen Griekenland, dus het niet knokken voor de eenheid in Europa, betekent ook iets voor landen zoals Portugal, Spanje en Italië. Als we Griekenland niet helpen om bij Europa te horen, zou dat ook weleens effect kunnen hebben op andere landen die het moeilijk hebben. Het knokken voor de eenheid van Europa is iets waarvoor het CDA staat. Dat is uiteindelijk de meerwaarde van het totaal en daar hoort Griekenland op dit moment als groot zorgenkind bij.
De voorzitter:
Nee, mijnheer Van Dijck, ik had tot slot gezegd. En u had het, denk ik, over Eurocommissaris Kroes. Daar ga ik van uit. Ik zie u knikken. Dan had ik het toch goed begrepen. Mevrouw Blanksma vervolgt haar betoog.
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Dank u wel, voorzitter.
Dan de private betrokkenheid. Er is gestart met een omruilaanbod aan de obligatiehouders. Donderdag komen de ministers van Financiën bijeen om te beoordelen of deze omruil geslaagd is. Wanneer is dit een geslaagd akkoord? Hoeveel moet het opbrengen? Mocht het niet succesvol zijn, wat is dan plan B? Komt het idee van Lagarde dan om de hoek kijken? Zij heeft gesuggereerd dat als het akkoord te weinig opbrengt overheden en centrale banken een deel van de Griekse schulden zouden moeten afschrijven. Kan de minister hierop reageren?
De ECB heeft voor deze omruil, voor de mogelijke default, 35 mld. aan garanties gevraagd. Wanneer is duidelijk of, hoeveel en hoelang deze garanties noodzakelijk zijn?
Afspraak is afspraak, deal is deal. Voor de Grieken is dat geen vanzelfsprekendheid. Ze hebben forse achterstanden op het huidige programma. Kan de minister ingaan op deze achterstanden? Hoe realistisch is de gevraagde inhaalslag? Halen ze dit niet, gaat het tweede pakket niet door. Dat is de afspraak. Steun voor deze lijn, maar wat is het alternatief?
Dan de gevraagde brede politieke steun in Griekenland. Begrijpelijk maar relatief. Twee coalitiepartijen steunen de te nemen maatregelen. Zijn er voldoende veiligheidskleppen ingebouwd mocht er een andere politieke wind gaan waaien in Griekenland? Graag een toelichting hierop.
Wij zijn niet zo gecharmeerd van een mogelijke winstuitkering van de Europese Centrale Bank. Het is moeilijk uit te leggen bij zo'n risicovolle balans. Er kunnen zich nog vele verliezen en winsten voordoen. Waarom is hiervoor gekozen en kunnen wij uitgaan van een eenmalige specifiek op Griekenland gerichte actie? Deze deal raakt ook ons budgetrecht. Onduidelijk is op welke wijze en hoeveel precies. Hebben wij het goed begrepen dat de renteverlaging op de Griekse bilaterale leningen uiteindelijk budgettair neutraal zal worden verwerkt en dat die dus verrekend zal worden met de zogenaamde omruilactie? Graag een toelichting hierop.
Als CDA zijn wij altijd voorstander geweest van een krachtig en hoger noodfonds. Dat laat zien dat de eenheid van Europa op geen enkele wijze ter discussie staat. Ook het IMF voert de druk op. Op dit punt dan graag gelijk oversteken. Als de verhoging gerealiseerd wordt, dan ook een forse verhoging van de bijdrage van het IMF. Ik zou graag willen dat de minister-president dit ook de komende dagen op de Europese top aan de orde stelt.
Ook vraagt mijn fractie aandacht voor de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Ik noem de gebrekkige publieke externe controle van het ESM. In het conceptverdrag is externe controle onvoldoende ingeregeld. Dit kan voor ratificatie nog worden hersteld. Voor mijn fractie is dit een belangrijk punt.
Tenslotte de verontrustende berichten rondom Portugal. Ze zijn daar niet "on track". Wat is daar aan de hand en is ook hier niet een helpende hand noodzakelijk?
De heer Dijkhoff (VVD):
Voorzitter. De agenda voor de Europese top is goed gevuld. Naast die agenda zal er ook veel tijd en aandacht uitgaan naar Griekenland. Straks kan men genieten van de inbreng van mijn collega Harbers, die Griekenland voor zijn rekening neemt. Ik wil graag beginnen met het Europees semester. Dat is voor de eerste keer op de nieuwe manier gedaan. Voor de VVD is dat geslaagd. De prioriteiten die de Commissie aangeeft, lijken ons ook de juiste. Dit is ook in lijn met de punten die ik namens de VVD al een aantal keren eerder heb benadrukt. Het doet deugd, te zien dat onze premier actief met medestanders in Europa pleit voor de vrijere interne markt, de digitale markt, het bestrijden van regeldruk en handelsakkoorden met de rest van de wereld. Volgens de Commissie kan het in alle landen beter. Dat heeft de Commissie helder analytisch blootgelegd. Met die analyse en aanbevelingen kan elk land nu zelf aan de slag.
Twaalf landen zijn wat strenger toegesproken. Daar hoort Nederland niet bij. Dat is leuk voor ons, maar het is niet de reden waarom wij tevreden zijn met het proces. Het is niet het criterium waarop wij het proces beoordelen. Wij beoordelen het wel op ondermaatse stevigheid of overmatige bemoeienis. De Commissie lijkt de goede middenweg gevonden te hebben: scherp maar wel met respect voor de nationale soevereiniteit. Ook de Nederlandse wensen met betrekking tot het gesaldeerd bekijken van schulden en de asymmetrische benadering zijn gehonoreerd en in de praktijk gebracht. Het is dus in de praktijk niet zo erg geworden als de PVV voorspelde en D66 hoopte.
De heer Schouw (D66):
Het woord soevereiniteit valt en dan wordt de premier wakker en ik ook. Is de heer Dijkhoff het met mij eens dat wij aan de Raad van State nog eens heel expliciet zouden moeten vragen hoe het zit met het punt van de soevereiniteit, juist ook omdat het kabinet in zijn brief zo ontzettend omslachtig deed over het begrip soevereiniteit? Ik neem aan dat de VVD ook prijs stelt op klare taal.
De heer Dijkhoff (VVD):
De heer Schouw kent ons goed. Ik vond het juist verhelderend dat het kabinet aangaf dat het begrip soevereiniteit zoveel interpretaties kent, dat het niet handig is te hanteren. In strikt wetenschappelijke zin is het absoluut, dus kun je het niet overdragen of verdelen. Je kunt ook niet een beetje zwanger zijn. Als het gaat om een opvatting over de vraag of met deze nieuwe verdragen en afspraken soevereiniteit overgedragen wordt, kan ik mij nog herinneren dat de VVD daar in het begin heel helder over was. De VVD zei: nee, want het zijn alleen de oude regels die we strak handhaven. D66 was ook heel helder. Volgens D66 was het ja. Blijkbaar is het voor de heer Schouw inmiddels minder helder en heeft hij de Raad van State nodig. Dat kan. Wij staan nog steeds op hetzelfde standpunt en hechten niet aan een extra advies.
De heer Schouw (D66):
Het kan de heer Dijkhoff toch niet zijn ontgaan dat er een nieuw verdrag ligt dat waarschijnlijk verder gaat dan de absolute afspraak die ook de VVD heeft gemaakt in het regeerakkoord, namelijk dat er geen overdracht meer komt van soevereiniteit. Daarmee is het begrip wel absoluut. Is de VVD-fractie bang voor de uitkomst als de Raad van State wordt gevraagd of er sprake is van overdracht van soevereiniteit?
De heer Dijkhoff (VVD):
Nee.
De heer Schouw (D66):
Maar dan is er toch ook niets op tegen om dat aan de Raad van State te vragen?
De heer Dijkhoff (VVD):
Er is een verschil tussen bang zijn voor iets of iets overbodig vinden. Als je dat laatste vindt, is dat erop tegen.
Servië krijgt op de komende top waarschijnlijk de kandidaat-status. De dialoog met Kosovo gaat steeds beter. Er zijn concrete stappen vooruit gezet. Eerder zijn er al onder Nederlandse druk oorlogsmisdadigers uitgeleverd, die zich nu in Den Haag moeten verantwoorden. Kosovo mag zich sinds vorige week zelfs Kosovo noemen. Nou ja, Kosovo met een sterretje, maar het is al meer dan wat Macedonië mag. Servië is voor ons de testcase voor de nieuwe benadering. Het naar voren halen van de eisen op het gebied van mensenrechten, rechtsstaat, bestrijding van corruptie en misdaad is cruciaal. Op deze punten moet er een goed trackrecord zijn. Verder moet er geen kalenderfixatie zijn, maar het moet altijd mogelijk zijn om aan de noodrem te trekken als het fout gaat. Strikt, en als het uiteindelijk goed is, ook fair. Wij vinden de kandidaatsstatus van Servië ook fair. De premier hoeft deze status niet te blokkeren op de top, maar als een ander land dat wel doet, hoeft Nederland die blokkade ook weer niet te blokkeren.
De heer Bontes (PVV):
De heer Dijkhoff sprak over een slap toetredingsproces dat in het verleden heeft plaatsgevonden. Mag ik hem erop wijzen dat zijn partij verantwoordelijk is geweest voor de toetreding van alle landen tot de EU? Het stemmen over het kandidaat-lidmaatschap van Servië gaat heel snel plaatsvinden, binnen een paar dagen. Hoe kijkt hij daar tegenaan?
De heer Dijkhoff (VVD):
Laten we er helder over zijn dat de toetreding van Roemenië en Bulgarije te vroeg was, dat wordt nu breed onderkend. In het verleden was het probleem vaak niet zozeer dat de criteria niet deugden als wel dat voordat de criteria waren bereikt, al werd gezegd: ze zijn er bijna, laten we het maar alvast doen, want dat is zo fijn voor de Europese familie. Het is pas fijn als het ook echt gebeurt. Je ziet nu dat de criteria en de procedures strenger worden. Servië is daarom nog lang niet toe aan toetreding tot de Europese Unie. Als een land aan die strengere criteria voldoet, zoals bij Servië het geval is, moet je ook niet moeilijk doen met andere redenen, maar zeggen dat de kandidaatstatus verleend kan worden.
De heer Bontes (PVV):
Ik concludeer dat u het goedvindt dat de regering aanstaande maandag of wellicht vrijdag "ja" zegt tegen de kandidaatstatus van Servië. Dat vindt u goed?
De heer Dijkhoff (VVD):
Ja, mits het kabinet richting Servië aangeeft dat er nog een lange weg te gaan is en dat er geen kunstjes geflikt moeten worden in de rest van de toetredingsprocedure. De relatie met Kosovo is daarbij een speciaal geval, waar zeer scherp naar wordt gekeken.
