6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenavond ook te stemmen over de aangehouden motie-Van Veldhoven (32127, nr. 153).

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, haar moties op stuk 33000-XII, nrs. 54 en 55 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Holtackers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Bruins Slot.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda na het reces het VAO zorglandschap, met als eerste spreker het lid Van der Veen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Met het oog op het geplande debat over ouderenmishandeling zijn er de afgelopen periode veel brieven binnengekomen van de staatssecretaris. Het stelt mij teleur dat zij voor een heel aantal onderwerpen aangeeft pas in september met een extra brief te komen. Ik vraag om een brief voorafgaand aan het debat. Graag zou ik zien dat zij daarin ingaat op de volgende onderwerpen: de crisisopvangplaatsen, de ontspoorde mantelzorgers, de financiële uitbuiting, het landelijk registratiepunt, de ambtshalve vervolging, de bredere toepassing van de rechterlijke machtiging en de verwijsindex. We kunnen namelijk geen debat voeren als we geen standpunt van de staatssecretaris over deze onderwerpen hebben.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Een aantal weken geleden vroeg mijn fractievoorzitter, net als de heer Slob van de ChristenUnie-fractie, om een debat over de gestegen werkloosheid. Toen werd er gezegd dat we dat in het algemeen overleg arbeidsmarkt moesten bespreken met de minister van SZW. Dat is gebeurd afgelopen week. Het nieuws was dat er 40.000 banen bijkomen. Vandaag is het nieuws echter dat er 18.000 banen verdwijnen. In totaal zijn er bijna een half miljoen werklozen in Nederland; 6% is werkloos. De PvdA-fractie wil heel graag en heel erg snel een debat met de minister-president over deze zorgelijke situatie.

De heer Ulenbelt (SP):

Het regeerakkoord is geen banenmotor, maar een banenversnipperaar, dus alle steun voor dit debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Er is werk aan de winkel. Net als afgelopen dinsdag zou ik wel willen opmerken dat over het onderwerp werkgelegenheid al eerder debatten zijn aangevraagd. Laten we die onderwerpen bij elkaar voegen. Dan hebben we voldoende spreektijd – vier keer drie minuten – om met de regering in debat te gaan.

De heer Klaver (GroenLinks):

De signalen over de economische situatie stapelen zich op. Iedere keer doen wij bij de regeling een verzoek om dit debat. Ik hoop dat het er nu op korte termijn ook echt van gaat komen. Wij steunen het verzoek dus.

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie is altijd uiterst terughoudend met het aanvragen van debatten met de minister-president, maar gezien de urgentie van dit onderwerp zijn we het helemaal eens met de PvdA-fractie.

De voorzitter:

Mevrouw Hamer, u hebt nog geen meerderheid.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik wacht eigenlijk op een reactie van de collega's van het CDA, de VVD en de PVV. Gisteren hebben zij gezegd dat ze wel een debat willen voeren over de recessie, maar pas over enkele weken. Ik stel voor om dit debat vandaag nog te voeren. We hebben nu de cijfers. Gisteren kregen we heel andere cijfers van de minister van SZW; de collega's Van Hijum en Azmani waren daar ook bij. Die cijfers alleen al zijn reden genoeg om de minister samen met de minister-president hiernaartoe te roepen. Laten we dat dus vandaag doen of uiterlijk volgende week dinsdag. Als we daar het debat over de recessie aan toe kunnen voegen, lijkt me dat prima. Laten we echter niet nog weken en weken wachten, want elke keer staan we hier weer en elke keer is de situatie erger. Het is nu wel een keer genoeg geweest, niet alleen voor ons, maar vooral voor de mensen die hun baan verliezen.

De voorzitter:

Mevrouw Hamer, dit is de regeling van werkzaamheden, geen debat.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik vroeg ook naar de steun van de PVV.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Van Hijum iets wil zeggen.

De heer Van Hijum (CDA):

Volgens mij hebben wij gisteren een duidelijke afspraak gemaakt over een debat naar aanleiding van het gegeven dat Nederland in een recessie is geraakt. Volgens mij kan dit vraagstuk daar prima bij betrokken worden. Het lijkt mij niet nodig om daar apart een debat over te organiseren.

De voorzitter:

Wij gaan proberen om daar zo snel mogelijk een debat over te organiseren.

De heer Azmani (VVD):

Het zal een herhaling van zetten zijn. Ik zie op dit moment geen aanleiding om dit debat met spoed te gaan voeren vanwege deze publicatie van het CBS. Het kan gewoon worden meegenomen in het door de Kamer gesteunde debat over de recessie. Laten we het daarbij betrekken.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Geen steun op deze manier.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Er wordt door de heer Van Hijum de suggestie gedaan om dat toe te voegen aan het debat over de recessie. Dat vind ik prima, als we hier kunnen afspreken dat we dat debat meteen de dinsdag na het reces kunnen houden.

De voorzitter:

Dat kunnen we hier niet afspreken.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik kan daar toch steun voor vragen aan de Kamer? Er wordt mij een suggestie gedaan. Gisteren is gezegd: enkele weken. Ik vraag om het niet nog enkele weken te laten duren.

De voorzitter:

We hebben gisteren afgesproken om dat zo gauw mogelijk te plannen; ik zal daarover overleg voeren met de woordvoerders. Dat is een meerderheidsbesluit.

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik had verzocht om uitstel van de stemmingen onder punt 3, naar aanleiding van het VAO Tijdelijke regeling uitkering aan voormalig WWik-gerechtigden. In plaats daarvan vraag ik om aanhouding van de motie op stuk nr. 25 (32701), op mijn naam ingediend tijdens dat VAO. Er is gezegd dat ik nog een paar maanden moet wachten op de informatie waarom ik had gevraagd. Dat doe ik dus ook.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Peters stel ik voor, haar motie (32701, nr. 25) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven