5 Vragenuur

Vragen van het lid Çelik aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de grote financiële problemen bij het roc Amarantis.

De heer Çelik (PvdA):

Voorzitter. Er komen verontrustende berichten uit Amsterdam. De Amarantis Onderwijsgroep, met vele scholen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, verkeert in grote financiële problemen. De situatie is dermate nijpend dat zelfs gedwongen ontslagen aan de orde zijn. Ja, ik weet dat de overheid niet over schoolbesturen gaat. Ja, ik weet dat scholen worden geleid door schoolbesturen en dat er een raad van toezicht is. De overheid verleent echter wel subsidies voor de volle 100%, met publieke gelden. Als er publieke gelden mee zijn gemoeid, vind ik dat de overheid verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs. Bij de Amarantis Onderwijsgroep gaat het niet meer over de kwaliteit, maar over mismanagement en het ontstaan van een slechte situatie waar docenten, leerlingen en studenten de dupe van zijn. Graag wil ik van de minister weten of zij zich met de situatie heeft bemoeid en of er een herstelplan voorhanden is. Vindt de minister dat de raad van bestuur, de raad van toezicht in dit geval, heeft gefaald?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik dank de heer Çelik hartelijk. Laat ik helder zijn. Ook mij baart Amarantis en de situatie rond Amarantis grote zorgen. Ik ben op dit moment heel betrokken hierbij in die zin dat de inspectie die voor mij een aantal dingen op een rij zet, intensief present is binnen Amarantis. Het is belangrijk om heel goed in beeld te hebben wat er aan de hand is en wat de problemen zijn, want dan kunnen wij vervolgens zorgvuldige stappen zetten. Ik word door de inspectie op de hoogte gehouden. Zo nodig kan ik als minister ook handelen. Bovendien is men inderdaad bezig met een verbeterplan. Ik hoop daar binnen enkele weken zicht op te krijgen. De inspectie volgt dat proces zeer nauw.

De heer Çelik (PvdA):

De gemeente, de ouders en de studenten hebben heel veel zorgen over de toekomst van de scholen onder Amarantis. Ik hoor graag van de minister hoe zij aankijkt tegen het functioneren van de raad van bestuur en de raad van toezicht. Ik kan mij namelijk niet voorstellen dat het probleem in één keer uit de lucht is komen vallen. Men heeft dit toch moeten zien aankomen? In hoeverre kan de minister garanderen dat het herstelplan goed zal verlopen? De leerlingen, studenten, ouders en docenten moeten niet de dupe worden. In hoeverre kan de minister bovendien voorkomen dat zich soortgelijke situaties voordoen in andere scholen en bij andere schoolbesturen? Hierover zou ik graag iets horen van de minister.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voor een zorgvuldig oordeel over de raad van toezicht en het college van bestuur is het te vroeg. Eén ding is duidelijk: de zaken zijn niet goed gegaan. Ik denk dat de heer Çelik dit terecht constateert. Ik hecht eraan om eerst zorgvuldig in beeld te krijgen hoe de zaken zijn verlopen en wat het probleem in zijn geheel is. De heer Çelik vroeg verder of een verbeterplan straks ook effectief zal zijn. Hij benoemt hiermee een belangrijk punt. Het gaat hem en mij natuurlijk om de studenten en de docenten binnen die scholengemeenschap die hier zo min mogelijk last van moeten ondervinden. Daar zal de inspectie natuurlijk naar kijken. Uiteindelijk moet de boel weer op orde komen. Dat zal een belangrijk toetspunt bij het verbeterplan zijn. Dat plan zal dus effectief moeten zijn. Bovendien zal men er vertrouwen in moeten hebben dat het die effectiviteit heeft. Men is op dit moment nog met het verbeterplan bezig; het is nog niet klaar.

Hiermee denk ik dat ik voor zover het mij nu mogelijk is, op de punten van de heer Celik ben ingegaan.

De heer Çelik (PvdA):

Ik ben blij met de beantwoording van de minister. Ik ben het met de minister eens over haar plan van aanpak. Graag zou ik als Kamerlid op de hoogte gehouden worden van de ontwikkeling, omdat het naar mijn oordeel in het onderwijs niet moet gaan om mismanagement, maar om kwaliteit. Ik roep de minister daarom op om nog eens goed te kijken naar de rol van de raad van bestuur en van de raad van toezicht. Ik meen namelijk oprecht dat die raden behoorlijke flaters hebben geslagen.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Als ik de Kamer op een zinvolle manier hierover kan informeren, zal ik dat zeker niet nalaten. Ik ben het in algemene zin met de heer Çelik eens dat de rol van de raden van toezicht anno 2011 anders en breder is dan vroeger. Die rol vraagt echt om een scherp profiel naar de raad van bestuur en het college van toezicht toe. Dit ben ik binnen het vo en zeker ook binnen mbo in gang aan het zetten, maar deze cultuurveranderingen nemen de nodige tijd in beslag. Dit alles is echter wel noodzakelijk. Dat ben ik met de heer Çelik eens.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het schoolbestuur Amarantis heeft meer dan 30.000 leerlingen onder zich. Deelt de minister mijn mening dat dit niet meer een school is, maar een concern? Als zo'n schoolbestuur in de problemen zit, zoals nu, is het dus buitengewoon pijnlijk dat in één keer de kwaliteit van het onderwijs van 30.000 leerlingen gevaar loopt. Daarom nodig ik de minister uit om samen met mij met dat bestuur in gesprek te gaan om een mooi plan te maken voor schaalverkleining, zodat dit enorme concern wordt opgesplitst in kleine, overzichtelijke scholen. Is zij daartoe bereid?

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Allereerst: het is geen concern maar een school. Als zodanig moet het ook functioneren. Daar zijn we de afgelopen jaren scherp op geweest en daar zal ik de komende tijd zeker ook scherp op zijn. Op dit moment is het echter een stap te ver om erover te praten hoe het uiteindelijk verdergaat met Amarantis. We moeten nu eerst de problematiek goed in beeld brengen om te achterhalen waar het probleem zit. Het is nog niet zover dat een Kamerlid met een bestuur om tafel gaat zitten. Laat ik over één ding helder zijn: ik ben buitengewoon alert en betrokken bij wat hier gebeurt. Ik heb rechtstreeks contact met de raad van toezicht. Op dit moment is de inspectie voor de volle 100% aanwezig voor die zaken die heel direct het onderwijs raken. Daar kan de Kamer mij op aanspreken.

Naar boven