De heer Irrgang (SP):
De heer Dijkhoff zei dat het probleem eerder was dat er niet aan de voorwaarden was voldaan of dat zij niet werden gehandhaafd. Is dat niet ook bij Servië het geval, dat de voorwaarden die in december zijn gesteld, niet volledig zijn ingevuld of worden nagekomen, terwijl er desondanks lijkt te worden aangekoerst op het kandidaat-lidmaatschap?
De heer Dijkhoff (VVD):
De heer Irrgang weet ook dat die voorwaarden toen niet concreet in SMART-doelstellingen zijn geformuleerd, maar dat het ging om aantoonbare verbeteringen en stappen. Er zijn nu overeenkomsten tussen Kosovo en Servië. Daar hadden wij een jaar geleden nog niet van kunnen dromen. Er zijn concrete stappen in de richting van wederzijdse erkenning. De dialoog blijft goed gaan. Er zijn geen break-ups geweest, problemen waardoor ze boos zijn weggelopen, dus wat dat betreft is in onze ogen wel voldaan aan de criteria.
Voorzitter. Er is ook veel verbeterd in Roemenië en Bulgarije wat betreft de toetreding tot Schengen, en dan nog net wat meer in Roemenië. We kunnen pas echt verder als er sprake is van duurzame, onomkeerbare vooruitgang, zoals het kabinet ook schrijft. Een opvallend statement in de geannoteerde agenda is dat het kabinet zich in juli, na het volwaardige CVM-rapport, opnieuw gaat bezinnen. Eerder werd steeds gezegd dat er twee opeenvolgende goede rapporten nodig zijn. Tijdens het algemeen overleg over de Raad Algemene Zaken van twee weken geleden hebben wij al een discussie gevoerd over de vraag of het februarirapport het eerste goede was. Het antwoord was: ja, nee, misschien, het is eigenlijk een half rapport of een heel, maar dan informeel, en in juli komt het hele rapport en dan kan dat wel het tweede goede zijn.
Mijn wiskundige opvatting is dat het in juli alleen het tweede goede kan zijn, als het februarirapport het eerste goede is. Dat werd wel bevestigd door het kabinet, maar dat konden we pas in juli beoordelen. Aan het eind van die discussie was mij alleen maar glashelder dat het vaag was. De VVD heeft daar toch moeite mee. Het rapport van februari is voor ons niet goed genoeg. Een goed rapport in juli is mogelijk, maar dat is dan het eerste goede rapport. Het kabinet lijkt in de geannoteerde agenda de doctrine van twee goede rapporten los te laten. Ik zie deze in ieder geval niet terugkomen. Het kabinet lijkt in juli, naar aanleiding van het tweede rapport, een eigenstandige afweging te willen maken. Klopt dit?
Het begrotingspact is zo communautair geworden als maar mogelijk was, en voor zover dat niet zo is, lag dat aan de Britten. Ik snap wel dat de Tsjechen dan ook even afwachten. Het is wel zo veel mogelijk EU-proof, zodat men kan aanhaken. Mochten de Britten van gedachten veranderen, dan kan het zo worden omgezet. Een voordeel bij het nadeel is dat er geen hele verdragswijziging is geweest. Daarmee is het risico vermeden dat er een heel nieuwe doos van Pandora wordt geopend door Europa. Het is uiteindelijk wel een enigszins rommelig pact geworden, maar de inhoudelijke harde punten zijn voor ons goed. De strengheid van het sixpack wordt versterkt en de gulden regels van het Stabiliteits- en Groeipact worden verankerd.
Tot slot wordt bijna geruisloos Herman van Rompuy de komende maanden herbenoemd. Dat past op zich wel bij hoe hij zijn werk doet. Hij heeft vakkundig het risico van een verlammende egostrijd ontweken. Hij vervult een zinnige rol in de aanpak van de crisis, die helaas nog wel even gaat duren. Hij past met zijn taakopvatting goed bij de functie. Chapeau: herbenoemen en zeker en vast veel succes. Ik gok zomaar even dat het herbenoemen gebeurt met steun van Nederland. Er staat namelijk niets over in de geannoteerde agenda. Ik ga er ook van uit dat Nederland van plan is voor beide functies, voorzitter van de EU en van de eurozone, dezelfde persoon te noemen. Graag krijg ik hiervan een bevestiging. Ik snap dat je vooraf over kandidaten en personen niets zegt, maar de minister-president of de minister kan vast een antwoord formuleren waarmee eigenlijk niets wordt gezegd maar wij toch genoeg weten.
De heer Harbers (VVD):
Voorzitter. Voordat ik over Griekenland begin, sluit ik mij kortheidshalve aan bij de diverse vragen die reeds zijn gesteld over de betrokkenheid van nationale rekenkamers bij het ESM.
Na negen maanden van oplopende spanning en een reeks Ecofin-Raden en eurotoppen ligt er nu een akkoord voor tussen de landen van de eurozone en Griekenland. Na negen maanden, na het etentje in mei vorig jaar van een aantal Europese regeringsleiders en de Griekse minister van Financiën op dat kasteeltje in Luxemburg toen bleek dat het Griekse hervormingsprogramma aan het ontsporen was. Maanden waarin iedere keer weer bleek dat een deel van het hervormingsprogramma in Griekenland niet uitgevoerd was. In dat opzicht – dit wil ik graag gezegd hebben – past heel veel respect voor Portugal en Ierland, die onder vergelijkbare moeilijke omstandigheden wel nauwgezet hun programma's uitvoerden.
In het nu voorliggende voorstel zijn de eisen van Nederland en andere eurozonelanden ingevuld. De omvang van dit pakket is begrensd tot maximaal 130 mld. Het leidt volgens de trojka tot een schuldhoudbaarheid van 120,5% in 2020. Er komt een extra afwaardering door de private sector; de afschrijving op Griekse staatsschuld bedraagt nu 53,5%. De financiële instellingen die het risico op Griekenland aangingen, bloeden nu dus in hoge mate mee. Verder noem ik de geblokkeerde rekening, speciaal voor aflossing en rentebetaling door Griekenland en het permanente en verscherpte toezicht door de trojka van IMF, ECB en de Europese Commissie. Als ik het allemaal zo lees, denk ik dat met een artikel 12-gemeente in Nederland aanzienlijk soepeler wordt omgegaan dan met Griekenland.
Nu de eisen van de eurozone en het IMF zijn verwerkt, is er voor de VVD-fractie geen beletsel meer om in te stemmen met het pakket. Wij doen dat zonder vreugde, maar in het besef dat dit – wrang gezegd – de goedkoopste oplossing is voor Griekenland en andere eurozonelanden. Het is bovendien een noodzakelijke stap op weg naar rust in de eurozone.
Ik zei dat we geen beletsel zien, maar tegelijkertijd zijn we er nog niet. Er resteert voor de komende dagen en weken nog heel veel werk. In de eerste plaats moet de betrokkenheid van de private sector nog slagen. In de tweede plaats is het IMF-aandeel nog niet bekend. Wij krijgen dat binnenkort nog te horen; anderen vroegen er ook al naar. Nu ik het IMF toch noem, heb ik een terzijde. De laatste dagen zijn er tegenstrijdige berichten over de omvang van het noodfonds en de IMF-bijdrage daarin. Kan de minister ons daarover bijpraten? Nederland – zo lees ik in de brief – verzet zich niet tegen ophoging, zeker niet als dit betekent dat vanuit andere continenten ook bijdragen komen. Wat is de route naar zo'n ophoging? Geldt hierbij ook niet dat de extra inleg van Europa in het IMF van 200 mld. wel een doel diende, namelijk ophoging van het noodfonds? In de derde plaats moet Griekenland de prior actions op zeer korte termijn uitvoeren.
Het programma in Griekenland kan nog steeds misgaan, want in Griekenland wonen Grieken. Na de afgelopen twee jaar kan niemand de eurozonelanden verwijten dat we ten onrechte geen vertrouwen hebben in de Grieken. Strikte monitoring door de trojka, de geblokkeerde bankrekening voor de afbetaling van schuld en rente en het commitment van alle partijen in Griekenland zijn dus geboden. Raakt Griekenland onverhoopt weer achterop, dan is het geruststellend dat de balans van nadelige gevolgen na het ingaan van het voorliggende programma verschuift van groot nadeel voor landen en banken buiten Griekenland naar acute betalingsproblemen in Griekenland. Ook dat zet druk op de ketel in Griekenland.
Het IMF-programma is niet de wurggreep die Grieken erin zien. Het is de enige manier om binnen de eurozone weer competitief te worden. Dat doet pijn, maar is wel noodzakelijk. Er moet nu geleverd worden door Griekenland.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Het is vandaag een belangrijke dag. Griekenland is vandaag door Standard & Poor's officieel failliet verklaard. Het land heeft de D-status gekregen. Twee jaar lang hebben de Europese leiders dit proberen te voorkomen. Dit grapje heeft honderden miljarden gekost, maar heeft een faillissement niet kunnen voorkomen. Griekenland had de junkstatus en heeft nu de status "failliet". Dat heeft het land als enige land in de wereld. Griekenland heeft nu noodgedwongen "het paard van Trojka" binnengelaten. De trojka zal erop toezien dat elke euro rechtmatig wordt besteed. De Grieken hebben zelf niks meer te zeggen, eerst met Papademos en nu met de trojka. De Grieken voelen dit ook zo. Politieagenten dreigen zelfs om leden van de trojka te arresteren. Angela Merkel wordt afgebeeld als Hitler. Gisteren hebben we kunnen zien dat de Duitse vlag in vlammen opging.
De heer Plasterk (PvdA):
Ik wil een feitelijke vraag stellen aan de heer Van Dijck. Ik heb niet de bedoeling om argumentatief te zijn. Ik heb begrepen dat Griekenland vandaag inderdaad omlaag is gegaan in de rating van Standard & Poor's. Ik heb echter ook begrepen dat het land niet gedegradeerd is naar de D-status van "default", maar naar de CC-status van "selective default". Ik vraag de heer Van Dijck of er wellicht recentere informatie is die ik heb gemist. Of moet dit inderdaad de conclusie zijn?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Griekenland heeft de status "selective default". Daarin komt het woord "default" voor. De heer Plasterk weet wat dat woord betekent, namelijk "failliet". Het gaat om selectief failliet, maar nog steeds om failliet.
De heer Plasterk (PvdA):
Er is dus een reden voor de toevoeging van het woord "selective". Het verschil tussen enerzijds "selective default", dus de CC-status, en anderzijds totale default, de D-status, is een niet onbelangrijk verschil. Dat wordt niet voor niets gemaakt. Men kan hierover verschillend denken, maar laten wij voorkomen dat via dit kanaal verkeerde informatie de huiskamers binnenkomt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Griekenland is selectief failliet.
De voorzitter:
De heer Van Dijck vervolgt zijn betoog.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ook werd er eerder opgeroepen tot een boycot van Nederlandse en Duitse producten. Ik heb al eerder een reactie gevraagd aan de minister van Financiën. Nu vraag ik een reactie van de minister-president op deze acties in Griekenland.
Het draagvlak in Griekenland is namelijk ver te zoeken. Twee coalitiepartijen in Griekenland hebben getekend voor de hervormingen, maar hoe zit het met de andere partijen, vraag ik de minister-president. "Nieuwe Democratie" heeft in de peilingen 19%, Pasok heeft in die peilingen 13%. Samen hebben zij na de verkiezingen nog geen 32% van de stemmen. Wat zijn de handtekeningen waard als straks andere partijen aan de macht komen?
Met het tweede noodpakket is het blikje twee meter verder geschopt. Men heeft voor 130 mld. dure tijd gekocht. Nu al neemt onze minister van Financiën een voorschot. Hij zegt dat dit waarschijnlijk niet genoeg zal zijn. De mensen moeten er rekening mee houden dat een derde bail-out op stapel staat. Griekenland staat aan de rand van de afgrond. Dat weten wij allemaal. Iedereen weet ook wat de enige uitweg voor de Grieken is, namelijk uit de euro stappen. Zij moeten de euro vaarwel zeggen. We kunnen Griekenland echter niet uit de euro zetten. Dus wat doen we? We duwen ze steeds verder richting afgrond, totdat ze uit zichzelf springen. Het is een sprong uit de euro naar de drachme, de vrijheid tegemoet. Eindelijk ziet ook de christendemocraat Hans-Peter Friedrich het licht. Hij pleitte voor een Griekse exit. Dat is volgens hem wellicht het beste. Nu het Nederlandse CDA nog.
Hoeveel risico lopen wij eigenlijk met de ongelegitimeerde acties van de ECB? Ik las net dat Lex Hoogduin zegt dat de financiële crisis nu een crisis van de centrale banken wordt. DNB heeft inmiddels 170 mld. uitstaan bij andere centrale banken. De ECB heeft twee maal 500 mld. gepompt in het bankwezen, met name in het Zuid-Europese bankwezen. De Nederlandse banken schrijven zich niet in. Het gaat hierbij om een matsdeal. Het gaat om 1% rente voor een looptijd van drie jaar. Er ligt dus 500 mld. gratis geld. De Nederlandse banken rapen het niet op. Ik zou zeggen: laat de minister van Financiën de Nederlandse banken oproepen om dat geld te pakken en uit te zetten tegen 1,5%. Zo kan de kredietverlening in Nederland op gang worden gebracht.
Als dit geld, het geld waarmee de ECB van alles aan het doen is, niet terugkomt, kost dit de Nederlandse belastingbetaler straks 70 mld., € 10.000 per huishouden. De ECB gokt met onze belastingcenten en legt straks de rekening neer bij Henk en Ingrid. Deze minister mag er zogenaamd niets van vinden want, zo zegt hij elke keer weer, de ECB is onafhankelijk. Onafhankelijk: met vier Zuid-Europeanen onder de zes mensen die aan het roer staan, vier Zuid-Europeanen die de koers bepalen van de ECB. Hoe staat het trouwens met de vacature van die Spanjaard? Komt er nu een Nederlander of komt er weer een Zuid-Europeaan?
Door de rente te verlagen op de bilaterale leningen aan Griekenland, loopt Nederland straks 140 mln. aan inkomsten mis. Deze minister van Financiën zegt telkens dat wij het geld terugkrijgen. Dat is dan wel met steeds minder rente. In het begin zouden wij er nog flink aan verdienen; toen was het 5%. Toen werd het 4,5%, daarna 3,5% en nu is de rente iets van 2,5%. Toch denkt de minister dat wij het geld nog steeds terugkrijgen en dat wij erop gaan verdienen. Kan hij dit toelichten?
Daarbij komt de precedentwerking van die lage rente. 150 procentpunt is natuurlijk wel lekker voor een land als Griekenland. Klopt het bericht dat Portugal nu ook 30 mld. extra wil en ook tegen deze lage Griekse rente? Wanneer dient Ierland zich aan, de volgende dominosteen?
De heer Plasterk (PvdA):
De regering heeft ons laten weten dat een deel van het Griekse pakket eruit bestaat dat Nederland volgend jaar 90 mln. minder rente-inkomsten ontvangt. Is dat in de optiek van de heer Van Dijck relevant voor het EMU-saldo? Als er bezuinigd moet worden om binnen de 3% saldo te blijven, betekent dit immers dat er 90 mln. meer bezuinigd moet worden. Als ik het omreken, gaat het om 1800 politieagenten. Eerder heeft de PVV gezegd: wij laten het allemaal gebeuren, maar op het moment dat het echt betekent dat wij moeten gaan bezuinigen ter wille van het Griekenlandpakket, heeft de regering een groot probleem. Ik ben wel benieuwd of in de ogen van de heer Van Dijck dat moment nu daar is en wat zijn politieke conclusie is.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Daarom heb ik de vraag gesteld. De minister zegt dat wij er nog steeds op verdienen. Hij zegt ook dat wij van de ECB-regeling, de winsten van de ECB, geen gebruik hoeven te maken ter compensatie van een eventueel verlies op de rente die wij van Griekenland krijgen. Kennelijk verdienen wij er dus nog steeds aan. Daarover ging mijn vraag.
De voorzitter:
Tot slot, mijnheer Plasterk.
De heer Plasterk (PvdA):
In de brief staat toch heel duidelijk dat Nederland volgend jaar 90 mln. minder inkomsten ontvangt uit rente. Mocht de minister dat bevestigen en tevens bevestigen dat er niets tegenover staat, dan dient zich inderdaad de situatie aan waarvan de heer Van Dijck namens de PVV eerder heeft gezegd: dan heeft de regering een groot politiek probleem.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Wij hebben altijd gezegd: als het geld niet terugkomt uit Griekenland. Daar is nog geen sprake van. Wij hebben nooit gezegd dat wij ooit nog winst willen maken op leningen aan Griekenland. Ik weet dus niet hoe de heer Plasterk bij deze informatie komt. Ik vraag deze minister hoeveel rente wij nog krijgen. Nu krijgen wij 150 procentpunt aan renteopslag op de Griekse lening. De minister schrijft in zijn brief dat wij wat dat betreft nog steeds goed zitten en er nog steeds op verdienen.
De heer Plasterk (PvdA):
Voorzitter.
De voorzitter:
Mijnheer Plasterk, u hebt geen interruptie meer. Wij doen het in tweeën vandaag, de hele tijd al. Mijnheer Van Dijck, uw tijd was op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Wij hebben afgesproken dat ik iets langer zou spreken. Dat gaat ten koste van de tijd van de heer Bontes.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Bontes instemmend knikt.
De heer Irrgang (SP):
Ik ga nog even door op wat de heer Plasterk zei. Hij heeft wel een punt. Nederland krijgt gewoon 90 mln. minder inkomsten. Wil Nederland onder de 3% blijven, zoals de PVV-fractie wil, naar ik meen – de voorzitter van de PVV-fractie zit daarover ergens in een ander kamertje te onderhandelen – dan moet er gewoon 90 mln. meer bezuinigd worden. Het kost de fractie van de PVV dus echt 90 mln. aan extra bezuinigingen die zij moet bedenken. Betekent dit nu dat de woorden van de heer Wilders, de fractievoorzitter van de PVV, toen hij zei dat het kabinet dan een groot probleem zou hebben, niets voorstellen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Irrgang zoekt problemen die er niet zijn. Wij hebben gezegd: als het geld niet terugkomt uit Griekenland, hebben wij een probleem. Daarover heb ik een vraag aan de minister gesteld. Een renteopslag van 150 basispunten is nog steeds goed voor Nederland en daarmee hoeven wij zelfs de compensatieregeling van de ECB die wordt aangeboden, niet te gebruiken. Kennelijk verdienen we er nog steeds op en is er nog steeds geen sprake van dat het geld uit Griekenland niet terug zou komen.
De heer Irrgang (SP):
Griekenland kost de PVV nu echt 90 mln. aan extra bezuinigingen. De heer Van Dijck laat dat punt helemaal lopen. Van zijn dreigementen blijft dus weinig meer over.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Irrgang moet beter leren luisteren.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Niet gokken met de euro's van Henk en Ingrid, zei de heer Van Dijck terecht. Maar waarom is hij er zo zeker van dat het goed gaat als Griekenland uit de euro wordt gezet? Hij haalt de minister en Eurocommissaris Kroes aan. Maar er is altijd een kans dat het misgaat. Waar haalt de heer Van Dijck die zekerheid vandaan?
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Van Dijck en de PVV hebben vanaf dag één gezegd: geen cent naar Griekenland. In het vragenuurtje van een paar weken geleden heb ik de minister naar aanleiding van de uitspraken van Eurocommissaris Kroes gevraagd of het klopt dat wij nu zover zijn dat een exit van Griekenland inderdaad tot weinig schade zou leiden. De minister van Financiën heeft dat toen beaamd. Hij heeft daarmee Eurocommissaris Kroes geruggensteund. Dan vraag ik mij af waarom hij zijn handtekening onder nog een keer 130 mld. zet als wij kennelijk nu wel afscheid zouden kunnen nemen van Griekenland. Wij wilden dat al tweeënhalf jaar geleden. Kennelijk moest het heel veel miljarden kosten voordat de minister van Financiën en de Eurocommissaris daar ook van overtuigd waren. Daarom is het voor mij onbegrijpelijk dat wij weer 130 mld. naar dat failliete land sluizen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
De minister zal zo meteen wel aangeven dat de waarheid iets genuanceerder is dan zoals de heer Van Dijck haar heeft weergegeven. Maar het zou zo mooi zijn geweest als het rapport van de PVV er op dit cruciale moment had gelegen. Dat zou aangetoond hebben hoe makkelijk het is. Blijkbaar is het allemaal heel eenvoudig. Nou, dan schrijf je dat op, doe je er een kaftje omheen en heb je overtuigende argumenten. Waarom hebben wij dat rapport op dit cruciale moment niet? Misschien kunnen wij dat krijgen tussen de eerste en tweede termijn. Wij willen daar allemaal op wachten.
De voorzitter:
Nou, nou, nou … allemaal?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Tussen eerste en tweede termijn zit drie uur. Daar kunnen we op wachten. Dan gaan we dat lezen. Dan worden wij overtuigd door argumenten.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Dijkgraaf zal geduld moeten hebben.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik heb ook niet zoveel geduld, dus ik wil mij aansluiten bij dit pleidooi.
Het valt mij op dat de heer Van Dijck een enorm verhaal houdt waarin hij uitlegt hoe slecht het voor Nederland is wat het kabinet allemaal doet, en hoeveel beter het zou zijn als wij Griekenland al meteen failliet hadden laten gaan. Maar als hij daar een lastige vraag over krijgt van een collega, namelijk waarom hij dit nog steeds steunt en wanneer de PVV eindelijk eens de grens trekt, dan verschuilt hij zich erachter dat het kabinet kennelijk laat zien dat wij er nog steeds aan verdienen. Wat is nou waar? Verdienen wij nog aan de steun aan de Grieken? Of is het hele verhaal van de heer Van Dijck van daarvoor waar, namelijk dat het zo slecht is voor Nederland? Waar gelooft hij eigenlijk zelf in? Dat is mij niet meer duidelijk.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Volgens mij tovert mevrouw Sap straks weer haar stekkerdoos tevoorschijn.
Ik stelde mijn vraag omdat die rente tweeënhalf jaar geleden – mevrouw Sap was toen nog geen woordvoerder – begon op iets meer dan 5%. Daar zouden wij toen dik aan verdienen. En nu is die van 4,5% naar 3,5% naar 2,5% gegaan. Toch zegt de minister: maak je geen zorgen, wij verdienen er nog steeds aan. En al zouden wij er niet aan verdienen, dan zou er een ECB-regeling zijn, weer een vangnet, waardoor wij gecompenseerd zouden worden. Kennelijk is er dus geen land in het eurogebied dat schade oploopt door de bilaterale leningen aan Griekenland, want zelfs als ze een hogere rente zouden betalen dan ze van Griekenland zouden krijgen, dan worden ze daarvoor gecompenseerd.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
De kern van mijn vraag aan de heer Van Dijck is deze. Hij verschuilt zich achter het kabinet als het hem uitkomt, als hij lastige vragen krijgt van collega's. Dan zegt hij: kennelijk verdienen wij nog aan Griekenland, dus dit gaat geen geld kosten en wij hoeven daar nu dus nog niet diep over na te denken. Maar als hij zijn eigen verhaal vertelt, zegt hij heel andere dingen. Beide kunnen niet tegelijk waar zijn. Het zou goed zijn als de heer Van Dijck één verhaal hield in de toekomst.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het is zo helder als wat. Onze uitspraak is bekend. Ik zal hem niet weer herhalen. Ik heb deze minister gevraagd of we nog steeds verdienen aan die bilaterale leningen met deze superlage rente en het gevaar van precedentwerking.
De voorzitter:
De spreektijd die eigenlijk voor de heer Bontes is bedoeld, gaat nu in, mijnheer Van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Voorzitter. Telkens wordt er weer gemarchandeerd op de afspraken. Griekenland zou voor 50 mld. privatiseren. Dat is nu teruggebracht naar 19 mld. Waarom? Er staat trouwens ook niets meer in over het ontslag van 150.000 ambtenaren. We horen ook niets meer over de 60 mld. aan belastingontduiking. Klopt het bericht dat zelfs een parlementslid 1 mln. heeft weggesluisd naar een Zwitserse bankrekening? Gekker moet het toch niet worden.
Ik kom kort te spreken over het ESM. Hier had ik mondelinge vragen over aangekondigd. Nederland staat op het punt om 40 mld. over te maken aan een permanent noodfonds om zwakke broeders bij te staan. Of dat geld rechtmatig wordt besteed, is niet belangrijk. De Rekenkamer heeft gisteren hierover de noodklok geluid. Het ontbeert publieke externe controle en transparantie. Hoe gaat de minister dit punt repareren? Het ergste is nog dat Nederland bereid is, de sleutel van zijn schatkist in te leveren. We hebben er straks zelf niets meer te zeggen, de Tweede Kamer niet, maar zelfs de minister niet. Hij heeft zelfs ons veto opgeofferd.
Terwijl ik dit uitspreek, bemerk ik allerlei hilariteit in de zaal. Wat is er aan de hand?
De voorzitter:
De heer Bontes ziet zijn spreektijd wegtikken nu u nog steeds aan het woord bent.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Daarom praat ik steeds sneller, voorzitter.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, heeft de heer Schouw een interruptie.
De heer Schouw (D66):
Volgens mij was de heer Van Dijck aangekomen bij het punt van de soevereiniteit. Begrijp ik goed dat de PVV zegt dat met dit verdrag ongelooflijk veel soevereiniteit wordt overgedragen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nee, op dat punt was ik niet aangekomen. Ik heb dat ook niet gezegd. Misschien gebeurde dat in uw dromen. Ik zal het herhalen, want u hebt zo-even misschien niet geluisterd omdat u zo aan het lachen was.
De heer Schouw (D66):
Doe maar even.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nederland staat op het punt om 40 mld. over te maken aan een noodfonds voor zwakke broeders. Of dat geld rechtmatig wordt besteed, is niet belangrijk. De Rekenkamer luidde hierover gisteren de noodklok. Het ontbeert publieke externe controle en transparantie. Hoe gaat de minister dit punt repareren? Het ergste is nog dat de sleutel van de schatkist aan Brussel wordt overhandigd. We hebben er zelf namelijk niets meer over te zeggen, de Tweede Kamer niet, maar zelfs onze minister niet. Hij heeft zijn veto geofferd.
De heer Schouw (D66):
Ik ben blij dat de heer Van Dijck dit herhaalde. Er wordt gezegd dat we er niets meer over hebben te zeggen, de minister niet, de Kamer niet, die niet en die niet. Dan ben je je macht, je positie en je soevereiniteit toch kwijt? Of heb ik het verkeerd begrepen?
De heer Tony van Dijck (PVV):
U hebt het verkeerd begrepen. Deze minister gaat 40 mld. overmaken aan het noodfonds ESM, dat het geld naar eigen goeddunken besteedt. We weten allemaal dat je 15% van het stemrecht moet hebben als je bepaalde bestedingen wilt kunnen tegenhouden. Dat heeft Nederland niet. Daarom kan ons land bepaalde bestedingen niet tegenhouden. De Rekenkamer sloeg aan op het feit dat er geen publieke verantwoording wordt afgelegd. De 120 mld. die Brussel jaarlijks tot zijn beschikking heeft, wordt uitgegeven, maar voor de zeventiende keer wordt er geen goedkeurende verklaring afgegeven. De rechtmatigheid staat ter discussie. We maken geld over aan Brussel, Brussel geeft het naar eigen goeddunken uit en wij mogen niet weten of het rechtmatig is. Wat de PVV betreft, is dat schandalig.
Voorzitter. Het wordt nog gekker. Voordat het permanente noodfonds, dat 700 mld. groot wordt, in werking treedt, wordt tijdens deze top al gekeken naar de leencapaciteit. Er wordt gekeken of het wel genoeg is en of er niet wat sneller kan worden voorgestort. Nederland, als de gekke Henkie van Europa, staat hier op voorhand al voor open. Alle hoop is wat dat betreft gevestigd op Duitsland, dat als enige land zijn poot stijf weet te houden. Het IMF doet er nog een schepje bovenop en stelt als voorwaarde dat het fonds groter moet worden dan 700 mld. Anders doet het IMF namelijk niet mee met een grotere inzet voor Griekenland. We hebben twee maanden geleden echter 200 mld. overgemaakt aan het IMF. Ik vraag de minister waar dat geld gebleven is. Hij moet zich niet laten chanteren door het IMF of door wie dan ook.
De voorzitter:
Voor de heer Bontes resteren nog twee minuten. Misschien moet hij zijn tekst eerst even bekijken. De heer Van Dijck zal zijn overschrijding vast goedmaken op een ander moment.
De heer Bontes (PVV):
Voorzitter. Dat doet hij vast wel. Dat weet ik zeker.
De voorzitter:
Dat denk ik ook.
De heer Bontes (PVV):
Voorzitter. De PVV-fractie is tegen het kandidaat-lidmaatschap van Servië. De EU is al te veel gegroeid. Van de Nederlanders is 73% tegen uitbreiding van de EU, maar in de Kamer is dat slechts 16%. Ik ben benieuwd hoe het kabinet daartegen aankijkt, want dit staat niet met elkaar in verhouding. De PVV is zeer duidelijk tegen deze toetreding, ondanks de geschillen die Servië en Kosovo nu quasi hebben opgelost.
Hij heeft het charisma van een natte dweil en ziet eruit als een bankbediende; wie bent u eigenlijk? Dat zijn niet mijn woorden, maar die van Nigel Farage. Hij sprak ze toen Van Rompuy tweeënhalf jaar geleden aantrad. Zijn voorzitterschap wordt nu kennelijk stilzwijgend verlengd. Hoe kijkt het kabinet tegen die herbenoeming aan? Dat wil ik graag weten.
Dan kom ik in het kader van Schengen op Roemenië en Bulgarije. De regering stemt er bij de eerstkomende vergadering van de Europese Raad niet mee in dat die landen toetreden tot Schengen. Dat is positief; complimenten daarvoor. Het is goed om een rechte rug te houden. We laten ons niet onder druk zetten door dat soort landen. We kiezen gewoon onze eigen weg. Er bestaat namelijk een risico aan de buitengrenzen. Als je die overlaat aan dat soort corrupte landen, gaat het mis. Kijk naar Griekenland. De grens daar is ook zo lek als een zeef. Om maar een risico te benoemen: 50.000 Afghanen zijn daar afgelopen jaar illegaal de grens overgekomen.
Voor het buitenlandbeleid van de EU en het zuidelijk nabuurschap liggen fondsen klaar. Deze worden, kennelijk naar de Arabische Lente, "SPRING" genoemd. Als in dat soort landen hervormingen worden doorgevoerd, kunnen zij weer een zak met geld krijgen. Daar komt het, kort door de bocht, op neer. We lijken gekke Henkie wel als we dat doen. Ik ben vorige week op werkbezoek geweest in Tunesië. Je ziet daar een land dat in snel tempo aan het islamiseren is. Er wordt opgeroepen tot vrouwenbesnijdenis. Hamas wordt uitgenodigd. Er wordt opgeroepen tot een kalifaat. En daar gaan wij geld in pompen, terwijl ze zelf de hele toerismesector de nek omdraaien. Ze willen namelijk af van massatoerisme. Dat was echter hun grote inkomstenbron. Ze zeggen naar kleinschalig toerisme te willen rond hun culturele hoogtepunten. Ik kan vertellen dat je dan snel klaar bent in Tunesië. Ik ben er namelijk geweest. Er is daar 20% werkloosheid, maar ze helpen hun eigen economie om zeep. En wij moeten EU-geld, belastinggeld dus, in dat soort landen pompen. Ik verzoek de regering om daar zeer terughoudend mee te zijn. Sterker nog, ik zou bij dat soort geldstromen op de rem trappen.
De voorzitter:
Mijn complimenten. Dat wil zeggen: complimenten voor de kortheid van uw betoog, mijnheer Bontes. Je moet zo opletten tegenwoordig. Voor je het weet, word je verkeerd geciteerd.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Het geweld van het regime van Assad tegen de bevolking van Syrië is tenhemelschreiend. Afgelopen week hebben we hartverscheurende beelden kunnen zien van ongelooflijk moedige mensen die met groot gevaar voor eigen leven strijden tegen de barbaarse onderdrukking in hun land. De Partij voor de Dieren vindt dat deze mensen onze volle steun verdienen. Nu schrijft het kabinet in de agenda voor de Europese top dat het dit geweld veroordeelt en dat president Assad zijn legitimiteit verloren heeft en moet opstappen. Die inzet steunt de Partij voor de Dieren natuurlijk. We hebben echter ook kunnen zien hoe schandalig China en Rusland zich hebben gedragen in de VN-Veiligheidsraad. Wat heeft de regering daartegen ondernomen? De laatste berichten die ik ontvangen heb, zijn immers dat wij in China nog steeds proberen Nederlandse zuivel te verkopen en dat staatssecretaris Bleker dikke vrienden met Rusland probeert te worden en te zijn om de handelsbelangen veilig te stellen. Kan er een ander geluid klinken?
Ik kom op Griekenland. Wij hebben begrepen dat er inmiddels reclamemensen worden ingehuurd. De man die het bijna failliete Apple-concern indertijd reanimeerde met zijn "Think different"-campagne is ingehuurd om de harten van Europese burgers te winnen voor de onmogelijke steunoperatie die Griekenland binnenboord moet houden. Dat gaat niet werken. Je kunt de arme eurolanden aan het infuus van de rijkere landen leggen, waardoor bij de wet van de communicerende vaten onze spaar- en pensioentegoeden, onze werkgelegenheid et cetera, naar Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland en Italië worden overgeheveld, maar daarmee gaat de gemeenschappelijke munt het niet redden. Griekenland is beter af zonder de euro en de euro is beter af zonder Griekenland. Hoeveel A's van de triple-A-rating moeten er nog worden ingeleverd voordat dit besef doordringt? De algemene rekenkamers in Europa hebben gewaarschuwd voor het totale gebrek aan controlemogelijkheden voor het Europese noodfonds, het fonds dat ook nog juridische onschendbaarheid moet gaan genieten, maar zij spreken tegen dovemansoren, tegen gelovigen die verblind zijn door de glans van het nikkel van de heilige euro.
Milieupartijen die Europa de hemel in prijzen omwille van zijn vermeende positieve rol in het milieubeleid steunen nu zelfs de steunpakketten – eigenlijk zijn het dwangpakketten – waaraan de Griekse natuur ten onder zal gaan tegen alle Europese verdragen in. Wij zijn ervoor gewaarschuwd dat het pakket leidt tot overconsumptie en inzet op de bruinkoolindustrie. Niemand lijkt rekening te houden met de milieugevolgen van de maatregelen die de Griekse regering neemt om de economie overeind te houden en draaiende te krijgen, gedwongen door de trojka. Waarvoor? Er wordt gesproken over het kopen van tijd, maar in feite spreken wij over het investeren van tijd en geld in een tijdbom die onherroepelijk tot ontploffing zal komen, als blijkt dat landen met een verschillend economisch tempo en temperament onmogelijk een gezamenlijke munt kunnen hebben. De Partij voor de Dieren wijst deze koers en alles wat daarbij hoort met kracht af. Ik heb zojuist gelezen dat de Ieren tenminste nog een referendum organiseren over de ingrijpende verdragen die de Europese leiders er nu doorheen willen drukken. In de Kamer zijn hierover eerder al verschillende moties ingediend, maar deze konden op weinig steun rekenden. Dat vindt de Partij voor de Dieren betreurenswaardig.
De euroforie leidt af van alles wat echt belangrijk is. Mag ik het kabinet vragen hoeveel tijd het vrijmaakt voor voorbereiding in de aanloop naar Rio+20, de duurzaamheidsconferentie van de Verenigde Naties? Ik heb de minister-president gevraagd – hij is daartoe ook opgeroepen door jongeren die in actie zijn gekomen – of hij bereid is om zelf naar die conferentie toe te gaan. Het is niet voor niets. Anders dan ons huishoudboekje is de natuur de basis van al het leven. Wij allen zijn er volledig van afhankelijk: schone lucht, schone aarde, schoon water. Voor het kabinet lijkt het echter iets te zijn waar wij even wat aan doen als wij nog tijd over hebben. 25 jaar geleden had de VN-commissie-Brundtland al in de gaten dat de toekomst van de aarde en dus die van ons allemaal op het spel staat. Zij concludeerde dat duurzame ontwikkeling broodnodig is om te kunnen voorzien in de behoeften van het heden en de toekomst. Sindsdien hebben wij alleen een verdere opwarming van het klimaat en een verder verlies van biodiversiteit, van plant- en diersoorten, gezien. Het ziet er niet goed uit. Wij hebben nog geen inzet van het Nederlandse kabinet, maar ik wil de toezegging dat wij zullen inzetten op matiging van de milieubelastende consumptie – ja, dat gaat over vlees – en ik wil een grote rol voor echt duurzame landbouw.
Over de G20 schrijft het kabinet dat het wil inzetten op duurzame landbouwproductie. Dat klinkt prachtig, maar mag ik de garantie dat wij daarbij de visie van Speciaal VN-rapporteur voor het Recht op Voedsel Olivier de Schutter volgen en niet de agenda van onze oud-minister Gerda Verburg, werkzaam in Rome, bij de FAO?
De heer Plasterk (PvdA):
Voorzitter. Via een lang en kronkelig pad zijn wij uiteindelijk gekomen tot een pakket om te proberen de Griekse schuldencrisis te beheersen. Het is een dun en wankel geheel, maar dit is beter dan dat het niet zou zijn gelukt. Wij hebben in een vorige sessie de regering naar Brussel gestuurd met de bedoeling om ervoor te zorgen dat er zo'n pakket zou komen. Uiteindelijk kunnen wij dus, om het op z'n Gronings te zeggen, niet ontevreden zijn. Wij hebben vooraf een aantal voorwaarden gesteld waaraan zo'n pakket zou moeten voldoen.
In de eerste plaats zou de private sector een behoorlijke mate van bijdrage moeten leveren. Dat is inmiddels inderdaad wel het geval. Men levert 53% bijdrage. Als je het naar de contante huidige waarde vertaalt, is dit 73%. Dat is dus fors.
In de tweede plaats draagt GroenLinks ... O nee, ik had hier GL opgeschreven, maar daarmee bedoelde ik Griekenland; zoiets krijg je met aantekeningen. In de tweede plaats draagt Griekenland behoorlijk bij door eigen maatregelen te nemen. Om daar de vinger aan de pols te houden, is er een geblokkeerde rekening geopend waardoor men inderdaad kan zeggen dat het niet de afspraak was zodra Griekenland daar niet aan zou voldoen. Ik denk dat dit een verstandige aanpak is.
In de derde plaats hadden wij het criterium dat er een pad zou zijn naar een houdbare Griekse schuld. Wij hebben ons daarin verbonden aan het oordeel van het IMF over de werkelijke begaanbaarheid van dat pad. Over dat laatste punt heb ik wel een aantal vragen. Het kabinet zegt immers dat de Kamer zich vandaag kan uitspreken over het totale pakket, maar het pakket is nog niet volledig met zekerheid ingevuld. Wat gebeurt er als de deelname van de private partijen, van de banken, niet de beoogde 95% haalt? Dan zijn wij hier immers wel akkoord gegaan. Hoe stelt de regering zich dit vervolgens procedureel voor? Dit geldt ook voor het geval waarin het IMF niet bijdraagt in de mate waarin men dit had verwacht. De collega's hebben daar ook al naar gevraagd. De regering zegt zelf al dat dit pakket geen garantie is. Dat roept de vraag op of de regering daarmee preludeert op alweer een volgend steunpakket. Graag krijg ik hierover een toelichting van het kabinet.
Anderhalf jaar geleden werd er in de Kamer al gesproken over de vraag of wij moeten proberen om een Grieks faillissement te vermijden. Ik word er altijd op gewezen dat een faillissement niet exact hetzelfde is als een default, maar ik probeer het gebruik van buitenlandse talen hier te beperken, dus ik gebruik toch maar even het huis-tuin-en-keukenwoord "faillissement". Destijds zeiden enkelen in de Kamer dat wij een faillissement niet moesten laten gebeuren. Ik ben blij dat wij via dit lange en kronkelige pad nu op deze manier hier zijn gekomen, omdat de serieuze mogelijkheid bestaat dat het lukt om inderdaad een faillissement te voorkomen. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, dan is de schade in ieder geval heel veel minder dan wanneer er een tot anderhalf jaar geleden op een totaal ongeorganiseerde wijze sprake was geweest van een dergelijk faillissement.
Tot dusver sprak ik positieve woorden. Vervolgens constateer ik wel dat het pakket waarmee Griekenland tot dusver wordt geholpen heel eenzijdig is. De bezuinigingen zijn inmiddels in kaart gebracht. Hopelijk worden ze ook uitgevoerd. Daarmee alleen kun je de crisis uiteindelijk niet te lijf gaan. Het pakket gaat alleen maar over bezuinigingen. Er zit wel een pakket bij voor de groei. Dat hebben wij gekregen. De brief daarover is ondertekend door de heer Cameron en een aantal anderen, zoals de heer Rutte. Dat pakket bestaat uit: 1. marktwerking, 2. meer interne marktwerking, 3. de energiemarktwerking, 4. innovatie, 5. wereldmarktwerking, 6. minder regels en 7. arbeidsmarktwerking. Dit is een totaal rechtse agenda. Dat vind ik allemaal prima, of eigenlijk helemaal niet prima. Gezien de ondertekening is dit echter niet onlogisch. Dit is een puur rechts, liberaal verhaal. Dat moge zo wezen, maar dat is niet voldoende om te voorkomen dat landen in Zuid-Europa in de crisis belanden. Behalve dit, moet er wat ons betreft ook het volgende gebeuren. Ten eerste moeten wij dit soort crises in de toekomst voorkomen door veel meer toezicht op de bankensector en een sterk Europees bankentoezicht. Ten tweede – ik hoor hier eigenlijk weinig meer over van de regering – had ik begrepen dat er al een akkoord was tussen Frankrijk en Duitsland dat wij op Europees niveau een bankenbelasting zouden krijgen en een financiëletransactietaks. Over de grondslagen daarvan hebben wij hier al eens gesproken. Je kunt dit misschien op een iets andere grondslag toen. Ik verwacht echter op korte termijn een voorstel op basis waarvan de banken nu werkelijk gaan meebetalen aan de schade die is veroorzaakt door de crisis waar de bankensector voor een groot deel verantwoordelijk voor is. Waar blijven die voorstellen?
Ten derde zul je behalve te bezuinigen in Griekenland en wellicht in andere zuidelijke lidstaten, ook moeten investeren. Griekenland staat nu op 4% krimp. In de prognoses van het IMF is dit volgend jaar 0% en het jaar daarna zou Griekenland 4% groeien. Waar die groei vandaan komt als je niets bijdraagt, weet ik werkelijk niet. Ik pleit er daarom voor om in gang te zetten dat Europese fondsen worden herbestemd om acuut de crisis in de zwakke lidstaten te voorkomen. Ik vraag de regering om een reactie daarop. Dit geldt voor structuurfondsen, maar ook voor bijvoorbeeld landbouwfondsen. Ik heb inderdaad liever dat het geld uit die fondsen naar het bestrijden van de jeugdwerkloosheid in een paar zwakke lidstaten gaat dan dat het naar zwakke boeren gaat. Dat zal misschien betekenen dat het principe van wat men in Brussel "juste retour" noemt – het idee dat elk land er net zoveel uit krijgt als erin stopt – tijdelijk moet worden losgelaten, maar als dat nodig is om ervoor te zorgen dat de crisis in die landen wordt beheerst, is dat uiteindelijk in het belang van alle lidstaten en ook van Nederland.
Ik vroeg bij interruptie al hoe het zit met de 90 mln. en de 50 mln. die Nederland bijdraagt door gederfde rente-inkomsten. Ik zou graag van de minister van Financiën horen of dat op het EMU-saldo drukt; mijn taxatie is van wel. Als Nederland gedwongen zou worden om zich in 2013 exact aan die 3% maximaal EMU-schuld te houden, komt de EMU-schuld daar dus bovenop. Dat betekent dat er ergens anders 90 mln. moet worden bezuinigd om onder die 3% te blijven. Een politiearbeidsplaats kost ongeveer € 50.000, dus reken maar uit: dat zijn 1800 politieagenten. Of het nou caviapolitie is of welke andere politie dan ook, dat laat ik in het midden, maar dit is geen klein bier. Ik vraag dit natuurlijk omdat ik weet dat de PVV eerder heeft gezegd dat zij oogluikend toelaat wat er allemaal op Europees niveau gebeurt, maar dat de regering een politiek probleem heeft als daarvoor extra moet worden bezuinigd. Ik ben benieuwd of die situatie zich gaat voordoen. De concrete vraag aan de minister is dus: is die 90 mln. voor 2013 relevant voor het EMU-saldo? Dan zal er dus voor dat bedrag extra bezuinigd moeten worden.
Ik heb nog een korte opmerking over Servië en sluit daarna af. De PvdA vindt het van belang dat er verdere voorwaarden worden gesteld aan het toelaten van Servië. Wij hebben met name zorgen over de rechtsstaat in Servië. Er is een gebrek aan onafhankelijkheid van de rechtelijke macht. Dat is voor de PvdA een punt van zorg. Wij krijgen berichten dat de Judges' Association of Serbia onlangs de ombudsman heeft gevraagd om de gang van zaken bij de hoge raad te onderzoeken. Dat liegt er niet om. Men zegt dat er onvoldoende rechters zijn, minder dan door de grondwet wordt voorgeschreven, en dat het ontbreekt aan transparantie. Ik hecht eraan dat er op dit punt wat gebeurt. Wellicht kan de regering hierop commentaar geven.
Ik sluit af door terug te komen op Griekenland. Het hele proces hiernaartoe en het uiteindelijke product zijn typisch Europees. Het product is niet fraai en schimmig en hangt van compromissen aan elkaar. Het is niet één mooie, cleane, radicale oplossing. We zijn er echter wel weer en we moeten eraan vasthouden dat het uiteindelijk in het belang van de burgers van Nederland en van Europa is om de eurozone intact te houden als dat kan. In de geest van deze dag zou ik als doelstelling willen uitspreken om de boel bij elkaar te houden.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De heer Plasterk houdt nu wel een heel positief verhaal, maar ik hoorde hem gisteren in een column in de stijl van het programma Buitenhof toch spreken over de Rutterecessie. Ik heb een vraag over een punt dat de heer Plasterk niet heeft genoemd: de ondertekening van het begrotingspact. Dat punt staat ook op de agenda. Gisteren heeft de heer Plasterk ervoor gepleit om de begrotingsregels even te laten vieren, terwijl het pact straks wel ondertekend zal worden. Betekent dit dat de PvdA-fractie dat maar even laat lopen omdat de heer Plasterk er niks over gezegd heeft?
De heer Plasterk (PvdA):
Nee. Het enige wat het nieuwe begrotingspact wijzigt ten opzicht van het huidige, is de regel voor de reverse majority. Dat is de procedure voor het geval er aanspraak wordt gemaakt op een uitzondering. Zoals ik eerder in een discussie met de minister-president al heb gezegd, hechten wij wel zeer aan die uitzondering. Het zou idioot zijn om een pact te maken zonder die uitzonderingsprocedure. Dat is dan ook niet gebeurd. Overigens geldt voor de begroting van 2013 sowieso het nu geldende pact en niet het gewijzigde.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Wat de heer Plasterk zegt, is niet helemaal zo. In het nieuwe pact wordt wel degelijk geregeld dat er sancties kunnen worden opgelegd als de begrotingsregels worden overtreden en dat er een golden rule in Nederland moet komen. Dat zal ook in de wetgeving worden opgenomen. Van al die zaken nam de heer Plasterk gisteren nadrukkelijk afstand omdat hij niet wil dat wij ons aan de regels van het Stabiliteits- en Groeipact gaan houden.
De heer Plasterk (PvdA):
Dat is dan een misverstand; ik bedank mevrouw Schouten voor de gelegenheid om dat op te helderen. Ik vind dat wij ons wel aan de regels van het pact moeten houden. Ik ben dan ook blij dat de regels van het pact het mogelijk maken om aanspraak te maken op uitzonderlijke omstandigheden wanneer glashelder is dat je grote schade zou toebrengen aan de economie van het land en van Europa door je aan de 3%-grens te houden. Wij kunnen ons dus aan de regels houden en ik pleit ervoor om aanspraak te maken op die uitzonderlijke omstandigheden in het geval er zo draconisch bezuinigd zou moeten worden.
De heer Bontes (PVV):
De heer Plasterk gaf aan dat hij zich zorgen maakt over de rechtsstaat van Servië. Dat is zwaar, zeer zwaar. Dat wil nogal wat zeggen. Dat is een belangrijke Kopenhagencriterium, zoals de heer Plassterk weet. Is de PvdA-fractie voor of tegen het kandidaat-lidmaatschap van Servië? Daarover wordt namelijk wel over twee dagen gestemd.
De heer Plasterk (PvdA):
Ik heb gezegd dat wij daarvoor zijn op grond van een aantal voorwaarden. Dat is precies het effect waarvan ik denk en hoop dat Europa dat kan hebben. Dat je dus zegt tegen landen die een beetje op de grens zitten van de rechtsstatelijkheid: kom erbij! Kom bij de Europese Gemeenschap. Dan heb je echter niet alleen maar de economische voordelen waar je op uit bent, maar dan moet je je ook aan een aantal rechtsstatelijkheden houden.
De heer Bontes (PVV):
Ja, maar die voorwaarden worden niet meer ingevuld binnen een dag of binnen twee dagen. Verandert dat dan niet de visie van de heer Plasterk op die toetreding? De stemming daarover is immers over twee dagen.
De heer Plasterk (PvdA):
Die toetreding is een heel proces. Dit is niet helemaal mijn expertisegebied, maar het wordt als kandidaat-lid toegelaten. Die voorwaardelijkheid blijft er aanhangen. Als blijkt dat men inderdaad de rechtsstatelijkheid aan de laars lapt, dan wordt de volgende stap niet gezet.
De voorzitter:
Voordat ik het woord geef aan mevrouw Sap, wil ik graag de delegatie van de minister van Justitie van Kroatië van harte welkom heten in de vergadering van ons parlement. A warm welcome to the ministry of Justice. We love to have you here. We hope you have a fruitful visit to the Netherlands. Thank you.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Voorzitter. Een belangrijk onderwerp vandaag is natuurlijk Griekenland. Voor mijn fractie is dat een heel ingewikkeld dilemma. Zij is aan de ene kant blij dat Europa er nu toch weer uit is gekomen en dat er een programma ligt voor Griekenland dat hem en de euro overeind houdt. Dat vinden we goed voor Europa, want wij geloven in een sterk Europa dat samenwerkt en waar solidariteit hoog in het vaandel staat.
Tegelijkertijd maken wij ons zorgen over de inhoud van dat programma, want de vraag is of meer van hetzelfde – dat hebben we ook in vorige debatten benadrukt – het perspectief biedt voor de Grieken dat nodig is om hun economie er uiteindelijk weer bovenop te krijgen. Wij maken ons zorgen, juist over de vraag wat die aanpassingsprogramma's daar nu betekenen voor natuur en milieu in Griekenland. In onze ogen kan er namelijk geen moderne, concurrerende economie zijn als die niet gelijktijdig duurzaam is. Het Wereld Natuur Fonds heeft daarover een belangrijke brandbrief gestuurd aan de Europese leiders en ik vraag het kabinet nogmaals om daarop te reageren en, aan te geven hoe het daarnaar kijkt.
Ik maak mij ook zorgen omdat het Centraal Planbureau zich aan het gezaghebbende rijtje aan instituten heeft toegevoegd dat al eerder waarschuwde voor de eenzijdige nadruk op kortzichtig bezuinigen. Het Centraal Planbureau heeft zich nogmaals indringend in die discussie gemengd. Het deed dat al bij de algemene beschouwingen. Toen gaf het al de waarschuwing af dat doorgaan op de route van kortzichtig bezuinigen in een zware recessie gevaarlijk is en dat het dan nodig is om structurele maatregelen te nemen om structureel te hervormen. De directeur van het Centraal Planbureau heeft zich nu buitengewoon helder uitgelaten en verwijst daarbij ook naar inzichten waaruit blijkt dat kortzichtig bezuinigen nog een veel groter verwoestend effect heeft op de economie dan we al dachten. Ik wil daar graag een expliciete reactie op van de minister van Financiën. Hoe weegt het kabinet dit? Hoe weegt het dat er kennelijk inzichten zijn dat kortzichtig bezuinigen een nog groter funest effect heeft dan we al wisten? Meer van hetzelfde hoeft lang niet altijd te werken en als je weet dat het recept niet werkt en dat het in de praktijk niet uitpakt zoals je wilt, waarom zou je dan doorgaan op die weg? Dat vinden we een belangrijk dilemma. Aan de andere kant snappen we ook goed dat het kabinet zei dat Nederland niet gaat over de inhoud van dat programma. De trojka gaat daarover. Toch vind ik dat wel onbevredigend. Nederland gaat over meer dan het nu erkent of toegeeft. Ik zou wat dat betreft wel uitdrukkelijk stappen van het kabinet willen zien die Europa en Griekenland echt aan een toekomstperspectief helpen. Ik doel dan bijvoorbeeld op het punt van de belastingontwijking. Van de grote bedrijven in de zuidelijke landen Spanje, Italië, Portugal en Griekenland loopt maar liefst 60% van de interne geldstromen via Nederland. Van de grote bedrijven heeft 60% in die landen dus een financiële holding in Nederland om het betalen van belasting te ontwijken, dus om niet te hoeven afdragen in eigen land. Dat betekent natuurlijk dat de regeringen in die landen de nodige inkomsten missen. Alleen al in Griekenland hebben vier van de tien bedrijven met een omzet van meer dan 2 mld. in Nederland een holding om belasting te ontwijken. Kan de regering daar geen concrete stappen op zetten? Nederland moet stoppen een belastingparadijs voor het bedrijfsleven uit de zuidelijke lidstaten te zijn, zodat die landen die inkomsten weer zelf binnenkrijgen en daarmee toekomstperspectief in hun land kunnen creëren.
Bij een toekomstperspectief gaat het ook breder om investeren in de economieën van de zuidelijke lidstaten. In de stukken en de geannoteerde agenda staan mooie woorden die bedoeld zijn voor de G20-top in juni en de Rio+20-top in juni. Het betreft mooie woorden over groene groei, mooie woorden over groene economie en mooie woorden over hervormingsperspectief. Ik zie echter geen enkele daad, nul komma nul, geen enkel concreet initiatief. Ik vraag het kabinet om die mooie woorden nu met urgentie om te gaan zetten in daden. Dat toekomstperspectief ontstaat niet door woorden alleen; daar zijn echt daden voor nodig.
GroenLinks blijft uiterst kritisch over het begrotingspact. Veel van de onderdelen die in dat pact geregeld worden, hadden ook via gewone EU-wetgeving geregeld kunnen worden. Sommige dingen, die op dit moment niet via de gewone EU-wetgeving geregeld kunnen worden omdat Engeland dwars ligt, zoals de reverse majority, kunnen wel degelijk juridische complicaties opleveren. Als landen uiteindelijk namelijk door die regel getroffen worden, kunnen ze zich daar met een beroep op het gewone EU-verdrag wellicht toch aan onttrekken. Dat levert ongewenste situaties op.
Die eenzijdige nadruk op het begrotingspact en de begrotingsdiscipline is niet in het belang van Europa. Degene die dat misschien nog wel het helderst heeft verwoord, is voormalig PvdA-leider Wouter Bos, in zijn speech bij het bezoek van Olli Rehn. Toen gaf Bos heel uitdrukkelijk aan dat dit begrotingspact en de eenzijdige nadruk in Europa op begrotingsdiscipline heel sterk de Europese trend versterkt om in te zetten op kortetermijntekortreductie in plaats van op structurele hervormingen op de lange termijn.
Nadat het pact begin maart getekend is, gaan we de ratificatieprocedure in en zijn we overgeleverd aan onheldere, Europese besluitvorming. Als dan twaalf landen geratificeerd hebben, zit Nederland daar ook aan vast. Ik roep de collega's van de Partij van de Arbeid en van D66 nog maar eens indringend op om er goed over na te denken of ze dit echt willen steunen. Het Europees Parlement vindt het overbodig, de nationale parlementen staan voor het blok. Het is een onheldere vorm van democratie: als twaalf landen akkoord zijn, geldt het voor iedereen.
Een belangrijke complicatie is dat net vandaag bekend is geworden dat Ierland daar een referendum over gaat houden. Als Ierland dat referendum gaat houden en als daaruit een "nee" zou blijken tegen het begrotingspact, wat dan? Wat dan, zo vraag ik het kabinet. Zal Ierland daarvoor inderdaad afgestraft worden? Kan Ierland, dat nu zo sterk zijn best doet om met een aanpassingsprogramma uit de crisis te komen, dan geen beroep meer doen op dat noodfonds, zoals nu in de regelingen is voorzien? Dat is niet meer hypothetisch. Het is een feit dat de Ieren hierover een referendum gaan houden.
De heer Plasterk (PvdA):
Door mevrouw Sap werd zojuist een oproep gedaan, niet alleen aan de regering maar ook aan een aantal partijen in de Kamer. Ik voel mij daardoor aangesproken. Ik snap de redenering wel, maar ik vraag mevrouw Sap wat het alternatief is. Ik heb toch de indruk dat GroenLinks hiermee het betere de vijand van het goede laat zijn: het is allemaal niet mooi en goed genoeg, dus laten we het maar helemaal niet doen. Wat zijn daarvan de consequenties? Is mevrouw Sap bereid die te accepteren?
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Het alternatief is een democratische route in Europa, zoals die ook eerder in Europa bewandeld is. De regeringsleiders hadden zich door Cameron niet voor het blok hoeven laten zetten. Ze hadden gewoon kunnen zeggen, en dat kan nog steeds, dat ze aan een verdragswijziging gaan werken. In die verdragswijziging kunnen dan meteen alle andere punten worden meegenomen, die mij en ook de heer Plasterk zo dierbaar zijn. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om zaken als het toezicht op de financiële sector en een betere democratie in Europa; die zaken kunnen daarin mee geregeld worden. Het aanpakken van zo'n verdragswijziging op de normale, democratische manier via een conventie heeft meer tijd nodig, maar die tijd ís er ook voor dit onderdeel. Dat begrotingspact voegt zo weinig toe aan het sixpack en aan alles wat al over begrotingsafspraken is geregeld, dat het geen dringende maatregel voor de korte termijn meer is. Je kunt het dus op de gewone Europese manier doen en meteen alle bijkomende zaken regelen. Als de fractie van Partij van de Arbeid met de GroenLinks-fractie zou zeggen dat ze het zo wil, kunnen wij ook druk zetten in Europa om echt werk te maken van dat groei- en hervormingsperspectief dat wij zo belangrijk vinden.
De heer Plasterk (PvdA):
Ik deel het doel dat GroenLinks hiermee heeft, maar ik vind het instrument zo onverstandig. Laten wij eerlijk zijn: natuurlijk kun je het mooier maken en had het anders mogen en kunnen lopen, maar wij hebben voor de situatie gestaan dat de Europese Centrale Bank zei dat hij, als er een begrotingspact komt dat op een aantal punten strenger is, ook wel bereid is om een iets royaler opkoopprogramma in gang te zetten. Dat is gebeurd en de effecten daarvan zie je ook, want de spreads op Italië, Spanje en Portugal gaan nu omlaag. In dit stadium zeggen dat het pact er maar niet moet komen, vind ik niet verantwoord. Nogmaals, het streven vind ik sympathiek en ik deel het, maar het instrument overtuigt mij nog niet om het te steunen.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Dat betreur ik zeer. De Europese Centrale Bank is gewoon onafhankelijk. Daardoor moet de politiek zich niet onder druk laten zetten. De eigenlijke reden achter het begrotingspact was natuurlijk dat Duitsland en Merkel dit zo graag wilden en dat eisten, voordat verdere stappen gezet konden worden. Nu ligt het er bijna en zie je dat Duitsland toch geen stappen wil zetten, want Merkel ligt nog steeds voor een vergroting van het noodfonds en doet ook bijzonder weinig om dat langetermijnperspectief te creëren.
Ik zou het graag omdraaien en de macht van de nationale parlementen gebruiken om de regeringsleiders echt aan te sporen om er een groei- en hervormingsagenda van te maken in plaats van de kortetermijnbezuinigingsagenda die nu in Europa heerst.
Dit brengt mij op het noodfonds. Wij weten allemaal dat de werkelijke reden achter het begrotingspact is dat Duitsland daar zo sterk aan hechtte. Als dat pact er eenmaal zou liggen, zou Duitsland ook bereid zijn om een groter noodfonds te steunen. Maar de Duitsers liggen nog steeds dwars, Merkel ligt nog steeds dwars. De rest van de wereld begint zo langzamerhand het geloof in Europa te verliezen. Wij merkten dat het afgelopen weekend weer, op de G20-top in Mexico. Andere wereldleiders daar zeggen dat Europa eerst zelf over de brug moet komen en dat Europa eerst zelf bereid moet zijn om dat noodfonds meer te vullen. Dan zijn zij eventueel bereid om via het IMF bij te plussen, maar niet als Europa zelf niet laat zien dat het staat voor zijn zaak. Het wordt tijd dat het kabinet en onze premier hun volle gewicht in de strijd werpen om druk uit te oefenen op Merkel om te gaan bewegen. Wij kunnen niet door met een te klein noodfonds dat de rest van de wereld niet wil aanvullen. Wij kunnen niet door, nu de situatie nog steeds zo onzeker is en ook het risico dat de besmetting overslaat op andere landen, nog steeds aanwezig is. Ik vraag het kabinet om hierop stevig actie te ondernemen.
De voorzitter:
Mevrouw Sap, uw tijd is wel op.
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Ik zal het beperkt houden, voorzitter.
Ik wil nog enkele opmerkingen maken over de toekomst van Europa, en allereerst over de brief van de tien regeringsleiders. Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de kritiek die de heer Plasterk daarop heeft geleverd, dat het vooral gaat over interne markt en dat er bijzonder weinig te vinden is over een toekomstagenda, die wij al vaker in deze Kamer naar voren hebben gebracht, waarin de financiële sector en de transactietaks een belangrijk punt zijn en de duurzamegroeiagenda een heel belangrijk punt is. Mijn vraag aan het kabinet is: wanneer levert u nu eindelijk, wanneer worden het nu eens geen woorden, maar daden?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb twee korte vragen. Zou GroenLinks in navolging van de Ieren ook in Nederland een referendum over het ESM-verdrag wenselijk vinden? Mijn tweede vraag heb ik eerder al aan D66 gesteld. Wij krijgen signalen dat het voor het Griekse milieu en de natuur daar dramatisch gaat uitpakken. Ik hoor GroenLinks opnieuw aan het kabinet vragen hoe het dit ziet. Wij hebben dat echter al eerder gedaan in een algemeen overleg. Toen gaf de minister van financiën een uitermate teleurstellend antwoord. Als inderdaad blijkt dat het voor natuur en milieu en voor de bevolking – maar dat weten wij al – dramatisch gaat uitpakken in Griekenland, is dat dan voor GroenLinks reden om zijn steun aan deze operatie in te trekken?
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Als mijn fractie, als ik ook maar één moment de overtuiging zou hebben dat het onthouden van steun aan Griekenland zou bijdragen aan behoud van natuurlijk en milieu daar en de economische perspectieven zou versterken, dan zouden wij steun onthouden. Dat is echter de keuze niet. Het is ofwel nu dit steunpakket ofwel Griekenland alsnog in een dramatisch faillissement, waarbij de gevolgen wel eens veel slechter kunnen zijn. Mijn fractie denkt dat de gevolgen dan wellicht nog veel slechter zijn en dat natuur, milieu en mensen in Griekenland nog veel slechter af zijn.
Ik kom op de vraag over het referendum. Mijn fractie is daar heel helder over. Zij wil een grote Europese verdragswijziging om de toekomstzaken te regelen. Dat wordt via een conventie geregeld en daar hoort uiteindelijk een referendum, liefst een Europees referendum, bij. Dat wil de GroenLinks-fractie graag over het grote geheel, niet over elk klein onderdeel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De veronderstelling dat het in Griekenland nog slechter zal gaan op het gebied van natuur en milieu als we deze steunoperatie niet doen, komt wat mij betreft een beetje uit de lucht vallen. Ik ben benieuwd waar GroenLinks die veronderstelling op baseert. We weten namelijk wel dat de trojka nu heeft ingezet op de bruinkoolindustrie en op overconsumptie, waar grote zorgen over zijn. Ik zie niet zo goed in dat de Grieken zelf als zij niet hiertoe gedwongen worden, dezelfde maatregelen zouden treffen. Waar baseert GroenLinks dat op?
Mevrouw Sap (GroenLinks):
Beide analyses vergen een afweging van argumenten. Noch mevrouw Ouwehand noch ik kan claimen dat we het gelijk aan onze zijde hebben. We maken echter een andere inschatting. Als Griekenland nu failliet zou gaan, denk ik dat de economie daar nog veel forser zou verarmen dan wanneer je dit hervormingsprogramma invoert. Als we één ding weten uit de geschiedenis, dan is het dat een land dat in een diepe economische crisis fors verarmt, geen prioriteit geeft aan milieu, en dat het dan waarschijnlijk nog slechter zal zijn dan nu.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Voorzitter. De SGP heeft in eerdere debatten helder en meermalen aangeven dat we van begin af aan tegen de euro zijn geweest vanwege de problemen waar we vandaag over spreken, en tegen Griekenland in de euro. U weet dat de SGP zich dan ook op oude boeken beroept, in dit geval op de Politeia van Plato. In dit boek wordt eenzelfde soort situatie beschreven; er is sprake van een schuld, van rente en van een onderpand. Ik citeer de Politeia: "Ik zou mijn schuld graag inlossen en de hoofdsom betalen, maar op dit moment moet ge het doen met de rente. Ik geef u daarom het kind in handen, de telg van het goede zelf. Maar pas op dat ik de rente niet per ongeluk verkeerd bereken en u iets over het kind op de mouw speld."
Wie de oude klassieken had gelezen, had deze grote fout nooit gemaakt, een fout van maar liefst 130 mld. Ik ben blij dat de regering probeert die fout enigszins te herstellen door – daar ben ik oprecht dankbaar voor – harde voorwaarden te stellen, niet alleen aan het verstrekken van de lening zelf maar ook, als die lening eenmaal verstrekt is, via een escrow account, zodat ingegrepen kan worden op het moment dat men zich opnieuw niet aan de afspraken houdt. Permanent toezicht is heel erg belangrijk.
Er ligt een voorlopige schuldanalyse. De minister van Financiën heeft ook aangegeven: pas op het allerlaatste moment hebben wij de definitieve cijfers. Wat gaat de minister van Financiën precies doen als op het allerlaatste moment die cijfers toch weer tegenvallen? Ik mag toch verwachten dat de minister van Financiën zich dan aan zijn oude lijn houdt, consistent is en zich niet laat verrassen door een probleem op het laatste moment.
Eerlijk gezegd zouden wij liever een einde maken aan het euroavontuur van de Grieken. Maar dan wreekt zich opnieuw het verleden. Dat kunnen we helemaal niet. Staatsrechtelijk is vastgelegd dat we dat niet eenzijdig kunnen. Het alternatief is dan om ze maar failliet te laten gaan. Maar laten we wel wezen, de rekening is dan in sociaal opzicht en in financieel opzicht hoog voor de Grieken, maar de rekening zal voor onze burgers waarschijnlijk ook zeer fors zijn. Een ongecontroleerd faillissement zal grote gevolgen hebben. Ik ben het met de minister van Financiën eens dat het risico gedaald is, maar ik vraag hem te bevestigen, ook na de discussie die we net gevoerd hebben, dat niemand kan stellen dat het risico nul is. Als het gebeurt, dan is het effect groot voor alle landen. Dat risico moeten we niet willen nemen als er een begaanbaar alternatief is. Dat alternatief zou kunnen bestaan uit het overtuigen van de Grieken zelf, maar eigenlijk moeten wij ze dan een bruidsschat meegeven om dat te doen. Waarom zouden zij het anders doen? Die bruidsschat zal waarschijnlijk zeer veel hoger zijn dan 130 mld. En dus een nog hogere rekening. Misschien nog wel belangrijker – eerlijk gezegd zou ik dit nog wel willen overwegen – is de vraag wat dit betekent voor de stabiliteit van de euro. Waarom zouden andere landen daar geen aanspraak op willen maken? Wat is nu eigenlijk het alternatief? Ook dit scenario lost niet het eigenlijke probleem van de euro op: een tekortschietende concurrentiepositie van vele landen en het zich niet houden aan afspraken. Zie de discussie in Nederland over de 3%.
Sommigen hadden hun hoop gevestigd op rapporten die zouden aantonen dat er alternatieve routes zijn, bijvoorbeeld door zelf met enkele anderen uit de euro te stappen. Ik constateer echter dat op dit cruciale moment niemand blijkbaar in staat is om een dergelijk rapport te leveren. Het lijkt mij uit praktisch oogpunt ook ondoenlijk. Theoretisch kun je van alles veronderstellen, maar ook bij dit scenario zijn er grote bedreigingen die niemand qua risicoprofiel werkelijk kan inschatten. Dat staat nog los van het punt dat splitsing van de euro om geopolitieke redenen nagenoeg ondenkbaar is, alhoewel ik mij graag laat overtuigen.
Waar brengt dit de SGP-fractie? Wij wachten de reactie af, maar wij kunnen de antwoorden wel inschatten. Dat brengt ons ertoe dat de nieuwe lening van 130 mld. onder de afgesproken strenge voorwaarden en onder de conditie dat die gehandhaafd worden, de minst slechte optie is. Dat is geen constatering waar je vrolijk van wordt, maar het is wel een feit. Voor Europa is essentieel dat wij inzetten op drie voorwaarden. 1. Griekenland aan de afspraken houden. 2. Veel striktere afspraken met alle landen om dit in de toekomst te voorkomen. 3. Hard en veel harder werken aan de concurrentiepositie van alle landen, inclusief Nederland.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
De heer Dijkgraaf citeerde uit de Politeia. Aristoteles heeft ooit gezegd: Plato heb ik lief, maar de waarheid heb ik liever. Is de waarheid niet dat dit pakket eigenlijk heel wankel is en dat het vol zit met onzekerheden? Of is de SGP-fractie ervan overtuigd dat dit een keihard pakket is waar wij het helemaal mee gaan redden?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Er zitten in dit pakket inderdaad allerlei dingen waarvan je je afvraagt hoe het gaat lopen, ook gezien de historie, inclusief Plato en zijn Politeia, want dat vergroot alleen maar de onzekerheden. Maar er staat wel een aantal waarborgen tegenover, bijvoorbeeld die escrow account, zodat je stapje voor stapje, maand op maand kunt zien hoe het gaat, zodat je kunt bijschakelen op het moment dat het misgaat. Ik zie die onzekerheden, maar gegeven de hele historie zie ik niet snel een pakket voor me zonder onzekerheden. Want de situatie zit natuurlijk heel complex in elkaar, tenzij je er het dubbele bedrag voor uittrekt. Maar of wij dat onze burgers moeten aandoen, is ook maar de vraag.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
In de brief geeft de minister aan dat er geen garanties zijn dat dit pakket het gaat worden. Sterker nog, hij sluit niet uit dat er op termijn nog meer middelen nodig zouden kunnen zijn. Mag ik concluderen dat de SGP-fractie met dat laatste niet akkoord zou gaan, mocht die situatie zich voordoen? Is dit de streep die de SGP-fractie trekt?
De heer Dijkgraaf (SGP):
Van vergelijkbare gevallen heb ik geleerd dat je nooit nooit moet zeggen. Er kunnen zich altijd ontwikkelingen voordoen. De hoofdlijn van mevrouw Schouten onderstreep ik. Het moet een keer afgelopen zijn. De stabiliteit van de euro is daarbij van belang. Wij zien dat wij nu al in een veel stabielere situatie zitten dan een jaar geleden. Ik denk even aan de discussie die wij voerden over uittreden uit de euro. Je mag verwachten dat je over een jaar in een nog stabielere situatie zit. Dat maakt alternatieven eerder haalbaar en voorkomt daarmee dat wij nog meer geld naar de Grieken moeten sturen.
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Wij zijn gekomen aan het eind van de eerste termijn van de Kamer. Om kwart over negen vanavond, en ook niet eerder dan dat tijdstip, hervatten wij dit debat met het antwoord van de regering in eerste termijn.
De vergadering wordt van 17.54 uur tot 18.00 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20112012-56-14.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.